Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. De N. ft. ontving een telegram, dat (indien er geen seinfout in voorkomt) mededeelt, dat Toekoe Oemer het hoofd van Dam Pagar (IV Moekims) gevangen nam, en dat 4 bataljons derwaarts gingen. Het blad teekent hierbij aan: «Als het telegram goed is overgeseind, moet er uit verstaan worden, dat Toekoe Oemar het hoofd van Lam Pagar gevan gen nam en dat vier bataljons naar die kampong trekken. Daarin zou dan de beteekenis liggen opgesloten, dat Oemar ziin gezag in de VI Moekims, het gebied zhner vrouw Nja Din, weder aanvaard heeft en vijandig is opgetreden tegen het hoofd van de kampong, ten Westen onzer linie dicht aan zee gelegen. Om welke redenen hij dat zou hebhen gedaan, valt zonder uitvoerig bericht over de laatste krijgsbedrijven niet te beoordeelen. Wel licht heeft dat hoofd zich naar den zin van Oemar te vredelievend getoond, toen onze troepen eenige dagen geleden zijn gebied betraden. Mocht uit het telegram echter het Engelsche woordje by zijn weggelaten, dan wordt de 1 eteekenis ge heel omgekeerd. Toeke Oemar zou dan door dat hoofd gevangen zijn genomen en de vier bataljons, die naar Lam Pagar rukken, zyn afgezonden om hem te halen.» Nu het bovenstaande Regeeringstele- gram het bericht niet bevestigt, is het vrij zeker, dat Toekoe Oemar niet gevan gen is. Ware het andere, dan zou deze tijding zeker wel officieel zijn geseind. De nieuwe gouverneur van AljeU. Thans na de benoeming van generaal- majoor J. J. K. de Moulin tot civiel en militair gouverneur van Atjeh en onder- hoorigheden brengt de N. ft. Ct. de vol gende feiten uit het krijgsmansleven van dezen Indischen officier in herinnering Als luitenant der artillerie nam hy deel aan de eerste expeditie naar Atjeh en toen had hij het geluk de groote mis- sigit in brand te schieten en daardoor het verwoed verzet te breken, dat de fanatieke en dappere verdedigers dier moskee ons boden. Zestien jaren later trad hij daar ge durende eenigen tijd op als commandant der Artillerie. Hij werd in December 1845 te Maas tricht geboren en in Juli 1865 van de Koninklijke Militaire Academie tot ^-lui tenant der artillerie aangesteld. Na eenigen tijd bij zijn wapen in Indie gediend te hebben, werd hij naar Meester Cornelis overgeplaatst als instructeur aan de militaire school aldaar. Die betrekking bleef hij ook als le-luitenant waarnemer., tot hij in 1871 weder bij het materieel der artillerie werd werkzaam gesteld. Vervolgens diende hij bij den troep, tot hem in 1873 het directeurschap van den buskiuitmolen ie Ngomie werd op gedragen, welken werkkring hij bleet vervullen totdat hij de aanstelling ontving als luitenant-vuurwerker van de pyrotech- nische werkplaats te Soerabaja. Ongeveer terzelfder tijd werd hij tot kapitein be vorderd. Na van 1876 tot 1879 als bat terij-commandant te hebben gefungeerd vertrok hij met 2 jaren verlof tot herstel van gezondheid naar Nederland. Bij zyne terugkomst uit het vaderland in 1882 werd hy ingedeeld bij den generalen staf, waar hij de betrekking van chef van het hoofdbureau waarnam, tot hij een jaar later tot chef van den staf in de eerste militaire afdeeling werd benoemd. Twee jaren later moest hij weder voor ziekte naar Europa vertrekken, waar hy bleef van 1885 tot 1889 en waar hij werkzaam was aan het ministerie van ko loniën. Te Batavia teruggekeerd werd de inmiddels tot majoor bevorderde offi cier benoemd tot commandant der ar tillerie in de derde militaire afdeeling en daarna in de zelfde functie overgeplaatst naar Atjeh. In Maart 1891 kwam hij bij den gene ralen staf terug, waarbij hij lot luitenant- kolonel werd bevorderd en waarover hy in September 1894 als kolonel en chef °PToen op Lombok de overval onzer sol over de onverschilligheid en nalatigheid van den Hertog voor haar. Een half uur, dat een halven eeuw scheen, verliep, voordat hij Dèsiree's fraaie gestalte met afgemeten schreden over het jgrasveld Daar hem toe zag komen. Hij gaat haar driftig tegemoet, en als zij hem een brief overgeeft, poogt hij een bankbiljet in hare hand te stoppen. Désirée richt zich in hare volle lengte op en ziet den jongen lord met haar heldere oogen voluit in het gelaat. «Ik vraag u verontschuldiging, Mylord. Ik begrijp u niet,» en onthutst en blo zend is hij gedwongen het briefje in el kander te frommelen, en het in zijn zak terug te steken. Hij neemt den brief (het is een dikke) en keert naar zijn zetel terug. Zijn vingers beven, zijn hart klopt snel als hij hem openrukt. Hij vindt zijn eigen brief terug en daarenboven slechts een paar woerdeD op een reepje papier. «Het is volkomen waar dat ik ziek ben en in mijn kamer word teruggehou den, maar al ware zulks het geval niet, zoude niets mij kunnen doen besluiten, u te zien. Nooit of nimmar zal ik u uil vrijen wil terugzien of spreken. Stank, wat ik u bidden mag, deze vervolgingen, die tot mets goeds voor u kunnen leiden en my nog slechts ellendiger kunnen daten had plaats gevonden en versterking van troepen werd afgezonden, vertrok ook de kolonel De Moulin als chef van den staf daarheen. In die invloedryke en belangrijke posi tie wist hij zich zoodanig te onderschei den, dat hem het ridderkruis 4e klasse der Militaire Willemsorde op de borst kon worden gehecht naast het ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw en het commandeurskruis der Frans Jozeph-orde van Oostenrijk, waarmede hy ten vorige jare was begiftigd. Voor ruim een jaar werd hij tot generaal-majoor benoemd De nieuwe werkkring hem nu geopend is zeker omvangrjjker en zwaarder dan eenige, tot nu toe door hem vervuld. Hr. Ms. fregat Van Speijk, gisteren uit Oost.Indië, laatst van Venetië, te Nieuwediep binnengekomen, heeft aldaar aangebracht het monument, dat te Padua was opgelicht op het graf van prins Frederik van Oranje, broedei van koning Willem I. Het is in drie groote kisten verpakt, die lieden zonder eenig bijzonder ceremonieel zullen worden gelost, om naar Delft te worden vervoerd. De kajuit van den eersten officier aan boord van het schip is ingericht tot rouw kapel, waarin op eene keurig gedrapeerde katafalk, in 't midden van het vertrek aangebracht, de lijkkist van den Prins zou zijn vervoerd gewoiden, wanneer men er in had mogen slagen deze te vinden. Afstaiidsrit. Van de 16 ingeschreven deelnemers voor den afstandsrit WinterswijkDen Haag door de Militaire Sportvereeniging zijn blijven staan: kapt. der rijd. ail. J. D. Wagner, met Emirkapt. der veld- art. M. C. v. d. Hoog, met Weglinde; le-luit. rijd. art. Umbgrove, met Lody le-luit. veld-art. Carp, met Flip; le-luit der huzaren J. M. H. ten Kate, met Robin Hoed'le-luit. Kon. marechaussee H. A. Mos, met Shypark; le-luit. veld-art. Van der Koogh, met Hotspur; 2e-luit. der huzaren Pijnappel, met Surprise. De keuringscommissie te Winterswijk voor den rit en te 's-Gravengage na af loop daarvan, bestaat uit: majoor Hinlo- den, voorzitter; majoor J. G. Blauw; le luit. Van Aftelen van Saemsfoort, secre taris. Toen de Belgische kapitein Lothaire den Engelschen handelaar Stokes liet op hangen, naar het heette omdat deze heulde met de Arabieren en hen van wapenen voorzag, zijn van Duitsche zijde de Bel gen er opmerkzaam op gemaakt, dat zy beter deden eerst eens de hand in eigen boezem te steken en te onderzoeken welk kwaad door hun eigen landgenooten wordt bedreven. En dan zouden zij zien, dat dit minstens evenaarde datgene, waaraan de heer Stokes heette zich schuldig te hebben gemaakt. Er is beweerd, dat de Belgische ambtenaren riiets ontzien, om in het bezit van ivoor enz. te komen, om maar geld te verdienen' De Kölnische Zeitung staaft dat thans weer met het volgende feit; Een vreed zame karavaan van Arabische kooplieden van de kust van Oust-Afrika is aan den Zuid-Oostelijken oever van het Tangan- jikameer overvallen door troepen van den Congostaat en beroofd van haar ivoor en haar wapenen. De Arabieren stonden onder Duitsche bescherming, afkomstig uit Bagamoyo, en geenzins rijke lieden, doch kleine handelaars, die na de overval, welke hen arm had gemaakt, niet meer naar de Oostkust durfden terugkeeren, omdat zy niet in staat waren de voor schotten terug te geven, die zij op de opbrengst van de karavaan van rijke Indische kooplieden ontvangeD hadden. Wij zijn er dankbaar voor, vervolgt genoemd blad, dat de Duitsche regeering wegens dezen schandelijken overval en dezen roof door tusschenkomst van den maken dat ik reeds ben.» George Fairholme denkt dat zijn hart gebroken is er komen heete tranen in zijn oogen; hij veegt ze metongedul- digen toorn weg; zijn leven is bedorven; er blijft hem niets over dat hem der moeite waard schijnt. Hij heeft ernstige plannen om zich voor liet hoofd te schie ten, en gaat zoo ver om zijn revolver uit de doos te nemen en hem te beyken, zoodra hij zijn vertrekken bereikt. Maar hij bergt hem weder veilig weg, en be vindt zich den volgenden avond op weg naar Schotland. Het rennen gedurende heele dagen over heiden heer,, en den halven avond praten met schoone vrouwen, een maand lang, zaeikt er krachtig toe mede om zijn gebroken hart te genezen. De geheim zinnige hartstocht, waarop hij in ver trouwen duister zinspeelt tegen medege voelende schoonen, geeft hem een nieuw belang in hun oogen, en in de zijne een aanmerkelijke bewust zijn van gewicht. Zoo jong en reeds het slachtoffer te zijn geweest eener «grande passion» I een, daarenboved op welks bijkomende om standigheid slechts fluisterend en duister kan worden gezinspeeld. George's teerhartige schoonen, die de werkelijke Viva met openlijke minachting zouden hebben bespot, stellen diep belaug gezant te Brussel bij de regeering van den Congostaat zich ernstig heeft be klaagd en algeheele schadevergoeding heeft geëischt. De regeering van den Congostaat heeft een onderzoek beloofd en zoo noodig bestraffing der schuldigen. Het onderzoek duurt nog voort. Het is als bekend is, niet de eerste maal, dat Duitschland reden heeft tot klagen over het optreden der ambtenaren van den Congostaat. Reeds dikwijls werd opgemerkt, dat het rooverwezen in Italië van de zijde der vreesachtige landelijke bevolking een zekeren' steun ontvangt. Dit laat zich ge makkelijk verklaren door het feit, dat de boeren, indien zij zich aan de zijde der politie scharen, steeds de wiaak der roo- vers te duchten hebben, terwijl hun, indien zij het rooverwezen in 't geheim begunstigen, nimmer eenig leed geschiedi. Waren alle Italiaansche boeren echter van het slag van Placido Rosi uit Bracciano, dan zou spoedig aan het rooverwezen een eind gemaakt zijn. Deze Rosi bezit uit gestrekte landgoederen in den omtrek van het Braccianermeer, waar sedert jaren de bandiet Guiseppe Fattorini alle wegen onveilig maakte. Twee jaar geleden ont moette Rosi, die steeds een geladen dubbelloops-karabijn bij zich heeft, den stiuikroover op een eenzamen weg en beantwoordde diens bevel tot uitlevering van al zijn geld met een geweerschot, dat echter miste. Sedert had de bandiet het vooral op Rosi gemunt en toen deze onlangs zijn pachthoeve bij Castel Giulano bezocht en juist van zijn paard gestegen was, zag hij plotseling Fattorini in dreigende houding 1001 zich staan. Ditmaal was Rosi gelukkiger; aanleggen en de beide ladingen van zijn karabijn tegelijkertijd op zijn tegenstander afvuren was het werk van een oogenblik. De roover viel doouelijk in de borst getroffen neer, voordat hij den vinger aan den trekker had kunnen brengen. De bevolking van Bracciano bereidde den moedigen Rosi uit dankbaarheid een schitterende ovatie. Dit is oveiigens niet de eerste maal dat Rosi en zijn broeder den roovers de tanden laten zien. Tien jaar geleden was een hunner in handen van struik- roovers gevallen, die hem niet dan tegen een hoogen losprijs wilden uitleveren. De andere broeder trok er toen met eenige viienden op uit en bevrijdde hem met geweld van wapenen. Later had een roover van Caprarola het ongeluk den troeders Rosi in den weg te komen. Zij dienden den bandiet een geduchte af straffing toe, bonden hem vast en lever den hem aan de Carabinieri over. 1 Ds. W. J. Imminck hoopt aanstaan den Zondagavond om 6 uur afscheid te nemen van zijn gemeenteledeu. Op het door hem daartoe gedaan verzoek is eervol ontslag verleend aan den heer Ad. H. van Kalken als lid van de Commissie van aanslag voor de Be- diyfsbelasting, terwyl in zijn plaats is benoemd de heer J. H. Brom. Adjudant J. Rens, van de 2e afdee ling le regiment veld-artillerie hier, is benoemd tot lid van verdienste der Ver- eeniging van gepensionneerde onderoffi cieren en minderen van het Nederland- sche leger. De heeren C. J. van der Plank en J. H. Leinweber hebben Zaterdag als 2e luitenant en dr. J. M. Ci oockewit, als officier van gezondheid 2e klasse a la suite bij de dienstdoende schutterij dezer gemeente, den gevorderden eed in handen van den Burgemeester afgelegd. in de gedachte aan een geheimzinnig en schoon wezen, het slachtoffer van roman tische, maar allerdroevigste omstandighe den, en die, zonder de boosheid van het lot, zijn leven met eene zaligheid zou hebben bekroond, waarvan de ledige we reld niet droomt. En terwijl Lord Ryvendale volop van zijne afwezigheid van Viva geniet, en de ;onge Fairholme veel troost put uit 2ijn spreken over haar, brengt Viva een tijd van ondragelijke rampzaligheid door. Zij zelfs niet uitgaan; het weder is ongun stig en haar kuch toont zich niet bereid om voor de behandeling te zwichten; zij voelt geen moed tot lezenzij heeft nimmer van werken gehouden, en haar oogen branden zoozeer en doen haar zoo veel pijn door den voortdurenden tranen vloed dat beide een pijnlijke taak zouden zijn. Zij kan slechts de darren en uren tellen en nadenken. En welke zijn haar gedachten? Teil laatsten zijn de wraak goden ontwaakt; ten laatste hebben zy hun meedoogenlooze geesel medegebracht om haar te tuchtigen ten laatste weet zij dat zij gezondigd heeft: dat ellende voor dit leven, en eeuwig verderf voor het volgend, alles is wat zij mag ver wachten. Wordt vervolgd). W. Boerhaven aan de Hertekopdie met een wagen met plaggen van de hei huiswaarts keerde, had het ongeluk dat de wagen kantelde waardoor hij onder het voertuig geraakte, spoedig werd hij uit zijn benarde toestand verlost, waarna hem uit Amersfoort geneeskundige hulp werd verleend. v Ile 13 jarige v. d. H. bezig met gymnastische oefeningen, bekwam daarbij door een ongeval een gapende wonde aan zyn hoofd, welke heelkundige hulp ver- eischte en hem daarom ook spoedig werd aangeboden door docter C. Dinsdag 30 Juni a.s., vereenigt de Majoor-commandant der dienstdoende schutterij alhier, de Heer A. M. Tromp van Holst, de officieren van die schutterij te zijnen huize, op «Randenbroek,» aan een diner. De wegwedstrijd Amsteidam-Arn- u/m,V'V:' 8e0' goniseerd door Amsterdam's ielr'jders-Rondslokaal. had Zondag veel succes. Bestond aanvankelijk de vrees dat voor zoo'n grooten afstand weinig deelname zijn zou, die vrees bleek onge- grond. Niet minder dan 16 deelnemers hadden zich doen inschrijven, waarvan er ten slotte 12 aan den start kwamen Om 8 uur 10 min. 2 sec. reed men bij den Omval af; deelnemers waren de heeren Joseph de Ridder, Antwerpen; Johan Spaans, Ouden Rijn; J. N. van der Knoop, Vlaardmgen; H. A. Dapples, Am sterdam VI. Daverkusen, Keulen; J. Pos Dzn., Amsterdam; Loufs Israels, Antwer- rV v: Jr., Amsterdam; J. J. Vis, id., Old Boy (pseud.), id., E. J. Kappers, ld. en Nardus (pseud.) id. De afrit ging met een goede vaart, de meesten hadden voor pacemakers gezorgd waaronder o. a. tripiets waren. Spoedig was De Ridder (Antwerpen) eerste, ge volgd door van der Knoop, Pos, Daver- kusen, Spaans, Dapples enz. 'J'e 9 30 passeerden de vier eerste Amersfoort.' Te Arnhem was de volgorde der aan komst als volgt; Spaans eerste om 10 uur 52 min. 20 sec, v. d. Knoop tweede om 10 uur 53 min. 49 sec. De Ridder derde om 10 uur 53 min. 49 sec. Pos vierde. Nardus vijfde; Old Boy zesde; Dapples zeiende; Kappers achtste; Vis Tm® hr&e]s 'iende en Laverkusen elfde om 12 uur 1 min. 10 sec. Behalve rune zijn dus te Arnhem alle rijders aangekomen. Spaans heeft dezen afstand afgelegd m 2 uur 42 min. 18 sec. waar door het recoid van Cordang over dien afstand is geslagen. Daverkusen's wiel door aanrijding be schadigd, brak nabij «de Hertekop" ge heel midden door, zoodat hij aldaar een klein uur moest wachten. Na bij an deren te vergeefs te hebben aangeklopt was de lieer Nefkens zoo welwillend hem een Adler-racemachine te leenen, waarop y zyn tocht kon voortzetten. Eerder dan men verwacht had, ook met het oog op den sterken wind, kwa men de eerste rijders terug. Spaans kwam ongeveer half drie aan, den afstand in 6 u 24 min. en 13 sec. afgelegd heb- bende. Cordang had er velleden jaar 6 u. 38 min. over gereden, v. d. Knoop was tweede in 6 u. 49 min. 5 sec.De Ridder derde in 6 u. 53 min. 6 sec.; Nardus vierde in 7 u. 8 min. 10 sec. Pos vijfde in 7 u. 22 min. 55 sec,; Daver kusen zesde in 7 u. 48 min. 53 sec Kappers zevende in 7 u. 51 min. 31 sec. Old Boy achtste in 7 u. 55 min. 2 sec. Dapples negende in 8 u. 5 min. 34 sec. Vis tiende in 8 u. 43 min. 21 sec. Na afloop van den wedstiyd dineerde men in het American Hotel en's avonds was er prijsuitdeeling in de sociëteit aan de wielerbaan, waar het zeer vroolijk toeging. De heer Fransch Nelscher deelde met een toepasselijk woord de prijzen uit terwijl de heer Muller Mass.s, voorzitter der regehngs-commissie tot alle mede werkers een woord van dank sprak. Een zekere de J. te Amsterdam was een paar dagen aan den rol geweest en zag tot zijn groote spijt den bodem van zijn portemonnaie zichtbaar worden. Hoe nu aan «centen» te komen, om verder te kunnen doorfuiven? Het zien van een bode van een begrafenisfonds inspireerde den man. Met een bedroefd gezicht treedt hij op de bode toe, vei telt hem dat zijn vrouw overleden is en vraagt hem 15 voorschot op de verzekerings premie van I '100, die hem, den treurenden weduw naar, le beuit zal vallen. Volgens af spraak zou de bode 's avonds aan het sterfhuis nadere besprekingen komen houden omtrent de begrafenis. Op het bepaalde uur belde de man aan, zag tot zijn verwondering dat de gordijnen niet eens waren neergelaten en werd toen opengedaan door de overleden vrouw Zelf I Waarom «le kieswet is aan genomen. Jaap, de sigarenkoopman, aldus wordt uit Utiecbt aan de N. ft. Ct. geschreven, had het voegzaam geoordeeld, om, nu de geheele stad als het ware in een bloe mentuin herschapen is, van zijne zijde ook blijk te geven van zijn hooge inge nomenheid met het 52ste Lustrum onzer hoogeschool en daarom zijn magere schou ders gehuld in een nationale vlag, die hij als een omslagdoek om den rug droeg. Deze versiering en de mededeelin", dat hij bij deze gelegenheid ter eere van de studenten aan de boeren feestsigaren verkoch: elf voor een dubbeltje, was echter het eenige wat Jaap met betrek king tot het studentenfeest liet zien en hooren. Hij had het te druk met zich te vei weren tegen een nieuwen concur rent, die het hem veel lastiger maakte dan de tilikruuk het ooit gedaan had en zich dan ook in een talrijk auditorium verheugen mocht. Jaap trachtte wel de klanten van zijn verfoeiden mededinger af te trekken door op hun godsdienstig gevoel te werken met de opmerking dat die koopman zich schamen moest om op sabbath een fat soenlijk christenmensch te komen onder kruipen, maar het baatte niet. Alikruuk juichte dat zijns vijands zaakje zoo slecht ging en riep luidkeels uit dat de men- schen hem nu dan toch eindelyk in de gaten begonnen te krijgen. Toen begreep Jaap dat hij het over een anderen boeg zou moeten gooien en hij waagde zich daatom np politiek ter rein. «Wil ik jelui nou eens vertellen,» be gon hij, «waarom ik vandaag een vlag diaag? Dat is omdat de kieswet erdoor is. Jelui bent vandaag allemaal kiezer gewoiden, ja, jij ook, lach maar zoo dom niet,» zeide hij legen een boer, die hem met open mond aangrijnsde; «jij ook al, jij mag ook kiezen erf ik zie het nog ge beuren dat ze je naar de Tweede Kamer sturen. Dan zorg je maar dat de aardap pelen een beetje goedkooper worden, hoor! En weet je aan wien jelui dat nou te dunken hebben dat jelui kiezers geworden bent vandaag? Dat heb je aan mij te danken I Gister ben ik naar Den Haag gegaan met een kistje van honderd van deze fijne knakjes. Ik heb daar een oom, die heel reel invloed op den minis ters heeft orndat hij de kachels op zijn bureau goed aanhoudt, en die zorgde dat ik in de Tweede Kamer mocht komen. Ik had gerekend op een sigaar voor ieder van de leden, maar er waren er maar negeri en negentig. Meneer Tak had Kiespijn gekregen van de kieswet en dus stak ik zelf ook een knakje op. Met de andere ging ik bij de heeren rond en 56 van hen deden mij de eer aan om er eentje van mij te rooken. En daaraan heb je nu de kieswet te danken. Die menschen raakten in zoo'n goed humeur toen ze die witte asch van mijn knakjes zagen, en dat van de elf voor een dub beltje, dai ze tot elkaar zeiden is't geen schande dal die Jaap geen kiezer is en dat zijn klanten geen kiezels zyn? Neen dat moet veranderen. Menschen, die zulke sigaren verkoopen en koopen kunnen wel kiezer zijn ook. En daar staar, jelui nounou ben jelui kiezer en nou zal je toch wel het hart niet in je lijf hebben om de Tweede Kamer in het ongelijk te stellen en geen knakjes te koopen. Als je blieft, deze vijf voor niemendal en dan nog vijf voor een dubbeltje en eentje er bij om op te ste ken, dat is elf voor tien centen! Wie ze niet neemt krijgt een opstopper met de kieswet dat hem de kiezen uit den mond vliegen Op dit oogenblik begon Jan Klaassen, die achter Jaap's rug, tot blijdschap van de straatjeugd, zijn huisvrouw had afge ranseld, in de feestelijke stemming, die daardoor bij hem was opgewekt, het Io vivat te zingen, wat de aandacht van Jaap's politieke bespiegelingen geheel afleidde, zoodat hij weldra alleen stond. De poppenkastman had meer succes I Dit liet Jan Klaassen allerlei uien, waar onder zeer gewaagde uit «zijn studenten tijd,» vertellen en blijkbaar vielen die met het oog op de tijdsomstandigheden meer in den smaak. De avonturier. Uil Zeist schrijft men Het schijnt dat ook deze gemeente de eer(?) van een bezoek gehad heeft van denzelfden mynheer, die het zich te Amersfoort zoo prettig wist te maken op kisten van anderen. Hij heeft hier echter geen succes gehad. Woensdagavond omstreeks 10 uur ver voegde zich bij een familie alhier, die kamers verhuurt, hetgeen voor het huis te lezen staat, een heer, wiens uiterlijk geheel met bovenbedoeld heer overeen» komt. Hij vroeg de kamers te zien en informeerde naar den prijs; alles beviel hem best en daarom stelde hij voor maar dadelijk te blijven, hetgeen echter niet werd geaccepteerd. Den volgenden dag zou mijnheer, die voor zijn gezondheid buiten was, zijn koffers zeDden en zelf arriveeren. Hij is echter niet meer ver schenen en schijnt Amersfoort geschikter plaats voor zijne operaties gevonden te hebben. Een landlooper. Zondag is door de politie te Barneveld in hechtenis genomen een landlooper, genaamd C. v. D., die verdacht wordt zich te Nijkerk aan diefstal te hebben schuldig gemaakt, terwijl hij een land bouwer, wonende in eerstgenoemde ge meente, bedreigd heeft zijn huis in brand te zullen steken. Van D. is in handen van de politie te Nijkerk gesteld.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 2