BUITENLAND.
BINNENLAND.
keek, niet zonder zelfbehagen, naar
de kleine Fee om zij was ver
dwenen.
2. Egon.
Een paar jaar later was ik op de
kadettenschool te R. Ik had van het
oude kasteel, van de vertellingen
mijns grootvaders, en van het nauw
gezette onderwijs van den predikant
afscheid genomen, en verlangde, met
smart naar een en ander terug als
naar een verloren paradijs, nu ik in
den vreemde was en er aan gewennen
moest, alleen aan het strenge com
mando en het tromgeroffel te gehoor
zamen.
't Was andermaal kerstavond, Wij
hadden na een kleine, voor den dag
gepaste feestviering, de ons van huis
toegezonden geschenken in ontvangst
genomen, en marcheerden nu, weinig
opgewekt, naar de slaapzaal, om onze
kille bedden op te zoeken. Mijn groot
vader had mij een nieuwe porte-
monnaie met drie goudstukken, zijn
gewone jaarlijksche kerstgaven, toe
gezonden.
„Achzuchtte ik, op den rand
van mijn bed gezeten, en overleggend
wat ik met het geld zou doen, „hoe
ver ben ik thans van den dierbaren
geboortegrond! Wat zal ik nu met
mijn geld beginnen Een geweer heb
ik, een boot kan ik hier niet gebrui
ken, en boeken bezit ik in overvloed!
Als de Kerstfee maar weer hier was,
om mij te raden.
Ter nauwernood had ik aan haar
gedacht, of reeds stond ze voor mij.
Evenals het vorige jaar nam ze mij
bij de hand, en terwijl ze mij voor
mijn makkers onzichtbaar maakte,
leidde ze mij door de slaapzaal naar
het schoolvertrek, waar ik bij het
licht van een eenzame lamp mijn
besten vriend, Egon, aan een der
lessenaars zag schrijven. Egon werd
door alle jongens bewonderd en be
mind. Hij was stil en ernstig, veel
ernstiger dan wel voor zijn 13-jarigen
leeftijd paste, hij sprak weinig en
lachte nooit, maar hij werkte met
vlijt aan zijn ontwikkeling. Ik hing
aan den bleeken, trotschen knaap,
die mijn beschermer en mijn voorbeeld
geworden was, met een vereerende
liefde, als men alleen in de eerste
jeugd koestert.
De kleine Kerstfee legde een van
haar rozenroode vingers op de lippen,
dat ik moest zwijgen. Toen wees ze
naar den brief, dien Egon schreef, en
zei: „Lees!"
Ik boog mij voorover, en hield den
adem in, om mij niet te verraden.
En over zijn schouder heen, las ik
Lieve Zuster,
't Spijt mij, o zoo vreeselijk, wan
neer ik bedenk dat het heden Kerstmis
is, en ik u, arm kind, dat onbemind
onder vreemden moet leven, niet eens
een geschenkje kan zenden, om u wat
op te vroolijken. Nooit heb ik onze
armoede dieper gevoeld dan op dit
oogenblik. Maar gij weet, dat onze
voogd, sinds hij mij door zijn invloed,
en met een beroep op den naam van
onzen gestorven vader, op de inrichting
hier een plaats heeft bezorgd, verder
niets meer aan mij doet. Ik verdraag
dan ook gaarne alle ontberingen, maar
dat ik u, arm verlaten zustertje, niet
eens een kerstgeschenk kan zenden,
zie, dat breekt mij het hart. Geduld
maarBinnen weinige jaren ben ik
tafel liggen allerlei soort van taart
jes, roode en gele amandeltaartjes,
en daar zitten vier rijke dames, en
aan ieder, die binnen komt geven ze
een taartje, en telkens wordt de
deur geopend en gaan er ve^l rnen-
schen binnen. De knaap sloop
naar de deur, deed ze open en ging
naar binnen. Ach, wat schreeuwde
men tegen hem, en wat werden de
handen afwerend tegen hem uitge
strekt! Een der dames trad snel op
hem toe, drukte hem een cent in de
handen en deed zelf de deur voor
hem open. Hoe was hij geschrokken
Maar de cent gleed hem uit de hand
en rinkelde op de trappen, want hij
kon zijn roode vingertjes niet saam-
buigen om haai' vast te houden. Hij
liep er uit, en weg, weg--waarheen
wist hij zelf niet. Hij zou wel willen
weenen, maar durft niethij loopt
en blaast op zijn handjes. De angst
slaat hem om 't hart, omdat hij zich
op eens zoo verlaten gevoelt, en
eensklaps, o GodWat is dat nu
weer? Daar staat een menigte rnen-
schen verbaasd te kijkenop de
vensterbank achter de ruiten staan
drie poppen, drie kleine in roode en
officier, evenals onze vader, en dan
Ik kon niet verder lezen, tranen
verduisterden mijne oogen.
»Hier, neem de helft van mijn
kerstgeschenk, en zend het uw kleine
zuster, zei ik. Gij zult eerder officier
zijn dan ik, en dan kunt ge het mij
wel teruggeven."
Terwijl Egon beide z'n handen voor
de oogen hield, om zijn aandoening
te verbergen, drukte de kleine fee
een zachte kus op mijn voorhoofd,
en verdween.
3. De naam der Fee.
Menig kerstavond is sedert voorbij
gegaan, zonder dat ik de Kerstfee
terugzag, maar geen enkel jaar had
ik vergeten, hoe gelukkig het maakt
eenig leed te verzachten, en een traan
van droefheid te kunnen drogen. Mijn
arme grootvader rustte reeds in den
schaduw der treurwilgen op ons kerk
hof. Ik was man geworden, maar
geen soldaat, zooals hij had gewenscht
en gehoopt, ik had de bonte uniform
afgelegd en op eigen hand de strijd
met het leven aanvaard. Reeds menigen
Kerstavond had ik her- en derwaarts
in de wereld rondgezworven, thans
bewoonde ik sedert eenige jaren een
groote stad, met een donkeren hemel.
Het leven had mij ruw aangepakt,
meer dan één diepe rimpel had do
zorg in mijn voorhoofd gegraven, en
de herinnering van mijne gelukkige
kindsheid op het oude kasteel lag
ver, heel ver achter mij.
't Was weder Kerstavond.
Een fijne, dichte regen viel van
den donkeren hemel naar omlaag
droef llikkerden de gasvlammen in
den wind, die somber om de hoeken
der straten gierde. In mijn mantel
gehuld, ging ik door de ongezellige
straten naar mijn sociëteit. Voor een
elegant huis, welks zalen schitterend
verlicht waren, bleef ik staan. Bekende
stemmen klonken mij al uit de verte
in de ooren. Bij den drempel zag
ik een donkere gestalte, een in lompen
gehulde bedelares, met een van kou
rillend kind op den arm.
»Om Gods wil," smeekte ze, »heb
medelijden met mijn arm bloed, dat
van honger en koude sterft
Ik draalde een oogenblik bijna
had ik getracht deze ellende in vreugd
te doen verkeerenmaar, ik zeide
het reeds, de wereld had mij ruw
behandeld, ze had mijn hart en mijne
jeugd met voeten getreden, nu was
mijn hart dicht. Daarom ging ik
haastig voorbij, zonder op het smeeken
der bedelares acht te geven, en trad
de zaal binnen, waar om een rijk
voorzienen disch mijne vrienden ge
zeten waren, en ook, als ik, trachtten
te vergeten. Ik nam onder hen plaats,
liet mijn glas vullen, dronk en lachte
den ganschen nacht door, en toen
wij bij den aanbrekenden morgen al
waggelend van tafel opstonden en
weggingen was de bleeke bedelares
verdwenen. Nu stond ze mij eensklaps
voor oogen met haar armoedige klee
ding, haar trillende, hartverscheu
rende stem, haar smeekenden blik
waarmee ze de hand naar mij had
uitgestoken en ellendig voelde
ik mij, ja, diep ellendig. Haastig nam
ik afscheid van mijn vrienden, en
doolde alleen door de donkere straten
met ontbloot hoofd, opdat regen en
wind mijn gloeiend hoofd mochten
verfrisschen.
Zoo kwam ik thuis. Het vuur
groene kleederen uitgedoste poppen
kijk, net alsof ze leven Een oude
man zit er bij en speelt op een groote
viool, twee anderen staan er naast
en spelen op kleine viooltjes en
bewegen de hoofden op de maat en
kijken elkander aan. Hunne lippen
bewogen zich, zij praten zeker, ja,
zij praten alleen kan mer. door
het glas niet hooren wat ze zeggen.
Eerst meende de knaap, dat ze leef
den, daarna dacht hij, dat het toch
poppen moesten zijn toen begon
bij eensklaps te lachen. Nog nooit
had hij zulke poppen gezien, ook
wist hij niet dat er zulke waren Hij
wou wel schreien, maar moest toch
lachen, lachen om de poppen. Plot
seling voelde hij, dat hem iemand
bij zijn kiel pakteeen groote ondeu
gende jongen stond naast hem en
gaf hem onverwacht een slag op het
hoofd, trok hem zijn muts af en lichtte
hem tegelijk 't beentje. De knaap viel
op den grond, en men begon te
schreeuwen. Stijf van schrik sprong
hij overeind en liep wat hij loopen
kon, zonder om te kijken, zonder
doel een poort door, eene vreemde
plaats op, en hurkte achter eeu ho'ogen
brandde nog. maar de lamp was uit.
Bij het onzekere schijnsel der ster
vende vlammen zag ik op den grond
een witte gedaante als door smart
verlamd terneer liggen, ik hoorde een
krampachtig snikken en bevend vroeg
ik, wie er was.
Langzaam rees de witte gedaante
overeind en ik herkende de Kerst
fee. Niet meer de schoone, lachende
fee, zooals zij mij tweemaal verschenen
was, maar een schim met kleurlooze,
vertrokken trekken en akelig droevige
oogen.
De berichten van de Philippijnen zijn
zeer ongunstig voor de Spanjaarden. De
Impartial verneemt dat de opstand zich
voortdurend uitbreidt en de Spaansche
troepen over te groote uitgestrektheden
zijn verdeeld om veel te kunnen uitrich
ten. De jongste échecs hebben de sol
daten gedemoraliseerdvele inlanders,
die in Spaanschen krijgsdienst zijn, slui
ten zich bij de rebellen aan. De opstand
is overgeslagen naar Lanao en Mindano.
Manilla wordt voortdurend bedreigd door
benden oproerlingen, die onder bedekking
der duisternis naderen en de bezetting
der stad beschieten. In de provincie Ga-
vite zijn de Spanjaarden alleen meester
van de hoofdstad van dien naam. En ook
daar sluimert de geest van verzet. Een
lionderd-vijftig-tal gevangenen maakte
oproer, vermoordde een half dozijn sol
daten en beproefde de bewoners mede
ie slepen in den opstand tegen het
Spaansche gezag. Het plan mislukte; de
aanleggers werden in de straten neer
geschoten en een algemeen moordtooneel
volgde.
De Amerikaansche bladen geven telkens
uitvoerige beschrijvingen van de gevechten
op Cuba en maken daarbij melding van
de schrikkelijke uitwerking van het dyna-
mielgeschut, dat door de opstandelingen
gebruikt woidt. De projectielen springen
uiteen en veroorzaken rondom dood en
verwoesting. Er waren vroeger reeds
kanonnen voor ontplofbare kogels ge
maakt, maar men stuitte op het bezwaar,
dat het projectiel reeds onplofte bij den
schok der ontlading. Wel construeerde
men een pneumatisch kanon, dat aan de
vereischlen voldeed, doch hst was alleen
bruikbaar voor verdediging van verstelkte
plaatsen, daar het te zwaar was voor
vervoer. Het geschut, dat door de Cu-
baansche opstandelingen wordt gebruikt,
is uitgevonden door een luitenant bij het
Amerikaansche leger, Dudley. Het bestaat
uit diie buizen iu elkander, waarvan de
middelste hel projectiel bevat. De samen
geperste lucht, noodig voor het uitwerpen
van liet projectiel, wordt gevormd door
de ontploffing van een zes ons wegende
lading van rookloos kruit. De geheele
toestel weegt niet meer dan gewoon
veldgeschut en kan met alluil en al
geladen worden op twee muilezels. De
dracht tan hel projectiel, dal vier Engel-
sche ponden ontplofbare stof beval, is
omeveer een halve mijl. Het is voor
het eerst dat dit sooit geschut in de
praktijk gebruikt wordt, en het schijnt
den opstandelingen op Cuba groote dien
sten te bewijzen.
Met koortsachtige haast, zoo vertelt de
Politische Correspondenz, heeft de Turk-
sshe regeenng getracht om voorde terug
komst van NelihoU nog gauw haar eigen
financiëele plannen klaar te krijgen, in
de meening dat de Russische gezant zou
lerugkeeren met een tusschen de mogend
heden afgesproken plan tot genezing van
de zieke Turksche financien. De minis-
stapel hout neer. «Hier zal men mij
niet vinden, hier is het donker
Hij hurkte weer neer, en dook in
een en Icon ternauwernood van angst
ademhalen, en op eens, ja op eens
voelde hij zich o zoo lekker. Z'n
handjes en voetjes deden hem op
eens geen pijn rneer en hij werd
warm, zoo warm als zat hij bij een
kachel; eensklaps gaat er een rilling
over zijn lijf, zie hij is vast ingeslapen.
Hoe heerlijk is het hier'in te slapen
«Ik zal hier wat blijven zitten en
dan weer naar de poppen gaan
kijkendacht de knaap en lachte
bij de gedachte aan die poppen, »ja,
't is net of ze levenMaar
op eens was 't hem, als hoorde hij
zijn moeder boven zijn hoofd een lied
zingen. «Moeder, ik slaap, o 't is
hier zoo lekker om t6 slapen
«Jongen, kom bij mij bij den kerst
boom sprak eensklaps boven zijn
hoofd een zachte stem.
Hij dacht nog altijd, dat het zijn
moeder wasmaar neen, zij is het
toch nietwie of hem dan riep
Hij ziet niets, maar er bukt zich
iemand over hem heen, die hem in
de duisternis omhelst, en hij strekt
terraad heeft zich met ongekende zorg,
spoed en ernst gewijd aan het samen
stellen van eene Hekoorlyke b.grooling.
Tot de ontworpen bezuiningen behooren,
behalve de reads afgekondigde vermin
dering van de begrooting van elk minis
terie met 15 percent, de inkorting van
7 percent up de groote traktementen en
de afzonderlijke vei laging van de oorlogs-
begrooting met een millioen Turksche
ponden, welke laatste bezuiniging in
hoofdzaak al is voltooid door het ontslag
van een groot aantal reserve-bataljons.
Volgens telegrammen uit Weenen heeft
Rusland besloten den sultan door dwang
te nopen tot het aannemen van het ulti
matum der mogendheden, bijaldien hij
het wilde afwijzen. De Times verneemt
uit Konstantinopel, dat de sultan het
verleenen van amnestie aan de Armeniërs
afhankelijk stelt van de vraag of de
Armeensche patriarch zich voor hen, aan
wie straffeloosheid wordt geschonken,
borg stelt.
In overeenstemming met de boodschap
van koning George van Griekenland beeft
de eerste minister Delynnnis bij de Griek-
sche kamer wetsontwerpen ingediend be
treffende de noodige credieten voor de
hervorming van het staande leger. Twee
reserve-lichtingen zullen voor de 40-daag-
sclie manoeuvres worden opgeroepen en
een groot aantal paarden teo behoeve
van het leger worden aangekocht. De
aangevraagde posten beloopen 2,600,000
drachmen, tot dekking waarvan de saldo
der begroolingen van 1897 dienen zullen.
De Koningin-Regentes geeft Donder
dagavond ten Paleize een Kerstfeest voor
de dames en heeren der hofhouding, ook
eenige van de vroeger daartoe behoord
hebbende, en een aantal kinderen uit de
hof- en aanzienlijke kringen.
Zaterdag jl. hield het Nederlandsrh
Instituut van Accountants in hotel »Si.
Lucass ie Rotterdam hare 3e algemeene
vergadering, die door 52 personen werd
bijgewoond.
Nadat de voorzitter de aanwezigen met
een hartelijk woord welkom had geheten,
en de secretaris de notulen had voorge
lezen, kwam aan de orde hel jaarverslag,
waaraan wij het volgende ontleeneu.
De beide aftredende bestuursleden, de
HH. E. W. Schallenberg en Mr. E. J.
Korthals Altes, werden daarop met over-
groote meerderheid herkozen, terwijl de
heer C. J. Theunisse herbenoemd werd
tot voorzitter.
Het Reglement van Tucht, dat daarna
aan de orde kwam, was het onderwerp
van een langdurige en warme discussie.
Hoewel men hel algemeen wenschelijk
vond, dat er voor gewaakt werd, dat de
naam van het Instituut en de eer van
zijn leden hoog werd gehouden, vreesden
enkelen een zoo ingrijpende, strenge re
geling, Na een krachtige verdediging van
de bestuurstafel werd, behoudens .enkele
wijzigingen, het ontwerp tot wet.
De volgende bepalingen verdienen in
mimen kring bekend te worden:
«De Raad van Tucht treedt op, wanneer
«schriftelijk eene klacht tegen een der
«leden of assistenten van het Instituut
«bij het Bestuur is ingekomen; ambts-
«hulve alleen, wanneer heL openbaar ge-
«ruclit een lid of assistent van het Insti-
«stuut uls schuldig aan onwaardige
«handelingen aanwijst.f
De Raad van Tucht kan aan de leden
ingeval van overtreding de volgende straf
fen opleggen
a. enkele waarschuwing;
b. berisping;
c. schorsing. (Deze schorsing wordt
gevolgd door royement of rehabilitatie.)
De Raad neemt kennis van geschillen
de hand naar hen uit en op
eens he, wat een licht! Wat een
mooie kerstboom
Maar dat kan immers geen kerst
boom zijn, zulke boomen heeft hij
nog nooit gezien! Waar zou hij nu
wel zijn alles schittert, alles straalt
En om hem heen allemaal poppen
maar neen, dat zijn echte jongens
en meisjes. Doch ze zijn alle zoo
licht, ze draaien allen in een kring
om hem heen, ze vliegen en kussen
hem alle, ze pakken item aan en
nemen 'hem mee, en zelf vliegt hij
ook, en kijk zijne moeder ziet
op hem neer, en lacht zoo vroolijk
tegen hem.
Moeder, moeder O, wat is het
hier mooi, moederroept de knaap
haar toe, en kust weer de kinderen,
en zou hun gaarne vertellen van de
poppen achter de ruiten. «Wie zijl
gij, jongens? wie zijt ge, meisjes?
vraagt hij lachend terwijl hij hen
liefkoost.
Dit is de kerstboom van Chris
tus krijgt hij ten antwoord.
Jezus heeft op dezen dag altijd een
kerstboom voor kinderen, die daar
beneden geen eigen boom hebben
over declaraties der leden,- indien beide
partijen zich schriftelijk met het verzoek
om begrooting der declaratie tot den
Raad wenden, en vooraf verklaren zich
aan de beslissing van den Raad te on
derwerpen als in een geding van scheids
mannen, zonder recht op hooger beroep.
Naar onze meening is de aanneming
van het Reglement van Tucht een hoogst
belangrijk evenement, niet alleen voor
de accountants zelf, maar ook voor den
geheelen Nederlandschen handel. Met
volle vertrouwen toch kunnen zy, die de
diensten van een rekeningkundige be
hoeven, zich nu wenden tot de leden van
het Instituut, die zich onderwierpen aan
dit Reglement, dat alleen waardige per
sonen aan het Instituut aangesloten
blijven.
De overige punten der agenda waren
minder van algemeen belang, en wij be
perken ons er toe er melding van te
maken, dat tol lid zijn benoemd de Heeren
C. F. van Amstel, te Djocja,
W. F. van den Broek, te Amsterdam,
A. Dollee, te Rotterdam,
J. C. F. Prikken, te Amersfoort,
A. C. van der Wilde, te Semarang,
terwijl de benoeming van eenige andere
Heeren moest aangehou en worden, om
dat uit de oveigelegde bewijsstukken niet
voldoende bleek, dat zij aan de statutaire
eischen voldeden.
De verkiezingsprogramma's verme
nigvuldigen zich zoo zegt de .4wst. Ct.
bij den dag.
Het blad lelt er van links naar rechts
gaande, nu reeds tien, t. w. Sociaal-de
mocraten, Volkspartij, Radicale partij, Li-
herule Unie, Vereenigde Amslerdamsche
Ktesvereenigingen, Grondwet, Christelijk
Historische Kiezersbond, Anti-revolution-
naire fractie-Savornin Lobman, dezelfde
fiactte-Kuiper, Katholieken.
Dat er nu in elk district tien candi-
dalen zullen optreden, acht de Amst. Ct.
zeer onwaarschijnlijk, maar dat toch al
die ftacties hun eigen candidaten zullen
trachten te pousseeren, ligt h. i. voor de
hand.
Het gevolg hiervan zal wezen schrijft
het blad dat in de meeste districten
waar wezenlijke strijd is, herstemmingen
zullen moeten plaats hebben. Tusschen
wie? Du jui-t wordt zeer twijfelachtig.
Nu de kulholieken eendrachtig schijnen
te zijn en bezig zijn om zich uitnemend
te orgamseeren, kan men bij deze schro
melijke verdeeldheden der overigen niet
aannemen, dat zij, overal waar zij van
eenige beteekenis zijn, in herstemming
zullen komen.
Tusschen de negen overige partijen
wordt het dan een steeple-chase, wie de
gelukkige zal zijn, die het tot herstem
ming brengt. Het zal dikwijls van een
paar stemmen afhangen.
Op die wijze kan er een Tweede Ka
mer ontstaan, waarin enkele partijen in
het geheel niet, andere weder ongeëven-
redigd aan hun getalsterkte, zeer ruim
vertegenwoordigd zullen zijn.
Het merkwaardigste van dit alles is,
dat elke partij het meeste schade aan
brengt aan die partij, die haar het naaste
staat. Wanneer bijv. in een district de
sociaal-democraten en de radicale partij
elk een candidaat hebben en er eenige
kans bestaat, dal een dezer candidaten
in herstemming komt, dan zal het optre
den van een candidaat van de volkspartij
deze kans geheel doen verloren gaan.
Hy trekt toch zijn stemmen van die
kiezers, die anders voor een sociaal-demo
craat of een radicaal zouden hebben ge
stemd, en verzwakt zoodoende het getal
stemmen op die beide in zoo hooge mate,
dat zij voor de herstemming wel niet
meer in aanmerking zal komen.
Deze overweging die iedereen d&delyk
moet treffen, zal de fracties, die zich
eenigszins verwant voelen, wel tot de
overtuiging brengen, dat uitsluitend of
althans ondei handeling gewenscht is. De
partijen zouden zich dan ongeveer in vier
groote groepen kunnen vereenigen. Socia
list-radicalen, liberalen, anti-revolutionai
ren, katholieken.
En hij vernam, dat deze jongens
en meisjes alle eens kinderen waren,
evenals hij. Maar dezen stierven van
kou, en genen van honger, die door
mishandeling, en anderen weer door
gebrek aan geneesmiddelen zelfs tegen
die ziekten, die bij eenigszins goecfe
verpleging, gemakkelijk hadden kun
nen genezen worden. En nu zijn
allen hier, allen aan engelen gelijk,
allen bij Christus. En Christus zelf
is midden onder hen, en opent zijne
armen voor hen, en zegent hen en
hun arme moeders En de
moeders van die kinderen zijn er alle
bij tegenwoordig en staan wat ter
zijde en weenenieder moeder kent
haar jongens en haar meisjes, en die
vliegen in hare armen en kussen
haarmet hun handjes drogen ze
hare tranen en smeeken haar niet
te weenen, omdat ze hier zoo gelukkig
zijn
Des morgens echter vonden de be
dienden op den grond achter den
houtstapel liet kleine lijk van den
bevroren knaap.
Th. DOSZTOGEFSKY.