NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
L
Officieel© Publicatie.
No. 49.
Woensdag 17 Juni 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
i
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
F euilleton.
Zie advertentie Almeloo,
4e pagina van dit nummer.
Amersfoortsche Courant
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Schnttery.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Brengen tengevolge van de deswege
bestaande voorschriften en ter verdere
geregelde uitvoering van de door Z. M.
den Koning vastgestelde reglementaire
bepalingen omtrent de SchutterjjeD, ter
kennis van de belanghebbenden, dat de
alphabelische naamlijsten van de inge
schrevenen voor de Schutterij, geduiende
acht dagen op de plaatselijke Secretarie
voor eenieder ter inzage liggen, alle
werkdagen van 10- tot 1 uur, teneinde
eenieder in staat zoude zijn om ingeval
hem eenige personen of omstandigheden
mochten bekend zijn, die daarop nog
zouden behooren te worden aar.geteekend
of ervan moeten worden weggelaten, dit
aan het Bestuur kenbaar te maken.
Dat de loting voor de Schutterij, tus-
schen de ingeschrevenen van bet jaar
1896, onder toezicht eener Commissie
uit het Bestuur, ten raadhuize dezer ge
meente zal plaats hebben op Zaterdag,
den 27. Juni aanstaande, des namiddags
te halftwee uren. Wordende alzoo de
belanghebbenden opgeroepen om op plaats
en tjjd voormeld te verschijnen, of by
afwezigheid zich aldaar door een by de
voormelde Commissie bekend persoon,
voorzien van behoorlijke schriftelijke vol
macht, te doen vertegenwoordigen, om
de bij de wet vereischte loting naar be
hooren te doen; zullende voor hen die
persoonlijk afwezig mochten blijven en
zich niet op voorschreven wijze hebben
doen vertegenwoordigen, door een der
leden van de Commissie worden getrokken.
Dat tenzelfden dage, op gelijke wijze,
eene naioting zal plaats hebben, ten be
hoeve van diegenen, welke tot de loting
verplicht zijnde, buiten hun toedoen niet
onder haar mochten zijn begrepen ge
worden, alsmede ten behoeve van hen,
die, ofschoon in andere gemeenten reeds
geloot hebbende, sedert de laatstvoor-
gaande inschrijving alhier zijn komen
wonen, en voor de vreemdelingen welke
6edert die inschrijving in de termen zijn
gevallen, om als ingezeten te worden
aangemerkt.
En dat eindeljjk den belanghebbenden
bij de loting de gelegenheid zal worden
opengesteld, om de redenen van vrijstel
ling, waarop sommigen aanspraak zouden
mogen maken, ter kennis van de genoemde
Commissie te brengen, met aanduiding
van het artikel der wet en het onderdeel
daarvan, waarop zij hunne reclame
gronden.
Gedaan te Amersfoort, den 13. Juni 1896.
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Een Franschman, de heer Jean
Bertheioy, schrijft in den Figaro een
een Artikel over *La Petite Reine Wil
helminei. Het vorige jaar had hij onze
koningin ontmoet in het Bosch, bij den
Flaag, waar de talrijke beuken een bij
ons onbekende hoogte bereiken, zegt de
schrijver. De «kleine koningin* zooals
men Wilhelmina in Nederland noemt, om
haar te onderscheiden van de Kon'ngin-
Regentes, kwam juist uit haar verblijf io
het Bosch, zij liep alleen in de schaduw-
rjjke lanen, zonder twijfel haar gouver
nante te ontloopen; de heer Bertheroy
kon haar op zijn gemak beschouwen.
Wij laten hier de beschrijving volgen,
die de Franschman geeft aan onze toe
komstige Vorstin, zijn indrukken voor
zijn eigen rekening latende:
«Groot en sterk voor haar vijftien jaren,
bezit Wilhelmina de bleeke blondheid, den
blanken teint van haar stam. Als al de
Hollandsche vrouwen heeft zij een wat
lange en platte taille een teeken van
getrouwheid, zou een zedemeester zeggen.
Om den mond speelt bijna altijd een
glimlach, met een uitdrukking van schalks
heid de oogen zijn groot en heel mooi,
van een onbepaalde kleur, die hel mid
den houdt tusschen zeegroen en hemels
blauw.
Het zijn deze oogen, die aan het ge
laat een bijzondere uitdrukking geven,
een zedelijke waarde om zoo te zeggen,
het geheele innerlijk weerspiegelt er zich
in. Men gevoelt, dat achter deze oogen
reeds een bepaalde individualiteit schuilt,
dat men in haar reeds een mensch voor
zich heeft, gewoon met zich zelf te leven
men voelt er, in één woord in, de Hol
landsche ziel, vol energie en strijdlust.*
Wat de Fransche schrijver verder ver
telt zijn vrij bekende dingen, dat onze
Koningin zeer ervaren is in de voor
naamste soorten van sport, die in eere
zijn in ons land, dat zij vooral een buiten
gewoon goede schaatsenrijdster is. Ove
rigens, zegt de heer Bertheroy, is de
jonge Koningin overal in het land zeer
bemind, en worden haar minste woorden
en daden besproken.
Dat deze heer voor het overige niet
altijd goed uit zjjn oogen heeft gekeken,
blijkt wel hieruit, dat hij beweert, hoe
de jonge Koningin zich niet schaamt
zich te vertonnen in het nationaal cos-
tuum met de gouden kap op het hoofd,
de kanten muts, enz. Het Frieschecos-
tuum heeft de heer Bertheroy dus voor
ons nationaal costuum aangezien I
Men schrijft uit Rome aan «De
Maasbode, dat Dinsdag II. te Padua op
gravingen naar het lijk van Prins Willem
George Frederik van Oranje zouden her
vat woiden, tengevolge van stelliger aan
wijzingen.
Als dit bericht waarheid bevat, dan is
het zeker te hopen, dal van Nederlandsche
zijde voor voldoend toezicht wordt ge
zorgd.
De »N. R. Ct." bevat een mede-
deeling over de rjjwielbelasting, in hoofd
zaak overeenkomende met onze vroegere
inlichtingen; voor de kaart moet f 3 be
taald worden. Ambachts- en handwerks
lieden, die ten minste 3 kilometer moeten
afleggen van hun woning naar de plaats
waar zij gewoonlijk werken, ontvangen
de kaart kosteloos. De beheerder van
een winkelnering kan een kaart ontvangen,
die ook gebruikt kan worden door on
dergeschikten, die gewoon zijn bestellingen
op te nemen of waren te bezorgen voor
de nering. Half geld wordt 6lechls betaald
voor een kaart, die in het laatste half
jaar genomen wordt. De kaarten zijn
geldig tot 1 Febr. volgende op het jaar
van afgifte.
De wet is niet van toepassing op in
uniform gekleede militairen van deland-
macht en ambtenaren der rijks- en ge
meentepolitie. Ook zij, die verplicht zijn
voor den publieken dienst een rijwiel te
berijden; kinderen tot 1 Februari vol
genden op het jaar waarin zij 12 jaar
worden, zij, die een y wiel, ingericht voor
meer dan één persoon, berijden gelijk
tijdig met iemand, die van een wielrij-
derskaart is voorzien, zijn vrijgesteld van
het nemen van een kaart.
Door de Militaire Sport-Vereeniging is
uitgeschreven een afstandsril van Win
terswijk naar 's Gravenhage, afstand ruim
190 Kilometer, af te leggen binnen 26
uur, door officieren van het Nederlandsche
of Nederlandsch-Indische leger. De datum
voor dezen wedstrijd is vastgesteld op
26 Juni a.s. Aan de burgemeesters, door
wier gemeente de te volgen weg loopt,
is door het bestutr der Sporlvereeniging
verzocht, tot het slagen van dezen rit te
willen medewerken, door de pachters der
tollen in hunne gemeente te bewegen de
tolboomen geopend te laten in den nacht
van 25 op 26 Juni, gedurende den 26sten
Juni, en in den nacht van 2b op 27
Juni.
Het Hbld. ontving gisteren het vol
gende telegiam:
uAI onze troepen rukken op naar
Montassik over Lanipermai en Kroeng
Gloempang*.
Montassik ligt aan den rechteroever
der Atjeh-rivier in de XXII Moekims, niet
ver van Anak-Galoend. Ook voor weinige
weken was er een door onze bondgenoo-
len bezette post.
Deze plaats werd in Juli 1878 tijdens
den grooten veldtocht van generaal Van
dei Heijden door de onzen genomen.
Onder de gemeente Gramsbergen
heeft de bliksem een ernstig onheil ver
oorzaakt.
Een arbeidershut, staande in de veen
derijen van de heeren Dommers, Rigte-
ring en Slingenberg in de Krim, waarin
verscheiden arbeiders even een schuil
plaats hadden gezocht, werd door den
bliksem getroffen. Vijf personen, 3 man
nen en 2 vrouwen, werden er dood uit
gedragen: vele anderen waren bewus
teloos.
De doodelijk getroffen personen zijn:
B. Knol, A. van der Weiden, T. Kollen
(allen uit deze gemeente) en twee vrouwen,
waarvan de een weduwe was, doch beide
moeders van nog jeugdige kinderen. De
eerste twee mannen laten een vrouw
met hulpbehoevende kinderen achter, ter
wijl de derde een jongeling was en kost
winner voor zijn ouden vader en moeder.
Ds. Van Oosterzee, predikant te
Kota Radja, de vriend der soldaten, de
trooster der gewonden, zond dezer dagen
een briefkaart aan de heeren W. Van
Hoeve, directeur der gasfabriek te Slie-
drecht, en dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
predikant te Haulerwijk (Friesland) van
den volgenden inhoud
«Voor de groote menigte gewonden
heb ik behoefte aan lectuur, vooral
Christeljjke weekbladen. Bovendien zou
ik voor het Tehuis goed kunnen gebrui
ken eenige kisten frambozen- of bessen
sap, cacao, sigaren, tabak, sigaretten enz.
Als onze jongens 's avonds doodmoe
thuiskomen, zou ik hun zoo gaarne wat
gunnen, maar de middelen ontbreken.
Zie eens, of er g"ene vrienden zijn, die
ons in dezen willen helpen.
Aan dezen noodkreet is aanvankelijk
voldaan, eenige dames in den Haag zon
den een kist boeken en versnaperingen
en daarna kon men nog 500 flesschen
bessensap doen volgen.
Ds. Van Oosterzee heeft sedert 1891
de oprichting van een «Militair Tehuis*,
re Kota Radja beproefd. Vrijwel slaagde
hij in zijn te waardeeren pogingen, doch
het «Tehuis* draagt nog slechts een tij
delijk karakter; bet is te klein en on
doelmatig en slechts in gebruik afgestaan.
Bovengenoemde heeren (W. van Hoeve
te Sliedrecht en dr. J. R. Slotemaker de
Bruine te Haulerwijk) zouden nu gaarne
bydragen ontvangen teneinde als een
blijvend gedenkteeken aan ons Indisch
leger te Kota Radja een eigen «Militair
Tehuis* te verzekeren. Een 3-tal toezeg
gingen van f 100 kwamen reeds in. Men
rekent ongeveer f 10.000 noodig te heb
ben.
Gedurende Haar jongste bezoek
aan Amsterdam heeft H. M. Koningin
Wilhelmina eenige malen geposeerd voor
den heer Bart van Hove, die trouwens
voor dien tijd met hetzelfde doel op het
Loo was geweest. De kunstenaar heeft
een keurige statuette vervaardigd, waarop
de Koningin is weergegeven, staande in
bevallige houding met Haar lievelingshond
Swell naast zich. Het beeldje wordt in
brons gegoten en zal reeds spoedig gereed
zijn.
57)
En daarop, toen haar zieleleed op zijn
hoogst was gestegen, werd haar liefde
aangeboden, eene liefde, zooals zjj ge
droomd had vurige, innige, hartstoch
telijke liefde, die eene soort van ver
goeding was, die haar scheen te verheffen
uit de droefheid, schande en ellende,
waartoe zij schuldeloos was vervallen.
En van lieverlede, bij langzame schre
den, werd Alsager meester van geheel
haar hart werd hij voor haar wat de
eik voor de klimopplant is. Zonder hem,
zoude zjj geweest zijn, als de klimop,
wanneer een woeste orkaan den krach-
tigen boom heeft ontworteld om wien zy
zich klemde en slingerde.
Hare liefde voor hem maakte haar
Ger, gevoelig gemoed krachtig, ten zijnent
wille vernedering te dragen; want hoe
wel hij mocht streven om haar te be
schermen, er is geen minnaar, wiens
armen sterk of vermetel genoeg zijn om
de pijlen af te slingeren, welke de wereld
der dwalende vrouw toezend. Zij moch
ten in de meest volstrekte afzondering
leven, en dat deden zij ook, maar zjj
waren beiden maatschappelijk te hoog
geplaatst om de nieuwsgierige opmerk
zaamheid te ontgaan. Eerst gevoelde
Viva ter nauwernood leed of wroeging
over den stap, dien zij gedaan had. Ik
heb in een Fransch boek eenige regelen
gelezen als volgen: «La conscience de
la femme attend, pour lui reprocher
quelque chose, que l'homme ne l'ame
plus. Le remords nait de I'abandon.c
Naar gelang de maanden verliepen,
begon hunne verhouding tegenover elkan
der bijna onmerkbaar te veranderen.
Viva werd de aanbidster, Alsager de af
god. Waarom is de natuurwet zoo on
vermijdelijk, welke de liefde van een man
koeler en zorgeloozer maakt, naarmate
dat die der vrouw vermeerdert?
En waarom groeit de liefde eener vrouw
aan in dezelfde mate als die van den man
afneemt? Misschien, dewijl liefde krach
tiger en dieper wordt door de opoffe
ringen, welke men er aan doet, even als
vuur flikkerender en heviger brandt door
de brandstof, welke men er op hoopt.
Het werd allengs dat Alsager, die in
het eerst de beminde vrouw ternauwer
nood uit het oog kon verdragen, hare
voortdurende tegenwoordigheid minder
volstrekt noodzakelijk tot zijn geluk be
gon te vinden, en in staat was, haar ver
scheidene uren aaneen te verlaten, zon
der eenig smartelijk gevoel van een on
bevredigd verlangen. Hij kon de nieuws
bladen met grooter aandacht lezen, en
begon een levendig belang te stellen in
de wereldsche zaken. Maar voor Viva
was Alsager de Alpha en de Omega van
alles. Zy kon niet dulden dat hij afwezig
was, en werd in zijn afzijn door de onre-
delijksten angsten voor zijne veiligheid
aangegrepen. Indien hem iets mocht
overkomenl maar neen! het denkbeeld
was zoo vreeseljjk dat zij het niet durfde
te voeden. Van lieverlede begon zich
een pjjnljjk gevoel van haar harte mees
ter te maken, dat zij niet langer alge-
noegzaam voor hem was. Zij deed bo-
venmenschelijke pogingeD om stof tot
gesprek le vinden, dat hem zou kunnen
boeien; zij, die in de dagen van ouds
zulk een schitterend onderhoud hal ge
kend.
Maar toen leefde zij in de wereld, toen
bevond zjj zich in een draaikolk van
vroolijkheid, en thans was natuurlijk elk
verhaal over lieden, die zij gekend had
den, uitgestorven er werd geene zin
speling meer gemaakt op de handelingen
dier kringen, in welke Viva eenmaal zulk
eene hooge plaats innam, maar waaruit
thans tot zelfs haar naam verbannen is.
Het verleden geleek een droom; een
droom, dien zij lang geleden gedroomd
had haar echtgenoot, haar verongelijkin
gen schenen zaken van hel verleden,
door een sluier van onwaarschijnlijkheid
omgeven.
Afgezaagd en verkeerd aangewend als
de uitdrukking dikwijls is geweest, was
het waarheid, dat Viva zich in God's
oog als Alsager'8 vrouw gevoelde, en zij
vermoedde in die dagen voor geen oogen-
blik iets anders als dat zjj elkander ge
trouw zouden blijven tot aan het eind
van hun leven. Heel het lijden der ont
dekking, hoezeer de trouw van een man
van die eener vrouw verschilt; heel de
schaamte en wanhoop van te bespeuren,
welk eene geringe aanspraak eene schul
dige vrouw op baar verleider heeft; heel
de smart welke onvermijdelijk komen
moet over elke vrouw, die het zoo door
nig pad der zonde betreedt, zij liggen
nog vóór haar.
Wie zegt dat de wegen van zonde en
ondeugd liefelijk en bloemrijk zijn? Het
is onwaar! de bloemen zijn de doodeljjke
nachtschaden; de boomen zijn er upas-
boomen.
Alsager begon Italië moede te worden
de hitte werd er ondragelijk; hij
walgde van den blauwer, al le fraaien
Italiaanschen hemel, en herinnerde zich
met liefde de koele, groene, bladrjjke
wegen van zijn eigen land. Hij was
een visscher: de Meivlieg was op het
water, bedacht hij, en thans scheen hem
het wenschelijkste en aantrekkelijkste
ding ter wereld de zalmvisscherij toe.
Waarom zouden zij niet naar Ierland
gaan?
Viva maakte geen bedenking; zijn wil
was haar wet, en zjj had daar, veel
minder kans om iemand, dien zij kende,
te ontmoeten dan hier. Dus gingen zjj,
en werd zij ingewijd in de geheimenissen
van hel met vliegen visschen; maar daar
zij teergevoelig was, het zij spoedig hare
nieuwe kunde varen, en stelde zich te
vreden met Alsagers gezelschap te hou
den, en keek eene andere zijde uit als
de visch gedood werd. Zij was nog niet
geheel overgehaald tot het geloof, dat
een visch geen gevoel heeft, vooral dan,
wanneer het somtijds een krachtige,
zeventig pond wegende zalm was.
Zij brachten twee maanden in Ierland
door; daarop gehoord hebbende dat zijne