NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 92.
Zaterdag IA November 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
VERZAMELEN.
BINNENLAND.
PROVINCIALE BERICHTEN.
Feuilleton.
Amersfoortsche Courant
Per
abonnementsprijs:
3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Bijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .1. SLOTHOUWER. Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advcrtentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Er is vooral bij liet opkomend
geslacht een neiging, een zucht tot
verzamelen, die goed geleid nuttig
kan wezen, maar ook gevaar loopt
een ziekelijke hartstocht te worden.
Vooi wie kinderen onder zijne leiding
heeft is liet goed hierop te letten.
Het verzamelen is voldoen aan een
natuurlijke begeerte, wat men liefheeft
wenscht men gaarne te bezitten.
Onze kinderen leeren al vroeg sor-
teeren en groepeeren bij het onder
wijs en gaan aan 't verzamelen in
hun speeltijd. Het begint met étiquet-
ten, reclameplaatjes, postzegels, pen
nen, bloemen enz. en later zijn het
dingen van grooter waarde, als mun
ten, porselein, boeken, wapens, ze
gels enz.
Bij die liefhebberijen kunnen wij
de verzamelaars in twee soorten
splitsen; zij die verzamelen enkel uit
hartstocht en uitsluitend om het
bezit, en zij voor wie de innerlijke
waarde der gezochte zaken boven
alles gaat en wier eerste doel is
verrijking van den geest.
Bij de boekenliefhebbers zijn het
de bibliomaan en de bibliophile. De
eerste verzamelt mooie bandjes, zeld
zame en kostbare exemplaren alleen
om 't hebben. De laatste stelt belang
in alle mooie en goede boeken, is
niet overscbillig voor het uiterlijk
maar de innerlijke waarde en de
beteekenis van het boek voor zijn
geest staan op den voorgrond. Wat
deze boekenminnaars, 'de hartstoch
telijke en de verstandige, zooal ver
zamelen vindt men uitvoerig beschre
ven in het fraaie werk van R. van
der Meulen «over de liefhebberij voor
boeken." Dat bijv. is een gezocht
boek voor den bibliophile zoowel als
voor den bibliomaan.
Het verzamelen op zich zelf is iets
goeds, wij hebben er onze musea en
bibliotheken aan te danken en de
biblio- of welke andere maan kan
vele zonden bedekken als hij ten
slotte zijn collectie legateert aan een
museum. Maar dit neemt niet weg
dat men met kinderen voorzichtig
moet zijn, en dient na te gaan wat,
waarom en op wat manier zij ver
zamelen. Wat verzameld wordt moet
toch de moeite waard zijn, de waarde
ervan dient toch op te wegen tegen
den tijd, de moeite en bet geld er
aan besteed. En dit wordt veel over
't hoofd gezien. Veel tijd gaat er
mee verloren, kracht en geld wor
den verspild waarmee heel wat meer
nut gesticht kon worden. En wat
winnen geest en gemoed er bij? Ja
meer, zaken van ernstiger aanbelang
worden er door tegengehouden. Denkt
maar aan de liefhebberij voor post
zegels. O zeker, voor jongens heel
aardig die zegeltjes met mooie prentjes
en ook leerrijk, zoo spelende weg
leeren ze geschiedenis, aardrijkskunde,
muntkunde, genealogie en wie weet
wat meer. Of dat leeren volgens
de gemakkelijkste methode is? Zeker
niet volgens de goedkoopste, en wat
voor jongens nog een aaidige lief beb-
berij is wordt een manie bij groote
menschen, die in 't bezit van groote
collecties en van uiterst zeldzame,
maar ook uiterst dure postzegels
elkander de loef af willen steken
gedreven door verzamelhartstocht.
Dan zien wij de kinderen liever
bladeren en bloemen zoeken. Het
plukken, droogen, en rangschikken
naar familie en soort vereischt zorg
en netheid, en ze leèren zien, ge
nieten en waardeeren de rijkdom en
schoonheid van de plantenwereld,
meer genieten van de schoone natuur.
Wel is ook zonder kennis genot van
natuurschoon mogelijk, maar hoe
meer toch de mensch zich door we
tenschappelijk en grondig nadenken
ook op het gebied der natuur ge
vormd heeft, zoo veel te hooger en
grooter, te rijker en voller zal ook
zijn genot van al baar schoon zijn.
En in die natuur zijn meer dingen
te vinden, de moeite van bet oprapen
wel waard.
Het verzamelen van zulke dingen
kan waarde hebben in de opvoeding.
Er moge bijkomen de streelende ge
dachte, dat men zélf dat alles zöö
mooi bijeenbracht, en de trots, dat
geen andere collectie bij de onze
balen kan de zelfvoldoening mag er
zijn als opwekking en prikkel tot
nieuwe werkkracht, lust en volhar
ding; en het weinigje ijrlelheid, nu
ja, dat is ook zoo kwaad niet. Wij
mogen blij zijn als onze kinderen
verzamelen waar ze iets voor leerden
voelen, en niet nergens ambitie voor
hebben. Doch in elk geval moet de
neiging beteugeld worden opdat zij
niet ontaarde in een hartstocht na-
deelig voor den geest.
Het verzamelen moet niet geschie
den alleen omdat anderen het doen
en om meer te hebben dan die an
deren. Het slaafsch navolgen ook in
deze dingen werkt slecht op bet ka
rakter, het belemmert eigen oordeel
en gevoel, en de eerst onschuldige
naijver gaat zoo licht over in leelijke
afgunst. Dan worden hebzucht en
naaperij de drijfveeren en houdt het
genot op. De manier van verzame
len wordt er dan niet beter op. Bij
de bevrediging van zijn begeerte
wordt men minder kieskeurig in de
middelen, reeds bij kinderen bemer
ken wij een kwanselzucht die maar
half eerlijk is, zij gewennen aan kleine
leugentjes en bedriegerijen en schu
wen later de grootere niet. Het ver
zamelen is schijnbaar zoo weinig be-
teekenend, en menigeen zal zeggen:
och laat de kinderen begaan, wat
zou het! Maar aan die kleinigheid
zit veel vast, en inen moet eerst in
't kleine geleerd hebben, om goed te
zijn in het groote. Kleptomanie is
een veel voorkomende ziekte gewor
den men beeft haar dikwijls waar
genomen bij ijverige verzamelaars,
vooral bij de postzegelliefhebbers.
Dat mag men later een ziekte noe
men of manie, liet is toch eigenlijk
een verwaarloosd kwaad, dat men
had kunnen uitroeien bij de eerste
verschijnselen, en waarvan dus niet
alleen de zieken zelf maar niet min
der hunne opvoeders de schuld dragen.
De beste verzameling die iemand kan
aanleggen en waarmee bij zijne nei
ging bevredigen kan, is een verza
meling van schoon uitgedrukte ge
dachten, pittige opmerkingen enz.
zoodat men een geheel krijgt als bijv.
«Worstelen en Overwinnen" ons aan
biedt. Dan krijgt men een verzame
ling die altijd waarde blijft behouden
en die ons geheele leven ons nut en
genoegen verschaft.
waterpassingen en opmetingen, van het
gedeelte veranderde richting, in den ont
worpen stoomtramweg vanaf het station
alhier, langs de Westzijde van den Sta
tionsweg, achter de villa's om, tot in het
dorp.
Gisterenmiddag ongeveer vijf uur
zijn te Salzbergén, nabij de Nederl. grens
in Pruisen, twee goederentreinen tegen
elkaar geloopen. Drie personen behoo-
rende tot het spoorwegpersoneel werden
licht gekwetstde materieele schade moet
aanzienlijk zijn.
Door den inspecteur van het
geneeskundig staatstoezicht is in de
gemeente Utrecht de ziekte «mazelen"
epidemisch verklaard. Eenige scholen zijn
daardoor gesloten.
De Pitet Bleu ontving uit Parijs
het volgende telegram
De Koningin van Holland wenschten
levendig een bezoek te brengen aan la
Grande Cliarireuse, het bekende monni
kenklooster, waarvan het binnentreden
ten strengste is verboden aao vrouwen.
Hare Majesteiten hebben nu aaD den
Paus vergunning gevraagd om liet klooster
te bezoeken. Oogenblikkelijk heeft de
H. Vader per telegram de volmacht daar
toe verleend.
Een meisje te Werkendam wendde
zich eenigen tijd geleden schrifteljjk tot
de Koningin om eene naamachine, waar
mede zij in haar ondeihoud moest voor
zien. Op haar verzoek werd beschikt
door de toezending van f 35, die ze eenige
dagen geleden ontving.
Naar wjj vernemen, zijn de model
len voor de inrichting der kiezerslijsten
naar de voorschriften van de nieuwe kies
wet aan verschillende gemeentebesturen
gezonden en woiden reeds in eenige
groote gemeenten voorbereidende werk
zaamheden verricht lot het opmaken van
de kiezerslijsten.
Uit Ede woidt gemeld:
De heer A. J. Krieger, ingeneur te
Gouda, concessionaris van den ontworpen
stoomtramweg EdeBarneveldNjjkerk,
is gistel en begonnen met het doen van
Hoogland. Aan het bericht in het
voorgaande nummer, omtrent de viering
van den 80sten verjaardag van den heer
Dr. Af. C. Verloren van Themaat, moet
nog worden toegevoegd, dat de kerkbe
sturen der Ned. Hervormde kerk, hem
des middags kwamen bezoeken, en bij
monde van den predikant Ds. J. D. Bie-
rens de Haan, als een blijk van erken
telijkheid voor de vele zorgen en be
langstelling gedurende een tal van jaren
als voorzittend kerkvoogd, in onze ker
kelijke aangelegenheden betoond, een
prachtexemplaar aanboden vaD het jongst
verschenen Album Etsen naar schilderjjen
van H. W. Mesdag door Ph. Zilcken.
De jubilaris stelde dit hartelijk bewijs
van helde en dankbaarheid op hoogen
prijs, en aanvaarde het gaarne als eene
aangename herinnering aan de zoo wel
willende en hulpvaardige samenwerking;
gedurende zoovele jaren ondervonden.
Ook het niet minder verrassende hulde
betoon der Roomsch Katholieke gemeente,
was hein hoogst aangenaam.
Maandag 1.1. was het feest in Leus»
broek. Het was n.l. dien dag 25 jaar
geleden, dat de Heer J. W, v. d. Heul
benoemd werd tot hoofd der o. I. school
in de gemeente Leusden.
Onder zeer veel bljjken van belang
stelling en waardeering werd die dag
98) Haar hart wordt door eene plotselinge
kilheid bevangen als zij zich rekenschap
geeft van de groote zelfzucht van dien
man, die bereid is alles en een ieder aan
zijn verlangen prijs te geven. Hij bevindt
zich thans hier, onverschillig of hij de
positie, welke zjj door smarteljjke jaren
verkregen heeft, zal bederven; hij is
voornemens de toekomst van zjjn kind
te vernietigen, door openlijk zijn bas
taardschap en de schande der moeder
te verklaren; hij geeft er niet om, hoe
hij het hart zijner vrouw zal folteren,
door het kind eener andere vrouw vóór
het hare te stellen er leeft slechts één
denkbeeld in zjjn gemoed: De vervulling
van zjjn eigen wenschen. Zjj rijst over
eind en ziet hem aan. Id die oogen,
waarin hij gewoon is geweest liefde te
lezen, is thans minachting, eene recht
matige, edele minachting en verontwaar
diging, niet over den man, maar over
de wreedheid, de laaghartigheid, de zelf
zucht in hem.
«Zoo gij wist wat vaderlijke liefde be-
teekende,< zegt zjj, «dan zoudt gij weten
dat zij bovenal het welzjjn van het kind
bedoelt. Bei lie's toekomst is reizekerd;
mijn oom heefi hem zyn naam gegeven,
hem tot zijn erfgenaam gemaakthij kan
niets door u winnen, dooi u kan bij alles
verliezen. En wat inij bei reft er blijft
mij niets over als mijn kind. Hij is hel
mijne, niet het uwe," gaai zij niet vlam
mende oogen voort, «en ik zal hem voor
mij behouden. Ik ben blijde dat gij ge
komen zijt, omdat ik u nu van aangezicht
tot aangezicht kan zeggen, wat ik doen
zal, en indien ik u geschreven had, gij
mij mogelijk niet geloofd zoudt hebben.
Gij ziet mij hier, omringd van alle weelde.
Ik heb mij aan het velleden ontrukt;
mjj zelve van de weelde afgesneden. Ik
ben bereid om zonder eenige andere hoop
of vreugde ie leven, omdat rnijn leven
aan mijn kind verbonden is. Ik heb mijne
zonde in stof en assche geboet. Ik erken
de rechtvaardigheid van Gods vonnis over
mij, en ik dank er Hem ootmoedig voor,
dat Hij mij nog zoo veel meer gelaten
heeft dan ik verdien. Het zal mij vreese-
lijk hart vallen, deze plaats te verlaten
op nieuw de wereld in te gaan; een
nieuw leven te beginnen. Maar indien
gij niet voldaan zijt met heel de foltering
welke ik om uwentwille heb doorleefd,
dan ligt het aan u om mij weder te
verdrijven, en kan het zijn dat mijne
boetedoening nog niet voleindigd is."
«Wat bedoelt gij?" vraagt Lord Ryven-
dale: «Vival waarom zegt gij mij dit?"
«Ik ineen dit:" zegt zjj, hem met on-
wrikbaren blik aanziende:
«Dat van den dag af, waarop gij weder
mijn kind toespreekt of opmerkt, gij mij
van dien stond tot eene zwerfster maakt,
en mij uit mjjne woning zult verdrijven.
Ook al hadde ik duizenden mijlen ver
van Engeland af te gaan om hem voor
u te verbergen, ik zal daarheen vluchten
maar nimmer zal hij weten dat gij zijn
vader zijt, nooit zal hij de schande zijner
moeder vereemen.»
«Gij spreekt in het wilde,c zegt Lord
Ryvendale; «Zoo gij hem mij wilt laten
zien, dan zou ik mij door de heiligste
eeden verbinden, hem nimmer openbaar
te maken dat ik zijn vader ben.»
«De heiligste eeden!» herhaalt zij, ter
wijl zij hem in de oogen ziet. Maar zij
wendden zich af en ontvluchtten haar
blik.
«Indien gij u wenscht te wreken op
mij, door mij het geluk te ontzeggen van
hem te zien,» spreekt Alsager: «dan
moet ik er mij aan onderwerpen. Maar
gelooft gij dat gij hem altijd de waar
heid zult kunoen verbergen? Als hij groot
wordt, is hij gedwongen het te hooren.
«Ik zal lang voor dien tijd dood zijn,»
gaf zij eenvoudig ten antwoord. «En
een kind kan zijne duode moeder verge
ven, waar hij, indien zij in het leven
ware, voor haar terugdeinsen zou.»
En daarop trilt er een zwakke snik
in hare keel.
Een plotselinge terugkeer der oude
teederheid herleeft in Alsagers hart als
hij haar droeve woorden opvangt. Tot
op dit oogenblik heeft hij ter nauwer-
nood bemerkt, hoe tenger en zwak zij
is geworden. Er glij it hem een nevel
over de oogen; zijn hart wordt door een
groot berouw vervuld; voor de eerste
maal zegt hij tot zichzelven«Ik heb
gezondigd.»
Hij wenscht aan haar voeten te vallen,
hare vergiffenis af te smeeken; reeds
treedt hij op haar toe
De deur springt open, en vuurrood
van genoegen springt Bertie naar binnen
«O, mamal mama!» roept hij, terwijl
hij zich in de armen zijner moeder werpt,
en bljjft daarop, een vreemdeling ziende,
plotseling steken.
«Wel, dat is Bertie's mijnheer!» zegt
hjj met groote oogen van den een op
den ander ziende.
Lord Ryvendale grijpt zjjn hoed en
snelt uit de kamer. Hjj ziet niet eens
Fletchers toornig gelaat als deze de gang
deur voor hem opeut. Zijn hart is vol
smart en wanhoop.
Voor eenmaal maakt de Nemesis zich
van hem meester bij de gedachte dat hij
voor eeuwig de twee wezens verlaat, die
zjjn leven konden hebben gemaakt, zoo
als hij het eenmaal droomde.
HOOFDSTUK XXXVI.
De zegepraal des tfjds.
Na den avond van het bal, waarop
Otto zoo diep gezondigd had in Riette's
oogen, ging hjj voort met steeds meer
en meer in ongenade bij haar te geraken.
Zij wilde niets meer met hem te maken
hebben, en hij deed dus zijn best, zich
met Mrs. Fairstar te troosten. Onge
lukkig voor Riette kon zij, ofschoon zij
zoo bitter verontwaardigd op hem was,
en hem, indien zij het voorkomen kon,
zelfs geene hand wilde geven, hare liefde
voor hem niet overmeesteren. Zjj vond
zichzeive gedurig bezig met de gedachte
aan zijn fraai gelaat en aangename ma
nieren, en was woedend als zij ontdekte
hoe liefderjjk hare gedachten over hem
werden, zoodra zij niet op hare hoede
was. Iodien het eene uitwendige taak
ware geweest om hem uit haar hart te
rukken, in plaats van eene zedelijke en
denkbeeldige, dan zoude zij al huievasl
beradenheid bijeengeroepen hebben en