nieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor da Provincie Utrecht. De vloei vai liet pi. j\o. 77. Zaterdag 25 September 1897. Zes-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Premieroman. HetrecMvanvfireeflippOTptai. BINNENLAND. Feuilleton. Eapilein Crunhelm's misslag Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uilgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËNi Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Zoolang de voorraad sirukl leveren wij onzen lezers tegen inlevering van den in dit nummer voorkomenden bon vergezeld van dertig cents den boeienden roman van GEORGES OHNET Van de vorige premieromans: Een rijke vrouw door P. T. Brunings Verongelijkt door N. v. Eschstruth zijn nog enkele exemplaren voorhan den en. voor onze lezers a 25 cents verkrijgbaar. De Administratie. In artikel 10 der Grondwet wordt het recht der ingezetenen tot vereeni- ging en vergadering eikend, en het bepaalt verder, dat de wet de uit oefening van dat recht, in het belang der openbare orde, regelt en beperkt. Die regeling en beperking is geschied bij de wet van den 22. April 1855 (Staatsblad no. 32.) Wij willen eens nagaan wat de wetgever daaromtrent heeft bepaald. Volgens genoemde wet van 1855 wordt tot de oprichting eener ver- eeniging geene machtiging gevorderd. In die weinige bewoordingen wordt dus den ingezetenen op zeer ruime schaal het recht van vereeniging verzekerd, Maar, in het belang der openbare orde, was het natuurlijk noodig, dat, ter verzekering daarvan, bepalingen werden vastgesteld, en daarom wordt, onmiddellijk na de clausule die het recht van vereeniging waarborgt, voorgeschreven, dat de vereeniging, strijdig met de openbare orde, is verboden. De wet acht elke vereeniging met de openbare orde strijdig, die ten doel heeft: 1. ongehoorzaamheid aan of overtre ding van de wet of eene wettelijke verordening; 2. aanranding of bederf der goede zedenen 3. stoornis in de uitoefening der rechten, van wie het ook zij en stelt de deelneming aan eene verboden vereeniging, voor zoover die niet reeds door de straf wet is beteugeld, strafbaar met ge vangenisstraf voor langer of korter lijd, al naar mate men oprichter of bestuurder, dan wel gewoon lid daar van is. De beperkingen zijn dus van geen ingrijpenden aard, en alleen kwade praktijken op maatschappelijk en zedelijk gebied willende beteuge len hebben zij dan ook niet in den weg gestaan voor eene enorme openbaring van bet vereenigingsleven in ons vaderland, waarvan het be staan van duizenden vereenigingen in Nederland getuigt. Vervolgens regelt de wet de bur gerrechtelijke positie der vereenigin gen. Zij bepaalt, dat geene vereeni ging, buiten die door de Grondwet of andere wetten ingesteld, als rechts persoon optieedt, dan na öf door eene «et öf bij koninklijk besluit te zijn erkend, welke erkenning geschiedt door goedkeuring van de statuten of reglementen der vereeniging, die het doel, de grondslagen, den werk kring en de overige regelen der ver eeniging bevatten. Wanneer eene vereeniging voor onbepaalden tijd of voor langer dan dertig jaren wordt opgericht, behoeft zij erkenning door de wet, en is zij voor minder dan dertig jaren aangegaan, erkenning door de Koningin. Dat de wetgever bedoeld heeft die erkenning zeer mildelijk te doen ge schieden, blijkt wel uit de bepaling, dat zij alleen wordt geweigerd op gronden ontleend aan het algemeen belang en dat het besluit tot weige ring met redenen moet zijn omkleed, door welk een en ander alle willekeur, ja zelfs de gedachte daaraan is bui tengesloten. En dat die mildheid ten/eerste wordt betracht, blijkt wel uit de omstandigheid dat de Staats courant nagenoeg wekelijks vermeldt, dat aan een of meei vereenigingen rechtspersoonlijkheid is verleend. Ons is dan ook maar één enkel geval bekend waarin de erkenning werd geweigerd. Het was onder den mi nister Heemskerkdat aan de statu ten van de sociaal-democratischen bond, die strijdig met de openbare orde en alzoo strijdig met liet alge meen belang, werden geacht, de goedkeuring onthouden werd. Nu zou bet mogelijk zijn dat sta tuten voor eenige vereeniging wer den ontworpen, volkomen beantwoor dende aan de eisclien der wet, alleen met het doel om erkenning als rechts persoon te verkrijgende vereeniging daardooi geaccrediteerd te zien, ter wijl bet voornemen bestond, geheel ot gedeeltelijk anders te bandelen dan die statuten voorschrijven. Maar, daaartegen heeft de wetgever ook gewaakt. Hij bepaalde, dat afwijking van goedgekeurde statuten aan het openbaar ministerie de bevoegdheid geeft, om bij den burgerlijken rechter de vervallen-verklaring der vereeni ging van hare hoedanigheid van rechtspersoon te vorderen, en dat de rechter, de vervallen-verklaring uit sprekende, niettegenstaande de ver eeniging zich in hooger beroep of cassatie voorziet, haar de bevoegdheid tot bet plegen van burgerlijke han delingen bij voorraad kan ontzeggen. Eene erkende vereeniging kan alle burgerlijke handelingen verrichten, alle overeenkomsten sluiten, b. v. koopen, verkoopen, ruilen, zich aan anderen en anderen aan zich verbin den, doch eene niet-erkende vereeni ging, al is haar bestaan geoorloofd, kan dat niet. De overeenkomsten namens eene niet-erkende vereeniging gesloten, en de goederen namens haar verkregen, worden ten opzichte van bet Rijk en van anderen beschouwd als volgende de personen welke de overeenkomst gesloten en de goede ren aanvaard hebben, al is het ook wen gehouden, waarbij het' publiek dat in de overeenkomsten en titols de bandelende personen slechts als gemachtigden of beheerders der ver eeniging zijn aangewezen, met andere woorden, wanneer een bestuurslid van eene niet-erkende vereeniging b. v. iets koopt, dan is hij persoon lijk eigenaar der goederen, maar ook persoonlijk tot betaling van den koop prijs verplicht, terwijl, heeft de ver eeniging rechtspersoonlijkheid verkre gen, de goederen haar eigendom worden en zij tot betaling is ge houden. Ziedaar in hoofdzaak het bij de wet verleende recht van vereeniging geschetst. Nu het recht van vergadering. Kort en goed is dat geregeld en be perkt. Openbare vergaderingen tot gemeenschappelijkeberaadslagingwor- den in de open lucht niet toegelaten dan op bekomen vergunning van het hoofd van het gemeentebestuur, ver leend vijf dagen vóór dat de verga dering wordt gehouden, terwijl de Commissaris der Koningin in de provincie zoodanige vergunning kan intrekken of, bij weigering der ver gunning door den burgemeester, haar van zijnen kant op verzoek van be langhebbenden verleenen. Zooals men weet werd, eenige jaren geleden, door onderscheidene burgemeesters vergunning tot liet houden van openbare vergaderingen in de open lucht o.a. voor sociaal democratische meetings geweigerd, doch die weigering heeft men niet kunnen volhouden op grond der door ons gecursiveerde woordentot ge meenschappelijke beraadslaging; want gemeenschappelijk beraadslaagd werd er niet: een of meer personen spra ken daar ieder voor zich hunne meening omtrent verschillende zaken uit, zonder dat debat werd toegelaten, door hetwelk alleen gemeenschappe lijke beraadslaging ontstaat. Worden vergaderingen in gebou- wordt toegelaten, dan hebben de ambtenaren van rijks- en gemeente politie vrijen toegang, terwijl weige ring van toegang dien ambtenaren recht geeft, om, bijgestaan door den burgemeester, zich dien toegang te verschaffen. Het dragen van wape nen op de hiervorenbedoelde verga deringen is verboden, welk verbod niet toepasselijk is op militaire offi cieren en onderofficieren in uniform gekleed. Voots moet elke vergadering, waarin de openbare orde wordt gestoord of tegen de bepalingen der hier bespro ken wet wordt gehandeld, op de vor dering der politie, terstond uiteengaan. Het behoeft niet gezegd, dat ook tegen overtreding der bepalingen rakende liet recht van vergadering, vrij zware straffen zijn bedreigd. Gisteren was er diner ten hove, waaraan deelnamen de Vorst en Vorstin Von Wied en prins Wilhelm von Wied met hun gevolg, bestaande uitgraaf van Bylandt, hofmaarschalk, jvr. Van Suchtelen van de Haare, en jvr. Von Harnier, hofdames. Voorts namen aan het diner deel baronesse Van Hardenbroek van Sheerartsberg, grootrneesteresse van H. M. de Koningin, baron du Tour van Bellinchave, opper-ceremonie- meester, jhr. Van Bronkhorst enjhr. van Pabst van Bingerden, kamerheeren in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin, J. J. baron Taets van Amerongen, kamerheer in buitenge wonen dienst van wijlen Z. M. den Koning en luit. kol. baron Sirtema van Grovestins, adjudant van H. M. de Koningin. Bij Kon. besl. is tot voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, UIT HET ENGELSCH VAN J. L. IIORMBROOK. 8) "Ja. Dienzelfden morgen ontbood hij mij in z'n hut, en hadden wij een lang onderhoud. Ik vermoed, dat hij gemerkt had, dat ik aanwezig was, toen hij de twee dames 's avonds op het dek ontmoette, of dat hij anders behoefte gevoelde, één der officieren tot zijn vertrouwde te maken. Hij verzocht mij, ingeval het sehip eenig ongeluk mocht overkomen, terstond naar haar hut te gaan en alles te doen, wat in mijn vermogen was, om haar hulp te verleenen. Ik beloofde het, weinig vermoedende, dat ik ge roepen zou worden mijn' belofte te vervullen vóór de dag ten einde was.» "Vertelde hij u, wie de dames waren, of hoe het kwam, dat hij met haar in betrekking stond?» »Het is wellicht nauwelijks behoor lijk, dat ik u zijn geheim openbaar, maar daar gij reeds zooveel weet, kan ik u zonder schade het overige mede- deelen, vooral ook omdat hij mij in geen enkel opzicht het stilzwijgen heeft opgelegd. Hij vertelde mij van een' zeer tragische en droevige ont moeting, welke vele jaren geleden plaats vond, en sedert voortdurend zijn gemoed had gedrukt. Het was een' treurige geschiedenis, slechts be kend aan weinigen, die gegronde redenen hadden om ze vóór zich te houden. Zij kwam in 't kort op het volgende neêr »De meeste menschen, die hem kenden, wisten niet dat Kapitein Cron- helm vroeger luitenant bij de Ko ninklijke Marine was. Het laatste schip, waarop hij diende, lag in de Australische wateren. Zij waren daar bijna drie jaren geweest, en verwacht ten dagelij ks, dat zij naar huis gezonden zouden worden. Toen juist greep het voorval plaats, dat zijn' carrière bij de Marine vernietigde, en een' blij vende schaduw op zijn leven wierp. Ofschoon het enkel en alleen een gevolg was van zijn eigen opvliegend karakter voelde ik toch tot op zekere hoogte medelijden met hem, omdat ik wist hoe bitter hij voor zijn misslag had geboet. "Eenige maanden tevoren maakte hij kennis met zekere Miss Mowbray, de dochter van een beroemd genees heer. Hij ontmoette haar op een' soirée van zijn schip, wéér haar naam op ieders lippen was. Zij was zeer jong - feitelijk had zij pas haar in trede in de groote wereld gedaan maar haar schoonheid had reeds meer of min opzien gewekt. Zij maakte te dier tijd. bepaald furore in de Mel- bournsche samenleving. Ga eens na! Die dame, »de schoone Miss Mow bray,» zooals zij genoemd werd, het zoo zeer bewonderde, zoo zeer gezochte meisje, tracht nu haar misvormd ge laat te bedekken, en verbergt haar identiteit en hare ongelukken achter den naam harer tante. Zij is bekend als Miss Mac Kinlay, dezelfde, van «de wij zoo even gesproken hebben. »Er zijn van die menschen, die nooit zoo ernstig en onbeschroomd iets najagen, dan juist wanneer het buiten hun bereik schijnt te liggen, of wan- hem een "gelukkigen kerel," en hij j moest hun' kortswijl voor goede munt neer zij zich met anderen hebben te aannemen. Niemand vermoedde, wat meten. Zonder tegenstand zou het1 er in zijn' ziel omging, wat zijn vrede najagen ervan de helft van zijn' aan-1 verstoorde, hem zijn geluk roofde, en trekkelijkheid voor hen verloren heb- hem voortdurende kwelling berok- ben. Kapitein Cronhelm schijnt in zijne jongere dagen een van die men schen geweest te zijn. Dat schoone meisje door aanbidders omringd te zien, op te merken hoe zij alle moge- kende. Het was jaloezie: blinde, onverzadelijke, wreede jaloezie. »Hij benijdde eiken glimlach, welke Miss Mowbray voor een ander over had; wanneer zij huiten zijn gezicht lijke krachten inspanden om haar j was, werd hij gekweld door de ge- genegenheid te winnen, was voldoende 1 dachte, dat iemand zijn' plaats aan om de dolle begeerte in hem te wek-1 hare zijde innam. Er bij te staan en ken, hen allen de loef af te steken, te zien, dat zij met één zijner mede- en den prijs te winnen. Hij zette er officieren danste, was meer dan hij zich toe om dat doel te bereikenhij j verdragen kon. Hij verlangde, dat greep elke gelegenheid aan om haarzij zich geheel van alle vermakelijk- te ontmoetende bewondering, welkeheden onthield, en toen zij tegenwer- zij eerst bij hem had opgewekt, ging 1 pingen maakte, deed hij haar bittere spoedig over in een inniger gevoel, verwijten. Het arme meisje was diep en hij beminde haar met al den gloed te beklagen; zij kon zijn heftigen wrok zijner hartstochtelijke natuur. Zij van1 tegen ieder, die haar de geringste haar kant, bleef niet lang ongevoelig voor zijn' hulde-betooninglangzamer hand gaf zij toe, schonk zij hem haar hart. Zij waren heimelijk geëngageerd. »Nu, dat hij, zelfs boven verwach ting, zijn doel had bereikt, zou men gedacht hebben, dat hij uiterst ge lukkig moest zijn. Doch dit was niet het geval. Zijne makkers noemden attentie bewees, niet hegrijpen, en zijn' onbillijke achterdocht moet haar heel wat angst bezorgd hebben. Zij ontmoetten elkander maar zelden zon der dat er over het een of ander gekibbeld werd dat van hare zijde met tranen en van de zijne met een' bede om vergiffenis eindigde. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1