GEMENGD NIEUWS.
art. 50 der Kies\vct« en in den lin
ker benedenhoek de vermelding van
den naam en de woonplaats van den
afzender, gewaarmerkt door zijn
handteekening.
De mazelen die thans in de
Vechtstreek heerschen, zijn niet zoo
onschuldig als gewoonlijk en blijven
steeds nieuwe offers eischen. In de
gemeente Loenen zijn uit drie gezin
nen elk 2 kinderen overleden. Bij een
daarvan deed zich het treffende geval
voor, dat het tweede kind stierf, on
derwijl het eerste door den vader werd
begraven. In het 'geheel zijn er reeds
18 kinderen overleden, en op andere
plaatsen is de sterfte vooral niet ge
ringer. Wij vernamen dat te 's-Gra-
veland nit één gezin 3 kinderen stier
ven, terwijl een vierde zeer ernstig
ziek is.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
- De gemeenteraad hield gisteren
zijn eerste vergadering in dit jaar,
onder presidium van den burgemees
ter mr. F. D. graaf Schimmelpenninck,
terwijl met kennisgeving afwezig
waren de heeren Van der Want,
Van Zijst en Tiomp van Holst. Het
eerst was aan de orde een voorstel
van 11. en W. tot vaststelling der
jaarwedde van de onderwijzeres aan
de meisjesschool mej. wed. H. F. vaii
Slooten, geboren Spruyt, in de vorige
zitting benoemd, op zevenhonderd
gulden. Dat voorstel ondervond bij
onderscheidene leden bestrijding.
Nadat de heer Visser inlichtingen
had gevraagd, waarom niet het bij
de desbetrekkelijke verordening be
paalde aanvangs-salaris van zeshon
derd gulden was voorgesteld, en de
wethouder van onderwijs, do heer
dr. Groeneboom naar aanleiding daar
van had geantwoord, dat de vroegere
dienstjaren als onderwijzeres van
mej. wed. Van Slooten, die als zoo
danig in 1887 op haar verzoek eer
vol ontslag verkreeg, bij de bepaling
van het bedrag der nu voorgestelde
jaarwedde waren in rekening gebracht,
kwamen eerstgenoemde, benevens de
heeren Gerritsen, Klebcr en Van Beek,
tegen zoodanige uitlegging van de
bepaling der verordening op, en be
weerden, dat die niet dan op do
onderwijzers en onderwijzeressen van
toepassing was die voortdurend in
dienst der gemeente waren en niet
op mej. Van Slooten die van 1887
tot 1896 geen onderwijzeres was en
bij het bekomen van ontslag op haar
verzoek, in 1887, afstand had gedaan
van alle rechten die zij zou kunnen
geacht worden toen te bezitten, ter
wijl bovendien de in 1895 vastge
stelde verordening niet toepasselijk
geacht kon worden te zijn op voor
dien tijd gepresteerden diensttijd.
Genoemde raadsleden geven te ken
nen dat zij niet hunne stemmen op
mej. Van Slooten ter benoeming tot
onderwijzeres zouden hebben uitge
bracht. wanneer zij geweten hadden
dat het tegenwoordig voorstel zou
zijn gedaan, en zij dan ook in de
meening hebben verkeerd dat met
het aanvangs-salaris zou zijn begon
nen, terwijl de heer Visser nog op
merkte, dat reeds in het officiéél
verslag der zitting van 20 Dec. jl.
staat vermeld dat de jaarwedde op
f 600 is vastgesteld, hetgeen volgens
den Voorzitter foutief is geschied eu
dan ook niet in de notulen dier
vergadering is opgenomen De heer
Celosse gaf daarna de heer Visser in
gen. 1"
De oude bediende, die juist met
een kleinen stoffer de broodkruimels
van de tafel op een presenteerblad,
dat hij in hand hield, veegde, staakte
zijn werk en beschouwde mij.
Van dit oogenblik af werd onze
stemming jegens elkander anders.
Mijn gastheer legde langzamerhand
zijne geslotenheid af. Zijn achter
houdendheid verdween, het ijs was
gebroken.
Het diné was afgeloopen. Wij
stonden op en gingen weder naar
het kleine salon Louis XVI. De
bediende bracht ons sigaren en likeur,
en Graaf de Brissac bood mij een
sigaar aan.
Ik aarzelde ze aan te nemen
«Mag hier in het salon gerookt
worden
«O, zeker, Mijnheer 1"
«Maar als de dames hier dan
morgen weer komen
«Dat hindert niejs, gij kunt ge
rost rooken Het zal mijne dames
niet hinderen
Hij scheen mij de oplettendheid
voor zijne dames hoog aan te rekenen. I
Wij zetten ons aan den haard, en I
overweging terugzending der voor
dracht aan B. en W. voortestellen,
doch daartegen kwam de heer Ger
ritsen iri verzet, die meende dat waar
de zaak voor behandeling in den
Raad nu vatbaar was B en W. zelf
devoordracht dienden terugtenemeh,
omdat de fout door hun college uas
begaan, aan welke wenk gevolg werd
gegeven, volgens de Voorzitter alleen
ter nadere overweging of de in de
verordening genoemde autoriteiten in
deze moeten worden gehoord, en
onder te kennengeving dat B. en W.
allicht met het voorstel om de wedde
op f 700 te bepalen zouden terug
komen. liet voorstel werd daarna
van de agenda afgevoerd. Aan den
heer IF. Fransden verdienstelijken
griffier van den burgerlijken stand,
werd, ter gelegenheid zijner 40-jatige
loopbaan als ambtenaar ter gemeente
secretarie eene gratificatie van f 100
vei leend, waai bij de Voorzitter herin
nerde aan de levende sympathie door
dien ijverige» aainbtenaar van de
zijde der leden particulier ondervon
den. Een voordracht om aan den'
heer J. van Bottenborg een bedrag
van f 25 uit «onvoorzien» te voldoen,
werd aangenomen. Waarvoor die
betaling strekt kwamen wij niet te
weten, doordien de Voorzitter vergat
dit medetedeelen, zoodat wij zulks
eerst zullen vernemen uit het [fideel
verslag, dat der gemeente 'sjaars
1 600 kost, veertien dagen na de zit
ting eerst verschijnt en dan nog
altijd niet betrouwbaar is. zooals uit
't bovenvermelde ten aanzien van de
vaststelling der jaarwedde van mej.
wed. Van Slooten kan blijken. Eene
voordracht tot af- en overschrijving
van posten op de begrooting der
dienstdoende schutterij voor 1896
werd aangenomen.
Ingekomen was een van den Raad
van Toezicht om advies ontvangen
plan nopens den bouw van een
nieuw staalsspoorwegslation.
B. en W. hadden hunne rneening
daarover reeds gezegd, doch die werd
in de zitting door den Voorzitter
niet medegedeeld, zoodat ons die niet
kenbaar werd. Met het oris on Le
kend gebleven advies van B. en W.
werd, op voorstel van den Voorzitter,
het plan ter nadere beoordeeling
in handen eener commissie gesteld,
tot leden van welke werden benoemd
de heeren Visser. Gerritsen, van
Eek, Kleber en Celosse. Aan die
commissie werd een crediet van
hoogstens f500.toegestaan om
zich, zoo noodig, door een technisch
adviseur te doen bijstaan. (Zouden
uit die som ook de kosten kunnen
worden gevonden om het plan door
reproductie ter kennis van het publiek
te brengen Red.
Verder werd door den Voorzitter
meegedeeld dat waren ingekomen
goedkeuring op het besluit lot al
en overschrijving van posten op de
begrooting der schutterij, dienst
1896; van de begroeting der ge
meente en van de schutterij voor
1897; van het besluit tot heffing
van 50 pCt. van het tarief voor het
vuur-, haven- en tongeld in 189/
op de raadsbesluiten tot opname van
kasgeld en tot aankoop van 'grond
(welke weid, niet medegedeeld, maar
wij vermoeden dat 't de grond zal
zijn bestemd voor den bouw der
gasfabriek); en op de benoeming van
den leeraar Peyrot aan liet gymna
sium.
In eeri uitvoerig schrijven betuigt
de gemeente-ontvanger dank voor de
liij begon omzichtig te vragen, met
een' verbazende onbekendheid van
onze toestanden, en met een zekeren
naieven trots op Fransche zeden en
gewoonten, of wij ook het begrip
van het salon kenden en het respec
teerden als Daraeskamer, waarin niet
gerookt werd, of men na afloop van
het diné koffie en likeur presenteerde,
of onze huizen ook zoo gebouwd
waren, dat onze ontvang- en gezel
schapskamer zich in de benedenver
dieping bevonden, en duizend andere
zaken meer.
Hij was nooit buiten Frankrijk ge
weest, en hij was in den grond van
zijn hart er ten volle van overtuigd,
dat het voor een ook maar eenigszins
fatsoenlijk mensch eigenlijk volkomen
onmogelijk was, in het buitenland te
leven. Om kort te gaan, hij ontwik
kelde zulke valsche denkbeelden over
ons, zooals wij ze in 't algemeen over
de Russen hebben. Duitschland scheen
hij voor een' soort woestijn te houden,
waarop bijna het gansche jaar door
ondoordringbare sneeuw lag.
«Gij moet u toch bijzonder lekker
gevoelen in den strengen winter, wel
ken wij dit jaar in ons land hebben
verhooging zijner jaarwedde en voor
het besluit tot aanwijzing van zijn
plaatsvervanger, terwijl ook eene
dankbetuiging was ingekomen van
de politie-agenten 3e. Ida-se voor de
verhooging hunner jaarwedde. Nog
was ingekomen een schrijven van
den onderwijzer, den heer G. F.
Nijlatid. waarin hij verzoekt zijn
rekest om verhooging van jaarwedde
als niet gedaan te beschouwen.
In de vergadering die de Kamer
van koophandel en fabrieken Don
derdag hield, is de rekening en ver
antwoording over 1896 vastgesteld
tot een bedrag van f200 aan ont
vangsten, f 171 aan uitgaven en der
halve met een voordeeldig saldo vaTi
f29. Een vei zoek van de Kamer te
Deventer om haar rekest aan den
Minister van Waterstaat te onder
steunen, waarin gevraagd wordt een
verminderd port van 2'/, ct., voor
de verzending van facturen onder
kruisband, omslag of geopend couvert,
werd tot eene volgende vergadering
aangehouden.
De behandeling van hel rapport
der Commissie betredende de los-
en laadplaats aan het station, werd
voorloopig verdaagd, met het oog op
de aanhangige plannen nopens aan
leg van stationsterrein, enz.
Een 4jarig jongetje van zekeren
L., buiten (ie Kleine Koppelpoort, is
in een pot kokend water gevallen,
en heeft zoodanige brandwonden be
komen, dat men voor 't levensbehoud
vieest.
De heer C. T. van Beek heeft
ontslag gevraagd als lid van de Com
missie der gemeente-reiniging.
Het aantal sollicitanten voor
het ambt van koster der Sint Joris-
kerk is alreeds gestegen tot 100.
Het bestuur der Sociëteit «Ami-
citia" biedt op Zaterdag 30 Januari
a.s. den kinderen harei leden een
bal aan, na afloop waarvan ook aan
de leden zelve gelegenheid tot dan
sen zal worden gegeven.
Wij vestigen de aandacht onzer
lezers op achterstaande advertentie
van den heer Dumoulin. Zij, die
elders reeds een Carnevalsl'césï heb
ben bijgewoond zullen den wakkeren
ondernemer zeker hun steun niet
onthouden.
Naar wij uit goede bron ver
nemen is bij het gemeente bestuur
door een paar Amsterdamsche heeren
Concessie aangevraagd om onze ge
meente electrisch te verlichten.
Naar men ons mededeelt wordt
door eenige groothandelaren een mee
ting voorbereid oin te protesteeren
tegen het plan van de 11. IJ. S M.
voor het te bouwen Centraal slation
alhier.
De damesvereeniging «Doicas"
heelt blijkens haar jaarverslag in het
afgeloopen jaar als naar gewoonte
den dringende nood van velen gele
nigd en door het verstrekken van
kleeding menig huishouden den strijd
om het bestaan verzacht.
Aan 144 huisgezinnen werden uit
gedeeld: 385 hemden, 100 lakens,
57 dekens, 190 paar kousen en sok
ken en 39 stuks baaien kleeding-
stukken.
Deze uitdeelingen werden bekos
tigd uit de contributiën der werkende
leden, jaarlijksche bijdragen en vrije
giften. Waar de damesleden enkel
nit liefde tot den naaste, een zoo
schoon voorbeeld geven zullen onze
bemiddelde stadgenooten zeker niet
willen achterstaan en bij de gi wono
jaarlijksche inzameling, die in deze
maand zal plaats hebben deze zoo
hoogst nuttige vereeniging met milde
hand willen steunen.
Het Ulrechlsrh Dagblad zegt
de volgende waardeerende woorden
over de tentoonstelling van tapijten
en teekeningen uit de Amersfoortsche
tapijlfabriek, welke thans door de
vereeniging «Voor de kunst" iu de
Bisschopsstad gehouden woidt:
Wie nog twijfelen mocht, of ook
het projecleeren en doen weven van
tapijten, ais een uiting van kunst kan
beschouwd worden, moet stellig de
tentoonstelling die thans, voor slechts
weinige dagen geopend is, eens nauw
keurig bezichtigen. De Amersfoortsche
fabriek exposeerde eenige tapijten en
kleedjes, en stond ook de teekeningen
af, waarnaar zij werkt, en die ont
worpen zijn door den heer T. Colen-
brander, den genialen vinder van die
soort aardewerk, welke wij als «Ro-
zenburgsch" bewonderden, toen dit
nog in de mooie perode was. Het
is heel interessant op deze tentoon
stelling teekeningen en uitvoering eens
nauwkeurig te vergelijken en te zien.
op welke wijze een zeer uiteenloopend
effect verkregen is. Erzijn verscheidene
teekeningen en kleeden, waaraan het
zelfde patroon (Lente geheeten) ten
grondslag ligt, en toch, welke ver
scheidenheid. Reeds in den fon l;
die is sorns ellen, en dan lijkt het
weefsel van glanzig fijn, poluche, soms
uit onderling eenigszins verschillende
draden samengesteld; dan schijnt het
dikker, schitterender, ook wel met
matgekleurde haast onzichtbare, bloe
men doorwerkt en 't geheel krijgt
dan een Perzisch karakter. Evenzoo
is 't met de hoofdfiguur, die nu eens
in scherpe, fijne lijnen, dan weer in
krachtige, gevulde bloemen naar voren
komt. Heel eigenaardig lijkt mij de
wijze, waarop onderling slechts wei
nig verschillende kleuren samen ge
bruikt zijn naast een teer blauw, dat
fond is van eene kleine figuur, een
ander blauw, heel weinig daarvan
afwijkens, dat als lijn iets moet
aceentueeren. Ik denk, dat een goed
deel der bekoring, die van deze
kunstindustrie uitgaat, te zoeken is
in hot fijne kleurenspel.
Onnoodig te zeggen, dat het weef
sel (ongeveer als nieuw Srnyrnasch
of Deventersch) zoo zwaar en soliede
is,- dat een dergelijk tapijt waarschijn
lijk een mcnschcnleven zal duren.
Het is juist gezien, dat de. heer
Gerjeanne, directeur der fabriek a.s.
Woensdag zelf op de tentoonstelling
aanwezig zal zijn om met lien, die
bestellingen mochten willen doen, te
coufereeren en te overleggen over
wijziging in de nuanceering, in ver
band met de plaats waarvoor de
tapijten zullen worden bestemd.
353e STAATSLOTERIJ.
Yijfde klasse. Eerste week.
Trekking van 11 en 12 Jan.
(1400 loten).
Ten kantore van den collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende
nummers te beurt gevallen:
Prijzen van f70.
2316 2673 10775 11552 11557 11603
12743 12819 12824 an 15098.
Te zamen 10 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken:
1043 1054 1064 1993 2328 2527 2529
2547 2650 2712 2716 273410779 10802
10810 10852 11559 12744 i2752 12771
12786 12787 12811 en 12834.
Loten zijn ten voormelden kantore
(Breedestraat, wijk E 350) nog verkrijg
baar a f 3,50 per '/io-
Bunschoten. Te dezer plaatse wor
den pogingen aangewend tot het
oprichten van eene anti-revolutionaire
kies vereeniging.
Koningin Elisabeth en koningin
Maria Stuart.
Te Parijs maakte voor ruim een
maand een zekere madame X., een
vermogende dame, kennis met een
zeer beminnelijke julïrouw, die wij
mej. Z. zullen noemen. Deze laatste
scheen niet zeer met aardsche goe
deren gezegend. Op zekeren avond
deed de jonge dame aan madame X.
den voorslag om gezamenlijk een
haar bekend, buitengewoon medium
te bezoeken, dat met bewonderens
waardige gemakkelijkheid in de toe
komst zoowel als in het verle,dene
kon zien De Sibylle gaf ook aan
onze beide dames eenige zeer duide
lijke bewijzen van haar goede betrek
kingen met de geestenwereld, door
dat zij verscheidene meubelstukken
allerlei dansen liet uitvoeren, daarna
viel zij in een hypnotischen slaap.
Het medium richtte zich op in de
bekende werktuigelijke wijze, legde
den wijsvinger op hef voorhoofd der
beide vriendinnen en onthulde haar
het volgende geheim: »U beiden
waart vroeger koninginnen U
waart Maria Stuart eu ik groet u,
arme koningin van Schotland... En
u," daarbij wendde het medium zich
tot madame X., »u waart ook konin
gin, maar u groet ik niet, want u
waart de tweede Elisabeth, koningin
van Engeland...«Zij was liet
dus, die mij indertijd het hoofd liet
allslaau zeide juffrouw Z op bit
teren toon. «Ja, zij was het," riep
de profetes uit, «maar stel n gerust,
arm slachtdier, want Elisabeth is
alleen daarom weer vleesch en been
geworden, om haar onrecht van vroe
ger goed te maken."
De beide vrouwen gingen heen,
zeer aangedaan, vooral de wreede
Elisabeth Den volgenden morgen
leende «Maria Stuarts van «koningin
Elisabeth» eene groote som gelds,
die deze niet dorst weigeren. Hoe
bad zij anders kunnen handelen, daar
Maria Stuuit eens op haar bevel was
onthoofd? Veeitien dagen later was
«Maria Stuarla op baar beurt medium,
en in haar hypnotischen slaap her
kende zij nu een neef van madame
X een mooien jongen man, als graaf
Boihwell, haar vroegeren gemaal
in de 10e eeuw. Een spoedige ver
bintenis of liever liereeiiigir.g vond
terstond plaats, daar «Maria Stuart»,
een mooi meisje was en heelemaal
in den smaak viel van «Elisabeth's»
neef. De vroegere koningin van Enge
land was nii wel juist niet in de
wolken over deze opneming in haar
familie van deze geheel onbekende
en arme jonge dame, maar zij durfde
er zich niet tegen verzetten.
Toch was /ij nog niet aan het einde
harer beproevingen want weinige
dagen na het huwelijk kwam haar
neef haar bezoeken en verlangde een
flinke som mee ten huwelijk, bij was
het toch, die door zijn huwelijk de
vroegere daad zijner tante weer eenigs
zins goedgemaakt had. «Elisabeth»
durfde alweer niet veel tegenspreken
en kwam met haar banknoten en
effecten voor den dag.
Acht dagen later vei trok «Maria
Stuart«, plotseling overvallen door
het heimwee naar haar waar, en
eenig vaderland, naar Schotland, en
«graaf Bothwell» als trouwe gade,
volgde haar daarheen. Maar toen
beiden heengegaan waren kwam er
over madame X. een twijfel. Haar
vrienden gaven haar den raad om
de politie zoo spoedig mogelijk in
den arm te nomen. Bij deze vernam
zij, dat haar vriendin, haar nicht, die
met haar neef en haar geld was ge
vlucht, een welbekende en ook reeds
vaak gestraftedievegge en avonturier
ster was.
van den Graaf van Chambord"
«Die vermoord werd? M'n moeder
heeft me daarvan verteld"
Graaf de Brissac werd eensklaps
toornig
«Oui, par cette brute, par ce
L ou vet,"
Wordt vervolgd.)
«Waarom, Heer Graaf?"
«Omdat gij er aan gewoon zijt."
«Ik begon, te lachen en gaf hem
eenige inlichtingen omtrent de toe
standen bij ons te lande. Hij scheen
van de eene verbazing in de andere
te vervallen, maar hoe meer hij er
kende, dat hij met geen wilde te doen
had, hoe beminnelijker hij werd.
Wij spraken over Fransche kunst.
Ik vertelde hem, dat ik victor Hugo
bij brokstukken gelezen had, ik
noemde hem de titels van stukken
op, welke ik gezien had, van de «Tar-
tuffe" tot de «Dame an Camelia";
het meest van alles trof hem, dat ik
Alfred de Musset kende. Dat scheen
zijn lievelingsdichter te zijn. Tot be
looning verklaarde hij mij zelfs, dat
hij in het jaar 1868 in Parijs in een
salon van een lid der Comédie
Francaise (den naam heb ik ver
geten) de vertaalde gedichten van
Goethe had gehoord.
Graaf de Brissac eindigde met:
«Ja, Goethe, ziet gij, dat was een
dichter. Dien kan men zelfs met Hugo
vergelijken
«Hij had ook het Legioen van eer,
Heer Graaf! Hij kreeg het van Na
poleon I."
«Inderdaad, dat doet me genoe
gen Ofschoon ik eigenlijk met Na
poleon
Hij hield op, en liet er toen ver
bitterd op volgen
«Napoleon HI is toch thans ook
de schuld van onzen nationalen ramp
Ik vroeg hem omzichtig, of hij het
dan met de Napoleontische heer
schappij niet eens was. De Graaf
antwoordde onmiddellijk zeer beslist,
terwijl hij daarbij boos zijn rok toe-
knoopte en zijn Henri-qnatre streek
«Ik ben Legitimist, Mijnheer!"
Nu wist ik dus, dat ik vrijer praten
kon, zonder vrees dat ik ergernis zou
geven, en daardoor vond ik een nieuw
punt van aanraking. Mijn moeder
was namelijk een' Oostenrijksche en
een' kennis van de Gravin van Cham
bord, die met haar gemaal geregeld
den winter in Frohsdorf bij AVeenen
door bracht. Dit deelde ik hem mede.
Hij was uitgelaten van vreugde daar
over
«Stel u voor, dat m'n vrouw diir
als meisje heeft verkeerd. Haar vader,
Markies de Lamerolles was een vriend
van den Hertog van Berry, den vader i