NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
SINT NICOLA AS.
EEN MESALLIANCE.
No. 98.
Zaterdag 5 December 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
F euilleton.
Amersfoortsche Courant
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Ceni.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden elechts driemaal bsrelcendl
Rroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De goede Sint staat op het punt
wederom zijn gewonen tocht te aan
vaarden. De jeugdige grijsaard is
bepaald onsterfelijk gewordenhoe
dat komt? Wel hij heeft zoo in de
liefde geleefd, dat hij er geheel in is
opgegaan, en ge weet liefde sterft
niet. Wat de zon is met hare koes
terende stralen op een guren winter
dag, dat is hij in ons geestelijk leven.
Wie zijn geloof in de menschheid
verloren heeft en meent dat men-
schenliefde uitgestorven is kent het
feest van 5 en 6 December niet.
Trouw komt hij telkenjare weder.
Hij stoort zich aan geen tijd, afstan
den kent hij niet. Om wisselingen
van tijd en lot bekreund hij zich niet.
Of de oorlogsfakkel gezwaaid wordt
dan wel de vredesadem ruischt over
de landen hij gaat vredig zijn weg,
vreugde bereidend, geluk aanbrengend
waar hij maar kan binnentreden.
Wie is hij toch die Sint Nicolaas
een wezen der verbeelding, of een
man die werkelijk hier op de aarde
geleefd heeft? Och, het is wel aardig
het antwoord op die vragen te weten,
en wij ouderen zullen door die we
tenschap ons feest niet in waarde
zien minderen. Maar geef aan uw
kleinen geen tekst en uitleg van het
geen zij verklaren niet te begrijpen
of neuswijs meenen te kunnen ver
moeden. Zij weten nog niet wat
mogelijk is het heeft voor hen niets
wonderlijks in, zijn eeuwigdurend
leven, zijn nooit uitgeputte rijkdom,
zijn alom tegenwoordigheid; laat hij
in hunne verbeelding met zijn paard
over de daken rijden, en alle gehei
men uit de kinderwereld kennen, zij
kunnen dat best begrijpen. Laten
ontijdige onthullingen ze niet uit hun
wonderwereld in de ontnuchterende
werkelijkheid binnen leiden zij zullen
spoedig en lang genoeg daarin ver-
keeren. Waarom aan die kleinen het
genot ontrooven van een tijd, die
zoo spoedig ontsnapt? Laat ze kin
deren blijven zoolang het kan, spelen
zoolang mogelijk in het paradijs der
jeugd. De dagen hunner jeugd zul
len wellicht de schoonste zijn van
mn leven, wie weet hoe weinig poëzie
het latere leven hun biedt. Dan
zullen zij tenminste een liefelijke her
innering bewaren, die een glans werpt
nog op hun volgend leven, en waar
aan zij zich riog verkwikken als alle
andere vreugd hun vreemd blijft.
Het sinterklaasfeest, het kinderfeest
bij uitnemendheid, het doet immers
ook ons denken aan den tijd toen
ogUjUU öi"j§j
r ],pt pran BE
va
ouderlijke woning. Er is veel ver
anderd sedert dien tijd, veranderd
ook aan ons, en misschien niet ge
heel in ons voordeel. Daarom is het
weldadig eens terug te denken, ter
wijl wij onzer kinderen vreugde zien,
en voor een wijle met hen jong wor
den en alle zorgen en hoofdbrekens
vari ons tegenwoordig bestaan voor
eenige oogenblikken vergeten,
Het »voor Sinterklaas spelen" door
de ouders is niet kinderachtig, maar
als iedere verrassing aan kinderen
bereid een genot. Wie met zijn kin
deren kind kan zijn, met ze kan spe
len en dartelen, hij vindt in zijn ge
lukkige, zorgelooze kinderen de heer
lijke dagen terug, die hij voor zich
onherroepelijk verloren waande.
Het kinderfeest bij uitnemendheid.
Daar ontbreekt iets aan. Het moest
zoo zijn en vooral voor de misdeelde
kinderen. Er zijn gelukkig, ook in
onze stad, kindervrienden en vooral
vriendinnen, die het feest in dien zin
trachten te volmaken. Wij hopen
dat haar vragen een goed gehoor ge
vonden hebbe; zij hebben den termijn
van ontvangst nog niet gesloten.
Maar toch blijven er over die missen,
wat de onze genieten. Terwijl wij
onze inkoopen deden, stonden er met
bleeke en treurige gezichtjes toe te
zien voor den winkeldat moet wel hard
en pijnlijk geweest zijn voor die klein
tjes. Als die daar op de stoep eens
onze kinderen waren Hoe kan men
génieten en zien genieten met licht
hart als men daaraan denkt? Ziet,
daarover kunnen wij nu wel met onze
kinderen spreken als wij ze vertellen
van Sint Nicolaas den kindervriend;
zij mogen wei weten dat hij inder
daad niet voor alle kinderen zoo goed
is. En gij kunt er zeker van zijn,
spoedig zullen de uwe gaarne bereid
zijn met arme kinderen hun lekkers
en geschenken te deelen, en bij het
minderen zal hun vreugde grooter
H'denen gij zult een goed zaad
strooid hebben in hunne harten,
in die van beide, dat rijke vruchten
zal voortbrengen. Zoodoende leeren
onze kinderen, dat het genot niet be
staat in het bezit van veel, maar in
de waardeering van het weinige, dat
mededeelzaamheid aan minder bevoor
rechten ook een genot is. Wat zou
daardoor de St. Nicolaas-avond in
heerlijkheid winnen
Het Sint Nicolaas-feest heeft zoo'n
schoone beteekenisOok nog voor
ouderen onderling. Ieder is er op uit
om anderen te verrassen en blij te
makener is nu een ongezochte ge
legenheid om bewijzen van liefde en
vriendschap te geven; het is een dag
van weldadigheid, welkom voor wie
weldoen een plicht en ook een genot
is. Ik zou niets van Sint Nicolaas
zelf zeggen, maar aan één ding wil
ik toch herinneren, 's Mans stoffelijk
overschot verspreidde, naar luid der
vertellingen, rondom het graf zulk een
welriekende geur, dat kranken er
door genezen en alle bedevaartgangers
er door verkwikt werden.
Daarin ligt een schoone zin. Zorgen
wij, dat wij ook een leven van wel
daden achter ons laten en een goeden
geur verspreiden, opdat na ons heen
gaan anderen ons zegenen en door
navolging kunnen eeren.
One wordt plaatsing verzocht voor
het volgende manifest.
Aan het Nederlandsche volkl
Door het tot stand komen der nieuwe
kieswet is ons volk een nieuwe periode
op politiek gebied ingetreden.
Het tijdvak van lusteloosheid en be
trekkelijke werkeloosheid op wetgevend
gebied, die uit den aard der zaak aan de
n-wei king-tveding eener nieuwe kiesrecht
regeling voorafgaat, ligt achter ons en
alle partijen maken zich op om hare pro
gramma's te herzien en zich voor te be
reiden tot den strijd, die weldra bij de
stembus zal worden gevoerd.
Nieuwe partijen vormen zich en zullen
straks trachten hare vertegenwoordigers
naar de Tweede Kamer te zendeD. Talrijk
zijn de wenschen, die door de oude en
nieuwe kiezels worden geuit, om het eerst
belichaamd te worden in wettelijke maat
regelen. Maar meer dan ooit spreken
ook thans zij, vele mannen en alle
vrouwen die niet het kiesrecht hebben
verkiegen, hunne wenschen uit. Een
dringend noodig is het, zoo spoedig mo
gelijk na te gaan, welke wenschen in het
waarachtig belang van ons volk het eerst
vervuld moeten worden. Alle tegelijk
vervullen, alle in de eerste zittingspeiiode
van onze nieuwe Staten-Generaal vervul
len, kan niet. Men beperke zich lot het
meest noodzakelijke.
Daaitoe behoort naar onze stellige
overtuiging eene krachtige bestrijding
van Staatswege van de bedwelmende
dranken.
Onpeilbaar is e ellende, onberekenbaar
de schade, door den vrijwel onbeperkten
handel in bedwelmende dranken over in
dividu en gemeenschap uitgestort.
Dag in, dag uit worden tonnen gouds
aan den demon der bedwelming geofferd,
worden dientengevolge zwakke, door de
wat onvoldoend beschermde vrouwen en
kinderen mishandeld, tallooze harten ge
broken, gevangenissen en krankzinnigen
gestichten, zieken- en armenhuizen bevolkt.
We behoeven U geen cijfers voor te
leggen orn onze bewering te staven. Zie
rondom U in eigen kring, lees dag aan
dag de bladen, neem kennis van het be
handelde op rechtszittingen, luister naar
hetgeen doctoren in de verslagen van
gestichten U mededeelen, en duidelijker
dan wij U dat zouden kunnen schilderen,
rijst voor U op een beeld van rouw en
jammer, vrucht van den vrijen handel
in bedwelmende dranken.
De vrjje handel! Wierp dan de drank
wet geen dam op tegen de drankellende?
Och, mochten we daarop volmondig »jac
antwoorden kunnen! Maar de wet met
de duizende drankneringen, aan welke zij
«vergunning* gaf, met de nogmaals dui
zende, die haar zwakke strafbepalingen
niet afdoend bestreden, met hare «bui
tengewone* vergunningen en alles in 't
gevaar stellende overgangsbepalingen, met
haar onbestreden laten van wjjn- en bier
huizen, drankverkoop opstoombooten enz.,
is onvoldoende gebleken om te bescher
men tegen zich zeiven den zwakke,
tegen zijn verkwisting, mishandeling en
verwaarloozing zijne omgeving.
Met kracht breekt zich thans eindelijk
baan, het bewustzijn, waarvoor de Ned.
Ver. lot Afsch. van St. Drank, ondanks
spot en teleurstelling, ruim 50 jaar onder
goed en kwaad gerucht in het strijdperk
treedt, n.l. dat de bedwelming een kan
ker is, die aan onze volkswelvaart knaagt.
Alieen een nuchter volk zal een vijj
volk zijn, alleen een nuchter volk zal
zich ook de zegeningen van den vooruit
gang op sociaal en politiek gebied kun
nen verschaffen.
Het alcoholvraagstuk is de basis van
alle politieke en sociale hervormingen,
zei Richard Cobden, en sedert herhaalden
mannen van elke richting op hunne wijze
deze stelling, en nóg geldt zij als 50 jaar
geleden.
Met allen nadruk en met allen ernst
wekken we daarom thans ons volk op,
zich Diet in partijschappen te verliezen,
maar, getrouw aan de spreuk onzer va
deren, dat Eendracht Macht maakt, ver-
eeoigd op te treden voor de groote en
waarachtige belangen der natie.
Reeds zijn er teekenen, die er op
wijzen, dat door enkele der oude parljjen
de noodzakelijkheid van krachtige drank
bestrijding nog niet gevoeld wordt. Andere
en nieuwe partijen nemen haar gelukkig
in hare programma's op.
Ons volk toone zich, in aansluiting
met of ondanks programma's, zijn plicht
bewust, en hoe ook verdeeld op ander
gebied, in zijn waarachtig belang, tot heil
i)
De zon ging onder. Daar langs den
rand van het bosch wandelt eenzaam
een man. Somber ziet hij rond. Zijn
gemoed ie weinig in harmonie met de
idyllische avondrust.
Hem nader beschouwende, ontwaren
wij een man van vijftigjarigen leeftijd,
met borstelige wenkbrauwen en een mar-
tialen knevel onder den majestueus ge
bogen arendsneus. Het is de gepensio
neerde kolonel van Zod, de afstammeling
veD een oud, adellijk geslacht.
Hij schijnt iemand te wachten.
>Hm, ik dacht dat hij er al lang zou
wezen,* mompelde hij. «En toch zou
ik wel willen dat hij maar weg bleef.
Moest het zoover met mij komen? Moet
ik het leven van myn zoon, mijn eenigsi
kina opofferen
Smartelijk aangedaan boog de oude
man het hoofd en bleef in gepeins ver
zonken staan.
Vroeger rjjk, thans echter diet meer
in staat om overeenkomstig zijn rang en
stand te blijven leven, beeft hij het voor
nemen om zijn eenigen zoon Arthur met
een meisje van mindere afkomst in 't
huwelijk te doen treden; de dochter van
een rijken brouwer van zeer geringe
familie, wiens illusie het is, zjjn mooie
dochter aan een man van naam uit te
huwendaarentegen zal hjj haar een
vorstelijk vermogen meegeven.
Dit meisje nu moet Arthur huwen, en
zijn vader wil met het aanzienlijk kapi
taal der schoondochter zijn danig geha
vend vermogen restaureeren.
Maar waarom wilde de eenvoudige
brouwer nu absoluut een patricischen
schoonzoon? Ja, dat had een reden.
Toen ook voor hem der liefde's lente
bloeide, huwde hij met een adellijke
viouw, die hem innig lief had en wegens
haar huwelijk door haar trotsche ouders
verstooten werd. De jonge vrouw had
zich dit zeer aangetrokken; bij de ge
boorte van een dochtertje moest zij van
het leven afscheid nemen, na berouwvol
haar man dringend afgevraagd ie hebben,
om dat kind, als het voor hem mocht
gespaard blijven, niet dan aan eer. edel
man uit te huwen, opdat op deze wijze
baar misstap tegenover haar bejaarde
ouders zou gecompenceerd worden. De
man beloofde dit en tevreden sloot zij
de oogen.
Het meisje, Marie, groeide goedzij
kreeg een uitstekende opvoeding en werd
ten slotte, om haar ten volle haar toe-
komstigen echtgenoot waardig te maken,
naar het degelijkste en fijnste instituut
voor jonge dames te B*** gezonden.
De vader van Marie was het nu, die
door den kolonel gewacht werd. Zaken
in de naburige stad beletten hem, op
zijn lijd bij bet rendez-vou6 te wezen.
Zooals wij zagen, begon de kolonel al
ongeduldig te worden toen de lang
verwachte verscheen een man, ongeveer
even oud als de ander, met een gemoe
delijk voorkomen, baardeloos en iets alle
daags in zijn geheele houding. Hjj ziet
boe de kolonel in gedachten verzonken
staat, nadert hem en wenscht, vriende
lijk hem op den schouder kloppende,
hem goeden avond.
«Goeden avond,* antwoordt de ander.
«Dus toch woord gehouden; maar waarom
zoo laat?*
«Zaken, mijn waarde kolonel, natuur
lijk zaken I* lachte de brouwer. «Veel
te doen inkoopen van moutdat arti
kel is aanzienlijk opgeslagen. Het bier
zal denkelijk duur worden.*
«Zoo?* meende de beer van Zon
droogjes.
«Doch waarmee kan ik u van dienst
wezen?* dus ging de ander voort. Gij
waart zoo goed, mij op deze plek een
onderhoud te verzoekenik ben met ge
noegen gekomen, en nu...*
«En nu, mijn beste heer Everts,* zoo
heette de brouwer, «wil ik u zeggen,
waarop dit rendez-vous betrekking heeft.
En dat zonder omwegen, in "een paar
woorden; daar houd ik van. Het betreft
een huwelijk.*
«Een huwelijk?* vroeg de brouwer
verbaasd. «Als ik In wjjn handelde zoo
wel als in bier, dan zou ik geneigd zijn
te vragen: wilt u mij de leverancie van
het benoodigde gunnen.*
«Wanneer je wjjn zoo goed was als
je bier, dan zou ik dat zeer zeker doen
inaar dit is hier niet zoozeer de zaak,"
ging van Zon meei ernstig voort. «De
aard van het onderwerp, dat wij te be
spreken hebben, zal u doen zien, dat dit
geheel entre nous dient te geschieden;
van daar deze schijnbaar wat excentriek
gekozen plek. Luister. Gij zult u her
inneren, dat gij eens mijn vriend Dubois
het voorstel hebt gedaan, om zijn zoon
met uwe dochter te doen huwen, daar
gij eeri aanzienlijke huwelijksgift dacht
te geven, als gij den zoon van een edel
man lot schoonzoon mocht bekomen.
Dubois heeft vau uw voorstel geen noti
tie genomeD."
«Ja, dat is zoo. Wil mynheer Dubois
soms thans nog mijn kind tot schoon
dochter
«Met dit doel kom ik niet; maar ik
kom u de propositie doen, uwe dochter
en mijn zoon Arthur den luitenant,
gij kent hem wel tot een paar te
vereenigen."
«Eindelijk," jubelde de brouwer, «ein
delijk krijg ik dan een schoonzoon naar
mijn zin. En met genoegen geef ik
hem mjjne dochter en de beloofde huwe
lijksgift; maar"
«Nu, watdan, mijn waarde heer Everts?"
«Wat zal uw zoon daarvan zeggen?*
vervolgde deze.
«Mijn zood? hm, myn zoon zal
uw dochter moeten vragen.*
«Moeten? En als hij zich eens tegen
den vaderlijken wil verzette?*
«Verzetten tegen mijD wil?* dus
merkte de kolonel nadenkend aan.
«Zelfs al deed hij dit niet als aan
mijnheer Arthur dat huwelijk niet aan
genaam wal, dan zou mijn arm kind
waarschijnlijk diep ongelukkig worden
en ongelukkig wil ik haar niet maken I*
sprak na een kleine pauze de brouwer
schuchter.
Er volgde een pijnlijke stilte; de kolo
nel bleef sprakeloos voor zich uitzien.
«Mijnheer Everts,* zoo hervatte hij,