NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
wm
No. 73.
Woensdag 9 September 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
abonnementsprijs.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Feuille ton.
Amersfoortsche Courant
Per 3 maanden f 1.—Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .1. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De berichten, welke de Engelsche bla
den bevatten, duiden aan, dat de vrede
in Rhodesia in naam hersteld moge zijn,
in werkelijkheid echter niet.
llit Buluwayo werden 4 Sept. de vol
gende berichten gemeld
Een patrouille bestaande uit5 blanken
en 70 bevriende Koffers, werd bij Red
Bank aangevallen door 800 opstandelin
gen. De vijand nam alle beviti-i de Kaf
fers, met hun vrouwen en kinderen ge
vangen.
Een patrouille van 150 rnan trok gis
terenavond naar de Matoppo-heuvels om
de opstandelingen aan te vallen die 12
mijlen ten westen van Shiloh gekampeerd
zijn.
De «native Commissioner», de heer
Fijner rapporteert, dat het volk van Hla-
windleni aangevallen is door de rebellen
van Insiza, die twee marnen en een aan
tal vrouwen en kinderen hebben gedood,
en de andere vrouwen hebben meege
bracht naar de heuvels.
Twee duizend Matabelen hebben zich
ver/ameld by Crewe's Farm, tien mijlen
ten NooidWeslen van Buluwayo. Kapi
tein Drury zal met 150 bereden man
schappen een verkenning gaan doen.
Zaterdag, omstreeks negen uur kwamen
de Russische Czaar en de Czarina te
Breslau aan.
Keizer Wilhelm was met zijne gemalin,
de prinsen en prinsessen, den rijkskanse
lier, minister Von Marschull, ettelijke
generaals en veider met wat men in
Duitschland die Spitzen der Behörden
noemt, aan het station aanwezig, waar
de begroeting plaats had, die zich weer
door de tiaditioneele hartelijkheid ken
merkte. Terwijl de muziek het Russisch
volkslied speelde, deed keizer Wilhelm
zijnen gast de eere-compagriie bezichtigen
waarna de beide keizeis en de beide
keizei innen in één lijtuig plaats namen
en, door cavalerie geëscorteerd, terwijl
de stratén door infanteiie afgezet waren,
naar het slot reden.
Het weder was prachtig en de ontvangst
van de zijde der bevolking zeer hartelijk.
Verder seint Reuter uit Breslau-. De
harteljjke ontvangst welke het Russische
keizerpaar reeds by de aankomst van de
lallooze menschenmenigte ontving, sloeg
bij den tocht naar de parade over tot
een geestdriftige manifestatie. Gedurende
den ganschen rit door de rjjk versierde
stiaten tot aan het terrein, waar de pa
rade gehouden werd, stond er een dichte
menizte samengedrongen achter de leden
der «Krieggervereine,'1 die en haie ston
den geschaardtelkens ging uit de me
nigte een luid, stormachtig hoerah-ge-
loep op.
Na aankomst op het parade-veld stegen
de beide keizers te paard, om langs het
front te rijden van hei in gevechtslinie
opgestelde zesde legercorps. De keizerin
nen omgeven door een schitterend ge
volg, sloegen de parade in haar rijtuig
gade.
Bij de aankomst der beide monarchen
hieven de muziekcorpsen der verschillende
regimenten het Russische volkslied aan.
Nadat de vorsten langs het front wareri
gereden, marcheerden de troepen hen
tweemaal voorby keizer Nicolaas volgde
de bewegingen met groote aandacht.
Keizei Wilhelm presenteerde het tweede
regiment grenadiers, terwijl keizer Nico
laas zich aan het hoofd stelde van het
Alexander regiment.
Het eerste oprukken der cavalerie ge
schiedde in draf, het tweede in galop.
Het défilé werd geopend dcor een afdee-
ling lijfgendarmeiie en lijfgarde der kei
zerin.
Na afloop der parade stelde keizer
Wilhelm zich aan het hoofd der vaandel
compagnie, die naar het slot trok, waar
de |vaandels en starida' rden werden ge
plaatst. Daarna keerden ook de Duitsche
keizerin en het Russische vorstenpaar
terug,
H. H. M. M. werden langs den ganschen
weg begroet met eindeloos hoerageroep
De straten der stad gelijken op één vlag
genzee. Aan de hulzen en tusschen de
verschillende masten zijn prachtige guir
landes van groen aangebracht, wier don
ker groen een schoon contrast vormt met
de kleuren der vlaggen.
Onder de aangebrachte vlaggen wor
den vooral opgemerkt de Duitsche en
Pruisische kleuren en de stedelijke kleu
ren van Breslau. De Russische kleuren
zijn vooial aangebracht in de omgeving
von het gebouw van den Landdag. Dit
gehouw is rijk met Russische vlaggen
versierd en aan den standanidmast wap
peren eveneens de kleuten van den Rus
sische keizersvlag.
Aan alle winkelramen en veel gevels
van particulieie huizen zijn schitterende
versieringen van groen en bloemen aan
gebracht, in welker midden de bustes der
beide keizers.
De tafel op het Slot telde 523 cou
verts. In zijn dronk bracht de keizer,
ook namens de provincie en het gansche
volk, iunigen dank aan het dooi luchtige
keizerpaar, den keizer en zijne doorluch
tige gemalin, voor het bezoek.
Z. M. begroette den Czaar als bescher
mer van den vrede, op den bodem, waar
een der voorvaderen van den Czaar met
zijn overgrootvader innige vriendschap
had gesloten.
God moge den hoogen gast bescher
men, lot het welzijn van Europa.
De keizer dronk daarop op het welzijn
van den keizer van Rusland en op kei
zerin Alexandra.
Kort daarop antwoordde de Russische
keizer in het Fransch het volgende
«Ik bedank Uwe Majesteit voor de
welwillende woorden, welke Zij zooeven
heeft uitgesproken, evenals voor de har
telijke ontvangst, welke mij te Breslau
ten deel is gevallen. Ik kan u verzeke
ren Sire, dat ik bezield ben door dezelfde
tradilioneele gevoelens als Uwe Majesteit.
Ik drink op de gezondheid van Uwe
Majesteit en van Hare Majesteit de Kei
zerin. Hoerah
Met November zal als grootmeeste
res by H. M. de Koningin dienst doen
mevr. de bsrones van Hardenbroek tot
's Heeraertsberg en Bergambacht, thans
als zoodanig dienstdoende bij H. M. de
Koningin-Regentes, en als hofdame faron-
neese A. J. Juckemn van Burmania Ren-
gers, thans hofdame van II. M. de Konin
gin-Regentes, terwijl tot hofdame zal
worden benoemd gravin A. W. A. van
Limburg Stiium.
Naar het Vad. verneemt, zal in de
aanstaande Troonrede de indiening var
een wetsontweip lot invoering van ver
plichte verzekering tegen ongelukken
worden aangekondigd. Het bedoelde
wetsontwerp, aan het Departement van
Waterstaat bewerkt, heeft de strekking,
aan de patroons de verplichting op te
leggen, hun werklieden te verzekeren.
Een verzekeringsbank zal van Staats» ege
worden opgericht en aan de Postspaar
bank worden vet bonden.
De aanneming en bevestiging der
Koningin is thans bepaald op Zaterdag
24 October a.s. De plechtigheid zal in
tegenwoordigheid van een beperkt aantal
genoodigden plaats hebben in het Konin
klijke paleis te 's-Gravenhage.
Den 7en Sept. is door H. M. de
Koningin-Regentes de kieswet bekrach
tigd. Heden ontving zij de onderteeke-
ning van haar ontwerper, den minister
van binnenlandsche zaken. Zij zal spoe
dig, vermoedelijk nog deze week in het
Staatsblad worden opgenomen.
Een aantal mannen van verschil
lende richting en positie hebben zich ver-
eenigd om uitvoering te geven aan bet
denkbeeld om een nationale inschrijving
te openen voor een huidel lijk, aan te
bieden aan H. M. de Koningin-Moeder bij
H. D. aftreding als Regentes van het
Koninkrijk, als een bewijs van den in-
nigen dank der natie voor al hetgeen
door Hare Majesteit gedurende Haar Re
gentschap verricht werd, zoowel voorde
opvoeding van Hare Koninklijke Dochter
ais voor de bevordering van 's lands be
langen.
Het voornemen is dat de Provinciale
Commissiën, overal in hunne provincie
alwaar zij zulks noodig oordeelen, Plaut-
seljjke Commissiën in het leven zullen
roepen.
Voor de provincie Utrecht hebben
in de commissie zitting, de navolgende
beeren
B. Reiger, burgermeester van Utrecht,
voorzitter dei provinciale commissie lid
van de hoofdcommissie.
Mr. W. H. baron de Watteville, oud
secretaris der gemeente Utrecht, secreta
ris der provinciale commissie.
Jhr. J. C. Slrick van Linschoten, burgm
van Maarssen en Maarsseveen te Maarssen,
penningmeester dei provinciale commissie
Jhr. H. C. J. Barchman Wuytiers van
Vliet, dijkgraaf van de Lekdijk beneden-
dnms te Lopikerkapel.
Mr. J. H. Beaujon, president van het
Hoog militair gerechtshof te Utrecht.
Jhr. mr. R. de Beaufort, kantonrechter
van Wijk bij Duurstede te Doorn.
Dr. Nicolaas Beets, oud-hoogleeraar
Utrecht.
Jhr. H. P. C. Bosch van Drakesteijn,
lid der Provinciale Staten van Utrecht
te Bunnik.
Jhr. Mr. W. J. M. Bosch "an Oud-
Amelisweerd, lid der Gedeputeerde Staten
van Utiecht, te Utrecht.
J. L. Cluijsenaer, directeur-generaal
der Maatschappij tot Exploitatie van
Spoorwegen te Utrecht.
C. C. D. baron van Hardenbroek van
Lokhorst te Jutphaas.
Mr. T. A. R. A. baron van Ittersum,
president van de arr.-rechtbank te Utrecht.
Mr. C. J. W. Loten van Doelen Grothe,
burgemeester van Soest.
Mr. F. D. graaf Schimmelpenninck, lid
van de 2e Kamer der Staten-Generaal,
burgemeester van Amersfoort, lid van de
hoofdcommissie.
Blijkens mededeeling in de Sfaafs-Ct.
zal de tegenwoordige zitting van de Sta
ten-Generaal worden gesloten op Zater
dag 12 September 1896, des Damiddags
te drie uren.
In de Staats-Ct. is tevens opgenomen
het programma voor de opening van de
vergadering der Staten-Generaal, te 's-Gra-
venhage, op Dinsdag den 15 Sept. a.s.
Bij kon. besluit Is tot voorzitter van
de Eerste Kamer gedurende de-zitting,
die zal aanvangen op den derden Dins
dag in September, benoemd mr. A. van
Naamen van Eemnes, lid van die Kamer.
De Nederlandsche Heide-Maat-
schappij zal op Maandag 21 Sept. in
>Musi9 Sacrum», te Arnhem, haar jaarl.
algem. vergadering houden.
De vooi genomen estafette-rit van
militaire wielrijders tusschen Winters
wijk en 's-Gravenhage zal op 26 dezer
plaats hebben.
In het belang van de gezondheid
en van den goeden en opgewekten geest
bij de troepen, welke aan de groote
manoeuvres deel nemen, werden de oefe
ningen zóódanig geregeld, dat behalve de
79)
Hij was besloten in September hel
huis vol te hebben, en menschen te vra
gen, die hem meer verwant waren dao
zijn buren uit het graafschap. Maar dit
bleek slechts eene bron van ergernis
voor hem te zijn. Zjjne jacht was uit
stekend, zjjn diners onverbeteilijk, maar
hjj werd voortdurend gekweld door het
denkbeeld, dat zyn vrienden, vooral de
vrouwen, het een weinig vroolijk huis
vonden om in te vertoeven. Het was
geen gebrek aan goeden wil van Osyth's
ziidej zij beijverde zich ten zeerste om
iedereen te behagen, maar zij bezat de
kunst niet om onderhoudend te zijn. Zij
kon met de lieden van haar eigen graaf
schap spreken over zaken van plaatselijk
belang, maar zij had niets gemeen met
deze schoone dames en heeren, die eene
laai op hun eigen spraken, die om niets
anders gaven dan schandalen, coquetterie,
kleederen, en zinspelingen en opmerkin
gen uitten, welke haar beschaamd en
verlegen maakten. Alsager las op het
gelaat zijner vrienden dat zij zijne vrouw
zeer goed, maar vreeselijk dom vonden,
de vrouwen hielden niet op hem Lady
Ryvetidale's goedheid te prijzen, maar
dat op eene wijze, die weleer blaam dan
bewondering te kennen gaf; in 't kort,
hij gevoelde zich overstelpt met spijt en
teleurstelling. Van het oogenblik af dat
hij Ryvendale betrok, had hij gedroomd
het tot het bekoorlijkste huis van het
graafschap te maken, had hij verlangd
dat zijn feesten vermeld zouden woiden
en een ieder naar de uitnoodigingen
daartoe zoude wenschen; maar thans ge
voelde hjj, ontstemd, dat alles, in stede
van schitterend te zjjn, in duigen was
gevallen. Tot nog toe veroordeelde hij
Osyth niet; hij begon slechts op de ge
dachte te komen dat zjj niet geheel en
al de vrouw was, die bij hem behoorde.
Hij poogde den winter door te komen
met dijjf- en andere jachten, en zij
maakten eenige aangename bezoeken.
Hiervan kon hij genieten, van het oogen
blik af dat hij geen gevoel van verant
woording had, en het was heerlijk om
een of twee schoone vrouwen te ont
moeten, die nog steeds eer. zwak voor
hem behielden. Hij was volkomen on
schuldig aan eenig plan van hofmakerij,
maar een luipaard kon evenmin zijn vlek-
ken, of een Ethiopiër zijn huid verande
ren als dat Alsager zijn streelende ma
nieren en veelbeteekende blikken kon
nalaten, welke hij geheel zijn leven ge
woon was geweest aan een bekoorlijke
vrouw te schenken.
En Osyth, die van nature niet ijver
zuchtig was, zag het toch met sprake-
looze smart aan, iotusschen moedig po
gende, hem legen haar eigen harte in
te verdedigen. Zij dacht aan de Hertogin
cn begon iets te verstaan van de folte
ring, welke zij moest hebben geleden.
Maar zij bezat eene toevlucht, die Viva
niet gekend had; zij had haar geloof en
vertrouwen op God; er was geene be
proeving, geene smart, welke zij niet
kon brengen tol haar vader in de Heme
len, om vertroost van zjjn voetback op
te rijzen. Alvorens er drie maanden
voorbij waren, was zij nog veel scherper
overtuigd dan Alsager, dat zij geene
vrouw was voor hem, en dat zij nimmer
over hem den invloed zou hebben, dien
zij geloofd en vertrouwd had te zullen
verkrijgen.
Alsager troostte zich met de gedachte
dat een Verbljjf te Londen wonderen op
zjjne vrouw zoude verrichten; wanneer
zij zich vrijeljjk in de wereld bewoog,
zoude zij haar bekrompen denkbeelden
laten varen en meer aan andere lieden
gelijk worden. Zij zoude voorgesteld wor
den door een hooggeplaatst persoon, en
op hare beurt Riette voorstellen, zij moes
ten Riette bij zich hebben, en op zijn
tjjd hoopte hij zjjne bekoorlijke schoon
zuster van een echtgenoot te voorzien.
Lord Fairholme was de man, op wien
hij zijn zinnen had gezet om zijn zwa
ger te worden. Hij had hem eens of
tweemaal bij zich uilgenoodigd om te
komen jagen, en de jongeling had ge
schreven Riette te bewonderen, maar
geen teekenen gegeven van eenige ern
stige voornemens. Indien Alsager had
kunnen weten, waardoor hy thans o -
kwetsbaar voor vrouwelijke bekoorlijk
heden was, dan zoude hij voorzeker
eenigermate verbaasd en zonder twjjfel
weinig aangenaam verrast zjjn geweest.
Die zomer had Lord Fairholme zijne
moeder en zuster mede naar Zwitserland
genomen. Op een morgen reden zij van
Interlaken uit om een ijsgrot te Grin-
denwald te zien. Het was een heerlijke
ochtend; de lucht was een vlak van on
bewolkt blauw, dat de hooge bergen,
waarvan enkele vruchtbaar, andere weder
dor, bijna schenen aan te raken. De
slroomende rivier snelde door liet dal
henen, al bruisende in haar loop, en
opspattende legen de groote rotsen, welke
in haar ombedding gevallen waren. De
fraai overwelfde bruggen vermeerderden
bet schilderachtige van het tooneel. Ware
het niet geweest door de menigte kinde
ren, welke den weg overdekten, kinderen,
die den reizigers hun bosjes aardbeziën,
hun melk en bloemen en voorwerpen
van gesneden hout opdrongen met meer
volharding nog dan de Londeusclie be
delaars (wanneer geen politie dienaar hen
kart zien), dan ware de rijtoer waarlijk
genotvol geweest.
Bij een stellen berg steeg Lord Fair
holme uit om te voet te gaan. Er kwam
een rijtuig van de tegenovergestelde
richting aaner was weinig plaats er
voor om door te gaan, en het trok zich
op den zoom van den oever terug ora
aldaar te wachten. Bij het voorbijgaan
keek de jonge man naar degenen, die
er in zaten. Zjjn gelaat werd door een
blos overdekt, hij stond half stil, aar
zelde, nam zijn iioed haastig al, en ging
verder.
En al dten tijd had hij zich vet beeld
haar te hebben vergeten; geoezen te
zijn van zijne betoovering. Een blik op
dat schoone, droeve gelaat had hem de
waarheid getoond. En zij is vitjl
Dien ganschen dag is hij zoo ver
strooid dat zijne moeder en zuster zich
verdiepen in wat hem toch overkomen
kan zjjn, zij overladen hem met vragen