NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
WA
binnenlandT
No. 61.
Woensdag 29 Juli 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Vrijwillige oefeningen
in den Wapenhandel.
BUITENLAND.
Feuilleton.
Amersfoortsche Courant
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER. Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Blijkens mededeeling van den Heer
Generaal-Majoor, Bevelhebber in de
2e Militaire Afdeeling te Utrecht zullen
in den a.s. winter de vrijwillige oefe
ningen in den wapenhandel op den
zelfden voet plaats hebben, als in den
vorigen winter het geval was, en eerst
dan ter plaatse een aanvang nemen,
wanneer in de gemeente, de militie-
plichtigen zullen hebben geloot. In ver
band daarmede worden alle jongelingen
die den leeftijd van 17 jaar hebben
bereikt, opgeroepen om zich tot deel
name aan die oefeningen aan te melden.
Ook ?ij die het voornemen hebben zich
bij het Reservekader te verbinden,
kunnen zich tot het deelnemen aan
voormelde oefeningen aanmelden.
De inschrijving tot deelname wordt
van af heden opengesteld. Belangheb
benden kunnen zich daartoe op eiken
werkdag van 's morgens 9 uur tot
's namiddags 6 uur, tot uiterlij k Zater
dag den 5 September 1896 aanmelden
op het bureel van den Heer kolonel,
commandant van het 5e Reg. Infanterie,
in de Infanteriekazerne No. 4.
De toestand op Creta verandert steeds
van dag op dag, maar geruststellender
wordt hij niet. Het blijkt, dat de Turken
en de opstandelingen van een wapenstil
stand niets meer willen weten. Donder
dag, zegt bijv. de Daily News, hebben
er hevige gevechten plaats gehad over
een groote uitgestrektheid in de provincie
Rethymo, van Asomati riaar Koxare. De
Christenen waren 1500 in getal en heb
ben de Turken verslagen.
«De Turken beweren," zegt genoemd
blad, «dat een groot aantal opstandelingen
fustanella's zijn met andere woorden,
dat het Griek6che vrijwilligers waren.
Dit is een tastbare onwaarschijnlijkheid,
daarvoor zoover ik weet, tot 'nog toe al
leen Cretenzers Griekenland hebben ver
laten, otn deel te nemen aan den strijd,"
Het blijkt echter, dat de Grieken zich
niet bijzonder neutraal houden. Volgens
een telegram uit Weenen aan de Daily
News moet te Canea de beloften zijn
ontvangen, dat Griekenland een escader
naar Creta zal zenden, wanneer de Porte
de eischen der Cretenzers niet inwilligt.
De bewering, dat het leven der Grieken
op het eiland in gevaar is, moet in dit
geval dat zenden wettigen.
Men hoopt te Canea, dat wanneer een
maal het eskader aangekomen is, de
Grieken troepen aan land zullen zetten,
de mogendheden dit stilzwijgend zullen
goedkeuren en dan met behulp van
Grieksche soldaten de onafhankelijkheid
van het eiland zal worden uitgeroepen.
De Cretenzers kunnen zich hierin wel
eens vergissen. Want uit Weenen ont
vangt de Times het volgende telegram:
«Het laatste nieuws omtrent het versche
pen van ammunitie voor Creta heefteen
slechten indruk gemaakt.
Men vermoedt, dat, wanneer de Griek
sche regeering zich onmachtig of onwillig
toont om een einde te maken van, en
aan het zenden van materieelen steun
rich ver plicht zullen achten aan de Porte
de viije hand te laten ir. het herstellen
Ier orde, ofschoon op deze wijze de voor-
deelen, welke den Cliristenen reeds ver
zekerd zijn, dan in gevaar verkeeren.
In dezen komkommertijd houden de
Duilsche bladen zich druk bezig met een
nieuw plan van den bekenden predikant
Stoker, den voormaligen hofprediker, die
na zulk een bedenkelijke rol in den anti-
semitischen veldtocht te hebben gespeeld,
het verkorven heeft bij den keizer en zijn
ontslag heeft moeten nemen. Hij heeft
daarop zich bij de conservatieven ge
schaard, en deze conservatieven voor een
deel tot agrariërs gemaakt. DezeStöcker
is nu op weg om eer, nieuwe politieke
groep te organiseeren-. die der democra
tische clericalen of clericale democraten.
Natuurlijk moet men deze nieuwe groep
niet verwarren met de Christelijke de
mocraten, die hun meeste leden aan
werven uit de Beiersche Katholieken en
over 't geheel uit Zuid-Duitschland.
De nieuwe fractie, die de gewezen hof
prediker wil stichten, heeft allereerst ten
doel om de Protestanlsche kerk demo
cratisch te maken. Tot nog toe heeft
deze gezindte zich tamelijk verwijderd
gehouden van den klassenstrijd. Slechts
enkele alleenstaande geestelijken hebben
zich nu en dan uitgesproken, meer of
minder openhartig, hetzij ten gunste van
sommige eischen der werklieden, of ten
minste voor een diepere studie van den
toestand dei volksklassen.
Het plan van dr. Stöcker schijnt te
wezen om in de Protestantsche kerk een
beweging op te roepen, zooals men in
Duitschland en andere landen, bijv. in
België, reeds kent in de Katholieke kerk
een groep te vormen, die het best zou
zijn te vergelijken met de partij van
dr. A. Kuyper ten onzent. Men verzekert,
dat hij reeds nu besloten is, urn in den
volgenden herfst te Berlijn een evange
lisch congres bijeen te roepen, waarbeen
al de Pi olestantsche gemeenten in Duitsch
land afgevaardigden zouden zenden en
dat dus eenigzins het karakter zou dra
gen van den Katholieken Landdag, die
ook jaarlijks vergadert.
Het is niet onmogelijk, dat Stöcker
slaagt in zijn planDen. De conservatieve
bladen I ehandelen die niet ongunstig.
De Reichsbote verklaart zelfs, dat elke
conservatief, hoe gehecht hij ook zij aan
de beginselen zijct-r partij, het sociaal-
clericale manifest kan onderteekenen en
zich onder het vaandel van den heer Stöc
ker scharen. Het zullen wonderlijke soci
alisten zijn, die van dr. Stöcker. Toch
kan men niet ontkennen, dat ook dan
nog het een zonderling teeken des tijds
is, wanneer Proiestaotsche predikanten,
deelnemen in een staatkundige beweging...
terwijl zoo pas de Keizer den wenscb
heeft uitgedrukt, dat de geestelijken zich
niet zullen mengen in de politiek, maar
zich zullen bepalen lot hun rol als ziele-
herders.
Het huwelijk van den Franschen kroon
pretendent, Philippe van Orleans, met
Maria Dorothea, aartshertogin van Oos
tenrijk, zal voltrokken worden te Weenen
of te Scliönbrunn, in November. Aldus
wordt officieel medegedeeld.
Ter gelegenheid van het socialistisch
werklieden-congres te Rijssel hebben daar
ernstige ongeregeldheden plaats gehad
van de zyde van het publiek. Het waren
echter minder anti-socialistische dan anti-
Duitsche beweegredenen, die hier in het
spel waren wegens de deelneming aan
het congres van de Duitschers Bebel,
Liebknecht en Singer en men hoorde
dan ook veelal: «Weg met Duitschland U
«Leve Frankrijk!» en om de Marseillaise
roepen.
Eenmaal bezig evenwel vond de menigte
spoedig allerlei vermaken uit: hevig ge
fluit ging op uit de om den schouwburg
waar het congres vergaderde, opgepakte
menigte en in de koffiehuizen hadden
botsingen en vechtpartijen plaats. Ook de
vensterruiten van burgemeester en wet
houders, die het congres gesteund hadden,
moesten het ontgelden en het café De
Phiuck, tegenover het station, werd ge
heel vernield. Eerst na verscheidene
airestatiën 21 werden gehandhaafd
kon de orde hersteld worden. Verschei
dene personen zyn ook gekwetst, o.a.
de heer Boulanger, verslaggever van de
«Dépêche» die een slag met een boks
ijzer opliep en wiens toestand ernstig is.
De Duitsche deelnemers aan het con-
gies hadden zich, juist om aanstoot te
vermijden, aan den optocht, die er aan
vooraf ging, onttiokken.
De jury in het proces-Jameson heeft
alle beklaagden schuldig verklaard aau
het hun ten laste gelegde.
Jameson is daarna veroordeeld tot vijf
tien maanden gevangenisstraf, zonder
dwangarbeid, Willoughby tot tien, majoor
White tot zeven, Coventry, Grey en kolo
nel White ieder vijf maanden gevange
nisstraf.
De beschuldigingen tegen hen uitge
bracht zijn zoo dikwijls en dikwyls be
sproken, dat zij van algemeene bekend
heid mogen geacht worden.
Cttriositeitshalve geven ij een zeer
beknopt verslag weer van hetgeen de
lieer Edward Clarke, verdediger van dr.
Jameson, over zijn cliënt heeft gezegd:
Dr. Jameson heeft nooit een vijande
lyke expeditie tegen de Transvaal geor
ganiseerd. Hij had geen "yandelyke be
doeling.
Hij dacht dat de expeditie nuttig zou
zijn met het oog op den stand der dingen
in Johannesburg, waar verwacht werd
dal de Boeren op de stad zouden schie
ten. Zijn motieven waren zoo zuiver als
die van eenig man, die een volk de vrij
heid wil geven.
Dr. Jameson's daad was hem ingegeven
door het onbaatzuchtige, vaderlandslie
vende, menschlievende voornemen om de
bevolking van Johannesburg by te staan
in het bewaren van den vrede.
Te Arnhem zijn Zondagavond tydens
het hevige onweder een heer met zijn
zoontje van 6 jaar, een eenigst kind, die
per boot van de Westerbouwing naar
huis terugkeerden, over boord geslagen
en beiden verdronken.
Te Zwolle is de bliksem geslagen in
de stationsoverkapping, waardoor aanzien
lijke schade aan de kapbedekking werd
veroorzaakt.
Te 's Bosch zijn in het plantsoen aan
het Kanaal 4 boomen ontworteld en door
dien val is het geheele plantsoen als het
ware vernield. Er viel hier zoo veel
regen, dat het geheele nieuwe station
blank stond. De goten konden het water
niet verzwelgen. Ook te Geffen was het
vreeseljjk daar is van drie huizen te
geljjk het dak afgewaaid. Te Made is
door den bliksem een hofstede in den
asch gelegd.
Ook in Gelderland heeft het hard ge
stormd. Volgens het Hbld. zjjn op het
remontedepot te Milligen vier stallen in
gestort. Vier paaiden zjjn gedood, zeven
zijn er tot nog vermist. De paarden die
lusschen de balken beklemd waren
geraakt, zijn er tusschen uitgezaagd moe
ten worden.
Enkele personen, die gelukkig niet
ernstig gekwetst werden, zjjn door dr.
Pot uit Alpeldoorn verbonden, terwyl de
veearts Scliilperoqrt de gewonde paarden
verzorgde. De kazerne is mede zeer zwaar
beschadigd. De schade wordt op ette
lijke duizenden geraamd. Dat het op de
Veluwe hevig gestormd heeft, blijkt ook
nog hieruit dat te Meerveld in de nabij
heid van Apeldoorn zes boerenwoningen
zijn ingestort.
Te Huizen sloeg de bliksem in een
hooiberg van den veehouder A. V.; de
vlammen sloegen onmiddellijk over op een
naastbijstaand huis, bewoond door twee
visschersgezinnen dit perceel brandde tot
den grond toe af, de belendende ge
bouwen bleven gespaard.
70)
De droom van Lord Ryvendale's
behoud, zijn terugkeer tot een leven van
nuttigheid en geluk, haar eigen aandeel
daarin, en de innige vreugde, welke zij
van zijne liefde had verwachtalles scheen
teruggedrongen te worden op onmetelijken
afstand. Twee maanden geleden zou zij
de hand dezer arme, dwalende zuster
genomen hebben en haar hebben gesmeekt,
om Cristus en haar zelfs wille, zich te
bekeeren en van de zonde af te wenden,
maar thans komen haar zulken woorden
niet meer op de lippen zij waren slechts
een wreede bespotting geweest, zij zouden
zelfzuchtig voor hare eigen liefde schjjnen
te pleiten. En bedrukt en verscheurd
vaE twjjfelingen, zendt zij van uit de
diepte barer ziel een smeekenden kreet
naar omhoog: »0 God I toon mjj, wat
te doen I»
Z|j hoort, als ware het van verre,
Viva's droevige stem als door een nevel
heen, ziet zy de schoone blauwe oogen
glinsterend van groote tranen, en plotseling
trilt een snaar in tiaar hart en breekt
ook zij in bitter geween los.
Zonderlinge lotsbestemming I Deze twee
vrouwen, die mededingsters zijn, wier
harte, naar alle wetten van waarschijnlijk
heid vervult moesten wezen met ouder
lingen haat en ijverzucht, zyn daarentegen
vervuld van teeder medelijden voor elkan
der. Het is zeldzaam dan ook dat twee
zulke edele naturen elkander ontmoeten.
Viva zegt bij zichzelve: «Arm meisje 1
Zij heeft hem liefzij zoude een gelukkig
leven met hem kunnen leiden, terwijl,
wat mij betreft, hij mij nooit weder be
minnen zall mijn leven is vernietigd en
verloren ik heb geen hoop voor de toe
komst; waarom zoude ik het hare be
derven
Gedurende één oogwenk is zij gereed
te zeggwi«Wees gelukkig met hem.
Vergeet wat ik gezegd heb. Ik zal ver
trekken en u aan elkander overlaten en
u nimmer weder storen.»
Maar neen al hare liefde voor Alsager
komt dringend terug, bij de gedachte van
hem te verliezen; nimmer, nimmer zal
zij de woorden spreken, die hen scheiden
moeten. En hoe kan dat meisje eene
pijn gevoelen, welke de hare evenaart,
bij de gedachte van hem te verliezen I
Zij heeft hem slechts enkele, korte weken
gekend; het zal haar gemakkelijk genoeg
vallen, zonder hem tot baar leven terug
te keeren, een leven, waaraan hij nog
geene enkele omstandigheid veranderd
kan hebben. Maar wat haar zelve aan
gaat I Alsager is het hoofddoel van haar
leven. Zijne enkele tegenwoordigheid,
zoo veranderd, en koel, en onverschillig
als hij geworden is, is eene vieugde, in
vergelijking met het denkbeeld om geheel
van hem gescheiden te zijn.
Osyth wordt door een hevige poging
hare aandoening meester en rijst overeind.
«Ik moet tijd hebben tot nadenken,»
zegt zij met zachte stem«Ik kan thans
niet zeggen wat ik doen moet. Maar o!»
(en hare stem begeeft haar) «net is eene
harde zaak, welke gij van mij vraagt.»
«Is het harder voor u of voor mij?»
vraagt Viva treurig: «Gij hebt uw ge
heele leven niet om zijnentwille veranderd
gij zijt niet voor hem van eene hooge
standplaats in de wereld tot schande eri
volslagen rampzaligheid gedaald. Ach!»
vervolgt zij smeekend, «gij ziel er lief
en goed uit; gelooft gy dat gij van
uw geluk met hem zoudt kunnen genie
ten, terwijl gij wist dat mijn hart gebro
ken was, dat elk uur, dat gij u in zijn
bijzijn verheugde!, een uur van foltering
voor mij was!»
De woorden dringen tot Osytb's harte
door; zij weet dat zy Lord Ryvendale zal
moeten opgeven; nimmer zal zij in staat
wezen dit schoone, wanhopige gelaat te
vergeten, noch die smeekende oogen en
woorden; haar eigen hart wil haar geen
geluk voor haar zelve doen koopen, ten
koste der ellende van deze andere vrouw.
«Ik kan u thans geen antwoord geven,»
zegt zij op nieuw «maar morgen.» (met
eenige aarzeling): «morgen zal ik u
schrijven, indien gy my uw adres wilt
geven.»
Viva schrijft dit haastig op een vel
papier en geeft het aan Osyth. Haar
gelaat is overdekt met een brandenden
blos.
«Men noemt mij altijd Lady Ryven
dale, zegt zij bijna op vergoèlijkenden
toon. Osyth wendt zich om, ten einde
weg te gaan, zij heeft eene kleine bui
ging met het hoofd gemaakt, welke Viva
eveneens beantwoord heeft, maar daarop
maakt een ander gevoel zich meester
van haar zacht, gevoelig hart, en zich
omkeerende, steekt zij de hand uit. Een
oogenblik staan zij daar hand in hand,
hun oogen, beneveld door ongeplengde
tranen, hun lippen trillende door eene
onbestemde aandoening: God weet dat
in bet hart van geen van beiden op dat
oogenblik eenig gevoel van naijver woonde
Osyth gaat als veisteend naar buiten
en vervolgt haar weg naar huis. Zij blijft
niet staan, zooals hare vriendelijke ge
woonte is, om te spreken tot de kinderen,
die haar tegenkomen, of om de oude
vrouwen aan de deuren hunner hut r.aar
hun kwalen te vragen; zij ziet den rozeb-
gloed der lucht niet, noch de weerkaat
sing oer wegstervende zon op de vroolijk
gekleurde bloemen; het zoude lente of
herfst, of nijpende winterkoude kunnen
heeten, zonder dat zij het tegendeel wist.
Haar vader is in den tuin, maarzij voegt
zich niet bij hem. Riette roept haar toe,
maar zij antwoordt niet; zy snelt alleen
voort naar haar eigen kamer en sluit
haastig de deur. Met snelle beweging
werpt zij haar hoed ter zijde en laat de
blinden neder en sluit bet veDster. Zy
wil geen dwalende zonnestraal of klim-
opioos tot getuige van hare doodelyke
foltering van den doodstrijd barer liefste
verwachtingen hebben. Daarop werpt
zij zich op haar bed en verbergt haar
gelaat met snikken en versmoordekreten
iu haar kussens. Zelfs hare vertrou
wende, geloovige ziel kan voor het oogen
blik niet opzien, door dezen zwarten
nacht van wanhoop, tot den God, die
alle dingen doet medewerken ten goede
voor diegenen, die hem liefhebben.
Het is een verpletterende slag, een,
waarvan zij gevoelt, dat zij er zicli haar
leven lang niet van zal oprichten. Nim-