BINNENLAND. CIJFER: 2 THOMSON'S THEE. Officiëele Publicatie. kingen werden belegerd. De verliezen van Grieken en Turken zijn totnogtoe onbekend. Een versterking zou reeds in handen der Grieken zijn gevallen en de manschappen, met den officier, die er het bevel over voerde, gevan gen zijn genomen. Edhem-pacha snelde aan het hoofd van twee regimenten naar het tooneel van den strijd. Het vuur duurde van des voormiddags tot middernacht. Het bezoek van H.H. MM. de Koninginnen aan Gouda is bepaald op Zaterdag 24 April. H.H. M.M. zullen omstreeks lialf- één van den Haag naar Gouda ver trekken en gaan na het bezoek aan die stad per extra-trein naar Amster dam, waar zij tot 30 dezer zullen verblijven. Omtrent het bezoek aan Dordrecht is niets naders bepaald. De berichten daaromtrent zijn derhalve onjuist. Het is zelfs onzeker in welke maand het bezoek zal plaats hebben. H. M. de Koningin en prinses Elisabeth van Waldeck waren Zon dagochtend tegenwoordig bij den dienst in de Kloosterkerk, onder gehoor van ds. Vermeer. De groothertog van Mecklen- burg-Schwerin is Zaterdagavond om uur 40 minuien te Cannes gestorven. Groothertog Friedrich Franz 111 werd in 1851 te Ludwigslust geboren en volgde in 1883 zijn vader Friedrich Franz II op. Hij was gehuwd met grootvorstin Anastasia Michaelowna, dochter van grootvorst Michael Nico- Jaiewilcb, voorzitter van den Rijksraad van Rutland. Thans komt aan de regeering zijn eenige 15-jarige zoon Friedrich Van het koloniaal weifdepot te Harderwijk zal den 8n Mei e. k. naar Rotterdam vertrekken, om van daar verder per stoomschip Gedé naar Oost-lndië te worden overge bracht, een afdeeling aanvullings troepen, ter sterkte van 53 millitairen, waaronder 3 onderofficieren. Voor het bevel over dat transport is aangewezen de zich met verlof h. t. I. bevindende le luit. der inf. van het Indische leger C. R. W. K. van Alderwerelt van Rosenburgh, ter wijl als medegeleider daarbij wordt ingedeeld de onlangs bij gemeld leger benoemde 2e luit. van dat wapen F. Dam, alkoinstig van den hoofdcursus te Kampen. Men seint uit Batavia aan de N. R. Cl. 1Ü April is de majoor der infanterie H. A. L. Wichers niet twee compag nieën naar Lepong en gisteren de kolonel G. F. Soeters met 3 compag nieën naar Lehong opgetrokken. Over liet plan der Regeering tot ontginning van heide- en zandgronden bij Kootwijk op de Veluwe van Staatswege, schrijft mr. W. H. de Beaufort o. m. in de Ainst. Ct. Een ontginning zooals de thans door de regeering voorgestelde acht ik, in strijd met de redactie van Sta Pal, «principieel" het eenige middel om op doeltreffende wijze werk te ver schaffen en de welvaart te verhoogen. Dat de Staat de «goedgezinde rijken" zal afschrikken om met huil ontgin ningen voort te gaan of er nieuwe te beginnen, betwijfel ik ten eenen male. Eene ontginning is niet een be deeling, die men gaarne bereid is over te laten aan anderen, zij is ook een zaak van liefhebberij, die geld kost, maar toch ook genot verschaft aan hem, die haar uitvoert. Of zij daarom maar niet liever aan particulieren moet worden overgela ten Mijn antwoord op deze vraag is zeer beslist ontkennend. In een land als Nederland, waar geen fidecom- missen en majoraten bestaan en waar het erfrecht volgens de beginselen der Fransche wetgeving geregeld is, kan een ontginning van heidegrond en bosch op eeiugszins groote schaal worden ondernomen en voltooid alleen door zeer gefortuneerde grondeige naren, die reeds op jeugdigen leeftijd in het bezit van hun landgoederen zijn gekomen, of wel door maatschap pijen. Dat deze laatste zich nooit of slechts zelden ontginningen ten doel stellen, is bekend, en wat de particulieren woordig, die verlangt dat zijn dienst baren hun plicht doen." Wordt vtroolgd.) betrelt («de goedgezinde rijken)" die in het klein zich met ontginningen bezig houden, hoe vaak ziet men niet, dat door het overlijden van den ont- ginner de aangevangen ontginning in handen komt van iemand, wien het aan den lust of aan de macht ontbreekt om het werk voort te zet ten. of wel dat de ontginner, reeds bij zijn leven door allerlei omstandig heden gedrongen word om zijn aan gevangen arbeid te staken? Wie dus verhooging van de alge- meene welvaart door bebossching der woeste gronden wenschelijk acht, die juiclie het optreden van de Re geering in dezen toe. Ik voor mij heb met buitengewone instemming deze uitbreiding van Staatstusschen- komst begroet en hoop van harte, datderedeneeringen van «Oranjebotul" en «Ordelijke Hervorming" tegen dit plan geen vat mogen hebben op hen, die over deze aangelegenheid eerlang zullen hebben te beslissen. De heer Frank van Vloten te Groeneveld bij Nunspeet. lid der Ned Heide-Maatschappij teekent te gen dit oordeel protest aan in een ingezonden artikel in de N. R. Ct. Wij nemen daaruit het volgende over Alleen jeugdige grondbezitters zoo heet het kunnen den aanleg voltooien of maatschappijen, en deze zijn er niet. En verder bestaat bij deze kans dat al spoedig lust of macht ontbreken. De Staat verkeert niet in dit geval. Nu is dit onjuist; het is zeer ge lukkig als eigenaar en houtvester samenschuilen in een persoon, liet is echter geheel onnoodig. Gewoon lijk weet een boschnian families over te halen, een bedrijf in te l ichten of te verbeteren; hij heelt dan zijn leeiling en mocht onverhoopt, aan erven, het geld ontbreken en de lust, welnu, daar kan de regeering voor weinig een bestaand bedrijf overnemen. Wat het gemis aan maatschappijen aangaat, in onze afdeeling zijn van pl.m. 36 leden l.Sleeken en 7 bosch vennootschappen, terwijl het geen twijfel lijdt dat er een tendenz is syndicaten te vormen. De heer De Beaufort spreekt niet juist, als hij zegt, dat de ontginning in eens nieuwe waarde schept; het zou juister zijn te zeggen, eenige mannen scheppen uit 's lands schat kist, of uit de zakken van Jan en alleman eenig geld om naar hun inzichten bosch te doen aanleggen. De nieuwe waarde is reeds gescha pen in anderen vorm, het is geen zuiver gewin, integendeel, met veel inspanning zal men magere scheppin gen krijgen voor den Staat. In elk geval schept men noch te Cltaam, noch te Schoorl, noch te Kootwijk bosch in een viertal jaren en waardiger zoude het zijn van de regeering, bedachtzaam een ontginning te onderhouden, dan hals over kop zich in andere te begeven. Het aantal hectaren door particulieren in de laatste jaren ontgonnen schat ik jaarlijks op meer dan 4000. Deed elk lid der Ned. Heide-Mij. zooals de werkende leden onzer af deeling, zoo zou men in 30 jaar geen woesten grond meer zien, zonder dat dit den Staat iets kost; en allicht zoude men door een welwillend toe zicht op de exploitatie van de bosch- gronden, gepaard met eenige tegemoet koming, blijvende bosschen kunnen verkrijgen. PLAATSELIJKE BERICHTEN. De Kiesvereeniging «Geloof en Liefde" zal op Donderdag den 15. April 1897 vergaderen, ter verkiezing van 12 candidaten voor het Kies college en het benoemen van 1 be stuurslid. De voordracht voor Hoogheem raad van den Bunschoter Veen en Veldendijk (vacature wijlen den heer M. Lagerweij, te Amersfoort) bestaat uit de heerenA. Kuijer Az., A. Huurdeman en A. T. J. van 't Kloos ter. allen te Hooglandter vervulling van de vacature door periodieke af treding niet 1 Juli van mr. A J. de Beaufort, te Leusden, worden voor gedragen de heeren mr. A. J. de Beaufort te LeusdenJ. van den Hengel Mzte Stoutenburg, en G. Voskuilen, te Hoogland. Aan majoor Tromp van Holst, commandant der dd. schutterij hier, is vergunning verleend ook dezen zomer de oefeningen van het 5e regi ment infanterie bij te wonen. Tot commandeurs der Amers- foortsche Vrijwillige Brandweer zijn benoemd H- .1. Reems (vacature G. de Jager) en J. II Donath (vacature E. E. Blok). Bij de Zaterdag ten Raadhuize gehouden aanbesteding van het maken en leveren van acht stemhokjes en zes balustrades voor de stembureaux werd Ingeschreven door den heer J. Klaarenbeek, hier, voor de som van f 245, wien het werk is gegund. Voor de Rijksnormaallessen (directeur de heer H. W. de Heus) zijn toegelaten de volgende leerlingen voor de Ie klasse: D. Zeiler, G. Hoo- geveen, J. van Veen, de Boer, J. Bou- kamp, A. Daatnens, H. Boukamp, Heiligers, Leenknecht en Van Hengel. Bevorderd werden van de le naar de 2e klasse: B. Pothoven, R. Reezer, K. Nijhofï, R. Eybergen, G. Spruijt, J. Fransen. Niet bevorderd werden: 2 leerlingen. Van de 2e naar de3e klasse: J. van Woerkom, T. van Eede, L. Sinnlge, A. Raren, A. Kreiger, B. Hoogeveen, .1. Apeldoorn, M van den Hengel, A. van den Broek. Niet bevorderd; 1 leerling. Van de 3e naar de ie klasse J. van Beek, K. Spruijt, L. Wilmans, C. Nijss'-n, J. Daamen en A.Vlaanderen. Alle leerlingen werden be\orderd. Onder voorzitterschap van den burgemeester, mr. F. D. graafSchim- mélpenninck, vergaderde gisternamid dag ten kwart voor twee uur, de gemeenteraad. Door drie eigenschap pen kenmerkte deze vergadering zich ui den aanvang kalmte, daarna liel- tige opgewondenheid, die onmiddellijk nadat de zaak was afgehandeld waar over ze ontstond, plaats maakte voor bijna algemeeue vroolijk lieid. liet eerst was aan de orde de behande ling van het primitief kohier der plaatselijke directe-belasting naar het inkomen voor het dienstjaar 1897. Nadat was besloten als hellings-per- centage 2"/i« °/o te bepalen, werd het kohier vastgesteld op een bedrag van f62461.90'/,. Vervolgens werd besloten van het vermoedelijk batig slot der gemeente rekening over 1896 over een bedrag van f 6033.65 voor den dienst van 1897 te beschikken, ten behoeve dei- uitvoering van werkzaamheden aan de nieuwe algemeene begraafplaats. Uit het fonds «onvoorziene uitgaven" der begrooting voor L-96 werd be sloten te betalena. aan liet Rijk f 5.99 en f 19.54, tezamen f 25.53, ontvangen subsidie in de kosten van verpleging van behoeftige krankzin nigen, welke som moest worden te rugbetaald, als zijnde een gedeelte zijner verpleegkosten op den krank zinnige J. Vasteuburg verhaald, door inhouding van zijn gagement ad f 100 's jaars als gewezen Oost-Indisch mili tair, ten behoeve der gemeente; b. f243.50 aan Z Deeiuk, makelaar te Amsterdam, als belooning voor zijne bemoeiingen betreffende den aankoop van het terrein «de Hooiberg," waarop de gemeentelijke gasfabriek zal wor den geplaatst. (Wij zien in onzen geest de Amersfoorlsche makelaars watertanden bij het lezen van deze mededeeling en hunnen Amsterdam- sclien collega benijden, die in eens méér aan de gemeente verdiend heeft dan een der Amersfoortsche makelaars gedurende al den tijd dien hij het beroep uitoefent); c. aan H. van den Heuvel f31 en A. van den Hengel f82.35 voor vergoeding wegens aardhaling uit de landerijen die zij van de gemeente in huur hebben en te wier behoeve die aardhaling ge schiedde. Na afhandeling van deze drie pun ten, waarover geen der leden iets in 't midden bracht, stak er storm op «die in een orkaan ontaardde Zeker is in de laatstverloopen 30 jaren in den Raad niet zóó heftig gediscussiëerd als gistermiddag, waar bij met den vuist op tafel werd ge slagen. In behandeling kwam het vooistel van den heer D. Gerritsen, om Burgemeester en Wethouders uittenoodigen in zake eene verhooging der jaarwedde van den onderwijzer G F. Nijland, adviezen van de school- autoriteiten te vragen. Toen dit punt van behandeling door den Voorzitter van de agenda werd voorgelezen, kon men het den heer Gerritsen aanzien dat hij zich er op spitste om een hartigwoordje" over deze zaak te zeg gen, terwijl het gelaat van den heer dr. Groeneboom, wethouder van onder wijs, betrok en de innerlijke verwach ting afspiegelde dat er iets aan zijn adres zou worden afgezonden, dat nu juist niet van het aangenaamste kan worden genoemd. De heer Ger ritsen dan begon met te zeggen, dat hij deze zaak «terwille van de «eer lijkheid" en «goede trouw" weder te sprake had gebracht, en zich nimmer partij in deze zaak had gesteld en daarin nog niet partijdig was. De zaak in kwestie is meermalen in den Raad behandeld, en daarom meenen wij te kunnen volstaan met de her innering dat laatstelijk door den heer van Eek een vooistel werd aangekon digd om het tractement van den on derwijzer Nijland met f 50 te verhoo gen, gevolgd door de indiening door dien onderwijzer van een verzoek om in het geriot van die verhooging te worden gesteld, waarop hij recht meende te hebben, welk verzoek latei- door den heer Nijland werd inge trokken. Die intrekking nu geschiedde op aanraden van den heer Gerritsen die met den onderwijzer Nijland, die hij ten zijnent had ontboden, de zaak had besproken en deswege een con ferentie met den Wethouder van on derwijs had, bij welke gelegenheid de heer Groeneboom zeide dat 't beter was de zaak nog een zestal maanden te laten rusten, om gelegenheid te hebben nategaan of de omstandig heden veranderden en geen beletsel meer opleverden de tractainentsver- hooging voortestellen van welke woor den de wethouder eerst verklaarde dat 't mogelijk was ze te hebben geuit, maar zich dat niet te herinneren terwijl hij nu in deze vergadering pertinent ontkende ze te hebben ge sproken. De heer Gerritsen, die het resultaat van 't onderhoud den onder wijzer Nijland had medegedeeld en op grond waarvan deze zijn verzoek had ingetrokken, achtte zich daardoor in een bespottelijk licht geplaatst, en gevoelde zich er als eerlijk man ge griefd door dat zijne bewering, dat de Wethouder ze wel had gesproken bij dezen geen geloof had mogen vin nen. De heer van Eek, daartoe door den heer Gei ritsen uitgelokt, ver klaarde dat de heer Gerritsen hem dadelijk na de conferentie had mede gedeeld wat er was voorgevallen, hetgeen door den heer Gerritsen thans juist was weergegeven. Op grond van een en ander, verklaarde de heer Gerritsen eerst „dat hij er wel voor zou oppassen in het vervolg met dezen Wethouder van onderwijs iu offtcieuse 'conditiën te treden" en later dat zijn vertrouwen in dezen wethouder van onderwijs totaal naar de maan was. De heer Groeneboom, overmand door de zenuwen, en daardoor meer huilend dan sprekend bleef bij zijne pertinente ontkenning, en verklaarde ten slotte «dat hem het vertrouwen van den heer Gerritsen totaal onverschillig was." Had do heer Groeneboom deze woor den in den mond gehouden, dan ware hern eene moeielijke positie bespaard gebleven. Want met 9 tegen 6 stem men werd het voorstel van den heer Gerritsen aangenomen, zoodat de meer derheid van de Raad (9 van de 17) het gevoelen van den heer Gerritsen ten opzichte van den Wethouder van onderwijs blijkt te deelen. Voor stem den de heeren van Eek, Garjeanne, Prikken, Kleber, van Esveld, van Kal ken, Hamers. Gerritsen en van Beek, tegen de heereri Tromp van Holst, Croockewit, van Ztjst, Celosse, Groene boom en Visser. Ook de hperen van Kalken, Visser, Kleber en de Voor zitter namen aan het debat deel, doch het zou ons tevei voeren die discus- siën inderdaad bijzaken te vermelden ook omdat onze ruimte zulks niet gedoogt, men genoeg zal hebben van deze onverkwikkelijke debatten en in ieder geval nu den uitslag reeds kent. In korteren tijd dan wij noodig heb ben het te zeggen, had de boosheid voor de vroolijkheid de plaats geruimd. Aan de orde waren ontwerp veror dening voor de commissie van toezicht op het lager onderwijs, waarvan arti kel l bepaalt, dat in de commissie ook tevens vrouwelijke leden zouden zitting hebben. Op zijne eigenaardige droog-comische wijze, ontwikkelde de heer van Zijst daartegen zijne bezwa ren. terwijl ook de heeren Kleber en van Eek zich tegenstanders betoonden allen op verschillende gronden, waarbij de heer van Eek gelegenheid had te wijzen op een afschrik wekkende recente geschiedenis die hem deed huiveren in de commissie vrouwen te doen zitting nemen: natuurlijk de jongste ruzie tusschen regentessen en regenten van het burger-weeshuis. Met 8 tegen 7 stemmen werd art. 1 verworpen, waarop B. en W. het onderwerp, dat om te voldoen aan den wensch der commissie zelve was ingediend, introk ken. Voor stemmen de heeren Gerrit sen, Groeneboom die zich voorstan ders hadden verklaard Croockewit, Prikken, van Esveld, van Kalken en Celossetegen de heeren Kleber, van Zijst, Hamers, Visser, van Beek, van Eek, Garjeanne en Tromp van Holst. Een voorstel van B. en VV. om het gebouwtje aan de algemeene be graafplaats in de Hellestraat aan een agent van politie ter bewoning te verstrekken om daardoor toezicht op die begraafplaats te verzekeren, werd zonder hoofdelijke omvraag aangeno men. Daarna werd eene politie verordening op het gebruik van de haven, grachten en beken vastgesteld. Van wat er meer in staat dan dat 't verboden zal zijn om op het ijs te loopen, vóór dat 't door den Burge meester sterk genoeg wordt geoordeeld, dat bij publicatie zal worden bekend gemaakt, hoorden wij niets, omdat de Raad goedvond de artikelen niet te doen voorlezen. Het overige wat die verordening behelst zal de firma Bosch Zn. te Utrecht ons wel komen mededeelen, die f600, zegge zeshon derd gulden 's jaars voor 't opmaken van het verslag ontvangt, en boven dien het voorrecht bezit dat haar verslaggever met den inhoud der stukken kennis kan maken en dien te publiceeren, een voorrecht dat ons en anderen onthouden wordt. Of dit billijk is moge de lezer beoordeelen. Het laatste punt der agenda: be noeming yan eene onderwijzeres aan de openbare school, le soort, voor meisjes, werd daarvan afgenomen, aangezien het advies van den school opziener later was ingekomen dan B en VV. gedacht hadden. De voor dracht, die bestaat uit de dames: 1. T. Kreeft, te Scherpenzeel, 2. A. Boldingh te Haarlem, en 3. M. C. E. Beek te Utrecht, werd ter behande ling in de volgende vergadering aan gehouden. Ingekomen zijn: goedkeu ring van Gedeputeerde Staten op het raadsbesluit tot af- en overschrijving van posten op de schutterij-begrooting voor 1896; proces-verbaal van kas opname bij den gemeente-ontvanger; voorstel van B. en W. tot splitsing der derde klasse van de Hoogere Burgerschool in twee afdeelingen, op grond dat die klasse voor den cursus 1897/98 60 leerlingen zal tellen, en welke maatregel eene meerdere uit gaaf van f 1400 's jaars zal vorderen, welk voorstel in eene volgende ver gadering zal worden behandeld. Van de muziek-vereeniging «Caecilia" was een verzoek ingekomen om een jaar- lijksche subsidie van f 100, hetwelk ter inzage van de leden op de Secre tarie werd gedeponeerd, en dus niet eerder in behandeling komt dan op het tijdstip waarop een der leden daartoe het voorstel doetmet andere woordenhet is «in de doos gestopt." 354e STAATSLOTERIJ. Derde klasse. Trekking van 12 en 13 April. (1000 loten). Ten kantore van den collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende nummers te beurt gevallen: Prijzen van f 45. 2300 2318 2325 2329 3403 3415 3425 3513 3532 3578 3588 3594 3603 11632 11639 13809 13821 13840 13846 13865 13891 13900 13955 139961885118859 18865 18875 en 18916. Te zamen 29 prijzen. Loten of gedeelten zijn ten voor melden kantore (Breedestraat, wijk E 350) nog verkrijgbaar, doorgefoer- neerde f 3.50 en klassikale it f 2.05 per Burgemeester en Wethouders van Amersfoort; Gelet op art. 31 der kieswet Brengen ter kennis van belangheb benden, dat een verzoek tol verbete ring der kiezerslijst voor 1897/98 is ingekomen, hetwelk tot en met 21 April a.s. ter Secretarie ter lezing ligt en in afschrift tegen betaling der kosten verkrijgbaar is. Amersfoort, den 12. April 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCH1MMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCI1ELTUS.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 2