Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
De N. ft. ontving een telegram,
dat (indien er geen seinfout in voorkomt)
mededeelt, dat Toekoe Oemer het hoofd
van Dam Pagar (IV Moekims) gevangen
nam, en dat 4 bataljons derwaarts gingen.
Het blad teekent hierbij aan:
«Als het telegram goed is overgeseind,
moet er uit verstaan worden, dat Toekoe
Oemar het hoofd van Lam Pagar gevan
gen nam en dat vier bataljons naar die
kampong trekken. Daarin zou dan de
beteekenis liggen opgesloten, dat Oemar
ziin gezag in de VI Moekims, het gebied
zhner vrouw Nja Din, weder aanvaard
heeft en vijandig is opgetreden tegen het
hoofd van de kampong, ten Westen onzer
linie dicht aan zee gelegen. Om welke
redenen hij dat zou hebhen gedaan, valt
zonder uitvoerig bericht over de laatste
krijgsbedrijven niet te beoordeelen. Wel
licht heeft dat hoofd zich naar den zin
van Oemar te vredelievend getoond, toen
onze troepen eenige dagen geleden zijn
gebied betraden. Mocht uit het telegram
echter het Engelsche woordje by zijn
weggelaten, dan wordt de 1 eteekenis ge
heel omgekeerd. Toeke Oemar zou dan
door dat hoofd gevangen zijn genomen
en de vier bataljons, die naar Lam Pagar
rukken, zyn afgezonden om hem te halen.»
Nu het bovenstaande Regeeringstele-
gram het bericht niet bevestigt, is het
vrij zeker, dat Toekoe Oemar niet gevan
gen is. Ware het andere, dan zou deze
tijding zeker wel officieel zijn geseind.
De nieuwe gouverneur van AljeU.
Thans na de benoeming van generaal-
majoor J. J. K. de Moulin tot civiel en
militair gouverneur van Atjeh en onder-
hoorigheden brengt de N. ft. Ct. de vol
gende feiten uit het krijgsmansleven van
dezen Indischen officier in herinnering
Als luitenant der artillerie nam hy
deel aan de eerste expeditie naar Atjeh
en toen had hij het geluk de groote mis-
sigit in brand te schieten en daardoor
het verwoed verzet te breken, dat de
fanatieke en dappere verdedigers dier
moskee ons boden.
Zestien jaren later trad hij daar ge
durende eenigen tijd op als commandant
der Artillerie.
Hij werd in December 1845 te Maas
tricht geboren en in Juli 1865 van de
Koninklijke Militaire Academie tot ^-lui
tenant der artillerie aangesteld.
Na eenigen tijd bij zijn wapen in Indie
gediend te hebben, werd hij naar Meester
Cornelis overgeplaatst als instructeur aan
de militaire school aldaar. Die betrekking
bleef hij ook als le-luitenant waarnemer.,
tot hij in 1871 weder bij het materieel
der artillerie werd werkzaam gesteld.
Vervolgens diende hij bij den troep,
tot hem in 1873 het directeurschap van
den buskiuitmolen ie Ngomie werd op
gedragen, welken werkkring hij bleet
vervullen totdat hij de aanstelling ontving
als luitenant-vuurwerker van de pyrotech-
nische werkplaats te Soerabaja. Ongeveer
terzelfder tijd werd hij tot kapitein be
vorderd. Na van 1876 tot 1879 als bat
terij-commandant te hebben gefungeerd
vertrok hij met 2 jaren verlof tot herstel
van gezondheid naar Nederland. Bij zyne
terugkomst uit het vaderland in 1882
werd hy ingedeeld bij den generalen staf,
waar hij de betrekking van chef van het
hoofdbureau waarnam, tot hij een jaar
later tot chef van den staf in de eerste
militaire afdeeling werd benoemd.
Twee jaren later moest hij weder voor
ziekte naar Europa vertrekken, waar hy
bleef van 1885 tot 1889 en waar hij
werkzaam was aan het ministerie van ko
loniën. Te Batavia teruggekeerd werd
de inmiddels tot majoor bevorderde offi
cier benoemd tot commandant der ar
tillerie in de derde militaire afdeeling en
daarna in de zelfde functie overgeplaatst
naar Atjeh.
In Maart 1891 kwam hij bij den gene
ralen staf terug, waarbij hij lot luitenant-
kolonel werd bevorderd en waarover hy
in September 1894 als kolonel en chef
°PToen op Lombok de overval onzer sol
over de onverschilligheid en nalatigheid
van den Hertog voor haar. Een half
uur, dat een halven eeuw scheen, verliep,
voordat hij Dèsiree's fraaie gestalte met
afgemeten schreden over het jgrasveld
Daar hem toe zag komen.
Hij gaat haar driftig tegemoet, en als
zij hem een brief overgeeft, poogt hij
een bankbiljet in hare hand te stoppen.
Désirée richt zich in hare volle lengte
op en ziet den jongen lord met haar
heldere oogen voluit in het gelaat.
«Ik vraag u verontschuldiging, Mylord.
Ik begrijp u niet,» en onthutst en blo
zend is hij gedwongen het briefje in el
kander te frommelen, en het in zijn zak
terug te steken.
Hij neemt den brief (het is een dikke)
en keert naar zijn zetel terug. Zijn
vingers beven, zijn hart klopt snel als
hij hem openrukt. Hij vindt zijn eigen
brief terug en daarenboven slechts een
paar woerdeD op een reepje papier.
«Het is volkomen waar dat ik ziek
ben en in mijn kamer word teruggehou
den, maar al ware zulks het geval niet,
zoude niets mij kunnen doen besluiten,
u te zien. Nooit of nimmar zal ik u
uil vrijen wil terugzien of spreken. Stank,
wat ik u bidden mag, deze vervolgingen,
die tot mets goeds voor u kunnen leiden
en my nog slechts ellendiger kunnen
daten had plaats gevonden en versterking
van troepen werd afgezonden, vertrok ook
de kolonel De Moulin als chef van den
staf daarheen.
In die invloedryke en belangrijke posi
tie wist hij zich zoodanig te onderschei
den, dat hem het ridderkruis 4e klasse
der Militaire Willemsorde op de borst
kon worden gehecht naast het ridderkruis
van den Nederlandschen Leeuw en het
commandeurskruis der Frans Jozeph-orde
van Oostenrijk, waarmede hy ten vorige
jare was begiftigd. Voor ruim een jaar
werd hij tot generaal-majoor benoemd
De nieuwe werkkring hem nu geopend
is zeker omvangrjjker en zwaarder dan
eenige, tot nu toe door hem vervuld.
Hr. Ms. fregat Van Speijk, gisteren
uit Oost.Indië, laatst van Venetië, te
Nieuwediep binnengekomen, heeft aldaar
aangebracht het monument, dat te Padua
was opgelicht op het graf van prins
Frederik van Oranje, broedei van koning
Willem I. Het is in drie groote kisten
verpakt, die lieden zonder eenig bijzonder
ceremonieel zullen worden gelost, om
naar Delft te worden vervoerd.
De kajuit van den eersten officier aan
boord van het schip is ingericht tot rouw
kapel, waarin op eene keurig gedrapeerde
katafalk, in 't midden van het vertrek
aangebracht, de lijkkist van den Prins
zou zijn vervoerd gewoiden, wanneer
men er in had mogen slagen deze te
vinden.
Afstaiidsrit.
Van de 16 ingeschreven deelnemers
voor den afstandsrit WinterswijkDen
Haag door de Militaire Sportvereeniging
zijn blijven staan: kapt. der rijd. ail. J.
D. Wagner, met Emirkapt. der veld-
art. M. C. v. d. Hoog, met Weglinde;
le-luit. rijd. art. Umbgrove, met Lody
le-luit. veld-art. Carp, met Flip; le-luit
der huzaren J. M. H. ten Kate, met Robin
Hoed'le-luit. Kon. marechaussee H. A.
Mos, met Shypark; le-luit. veld-art. Van
der Koogh, met Hotspur; 2e-luit. der
huzaren Pijnappel, met Surprise.
De keuringscommissie te Winterswijk
voor den rit en te 's-Gravengage na af
loop daarvan, bestaat uit: majoor Hinlo-
den, voorzitter; majoor J. G. Blauw; le
luit. Van Aftelen van Saemsfoort, secre
taris.
Toen de Belgische kapitein Lothaire
den Engelschen handelaar Stokes liet op
hangen, naar het heette omdat deze heulde
met de Arabieren en hen van wapenen
voorzag, zijn van Duitsche zijde de Bel
gen er opmerkzaam op gemaakt, dat zy
beter deden eerst eens de hand in eigen
boezem te steken en te onderzoeken welk
kwaad door hun eigen landgenooten wordt
bedreven. En dan zouden zij zien, dat
dit minstens evenaarde datgene, waaraan
de heer Stokes heette zich schuldig te
hebben gemaakt. Er is beweerd, dat
de Belgische ambtenaren riiets ontzien,
om in het bezit van ivoor enz. te komen,
om maar geld te verdienen'
De Kölnische Zeitung staaft dat thans
weer met het volgende feit; Een vreed
zame karavaan van Arabische kooplieden
van de kust van Oust-Afrika is aan den
Zuid-Oostelijken oever van het Tangan-
jikameer overvallen door troepen van den
Congostaat en beroofd van haar ivoor
en haar wapenen. De Arabieren stonden
onder Duitsche bescherming, afkomstig
uit Bagamoyo, en geenzins rijke lieden,
doch kleine handelaars, die na de overval,
welke hen arm had gemaakt, niet meer
naar de Oostkust durfden terugkeeren,
omdat zy niet in staat waren de voor
schotten terug te geven, die zij op de
opbrengst van de karavaan van rijke
Indische kooplieden ontvangeD hadden.
Wij zijn er dankbaar voor, vervolgt
genoemd blad, dat de Duitsche regeering
wegens dezen schandelijken overval en
dezen roof door tusschenkomst van den
maken dat ik reeds ben.»
George Fairholme denkt dat zijn hart
gebroken is er komen heete tranen
in zijn oogen; hij veegt ze metongedul-
digen toorn weg; zijn leven is bedorven;
er blijft hem niets over dat hem der
moeite waard schijnt. Hij heeft ernstige
plannen om zich voor liet hoofd te schie
ten, en gaat zoo ver om zijn revolver
uit de doos te nemen en hem te beyken,
zoodra hij zijn vertrekken bereikt. Maar
hij bergt hem weder veilig weg, en be
vindt zich den volgenden avond op weg
naar Schotland.
Het rennen gedurende heele dagen
over heiden heer,, en den halven avond
praten met schoone vrouwen, een maand
lang, zaeikt er krachtig toe mede om zijn
gebroken hart te genezen. De geheim
zinnige hartstocht, waarop hij in ver
trouwen duister zinspeelt tegen medege
voelende schoonen, geeft hem een nieuw
belang in hun oogen, en in de zijne een
aanmerkelijke bewust zijn van gewicht.
Zoo jong en reeds het slachtoffer te zijn
geweest eener «grande passion» I een,
daarenboved op welks bijkomende om
standigheid slechts fluisterend en duister
kan worden gezinspeeld.
George's teerhartige schoonen, die de
werkelijke Viva met openlijke minachting
zouden hebben bespot, stellen diep belaug
gezant te Brussel bij de regeering van
den Congostaat zich ernstig heeft be
klaagd en algeheele schadevergoeding
heeft geëischt. De regeering van den
Congostaat heeft een onderzoek beloofd
en zoo noodig bestraffing der schuldigen.
Het onderzoek duurt nog voort. Het is
als bekend is, niet de eerste maal, dat
Duitschland reden heeft tot klagen over
het optreden der ambtenaren van den
Congostaat.
Reeds dikwijls werd opgemerkt, dat
het rooverwezen in Italië van de zijde
der vreesachtige landelijke bevolking een
zekeren' steun ontvangt. Dit laat zich ge
makkelijk verklaren door het feit, dat de
boeren, indien zij zich aan de zijde der
politie scharen, steeds de wiaak der roo-
vers te duchten hebben, terwijl hun,
indien zij het rooverwezen in 't geheim
begunstigen, nimmer eenig leed geschiedi.
Waren alle Italiaansche boeren echter van
het slag van Placido Rosi uit Bracciano,
dan zou spoedig aan het rooverwezen een
eind gemaakt zijn. Deze Rosi bezit uit
gestrekte landgoederen in den omtrek van
het Braccianermeer, waar sedert jaren de
bandiet Guiseppe Fattorini alle wegen
onveilig maakte. Twee jaar geleden ont
moette Rosi, die steeds een geladen
dubbelloops-karabijn bij zich heeft, den
stiuikroover op een eenzamen weg en
beantwoordde diens bevel tot uitlevering
van al zijn geld met een geweerschot,
dat echter miste.
Sedert had de bandiet het vooral op
Rosi gemunt en toen deze onlangs zijn
pachthoeve bij Castel Giulano bezocht
en juist van zijn paard gestegen was,
zag hij plotseling Fattorini in dreigende
houding 1001 zich staan. Ditmaal was
Rosi gelukkiger; aanleggen en de beide
ladingen van zijn karabijn tegelijkertijd
op zijn tegenstander afvuren was het
werk van een oogenblik. De roover
viel doouelijk in de borst getroffen neer,
voordat hij den vinger aan den trekker
had kunnen brengen. De bevolking van
Bracciano bereidde den moedigen Rosi
uit dankbaarheid een schitterende ovatie.
Dit is oveiigens niet de eerste maal
dat Rosi en zijn broeder den roovers de
tanden laten zien. Tien jaar geleden
was een hunner in handen van struik-
roovers gevallen, die hem niet dan tegen
een hoogen losprijs wilden uitleveren. De
andere broeder trok er toen met eenige
viienden op uit en bevrijdde hem met
geweld van wapenen. Later had een
roover van Caprarola het ongeluk den
troeders Rosi in den weg te komen. Zij
dienden den bandiet een geduchte af
straffing toe, bonden hem vast en lever
den hem aan de Carabinieri over.
1
Ds. W. J. Imminck hoopt aanstaan
den Zondagavond om 6 uur afscheid te
nemen van zijn gemeenteledeu.
Op het door hem daartoe gedaan
verzoek is eervol ontslag verleend aan
den heer Ad. H. van Kalken als lid van
de Commissie van aanslag voor de Be-
diyfsbelasting, terwyl in zijn plaats is
benoemd de heer J. H. Brom.
Adjudant J. Rens, van de 2e afdee
ling le regiment veld-artillerie hier, is
benoemd tot lid van verdienste der Ver-
eeniging van gepensionneerde onderoffi
cieren en minderen van het Nederland-
sche leger.
De heeren C. J. van der Plank en
J. H. Leinweber hebben Zaterdag als
2e luitenant en dr. J. M. Ci oockewit, als
officier van gezondheid 2e klasse a la
suite bij de dienstdoende schutterij dezer
gemeente, den gevorderden eed in handen
van den Burgemeester afgelegd.
in de gedachte aan een geheimzinnig en
schoon wezen, het slachtoffer van roman
tische, maar allerdroevigste omstandighe
den, en die, zonder de boosheid van het
lot, zijn leven met eene zaligheid zou
hebben bekroond, waarvan de ledige we
reld niet droomt.
En terwijl Lord Ryvendale volop van
zijne afwezigheid van Viva geniet, en de
;onge Fairholme veel troost put uit 2ijn
spreken over haar, brengt Viva een tijd
van ondragelijke rampzaligheid door. Zij
zelfs niet uitgaan; het weder is ongun
stig en haar kuch toont zich niet bereid
om voor de behandeling te zwichten;
zij voelt geen moed tot lezenzij heeft
nimmer van werken gehouden, en haar
oogen branden zoozeer en doen haar zoo
veel pijn door den voortdurenden tranen
vloed dat beide een pijnlijke taak zouden
zijn. Zij kan slechts de darren en uren
tellen en nadenken. En welke zijn haar
gedachten? Teil laatsten zijn de wraak
goden ontwaakt; ten laatste hebben zy
hun meedoogenlooze geesel medegebracht
om haar te tuchtigen ten laatste weet
zij dat zij gezondigd heeft: dat ellende
voor dit leven, en eeuwig verderf voor
het volgend, alles is wat zij mag ver
wachten.
Wordt vervolgd).
W. Boerhaven aan de Hertekopdie
met een wagen met plaggen van de hei
huiswaarts keerde, had het ongeluk dat
de wagen kantelde waardoor hij onder
het voertuig geraakte, spoedig werd hij
uit zijn benarde toestand verlost, waarna
hem uit Amersfoort geneeskundige hulp
werd verleend. v
Ile 13 jarige v. d. H. bezig met
gymnastische oefeningen, bekwam daarbij
door een ongeval een gapende wonde aan
zyn hoofd, welke heelkundige hulp ver-
eischte en hem daarom ook spoedig werd
aangeboden door docter C.
Dinsdag 30 Juni a.s., vereenigt de
Majoor-commandant der dienstdoende
schutterij alhier, de Heer A. M. Tromp
van Holst, de officieren van die schutterij
te zijnen huize, op «Randenbroek,» aan
een diner.
De wegwedstrijd Amsteidam-Arn-
u/m,V'V:' 8e0' goniseerd door Amsterdam's
ielr'jders-Rondslokaal. had Zondag veel
succes. Bestond aanvankelijk de vrees
dat voor zoo'n grooten afstand weinig
deelname zijn zou, die vrees bleek onge-
grond. Niet minder dan 16 deelnemers
hadden zich doen inschrijven, waarvan
er ten slotte 12 aan den start kwamen
Om 8 uur 10 min. 2 sec. reed men
bij den Omval af; deelnemers waren de
heeren Joseph de Ridder, Antwerpen;
Johan Spaans, Ouden Rijn; J. N. van der
Knoop, Vlaardmgen; H. A. Dapples, Am
sterdam VI. Daverkusen, Keulen; J. Pos
Dzn., Amsterdam; Loufs Israels, Antwer-
rV v: Jr., Amsterdam;
J. J. Vis, id., Old Boy (pseud.), id., E. J.
Kappers, ld. en Nardus (pseud.) id.
De afrit ging met een goede vaart, de
meesten hadden voor pacemakers gezorgd
waaronder o. a. tripiets waren. Spoedig
was De Ridder (Antwerpen) eerste, ge
volgd door van der Knoop, Pos, Daver-
kusen, Spaans, Dapples enz. 'J'e 9 30
passeerden de vier eerste Amersfoort.'
Te Arnhem was de volgorde der aan
komst als volgt; Spaans eerste om 10
uur 52 min. 20 sec, v. d. Knoop tweede
om 10 uur 53 min. 49 sec. De Ridder
derde om 10 uur 53 min. 49 sec. Pos
vierde. Nardus vijfde; Old Boy zesde;
Dapples zeiende; Kappers achtste; Vis
Tm® hr&e]s 'iende en Laverkusen
elfde om 12 uur 1 min. 10 sec. Behalve
rune zijn dus te Arnhem alle rijders
aangekomen. Spaans heeft dezen afstand
afgelegd m 2 uur 42 min. 18 sec. waar
door het recoid van Cordang over dien
afstand is geslagen.
Daverkusen's wiel door aanrijding be
schadigd, brak nabij «de Hertekop" ge
heel midden door, zoodat hij aldaar een
klein uur moest wachten. Na bij an
deren te vergeefs te hebben aangeklopt
was de lieer Nefkens zoo welwillend hem
een Adler-racemachine te leenen, waarop
y zyn tocht kon voortzetten.
Eerder dan men verwacht had, ook
met het oog op den sterken wind, kwa
men de eerste rijders terug. Spaans kwam
ongeveer half drie aan, den afstand in
6 u 24 min. en 13 sec. afgelegd heb-
bende. Cordang had er velleden jaar 6
u. 38 min. over gereden, v. d. Knoop
was tweede in 6 u. 49 min. 5 sec.De
Ridder derde in 6 u. 53 min. 6 sec.;
Nardus vierde in 7 u. 8 min. 10 sec. Pos
vijfde in 7 u. 22 min. 55 sec,; Daver
kusen zesde in 7 u. 48 min. 53 sec
Kappers zevende in 7 u. 51 min. 31 sec.
Old Boy achtste in 7 u. 55 min. 2 sec.
Dapples negende in 8 u. 5 min. 34 sec.
Vis tiende in 8 u. 43 min. 21 sec.
Na afloop van den wedstiyd dineerde
men in het American Hotel en's avonds
was er prijsuitdeeling in de sociëteit aan
de wielerbaan, waar het zeer vroolijk
toeging. De heer Fransch Nelscher deelde
met een toepasselijk woord de prijzen uit
terwijl de heer Muller Mass.s, voorzitter
der regehngs-commissie tot alle mede
werkers een woord van dank sprak.
Een zekere de J. te Amsterdam was
een paar dagen aan den rol geweest en
zag tot zijn groote spijt den bodem van zijn
portemonnaie zichtbaar worden. Hoe nu
aan «centen» te komen, om verder te
kunnen doorfuiven? Het zien van een
bode van een begrafenisfonds inspireerde
den man. Met een bedroefd gezicht treedt
hij op de bode toe, vei telt hem dat zijn
vrouw overleden is en vraagt hem 15
voorschot op de verzekerings premie van
I '100, die hem, den treurenden weduw
naar, le beuit zal vallen. Volgens af
spraak zou de bode 's avonds aan het
sterfhuis nadere besprekingen komen
houden omtrent de begrafenis. Op het
bepaalde uur belde de man aan, zag tot
zijn verwondering dat de gordijnen niet
eens waren neergelaten en werd toen
opengedaan door de overleden vrouw
Zelf I
Waarom «le kieswet is aan
genomen.
Jaap, de sigarenkoopman, aldus wordt
uit Utiecbt aan de N. ft. Ct. geschreven,
had het voegzaam geoordeeld, om, nu de
geheele stad als het ware in een bloe
mentuin herschapen is, van zijne zijde
ook blijk te geven van zijn hooge inge
nomenheid met het 52ste Lustrum onzer
hoogeschool en daarom zijn magere schou
ders gehuld in een nationale vlag, die
hij als een omslagdoek om den rug droeg.
Deze versiering en de mededeelin",
dat hij bij deze gelegenheid ter eere van
de studenten aan de boeren feestsigaren
verkoch: elf voor een dubbeltje, was
echter het eenige wat Jaap met betrek
king tot het studentenfeest liet zien en
hooren. Hij had het te druk met zich
te vei weren tegen een nieuwen concur
rent, die het hem veel lastiger maakte
dan de tilikruuk het ooit gedaan had en
zich dan ook in een talrijk auditorium
verheugen mocht.
Jaap trachtte wel de klanten van zijn
verfoeiden mededinger af te trekken door
op hun godsdienstig gevoel te werken
met de opmerking dat die koopman zich
schamen moest om op sabbath een fat
soenlijk christenmensch te komen onder
kruipen, maar het baatte niet. Alikruuk
juichte dat zijns vijands zaakje zoo slecht
ging en riep luidkeels uit dat de men-
schen hem nu dan toch eindelyk in de
gaten begonnen te krijgen.
Toen begreep Jaap dat hij het over
een anderen boeg zou moeten gooien en
hij waagde zich daatom np politiek ter
rein.
«Wil ik jelui nou eens vertellen,» be
gon hij, «waarom ik vandaag een vlag
diaag? Dat is omdat de kieswet erdoor
is. Jelui bent vandaag allemaal kiezer
gewoiden, ja, jij ook, lach maar zoo dom
niet,» zeide hij legen een boer, die hem
met open mond aangrijnsde; «jij ook al,
jij mag ook kiezen erf ik zie het nog ge
beuren dat ze je naar de Tweede Kamer
sturen. Dan zorg je maar dat de aardap
pelen een beetje goedkooper worden,
hoor! En weet je aan wien jelui dat
nou te dunken hebben dat jelui kiezers
geworden bent vandaag? Dat heb je aan
mij te danken I Gister ben ik naar Den
Haag gegaan met een kistje van honderd
van deze fijne knakjes. Ik heb daar een
oom, die heel reel invloed op den minis
ters heeft orndat hij de kachels op zijn
bureau goed aanhoudt, en die zorgde dat
ik in de Tweede Kamer mocht komen.
Ik had gerekend op een sigaar voor ieder
van de leden, maar er waren er maar
negeri en negentig. Meneer Tak had
Kiespijn gekregen van de kieswet en dus
stak ik zelf ook een knakje op. Met de
andere ging ik bij de heeren rond en 56
van hen deden mij de eer aan om er
eentje van mij te rooken. En daaraan
heb je nu de kieswet te danken. Die
menschen raakten in zoo'n goed humeur
toen ze die witte asch van mijn knakjes
zagen, en dat van de elf voor een dub
beltje, dai ze tot elkaar zeiden is't geen
schande dal die Jaap geen kiezer is en
dat zijn klanten geen kiezels zyn? Neen
dat moet veranderen. Menschen, die
zulke sigaren verkoopen en koopen
kunnen wel kiezer zijn ook. En
daar staar, jelui nounou ben jelui
kiezer en nou zal je toch wel het hart
niet in je lijf hebben om de Tweede
Kamer in het ongelijk te stellen en geen
knakjes te koopen. Als je blieft, deze vijf
voor niemendal en dan nog vijf voor een
dubbeltje en eentje er bij om op te ste
ken, dat is elf voor tien centen! Wie ze
niet neemt krijgt een opstopper met de
kieswet dat hem de kiezen uit den mond
vliegen
Op dit oogenblik begon Jan Klaassen,
die achter Jaap's rug, tot blijdschap van
de straatjeugd, zijn huisvrouw had afge
ranseld, in de feestelijke stemming, die
daardoor bij hem was opgewekt, het Io
vivat te zingen, wat de aandacht van
Jaap's politieke bespiegelingen geheel
afleidde, zoodat hij weldra alleen stond.
De poppenkastman had meer succes I
Dit liet Jan Klaassen allerlei uien, waar
onder zeer gewaagde uit «zijn studenten
tijd,» vertellen en blijkbaar vielen die
met het oog op de tijdsomstandigheden
meer in den smaak.
De avonturier.
Uil Zeist schrijft men
Het schijnt dat ook deze gemeente de
eer(?) van een bezoek gehad heeft van
denzelfden mynheer, die het zich te
Amersfoort zoo prettig wist te maken
op kisten van anderen. Hij heeft hier
echter geen succes gehad.
Woensdagavond omstreeks 10 uur ver
voegde zich bij een familie alhier, die
kamers verhuurt, hetgeen voor het huis
te lezen staat, een heer, wiens uiterlijk
geheel met bovenbedoeld heer overeen»
komt. Hij vroeg de kamers te zien en
informeerde naar den prijs; alles beviel
hem best en daarom stelde hij voor maar
dadelijk te blijven, hetgeen echter niet
werd geaccepteerd. Den volgenden dag
zou mijnheer, die voor zijn gezondheid
buiten was, zijn koffers zeDden en zelf
arriveeren. Hij is echter niet meer ver
schenen en schijnt Amersfoort geschikter
plaats voor zijne operaties gevonden te
hebben.
Een landlooper.
Zondag is door de politie te Barneveld
in hechtenis genomen een landlooper,
genaamd C. v. D., die verdacht wordt
zich te Nijkerk aan diefstal te hebben
schuldig gemaakt, terwijl hij een land
bouwer, wonende in eerstgenoemde ge
meente, bedreigd heeft zijn huis in brand
te zullen steken. Van D. is in handen
van de politie te Nijkerk gesteld.