NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Almé's! Leest dit s.tj.
Kapitein CriÉelm's misslag
No. 70.
Woensdag 1 September 1897.
Zes-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
De Oranjestam
Coöperatie.
Feuilleton.
Amersfoortsche
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Yan 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Uitsluitend voor de Abonné's op
dit blad of zij, die zich daarop abon-
neeren, heett de Uitgever tot 31
October verkrijgbaar gesteld, te
gen den geringen prijs van slechts
30 cents afgehaald, bet werk van
den beroemden volksschrijver H. J.
VAN LUMMEL,
voorzien van vier platen, met ge'il-
lustreerden omslag, voorstellende een
Oranjeboom waaraan de wapenschil
den van Nassau, Chalons, Baux en
Oranje hangen, benevens een gezicht
op de plaatsen Oranje en Dillenburg.
Dit werk circa 170 bl. wordt fr.
per post verzonden a 37V> ct. tegen
toezending van postwissel of afge
haald aan ons Bureau voor slechts
30 cent.
DE UITGEVER.
Het uil een maatschappelijk oog
punt zoo gewichtig onderwerp als de
coöperatie er een is, kwam Zaterdag
avond in de vergadering onzer Kamer
van Koophandel en Fabrieken ter
sprake. Een verzoek van den Neder-
landsclien Bond »Maatschappelijk Be
lang", was ingekomen, waarin de
adiiaesie der Kamer werd verzocht
aan een adres door dien Bond aan
de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal ingediend, tot wijziging der wet
telijke bepalingen op het stuk van
coöperatie bestaande, en welk ver
zoek grootendeels zijn ontstaan dankte
aan de wijze waarop de vereeniging
«Eigen Hulp" de coöperatie in toe
passing brengt. Laat ons, alvorens
van de deliberatiën in de Kamer ge
houden een beknopt overzicht te ge
ven, tot recht verstand van de zaak,
mededeelen dat het voormelde on
derwerp is geregeld bij de wet van
17 November I87G, eene wet, in het
leven geroepen, tot bescherming van
den economisch zwakkere, van den
zoogenaamden mingegoede, van welke
artikel 1 aldus luidt: «Onder coöpe
ratieve vereenigingen verstaat de wet
vereenigingen van personen, waarbij
de in- en uittreding van leden is toe
laten en die de bevordering van de
stoffelijke belangen der leden ten doel
hebben, door middel van gemeen
schappelijke uitoefening van hunne
nering of ambacht door aanschafling
\an hunne benoodigdheden of liet hun
verschaffen van voorschotten of cre-
diet. Eene vereeniging welke aan deze
vereischten voldoet, verliest haar ka
rakter niet, indien de statuten haar
veroorloven haren werkkring ook tot
derden uittestrekken.»
Uit het eerste lid van dat artikel
blijkt reeds meer dan voldoende, dat
den wetgever bij de vaststelling daar
van de bereiking van een pliilantro-
pisch doel voor den geest stond. Hij
had klaarblijkelijk op het oog de be
vordering der stoflelijke, der maat
schappelijke belangen van den «klei
nen man,» die «nering» of «ambacht»
uitoefent, en «voorschot» of «crediet»
kan noodig hebben. En een philan-
tropisch doel had dan aanvankelijk
«Eigen llulp» ook. Aanvankelijk gaf
zij uitsluitend uitvoering aan het eer
ste lid van het door ons hierboven
geciteerde artikel.
1. Vele «leden» traden toe; men-
schen voor het meerendeel uit den
kleinen ambtenaarsstand, menschen
die men in den regel met den naam
van «minimum-lijders» aanduidt en
menschen uit den «werkenden stand.»
De zaken marcheerden vrij goedde
winkelvereeniging werd belangloos en
goed beheerd en bestuurd en ren
deerdedat wil zeggen door groote
deelneming en dus door grooten om
zet kon rnen zich van levensbenoo
digdheden voor vrij goedkoopen prij
voorzien voor minderen prijs dan de
winkelier verkocht, omdat de door
ilezen gemaakte winst voor een ge
deelte door de vefecnigdon werd op
gestreken. Na afloop van een ver-
eenigingsjaar werd namelijk de winst,
na aftiek der noodzakelijke ko ten
van beheer, onder de leden verdeeld.
Het schijnt of liever het is een feit
dat 't maken van winst door de
«kleine luyden«, ook meergegoeden
aantrok lid van «Eigen Hulp# te
worden, en weldra werd toen ook
le tweede alinea van artikel 1 toe
gepast: de werking der vereeniging
ook tot derden, dat is tot met-leden
uitgestrekt. Met de toetreding dier
«meeigegoeden« tot lid van «Eigen
Hulp« of door, ook zonder lid te zijn,
waren in die vereeniging «gewinkeld#
wordende, te koopen, is het doel dier
aanvankelijk «philantropisclie# in
stelling in eene totaal »egoïstische«
ontaard. Aan de hand van hetgeen
in de vergadering der Kamer van
Koophandel werd betoogd, vvenschen
wij dat in hel licht te stellen. Om
het wenschelijke der ondersteuning
van het adres van «Maatschappelijk
Belang# aan te toonen, voerde men
aandat coöperatie goed is te ach
ten wanneer die wordt toegepast in
het belang van den «minderend man,
van den man die moet werken, hard
moet werken voor zijn broodvoor
den werkman, voor den fabrieks
arbeider; dan wordt door coöperatie
een zuiver philantropisch doel nage
streefd dan wordt getracht het lot,
de maatschappelijke positie van den
mingegoede te verzachten, te verbe
teren, door dien minderen man in
staat te stellen zijne levensbehoeften
voor minderen prijs aan te schaffen
dan waarvoor die bij den gewonen
winkelier verkrijgbaar zijn Maar de
coöperatieve winkelvereeniging ver
wisselt haar «philantropischd karak
ter met het «egoïstische#, zoodra zij
zich mede ten doel stelt, naast de
levensbehoeftenook artikelen van
weelde voor dien minderen prijs onder
het bereik van «meergegoeden# te
stellen. Dat nu is «Eigen Hulp# gaan
doen, zoodra hooggeplaatste ambte
naren en officieren lid werden en de
waren van die vereeniging betrokken.
Daardoor is «Eigen Hulp# doodend
gaan werken voor den middenstand
Vooral door ook in weelde-artikelen
te gaan handelen, is de omzet van
»E. H.# gestegen tot ruim een millioen
gulden 's jaars. De winsten daarop
gemaakt worden op eerie hoogstaf-
keurenswaardige wijze door den hoo-
geren stand, door eene combinatie
van voorname familiën, tegen wie niet
is te concurreeren, aan den midden
stand, den vvïnkeliersstand ontroofd.
En naast den handel in levensbe
hoeften en artikelen van weelde, is
»E. H.« zich ook met andere zaken
gaan bezighouden. Zoo is onlangs,
volgens den betooger, eene tuinbouw-
vereeniging of zoo iets door haar in
't leven geroepen, die zich ten doel
stelt »mevrouw« een «bouquet# en
kamersierplanten goedkooper te ver
schaffen dan de bloemkweeker dat
kan doen; is eene wasch- en stiijk-
inrichting opgericht, door welke de
familie goedkooper wordt bediend
dan door den bleeker, en «mijnheers#
boorden en manchetten goedkooper
worden gestreken dan door de «arme
weduwe« die nu nog door dien arbeid
in het onderhoud van zich en haar
gezin voorziet. Dat nu is de kanker
voor de maatschappij, die, blijft de
coöperatie aldus toegepast, haar wel
dra uitsluitend zal doen bestaan uit
twee deelen: »rijkelui«en »sjouvverlui«,
wijl de middenstand dan noodzakelijk
moet verdwijnen. Ook die midden
stand draagt hij in de tracternenten
van officier en ambtenaar. En gaan
die officier en ambtenaar nu zelf
winkelier, enz., spelenstrijken die,
boven hun tractement, ook de winsten
op door den winkelier, bloemkweeker,
hleeker,strijkster, enz. genoten nemen
die officier en ambtenaar alles en
geven niets terug, dan behoeft ff geen
nader betoog, dat die middenstand
verdwijnen moet. Dan wordt geheel
genegeerd liet guide «als de eene
hand de andere wasclit zijn ze beiden
sclioon« en spat de huidige maat
schappelijke orde uiteen. Van andere
zijde, zich met voormeld betoog ver
klarende te vereenigen, werd evenwel
betwijfeld of de petitie van «Maat
schappelijk Belang# wel tot eenig
resultaat zal leiden, waar men onder
de 6500 leden die »E. II.telt, de
namen van zooveel hooggeplaatste
ambtenaren aantreft, terwijl aan
•t hoofd van het bestuur een oud-
minister staat: namen van per
sonen, die hemelhoog den neus op
trekken voor een winkelier en die
inderdaad zelf toch winkelier spelen.
Dan blijft er maar een middel over
om 't kwaad te bestrijden, voerde
men van de zijde van welke ff eerst-
vermelde betoog kwam, aan, en dat
is verbod van coöperatieeen mid
del dat onschadelijk werd geacht nu
het «philantropisch# doel van coöpe
ratie in een «egoïstisch# is ontaard.
Waai toch bljjkt, dat coöperatieve
«arfteiders»-vereenigingen niet kunnen
blijven bestaan en alleen die van «ge
goeden» bloeien, daar is 't niet noo
dig de coöperatie le blijven behouden.
Tot de aanbeveling van dat middel
kwam de Kamer niet Zij bepaalde
zich er toe aan «Maatschappelijk Be
lang» haar sympathie te betuigen
met zijn streven om in deze verbe
tering te verkrijgen, en den Bond te
kennen te geven, dat zij zijn adres
niet kon ondersteunen, om lat zij
krasser maatregelen verlangt geno
men te zien dan in zijn adres worden
gevraagd.
Wij onderschrijven gaarne voor
melde betoogen als on/.e eigen mee
ning, en verwacht n dat onze Kamer
van Koophandel en Fabrieken die nu
voor de zooveelste maal een open
oog en een warm hart voor de op-
hit het Engei.sch
va2ï
J. L. IIORMBROOK.
1)
Toen de mailboot van de Kaap Iris
in een donkeren, onstuimigen nacht
te gronde ging in het Kanaal, maakte
het bericht van de aanvaring een
diepen indruk in de maritieme wereld
niet zoozeer omdat het ongeval een
groot verlies van menschenlevens na
zich sleepte, maar omdat het veroor
zaakt werd door een' vergissing van
den gezagvoerder, Kapitein Cronhelm.
Deze ééne noodlottige fout in zijn1
tot hiertoe voorspoedige loopbaan
want, niettegenstaande hij nog jong
was, werd hij voor één van de be
kwaamste zeelui gehouden zou
voldoende geweest zijn om zijn goeden
naam te vernietigen, en hem, zoo hij
had geleefd, vóór een hof van onder
zoek te brengen. Maar hij overleefde
de ramp niet; hij verdween van de
brug onmiddellijk nadat de Iris was
aangevaren, en werd nimmer weêrge-
zien. Het volgende merkwaardige ver
haal, moge eenig licht over het geheim
verspeiden, en iets bijdragen om zijn
naam te zuiveren van den smet, welke
er aan kleeft.
Op het oogenblik van de aanvaring
was de I r i s op de t'huisreis van Zuid-
Afrika, en had Kaapstad op denzelf
den dag, ja bijna op hetzelfde uur
verlaten, als de Dalhousie van de
Albion-lijn. De schepen liepen schier
met dezefde snelheid, en daar het een
openbaar geheim was, dat hunne stoom
kracht bij deze gelegenheid op de
proef gesteld zou worden, was er een
warme strijd gestreden. De twee
schepen hielden elkander goed bij tot
de Kanarische Eilanden. De Dal-
housie deed Teneriffe aan, de Iris
Madera. Door een zeldzaam toeval
haalden zij elkander weder in bij
Finisterre, en van dóór was het een'
soort van naast elkander stoomen naar
Southampton.
Terwijl zij zich naar de Engelsche
kust spoedden, kwam de Dalhousie
voor, en bleef vooruit. Er volgde een
onstuimigen, stik donkeren nacht, met
zware regen- en sneeuwbuien, en af
en toe weerlicht. Na verloop van eeni-
gen tijd seinde het stoomschip van de
Albion-lijn, dat het op het punt was
zijn loop te veranderen, door zich van
bakhoords- naar stuurboordszijde van
de Iris te begeven. Kapitein Cron
helm liet onmiddellijk het roer stuur
boord leggen, ten einde zijn schip
buiten de richting van het andere te
brengen, terwijl dit zijn boeg kruiste.
Even nadat deze verandering van lig
ging had plaats gehad meldde de uit
kijk een groot zeilschip, dat met volle
zeilen aan bakboord op hen afkwam.
Het zou een' betrekkelijk gemakke
lijke zaak geweest zijn, zóó te sturen,
dat men het misliep. Kapitein Cron
helm had zijn machine langzaam moe
ten laten loopen tot het voorbij was,
of zijn roer naar stuurboord wenden,
om zóó achter zijn spiegel om te loo
pen. Maar, door het een of ander
noodlottig toeval, hield hij zijn koers,
tot het te laat was om de aanzeiling
te voorkomen. Het zeilschip dat
de Crusader van Cardiff bleek te
zijn liep het stoomschip opzijde
in den voorsteven, waarbij er twee
van de equipage gedood, en anderen
gewond werden.
Eén zeer zonderlinge omstandig
heid welke, zelfs te midden van
dat ontzettend tooneel van duisternis,
schrik en verwarring, der aandacht
niet ontging was het feit, dat
Kapitein Cronhelm, een man, die be
kend stond om zijn koelbloedigheid
van geest in het aangezicht van het
gevaar, zoo volkomen het hoofd zou
verloren hebben, dat hij volstrekt niet
in staat was eenigen stap te doen om
de veiligheid zijner passagiers te ver
zekeren. Toen hij, zooals reeds werd
medegedeeld, van de brug verdween,
nam de eerste officier, Mr. Eastlake,
onmiddellijk het commando over, en
voorkwam niet alleen dat de booten
overladen werden, maar slaagde er
ook in ze op een afstand van het
schip te krijgen voordat het zonk.
De booten werden spoedig door de
Crusader opgepikt, en zij, die erin
zaten, vervolgens overgebracht op de
Dalhousie, die had gestopt om bij
stand te verleenen. Al de passagiers,
voor zoover men kon nagaan, waren
gered, maar acht man van de équi
page, waaronder de kapitein, werden
als "vermist» opgegeven.
Den volgenden dag werd ik als
duiker naar het tooneel van de ramp
gezonden en daalde in zee af, om het
gezonken schip te onderzoeken. Toen
ik den bodem had bereikt, en dóór
steande omhoog keek naar den groo
ten, zwarten romp, welke zich boven
mij verhief, vroeg ik onwillekeurig mij-
zelven verbaasd af, wat de oorzaak
van dezen ontzettenden misslag kon
geweest zijn, waardoor dit prachtige
schip naar den kelder ging. Het ge
heim, wat het ook mocht geweest
zijn, was alleen den commandant zei
ven bekend, en was met hem verloren
gegaan. Zoo dacht ik ten minste op
dat oogenblik.
Te oordeelen naar den omvang van
het gapende gat in haar zijde, moest
de Iris met ontzettende kracht zijn
aangevaren. Ik klom door de opening
om haar van binnen te bekijken, en
ontdekte dat zij recht in de buiten
huid aan stuurboordzijde was getrof
fen. Ik klauterde naar het dek, en
vond dóór, verward in een' massa
wrakhout, de verscheurde lijken van
de twee zeelui, die op het oogenblik
van den schok waren gedood.
Wordt rernoljd.j