NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. W6L No. 72. Zaterdag 5 September 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. S3 VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND. BINNENLAND. F euilleton. Amersfoortsche Courant hrmëW' C',"r L abonnementsprijs: Per S maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .1. SLOTHOUWER. Amersfoort. advertentien: yan i6 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De heer Cecil Rhodes is, volgens de schilderachtige verslagen in de Engelsche bladen er was een journalist, die hem heeft vergezeld naar de Matoppo-heuvelen en die heeft verzekerd aan allen wien het aanging dat de heer Rhodes zonder een revolver op zak naar de Kaffers is gegaan, terwijl zijn volgelingen... zorg hadden gedragen goed gewapend 'e zijn de man geweest, die den vu de heeft hersteld in Rhodesia. Er schijnt echter een weinig te vroeg victorie te zijn ge roepen. De opstandelingen in de Matoppo- heuvels zijn nog lang niet geneigd zich te onderwerpen. Vermoedelijk zullen zij thans bezig zijn graan te verzumelen of hun geweren in veiligheid te brengen, ten einde bij de eerste gelegenheid weer tegen de Etigelachen te kunnen optreden. Volgens een telegram van generaal Carrington hebben de Matabelen, die nog niet voornemens zijn zich over te geven, zich op zes plaatsen verzarntld: in de Mullingwa heuvels, 20 mijlen ten oosten van Buluwayoaan de Nivmkevi-rivier, 60 mijlen ten Noord-Oosten van Bulu wayo; te Hartley, 50 mijlen ten Zuid- Westen van Salisbury; Mazoe, 30 mijlen ten Noorden van Salisbury; Umtigesa, 40 mijlen ten Zuid-Oosten van Chartei en Movene, 20 mijlpn ten Noorden van Gwelo. Tegen deze opstandelingen zal eerstdaags wot den opgetreden. De heer Hays Hammond, een der Jo hannesburgers «Reformleaderst, moet zich op de volgende wyze over dr. Jame son hebben uitgelaten Wat mijn persoonlijke gevoelens aan gaat, bewonder ik den man. Ik en andere «Reformleaders" hel.ben echter één groote grief tegen dr. Jameson, nl. dat hij de beschuldiging van lafheid op ons heelt laten lusten, dat hij heeft ver- klaaid, dat hij op ons vei zoek naar Jo hannesburg is getrokken. Tot nog toe waren onze lippen verzegeld, alleen om dr. Jameson en zijn kameraden te hel pen. Als wij gesproken hadden, toen zy zich in handen der Boeren bevonden, of voor hun terechtstelling in Engeland, dan zou hun lol heel wat van het tegen woordige hebben verschild. Dr. Jameson is vertrokken ten spijt mijner uitdrukkelijke bevelen. Ik wil het feit niet verhelen, dat wy voorne mens waren om door middel van wape nen de hervormingen in te voeren en een onafhankelijke republiek te vormen, maar toen wilden wij zulks niet. Ik heb niet alleen getelegrafeerd aan Jameson, dat hij niet moest komen, maar twee zijner officieren, die zich te Johannesburg bevonden, kapitein Holder en den Ame rikaan majoor Heaney, raar hem terug gezonden niet het verzoek, in geen geval te vertrekken. Ik heb dr. Jameson sedert zijn aankomst in Engeland niet meer gezien, maar mr. Lionel Philips en ik hebben hem geschreven dat thans de tijd voor hem is gekomen, om ons in onze eer te herstellen. Aan den minister van openbare wer ken werd Donderdag door den gemeente raad van Narbonne, een feestmaaltijd van 1000 couverts aangeboden. De mi nister hield bij deze gelegenheid een redevoeiing, waarin hij ook de buiten- landsrhe politiek aanroerde. De politieke horizon is helder aan den voorHvond van de reis des keizeis van Rusland naar Frankrijk, verklaarde de minister en hij noemde liet eene groote eer voor de Republiek, dat zij Frankrijk wederom zulk een hooge plaats onder de Europeesche staten had gegeven, dat daardoor een bezoek mogelijk was van den Czaar, door welk bezoek de over eenkomst tusschen beide groote rijken definitief bezegeld wordt. Spanje wordt waarlijk overstelpt met opstanden. Indien men niet moest ei ken nen, dat wanbestuur dikwijls de vèr lig gende, maar toch eigenlijke oorzaak is dezer opstanden, zou men medelijden heb ben met het arme volk, en bewondering er voor tevens, wyl het zoo standvastig blijft in zijn tegenspoeden, met iets van den fleren, kouden hoogmoed der hidal go's. Nu is het wel waar,'dat men die standvastigheid en dien hoogmoed hoofd zakelijk moet zoeken bij de regeering en bij de officieren de Fransche grenzen althans worden overstroomd door deser- teerende soldaten uit Spanje Na Cuha de Filippijnen, na de Filip pijnen, Porto-Rico, zoo is voorloopig de reeks I Dit is wel een afdalende reeks, de op stand op Cuba staat nog altijd bovenaan. Ook is vooral Porto-Rico maar een zeer onbeduidend deel van het koloniale ge bied der Spanjaarden in de Nieuwe We reld, als men alleen rekening houdt met zijn oppervlakte in kilometers. Ziet men echter op zijn bevolking, zyn pro ducten en zyn belangrijkheid als han delsstation, dan zal men den opstand niet zoo gering achteD. Nog is die opstand niet zeer uitgebreid, Amerikagnsche of Cubaansche viijbuiters hebben zich op Porto-Rico ontscheept en getracht er oproer tegen de Spaansche regeering te zaaien. Maar de gouverneur heeft zijn maanegelen genomen.de regee ring in Madrid insgelijks; een oorlog schip is reeds naar het eiland gezonden om verdere ontscheping van vrybuiteis te voorkomen. Indien de orde op dit eliand inderdaad verstoord werd, zeide de eerste minister in Spanje, zou ik on verbiddelijk zijn voor de leiders en er onmiddelyk versterkingen heenzenden. Alles goed en wel, zal men zeggen, maar waar zullen al die verstel kmgen vandaan komen. Op Cuba is generaal Weyler nog geen stap gevorderd, op de Filippijnen is de toestand nog even drei gend als in den beginne, op Porto-Rico zal het ook wel niet bij een «dreigenden opstand" I lijven, zooals de beer Canovas denkt. Evenwel is het eiland Porto-Rico niet zeer geschikt vooreen opstai d. Het wordt niet bestuurd als een kolonie, maar als een provincie; de gouverneur-generaal vertegenwoordigt de monarchie, is tevens kapitein-generaal van de legermacht, in elke hoofdplaats zetelt een militaire com mandant, in elk dorp een door Spanje benoemde alcade. Er zijn ook natuur lijk tal van Spaansche ambtenaren, die zooals van zelf spreekt de regeering te hulp Komen. Doch op het dichtbevolkte, ryke eiland zijn eveneens lal van vreem delingen, waaronder vele Amerikanen, en het is in dezen, dat de gouverneur vooral de agitators zal zoeken. Uit Madrid wordt bericht ontvaDgen omtrent de heldhaftige verdediging van een Cubaansch fort door 19 soldaten, onder bevel van een onderofficier. Het fort werd door twee duizend opstande lingen belegerd toen verdediging langer onmogelijk was, beval de bevelvoerende onderofficier tien zyner manschappen, om de twee gesneuvelde en vijf gewonde makkers op te nemen en met de beide overige manschappen dekte hij den terug tocht Het aantal opstandelingen in de pro vincie Cavito, op de Philippijnen, moet 2000 bedragen. Dinsdag 1 September is de nieuwe wel op het faillissement in wer king getreden. De voornaamste verbetering is zeker wel, dat het faillissement beëindigd kan worden, zonder dat de crediteuren hun rechten verliezen, zoodat het faillissement geen schild meer zal zyn voor een gewe tenloos schuldenaar. Men weel, hoe het dikwijls ging. Koop lieden, die aan hun verplichtingen niet meer konden voldoen, lieten zich in staat van faillissement verklaren. Was het fail lissement beëindigd, na verkooping van hetgeen de boedel nog bevatte dan was de koopman weer vrij man, en kon geen der vroegere crediteuren het hem meer lastig maken. Dit nu zal bij de nieuwe regeling op houden. De crediteuren zullen nu, wanneer zij door hel faillissement slechts een gedeelte voer hun geld verkregen, volle aanspraak blijven behouden op hetgeen niet werd afbetaald. Zoodra de schuldenaar in zijn positie ietwat verbetert, kan de crediteur onmid dellijk weer met zijn vordering komen. Sedert eenige jaren bestaat in hel Leger des Heils de gewoonte een «week van gebed en zelfverloochening" te hou den. De naam zelve geeft leeds ongeveer te kennen wat voor een instelling dit is. Elk jaar wordt n.l. een week vastgesteld, waarin leden van het Leger des Heils zich bijzonder wijden aan gebed en zich tevens op de een of andere wijze iets ontzeggen, hetzjj in voedsel, kleeding of dergelijke, waardoor geld wordt uitge spaard en welk geld wordt gegeven tot steun van het werk van het Leger des Heils. Ook vrienden en velen van hen die met het werk van het Leger des Heils sympathiseeren nemen deel aan de zelfverloocheningsweek, door zich het ge bruik van luxen, als sigaren of zooiets te ontzeggen en het daardoor bespaarde geld te geven ten bate van het werk. Dit jaar zal de zelfverloocheningsweek gehouden worden van Zondag 27 Sep tember tot en met 3 October en over het geheele land worden circulaires ver spreid waarin de instelling bekend wordt gemaakt en tevens wordt verklaard hoe bet gegeven geld wordt besteed. De najaars-examens in het Boek houden, en de handelscorrespondentie in de moderne talen en de stenografie van «Vooruit" Vereeniging van handels en kan toorbedienden te Amsterdam, onder toe zicht der commissie uit den handel be slaande uit de heerenMr. J. M. Bastert, Frits Olie, A. Roelvink, G. Vas Visser, en Dr. H. F. R. Hubrecht, zullen op 14 en 15 October a.s. worden afgenomen: voor het Boekhouden door de Heeren C. Knapper Kzn, en C. J. Theunisse; voor de Nederl. en Fransche taal door den Heer H. C. P. Dirks; voor de Engel sche taal door den Heer C. J. Voortman; en voor de Duitsche taal door den Heer Dr. C. E. Poser. Prospectussen zijn gratis verkrijgbaar bij den Heei W. C. de GraalT, 2e Jan Steenstraat 107, bij wien men zieti tol 7 October a.s. kan aangeven voor het examen. De gemeent Nijkerk zal voor f22,000 deelnemen in het maatschappelijk kapitaal der Spoorweg-roaatschappy de Veluive voor den aanleg der sloomtrarnbaan Nijkerk Ede. Algemeen klaagde men er over, dat er op de Zeeuwsche stroomen dit jaar zoo weinig mosselzaad gevonden werd. Het was daarom voor velen eene welkome tijding, toen zij vernamen, dat er op de Westerschelde in de nabijheid van Wals- oorde eene nieuwe bank was ontdekt. Aanstonds zetten een groot aantal «heng- sten1' koers naar Walsoorden en als de 78) Ik heb in de wereld geleefd gedurende byna de helft der zeventig jaten, welke de menschheid toegedacht zyn, en ik weet dat nijpend leed en harde teleur stellingen het erfdeel des menschen zijn, en dat zelfs zij, die God niet zwaar heeft beproefd, toch weten, hoe de kleine, on beduidende, bekommerende zorgen des levens, ons steeds beletten onze jonge denkbeelden van geluk ooit verwezenlijkt te zieD. Men ziet voorwaarts, men blikt terug, maar hoe zelden spreekt men «Ik ben gelukkig.! Dit boek is niet geschreven voor jon gelieden; en waarljjk, ik zoude liever niet zien dat zij bet lazen. Ik zoude alle jonge menschen gelukkig en vroolijk en vol vertrouwen en hoop willen zien; de jeugd is de ure der genieting. Maar, wat tnijzelve betreft, beken ik dat een boek, hetwelk alleen ééne aaneenschake ling van vroolijkbeid en geluk is, weinig aantrekkelyks voor mjj bezitde droevige gedeelten, de gedeelten, die sprekeü van de smarten en teleurstellingen des levens, hebben veel grooter bekoring voor mij, dewijl zij mij spreken in eene taal, die ik versta. En du«, niettegenstaande wat men mij zeide, spreek ik in alle nederigheid «Zoo ik niet natuurlijk ben, dan ben ik niets. Ik moet schrijven, zooals ik gevoel, ook al moesten negen-tienden mijner lezers het boek onuitgelezen wegwerpen met de verklaring, dat: «er bekommernissen genoeg in het leven zijn, zonder dat men nog zijn gevoel behoeft te pijnigen met denkbeeldige smarten. Maar, zijn smarten ooit denkbeeldig? Kan de geest van den romanschrijver iets droevigers bedenken, dan de geschie denissen uit het werkelijk leven, die ons dagelijks ter oore komen of wel onze oogen in de dagbladen treffen. Alsager was niet altijd daarna geluk kig, evenmin als hij verdiend had dal te zijn, of dat hij geweest zoude zijn, ook al ware hij het waardig geweest. Ge durende korten tijd doorleefde hy het paradijs van een minnaar. Osyth was zoo lief, zoo goed, zoo vriendelijk, dat het waarljjk onverklaarbaar ware ge weest, indien iemand met haar geleefd en haar toch niet bemind had. Maar, na eene maand of twee, en of schoon zijne genegenheid nog geene ver andering onderging, begon hij dezelfde goedheid, welke, hem zoozeer had hekoord een weinig verdrietig te vinden. Ver drietig, omdat het hem noodzaakte steeds eene groote heerschappij over zichzelven uit te oefenen, opdat hij de reinheid en goedheid der vrouw, in wier gezelschap hij leefde en voortaan leven moest, Diet zoude krenken. Alsager echter was ge heel een man van de wereld en gewoon aan eene zekere vrijheid in spreekwijze. Niemand kon meer afschuw of verwij dering voor ruwe gesprekken hebben dan hij; maar het is vergund vele zaken te zeggen in de wereld, bovenal in de krin gen in welke hij zich mengde, wanneer men slechts weet, hoe ze te zeggen. En het moet zeer zeker hinderlijk wezen, wanneer men, na reeds eeDigen tijd met eene vrouw te zijn gehuwd haar pijnlijk ziet blozen en het hoofd met klaarblijke lijke ergernis ziet afwenden, zoodra gy haar vroolijk onthaalt op een bon mot, dat gij als volkomen onschuldig be schouwt; het is meer dan onaangenaam om haar aan uw voeten te zien snikken, omdat gij, bij toeval en dat zeer natuur lijk, tegeu uw bediende gevloekt hebt, dewijl hij een belangrijk artikel van uw reisbehoeften vergat. En hoewel Osyth de miDSt gestrenge persoon ter wereld was, had zij zulk een eenvoudig bestaan geleid, en was zij zoo weinig gewoon aan de wijze van zijn der mannen, daar zij met niemand omgegaan had als met haar vader, Sir George Des monds en Otto, dat zij zich voortdurend geërgerd en gekwetst voelde over Alsa- ger's handelingen en gezegden, en ern stig bedroefd was over zaken, waarover eene vrouw van de wereld geen twee maal zoude hebben gedacht. Van zijne zijde was Lord Ryvendale gewoon aan vrouwen van de wereld; zij begrepen hem altijd en bij haar, en het begon hem razend te vervelen, zich altijd zoo goed te moeten gedragen. Het be gon hem eenigszins duidelijk te worden dat eene heilige wel betooveren 1 in theorie, maar in de praktijk geen zeer aangenaam gezelschap was. Toen zy na hunne huwelijksreis op Ryvendale terugkeerden, deed hij eene poging om belang te stellen in baar wel dadige plaDrren; maar persoonlijk de armen te bezoeken was een gruwel; hij wist ter wereld niet wat hun te zeggen, en gelijk een man dat meestal veraf schuwt, was het hem een schrik om be dankt en gezegend te woiden. Augustus was juist begonnen; hij wist waarlijk niet te bedenken, hoe hij die maand door zou komen, de eene of de andere uitspannning was hem volstrekt noodig. In den eersten gloed van zijn hartstocht zoude hij eenigen tijd hebben kunnen zoek inakeu met zijne vrouw te aanbidden, maar vol loewjjding als zij voor hem was, was Osyth volstrekt geen gemakkelijke vrouw om te aanbidden, haar ontbrak het «aardschet dat, ver- eenigd met eenvoud en beschaving, zoo bekoorlyk is voor een man. Tot zijne straf begor. Alsager haar innerlijk, ofschoon nog slechts flauw en ombestemd, met Viva te vergelijken. Zon der Riette, zoude die lange maand, in welka hij niets te doen had. hem inder daad vreeselyk verveeld hebben. Riette was vol leven en opgeruimdheid, zij aan bad haar zwager en was altijd verrukt om in zijn plannen te treden. Hij kocht een paard voor haar en leerde haar paard rijden; Osyth was te beschroomd om het te leeren, maar gaf gewillig toe aan al wat haar echtgenoot en zuster genoegen kon doen. Men moest eenige drukkende diners doorworstelen. Hun naastbijzijnde buren waren voor hel meerendeel vervelend en op praal gesteld, geheel verschillend van den kring, waaraan Alsuger gewoon was.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1