BUITENLAND. CIJFER2TH0HiM,S THEE. GEMENGD NIEUWS. van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië «Acht dezer op den Engelschen stoomer Pegu door een tiental Atjehsche passagiers kapitein Ross en zeven inlanders en Cliineezen ver moord voorts zestien personen ver wond. Moordenaars met aanwezig geld bij Simpang Olim den wal op- gevlucht Radja aangeschreven tot uitleveren. De stoomer zal door een oorlogsschip naar Penang worden gebracht." Ook de N. R. Ct. heeft een tele gram ontvangen uit Oosl-Indië en wel van den volgenden inhoud: «Door Atjehers werd tusschen Telok Semawé en Diamantpunt een slachting aangericht onder de bemanning van het Engelsche stoomschip Pegu. Kapi tein Ross en 3 van de bemanning werden gedood, 15 van de bemanning gewond. De Atjehers verlieten het schip. Een inlandsch stuurman stuurde het naar Telok Semawé." Omtrent de stoomboot Pegu wordt nog het volgende gemeld. Zij was het eigendom van den gezagvoerder Ross, is groot 485 ton en werd in 1865 te Glasgow van ijzer gebouwd. Kapitein Ross, die nu omkwam, is dezelfde die in het najaar van het vorig jaar te Edi door een Atjeher verraderlijk werd aangevallen en een rentjongstoot in de zijde bekwam. Van de vredesonderhandelingen hoort men in de laatste 24 uur niets bijzonders. Daarentegen heeft Bulgarije zijn stem eens laten hooien Op zeer vredelievende wijze trouwens, zij het dan al een beetje pralend. Want Bulgarije, in den persoon van zijn eersten minister Stoilow, is er trotsch op, dat het in de conflicten der laatste maanden den Euiopeeschen vrede niet heeft gestoord. De heer Stoilow heeft een onder houd gehad meteen vertegenwoordiger van den Bert. Lokal Anzeiger, en daai bij o. a. gezegd dat voor het begin van den Turksch-Griekschen ooi log Bulgarije den voorslag moet hebben gedaan aan de Europeesche provinciën de autonomie te geven. De reden voor dezen voorslag zou geweest zijn, dat door de vervulling er van ook de onrustige elementen in Bulgarije, vooral de 150 0Ü0 Macedoniërs, die er wonen, gekalmeerd zouden worden. Maar de voorslag was afgewezen door de Poite. Niettemin was het der regeering in Solia gelukt om elke manifestatie gedurende den oorlog te onderdruk ken. In den Bulgaarscheu minister raad is wel degelijk de vraag bespro- keu of van de vredesonderhandelingen geen gebruik zou worden gemaakt ten voordeele van Bulgaiije Maar daar men overtuigd was, dal de mo gendheden volmaakt eenstemmig waren en niet wilden, dat er een stuk zou afgaan van het Turksche rijk, hield men het in Sofia voor uoelmalig om geen eischen in dien zin te doen. Uit deze mededeelingen blijkt, wat overigens, zegt de Köln. Zeit., geen geheim meer was, dat nl. Bulgarije een tijd lang een politiek was toege daan, welke de integriteit van het Turksche rijk bedreigde, en dat de regeering in Bulgarije afstand deed van deze politiek, otndat de mogend heden eensgezind waren in den weer stand tegenover zulke pogingen. doch dat die dieren altijd even trouw bieren, en dat zij de -papooses,» zoo noemen ze de Indiaansche kinderen, in gevechten op den rug van die dieren bonden die ze dan met hun leven verdedigden. Doch die Indianen, dat waren toch, vind ik slechte menschen, want Jones vertelde mij, dat ze die zelfde honden die zoo trouw hunne kinderen verdedigden, later vetmesten en opaten. Een naar idéé, dat iemand zoo maar zijne beste vrienden slacht en opeet. Ik kon na dien tijd geen goed meer van dat volk hooren. Na derhand vertelde hij nog dat ze trouw waren en nooit hun eens gegeven woord braken, ook dat het de schuld van de blanken was dat ze soms zulke wreedheden bedreven. Doch Mary wilde niet meer naar hem luisteren als hij daarvan vertelde. Ook mijne meesteres niet. Mary en Jones zaten 's avonds na het avondeten dat om zes uur gebruikt werd ook binnen bij ons. Mary was een meisje dat niet alleen een knap uiterlijk, maar ook zeer nette manieren bezat. Zij zat dan meestal te haken of te lezen. Mijne meesteres die veel gelezen en veel gereisd had kon ook zoo veel vertellen. Er is uit deze vertrouwelijkheid van Stoilow, hoe weinig belangrijk ook op zich zelf, dit gewichtige op te maken, dat ten eerste de overeen stemming der groote mogendheden vaster is geweest en nog is, dan ooit in de vorige jaren, en dat ten tweede het Europeesch concert er volstrekt niet is om alleen Grieken land pleizier te doen, maar ook om Turkije groote diensten te bewijzen. Zonder het krachtig optreden der mogendheden zouden er al lang woe lingen zijn uitgebarsten in de Turksche provinciën met Christelijke bevolking. Volgens een der Belgische bladen moet te Brussel een telegram zijn ontvangen var. den Congo, volgens hetwelk daar 167 blanken, officieren en minderen, zijn vermoord, terwijl zij een expeditie naar den Nijl deden De Indépendance Beige spreekt dit bericht tegen. Volgens den figaro is het Drie voudig Verbond in gevaar. En wel door een quaestie van ceremonie dooi de schuld van de Engelschen. De prins van Napels en de aartshertog Frans Ferdinand van Este zijn beiden troon opvolgers, maar de eerste is het zeker de laatste is het maar vermoedelijk, want als keizer Frans Jozef van Oos tenrijk een zoon krijgt volgt deze op. Daarom heeft de Engelsche ceremo niemeester den prins van Napels doen voorgaan, en daarom is de aartsher tog van Este boos, niet op de Engel schen, maar op de Italianen. En die wrok is het begin der ontbinding van het üiievoudig Verbond. Vijftien dagen na den grooten brand van den Liefdadigheids-bazaar in de rue Jean Goujon, las prins Henri van Orleans, die te Adis Ababa was, de tijding van den dubbelen slag, welke zijn familie was toegebracht. De Figaro meldt, dat op datzelfde tijdstip liet nieuws aan het hof van Ethiopië bekend werd, en de Negus, die diep getroffen was, zond aan den prins Henri den volgenden brief „Stout overwinnaar van den stam van Juda, Ménélick II. Door den Heere gekozen tot Koning der koningen van Ethiophië. Zend aan den Prins Henri van Orleans zijn groet. „Het treurig nieuws, dat ik dooi den lieer lik ben te weten gekomen, betreffende den dood van Uwe illuslre ouders, de kinderen van den koning Louis-Philippe, den vriend van mijn grootvader, heeft mij in diepen rouw gedompeld. „Dat de goede God U kracht inoge geven, om Uw leed te dragen. „Addis Ababa, den 29 Mei 1897, jaar der barmhartigheid." „Ménélick". ^PLAATSELIJKE' BERICHTEN. -- Bij de gisteren gehouden stem ming voor den Gemeenteraad zijn in het le district opgekomen 307 van de 512 kiezers3 stemmen waren van onwaarde. De heer D. Gerritsen ver kreeg 180 H. Koning 99 D Ruijs 02 E. L Visser 194 zoodat in het le district zijn gekozen de heeren D. GER RITSEN en E. L. VISSER. In het 3e district zijn opgekomen 342 van de 522 kiezers; 10 briefjes waren van onwaarde, terwijl werden uitgebracht op de heeren: D. Gei rit sen 212 dr. P. Groeneboom 76 mr. J. Heyligers 229 D. Ruijs 74 mr. van Zij las eens voor uit eene reisbe schrijving, dat er nog een wild volk in Australië, meen ik, bestond, dat die hun honden (dingo's) zoo hoog schatten dat ze die droegen, wanneer ze op de jacht vermoeid waren. Nu, zei Koen, men kan alles overdrijven, en deze keer was ik het met hem eens. De winter kwam langzamerhand weer aan. Ik heb reeds verteld, dat Koen niet veel van dieren hield, 't Is vreemd maar even als de men schen gevoelen of men sympathie of antipathie voor hen koestert, schij nen de dieren dat ook te bemerken. Wij honden hebben dat zeer sterk, wij merken dadelijk op wie van ons houdt, dadelijk wie bang van ons is. Ja 'k moet het bekennen, die plagen wij wel eens, door ze sterk aan te blaf fen. Nu, de paarden weten het ook dadelijk. Wij hadden er vier, daar onder was ook een mooi jong paard Dick geheeten. Ik mocht hem gaarne lijden, en hij scheen ook van mij te houden, doch Koen kon hij niet zet ten, zooals men dat noemt. Zoodra hij dien zag spitste hij zijne ooren, hij wierp zijn hoofd naar achteren, hij verdraaide zijne oogen, zoodat men niets dan het wit er van zag, kwam Voorst Vader 19 zoodat in liet 3e district zijn gekozen de heeren D. GERRITSEN en mr HEYLIGERS. Bij liet toelatingsexamen voor bet Gymnasium alhier zijn geslaagd voorde lo klasse onvoorwaardelijk: A. Dekker, J. P. J II Clinge Dooren- bos, .1. W. Feyen, A. II. Guddé, G J. Hoogewerff, W. J. van Melle, A. Th. NeebJ. F W. Neob, A. .1. Har brink Numan; J. M. G Numans, L. C. van den Steen van Ommeren, J. Spijkerboer, W. J. de Vrij. Voorwaardelijk: R. F. Wei-nas. Afgewezen: 5. Niet opgekomen 5. Voor kl. III. D. W. Hacke van Tienhoven Ruim twaalf uur was het heden nacht toen er brand ontstond ten huize van den lieer J. Hopman, be hanger en stolïeerder. aan de Koning straat. Snel, zeer snel, grepen de vlammen om zich heen, en in een ommezien stond het woonhuis in lichtelaaie: het woonhuis, maar vooral ook de houten aanhóorigheid. De houten bergplaats was één vuurzee, die evenwel door liet kiaclildadig en doeltrelfend optreden der brandweer in betrekkelijk weinig tijds werd be dwongen in haar vernielzucht, die grenzeloos scheen te zijn. Onze brand weer, eenmaal ter plaatse, waar haar hulp noodig was, verschenen, hield zich kranig, en deed haast boven- menschelijko pogingèn om aan het verzengend element paal en perk te stellen. Daaidoor bleef de brand be paald tot het aangetaste pand, hoezeer niet kon worden voorkomen, dat ook de aangrenzende perceelen brand- en waterschade bekwamen. Maar wat ditmaal niet kon worden verhoed, dat is eene ramp, die bij menschen- heugenis in Amersfoort niet is voor gekomen; een menschenleven ging bij dezen brand verloren, een jeugdig menschenleven, dat van een achtjarig zoontje van den heer Hopman. In weerwil van de grootst mogelijke krachtsinspanning, ui weerwil van verachting van 't gevaar voor 't leven waaraan hij zich zelf blootstelde, mocht het een ouder zoontje niet gelukken zijn bioertje aan den vlain- mendood te ontrukken. Het knaapje stikte in de rook, verbrandde gedeel telijk en het verkoolde lijkje werd hedenmoigen ongeveer halfvijt gevon den en naar de algemeene hegraaf- plaats overgebracht. Een dochtertje van den Iicpi- I lopman werd nog bijtijds door haar broeder en den heer E. .1 Houpst gered, hoe zeer ook zij met brandwonden als is overdekt. Arme, zwaarbeproefde ouders, roepen wij door medegevoel aangegiepen uit. leder ouder toch beseft wat 't wil zeggen een veelbe lovend achtjarig knaapje le moeten missen, en dan op zulk een wreed aardige wijze het aan 't ouderhart te zien ontrukt! Nog een persoonlijk ongeluk bij den brand voorgevallen, moeten wij vermelden. De rappe, onversaagde brandspuitgast van no 3, had het ongeluk van het bak van een aangrenzend perceel, waar hij zijn diensten dacht te bieden, te vallen, met het rampzalig gevolg dat hij met het hoold op de sLeeneu terechtkwam en in hoopeloozen toestand werd op genomen; een toestand die 't nood zakeiijk maakte hem onmiddellijk de laatste sacramenten toetedienen. Laten wij, met zijne vrouw en kinderen, vurig hopen op zijn herstel, en aan de overheid het vei zoek doen hem, den brandweerman-voorvechter en zijn gezin in deze dagen van be- proeving te ondersteunen; ondersteu nen niet bij wijze van aalmoes-gifte; maar uit onbekrompen beurs, als eon bewijs van waardeerIng van zijn tact en moed, bereidwilligheid en beleid, hij alle rampen, voot namelijk hij brand, zijn naasten overkomen aan den dag gelegd. De oorzaak van den brand is ons onbekend, liet verbrande en beschadigde is veizekerd. Politie en schutterij handhaafden op voor beeldige wijze de orde. De toestanden die w ij in de onmiddellijke omgeving zagen, noodzaken ons dn-bouwpolitie in ovrrvveging le geven om daar eens een kijkje te nemen. Onder de nuttige instellingen door de plaatselijke afdeeling dei- Maatschappij tol Nut van 't Algemeen, in het leven geroepen bekleed de school voor Huisvlijt zeker een eerste pktais. Zaterdag en Zondag a.s. heeft de jaarlijksche tentoonstelling plaats Koen dicht bij hem, dan wilde hij hem bijten. Nu zag ik eens hoe Koen hem bij zulk eene gelegenheid met een stuk hout op het hoofd sloeg. Wordt vervolgd.) van voorwerpen aan die inrichting vervaardigd. Zij die zulks tot nu toe verzuimden raden wij aan. gaat daar eens kijken, U zult zich die kleine moeite niet beklagen en ongetwijfeld na liet zien der verkregen resultaten de school door het nemen van een of meerdere loten uwen steun ver leen en. Zondagmiddag had de 17-jarige G. Adams, in den tuin van den Bier- huishouder Apeldoorn aan den Leus- derweg, zich vermakende met schom melen, het ongeluk er af te vallen, waardoor hij een vrij ernstige wond aan het hoofd bekwam Naar huis gebiacht, werd hem aldaar heelkun- kundige hulp verleend. Iu een iu de afgeloopen week ge houden vergadering van het plaatselijk Nutsdepai tement werd, op voorstel van het Bestuur, besloten eerst in een volgende ledenvergadering be slissing te nemen omtrent de bestem ming van het Reservefonds der ont bonden Spaarbank. Tot leden van de Commissie welke de Spaarbank-commissie zal déchar- geeren. werden benoemd de heeren J. C. Leinweber, G. J. van der Zoo de Jong en D. van der Werff. Een woord van warme huid werd gebracht aan den heer J. Spaanstra, die den stoot gaf aan de opheffing der Spaarbank en met algemeene stemmen werd besloten hem het hier over gezegde langs olïicieelen weg mee te deelen. Bij den overgang van het Bestuur werd dank gezegd aan den aftreden- den Secretaris, den heer H. W. de Ileus, die wel «afbreekt met de pen maar niet met het hart" en die deel zal blijven uitmaken van het Bestuur, evenals dr. H. .1. Reynlers. die zich met den heer De Heus niet her kiesbaar had gesteld voor de functie in het vorige Bestuur ingenomen, in een tijd zóó rijk aan beroeringen. Het nieuwe Bestuur is thans saam- gesteld als volgt: M. L. Celosse, voor zitter; dr. H. J. Reynders. vice-voor- zitter; mr. J. C. H. Prikken, secre taris; G J. Buijs, penningmeester; P. M. van der Want J Mz. 11 W. de Ileus en M. W. Scheltema Ez leden Geconstateerd werd, dat het leden tal in het afgeloopen jaar vrij aan zienlijk is toegenomen. Bij Koninklijk besluit dd. 23 Juni 1897, no. 39, is aan de ver- eeniging van onderofficieren en mindere militairen en geëmplooieerden van de Nederlandsche Landmacht «Een dracht", alhier gevestigd, ten doel hebbende het verkrijgen van rijks- pensioen voor hunne weduwen en weezen, rechtspersoonlijkheid verleend, door goedkeuring harer statuten. Door een detachement ter sterkte van 5 onderofficieren van het 5e Regiment Infanterie, onder bevel van een Ofliecier zal worden deelgenomen aan den grooten Korps wedstrijd uitgeschreven door de Ver- eeniging van Nederlandsche Scherp schutters. ter gelegenheid van de Vie Groote Nationale Schietwedstrijd, welke zal worden gehouden te Breda tusschen 21 en 25 Juli e.k. Op den I6en Juli e k. zal een aanvang worden gemaakt met de opleiding tot Militair Wielrijder van een twintigtal miliciens van het 5e Regiment Infanterie, behoorende tot de jongste lichting. Met ile leiding van en het toezicht op het onderricht worden belast de tweede Luitenant E. D. van der Sleeven bijgestaan door de Sergeanten C. Eggink en F. A. Toonen De korporaals-titnlair-cadetten Bakker, Visser, Calkoen, Cramer, I laahneijer, lloltappel. Diemont. Bueno de Mesquita, Nanning, Oudshnrg en Nix allen gedetacheerd hij het 5e Regiment Infanterie, zijn door den Kolonel Gouverneur der Koninklijke Mih'aire Academie bevorderd tol cadet-korporaal. De reserve-sergeant C. II. de Kor vet- van het 5e Regiment Infanterie is door den Minister van Oorlog be noemd tot vaandrig, en als zoodanig ingedeeld bij het 4e bataljon van ge meld korps. De reserve-sergeant G. J. Fabius van het 5e Regiment Infanterie heeft met gunstig gevolg het practisch examen voor den graad van vaandrig afgelegd en is lot eene benoeming aN zoodanig voorgedi agen. De kapitein J. van Buuren van het 5e Regiment Infanterie is be noemd tot kapitein voor speciale diensten. In diens plaats is de kapi tein L. M. de Boer, die bij gezegd koips tijdelijk overcompleet was, be last geworden met het bevel ovei de 3e compagnie 5e bataljon van voor meld regiment. De le-luit. H. J. Doornbos, van het le reg. veld.-art. wordt 1 Nov. e.k. gedetacheerd bij de artillerierij school te Bergen-op-Zoom. De mil. paardenarts 2e kl. M. E, baron Benlinck, van het 3e reg. veliL- art., thans gedetacheerd bij het re monte-depót te Milligen, is overge plaatst bij het le reg. veld.-art. alhier. Bij hel 5e Rpgiment infanterie zijn door den Kolonel Regiments commandant bevorderd tot sergeant- inajoor-titulair, de sergeant dienst doende luitenant te velde, C. Bruns, en tot sergeant de sergeant-titulair S. Garnade. De muzikant II. Klaasing van het 5e Regiment Infanterie, is door den Kolonel Regiments commandant, wegens wangedrag, dronkenschap en gediagingen, den graad van onder- offieier onwaardig, teruggesteld tot soldaat en overgeplaatst bij het 5e bataljon van voornoemd korps in garnizoen te Nieuwersluis. Het nut van vogels voor den land bouw. In het Noorden van ons land l icht de rups in boomgaarden en moestuinen groote schade aan. Zeker tengevolge van de langdurige droogte is het rup- senlieir, voornamelijk de woll-en ring- lups, veel talrijker dan vorige zomers. Het koolwitje laat zich nog zelden zien, doch wanneer de talrijke rup sen hiervan het vernielingswerk voort zetten of uilbieiden, dan is het nadeel vooi onderscheiden gaardeniers nietge- ling. Wanneer zal men toch eens in zien, dat alleen de trouwe en sterke bonogenooten van den landman, hier aan een einde kunnen maken Wanneer zullen de vogels ongestoord kunnen nestelen, broeden en hun jon gen met de rupsen voeden Een voorbeeld inoge dienen om aan te toonen, dat éen vogel meer vermag dan 100 menschen. Eeri basterdnachte gaal geeft aan zijn vijf jongen per dag 250 rupsen van velschillende soorten. De voedering der jongen duurt 30 dagen, zoodat deze kleine „vrienden van den landman" in éen maand 7500 rupsen veroi beren, waarbij nog gevoegd moet worden het aandeel dat de ouden nemen. Gaat men uu na, dat, een rups evenveel bladeren en bloesems vernielt als haar eigen gewicht bedraagt, dan kan men begrijpen welk nut hon derden van deze vogels reeds zouden stichten. Conclusie: wie de vogels ver stoort, beschermt de rupsen (Ned. Landb. Wkbl.) Een pleizierreis met hindernissen. De plezierreizigers naar Brussel hebben bet Zondag op de reis slecht getroffen. Tusschen Rozendaal en Ant werpen brak van een der achterste wagens de buflerbalk, waardoor de reizigers een hevigen schok kregen en onderstboven tuimelden. Pas van den eersten schrik bekomen, brak na bij Mechelen de rernslang, waardoor weder oponthoud ontstond. De pret was bij velen vooibij en de meeste pleiziereizigers waren zeer ontevieden. Eerst over twaalven kwam de trein le Biussel aan, voorzeker wel wat laat voor hen, die van af half vijf in den trein zaten. Des nachts bij de terug reis ging in een wagen het licht uit, tot Rozendaal zat men in het donker. Op verzoek van de reizigers om licht kregen zij ten antwoord: "Er is geenen tijd zulle." Erfenisjagers. Een aantal inwoners van Ihiitsch- land, bewerende afstammelingen te zijn van den iu 1791 gestorven Duit- schen koopman Joharm Conrad Brandt, hebben zich met een adres aan den Rijksdag gewend opdat de Duitsche regeering stappen doe bij de Neder landsche ten einde eenig licht te krijgen aangaande de nagelaten gelden en goederen van genoemden Brandt. De helft van hetgroote vermogen van dezen man moest reeds in 1793, door den dood eener kleindochter, ten deel val len aan arme verwanten, maar se dert is er niets van de erfenis terecht gekomen, hoeveel pogingen er ook werden gedaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 2