tot minister van Staat benoemd. Zijne staatkundige werkzaamheid nam ech ter na zijne aftreding ais minister in 1888 daarmede nog geen einde. In jaar riep het vertrouwen des Kot.ings hem in den Raad van State, waarin hij tot aan zijn dood zitting had. Te midden van eene zoo veelzijdi ge taatkundigeloopbaan. vond ileems kerk ook den tijd oin aan de groote maatschappelijke vraagstukken zijne aandacht te wijden. Vooral op het g bied van nijverheid en medische politiek betoonde hij steeds groo'en i r en vurige helangstelling. Hij stond o a geruimen tijd aan het hoofd van de veree liging tot afschaf fing van den sterken drank. Nog weinige dagen geleden woon de hij als vertegenwoordiger der Re geering twee belangrijke congressen in I.uiten-en binnenland bij aansoci- ale vraagstukken gewijd. Reeds in zijn eerste ministerie wijdde hij zijne aandacht aan de verbetering van bet dunkwater en in dit verband herin- nei t zich ieder ook het groote succes, dat iiij destijds mocht verkrijgen met zijn, maatregelen tot bestlijding van de ver pest. Hem en zijnen collega van Zuylen werd vooral uit dankbaarheid deswege, na Imnne aftreding als mi nisters een gedenkpenning vereerd, tot ile toekenning van welk huldeblijk uit den kl ing der burgerij tiet initia tie.' werd genomen. Heemskerk mocht den Hoogen leef tijd van bijna 80 jaren bereiken. Deze uitnemende staatsburger beeft dus ruimschoots gelegenheid gehad zijne zeldzame gavert van geest en hart aan den dienst des vaderlands te wijden. Het stoilelijk overschot wordt lieden in liet familiegraf op de algemeene begraafplaats bijgezet. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Gisterenmiddag hield de gemeen teraad eene vergadering onder voor zitterschap van den burgemeester mr. F. D. giaaf Schimmelpeiiriinck, die, vóór dat hij den voorzitlerszetel in nam, in handen van den oudsten wethouder de bij de wet voorgeschre ven eeden als raadslid ailegde en door dezen met een gelukwensch was ge ïnstalleerd. De verordening tot hefling der plaatselijke directe-belasting naar het inkomen weid gewijzigd: eene wijziging die geboden werd door de nieuwe wettelijke rijksregeling der gemeen te-financiën Wij geven hieronder een overzicht van de wijzigingen, met de daarbij behorende toelichting Art. 8. Ieder, die in den zin van artikel 245 der Gemeentewet in deze gemeente t: ns het belastingjaar zijn hoofdverblijf he er gedurende meer dan 90 dagen van Iter belastingjaar voor zich of zijn gezin eene gemeubelde woning of een kan;,'Or of andere inrichting tot persoon- li i;, uitoefening van eene betrekking, beroep of bedrijf beschikbaar houdt; er in bet belastingjaar gedurende meer dan 90 dagen verblijf houdt, er in het be lastingjaar op meer dan 90 dagen aan wezig is tot uitoefening van een beroep of bedrijf in een kantoor, winkel, werk plaats of andere vaste inrichting of tot vervulling eener dienstbetrekking, en wiens jaarlijkscb inkomen bedraagt, voor zooveel betreft weduwnaars, weduwen, gehuwden, zonder kinderen en ongehuw denmeer dan f 400, voor zooveel betreft weduwnaars, weduwen, gehuwden, met kinderen, indien het aantal kinderen hoogsten 3 bedraagtmeer dan f 500, en indien het meer dan 3 bedraagt: meer dan f 600, is belastingplichtig. Bereikt het inkomen eerst in den loop van het dienstjaar respectievelijk boven- staande bedragen dan begint de belasting plicht met het tijdstip waarop dit ge schiedt. Is dit het gevolg van het overlijden van een gehuwde vrouw, voor wier in komen de man in deze gemeente is aan geslagen, dan komt de vermeerdering van inkomen voor het loopend dienstjaar voor den aanslag der erfgenamen niet in aanmerking, zoolang de man voor dit inkomen in deze gemeente belastingplich tig blijft. Onder .kinderen" worden hier uitslui tend verstaanminderjarige kinderen, die ten laste van den belastingschuldige ko men, alsmede inwonende minderjarige kleinkinderen, die ten laste van den be lastingschuldige komen, allen voor zoover zij geboren zijn vóór Januari van het dienstjaar, Ari. 4. Onder het inkomen wordt bij hoofden van echtvereenigingen mede be rekend het inkomen der huwelijksgemeen schap; alsmede het eigen inkomen der vrouw, indien zij aan dezelfde, bij artikel 245 der Gemeentewet bedoelde eischen van belastingplicht als haar man voldoet en geen gerechtelijke scheiding van goe deren heeft plaats gehad. In alle andere gevallen wordt de vrouw afzonderlijk aangeslagen. De weduwe, die niet reeds op grond van de 2e alinea van dit artikel over hel loopend dienstjaar afzonderlijk was aangeslagen en aan de overige eischen van belastingplicht voldoet, wordt aange slagen met ingang der maand volgende op die waarin haar echtgenoot is over leden. Art. 5. De navolgende woorden ver vallen: „onder inkomen is niet begrepen „hetgeen genoten wordt als schadeloos stelling of vergoeding voor reis-, verblijf- „en bureaukosten, afzonderlijk en afge scheiden van de bezoldiging toegekend." Art. 6. Alinea d. vervalt. Art. 7. De laatste alinea wordt aldus gelezen Deze regelen zijn ook van toepassing op het inkomen van hen, die in den loop van het jaar belastingplichtig wor den, en dier voege, dat niet rekening gehouden wordt met de op Januari van het dienstjaar, maar met de op het tijd stip, waarop de belastingplicht aanvangt, bekende bijzondere omstandigheden, welke tot vermeerdering of vermindering van inkomsten in het jaar der heffing aan leiding geven. Art. 8. In plaats van de woorden „na „afronding tot een veelvoud van f 100 „(zulks voor een bedrag van minder dan „f50 naar beneden, van f50 af naar „boven," te lezen: „gedeelten van f100 „worden voor f100 berekend." Art. 9. In plaats van: „le kl. van 500 tot en met 600" wordt gelezen. 1 e klassè van boven f400 tot en met 500. „2e 500 tot 600. terwijl de 2e klasse wordt 3e, de 3de 4e enz. de 28ste 29ste; de laatste alinea vervalt. Art. 10. Van inkomens van weduw naars weduwen gehuwden zonder kinde ren en ongehuwden zal onbelastbaar zijn f 400, van inkomens van gehuwden weduwnaars weduwen met kinderen zal, indien 't aantal kinderen hoogstens 3 be draagt f 500 en indien 't meer dan drie bedraagt f 600 onbelastbaar zijn. Onder kinderen, worden hier uitsluitend verstaan, minderjarige kinderen, die ten laste van den belastingschuldige komen, alsmede inwonende minderjarige klein kinderen, die ten laste van den belasting schuldige komen, allen voorzoover zij geboren zijn vóór 1 Januari van het dienstjaar. Art. 12. Zij die in den loop van" een dienstjaar belastingplichtig worden, of door vertrek ophouden dit te zijn. worden overeenkomstig art. 245 der Gemeentewet aangeslagen of ontheven. Zij die in den loop van een dienstjaar belastingplichtig worden en zij die door eenig verzuim niet op de primitieve ko hieren zijn geplaatst, worden op de sup- pletoire kohieren gebracht. Art. 15. De laatste alinea wordt gelezen ,aan hen, die in den loop van een dienst jaar in deze gemeente belastingplichtig ,zijn geworden, wordt aan hunne woning „zoo spoedig mogelijk een beschrijvings- biliet uitgereikt." Art. 18. In plaats van „veertien dagen" wordt gelezen „acht dagen" en in plaats van „acht dagen" „drie dagen." Art. 26. Deze Verordening treedt in werking den le Januari 1898. Bij het in werking treden dezer Ver ordening wordt die op de heffing van eene plaatselijke directe belasting naar het inkomen, zooals zij door den Baad is vastgesteld den 3den December 1894, buiten werking gesteld, blijvende laatst genoemde evenwel toepasselijk op alles wat betreft de heffing der plaatselijke directe-belasting over de dienstjaren, welke het jaar 1898 voorafgaan. Toelichting van B. en W. Zooals U bekend is heeft de wet van 24. Mei 1897 Staatsblad no. 156) nieuwe regelen gesteld o.a. ten aanzien der plaat selijke belastingen. De Verordening op de heffing van eene plaatselijke directe belasting naar het in komen, thans in onze gemeente vigee- rende, voldoet niet aan de eischen bij die wet gesteld. Hoewel die wet (art. 14) de vrijheid geeft, bestaande verordeningen alsnog tot 1 Januari 1901 in werking te laten, ach ten wij toch in deze een uitstel niet ge rechtvaardigd, deels omdat toch thans reeds enkele bepalingen, b.v. die (omtrent het hoofdverblijf en verblijf, welke in onze Verordening uit de wet waren over genomen, in overeenstemming met de nieuwe wettelijke bepalingen behooren te worden gebracht, deels omdat wij, ten gevolge van de betrekkelijk ruime uit- keering van het Rijk (vermoedelijk ruim f 60000), gelegenheid zien de belasting druk van groote gezinnen met een be trekkelijk gering inkomen aanmerkelijk te verlichten, deels omdat wij bij belas ting een constante heffing verre boven een steeds varieerende verkiezen en ten slotte omdat in de driejarige practijk on zer Verordening zich een leemte heeft voorgedaan, waarin spoedige voorziening wensehelijk is. Wij hebben de eer uwe vergadering mitsdien voor te stellen de bestaande heifingsverordening (alsmede het laatste artikel der invorderings-verordening) te herzien en beide Verordeningen op nieuw vast te stellen. Met het behoud van het systeem der heffings-verordening bepaalt ons voorstel zich in hoofdzaak tot de drie navolgende wijzigingen: 1°. het in overeenstemming brengen met de bepalingen der nieuwe wet; 2°. voorziening in de leemte, hierin bestaande, dat niet-aangeslagenen, wier inkomen na 1 Januari des dienstjaars on voorzien toeneemt, hetzij door aanvaar ding eener betrekking, hetzij door erfenis of anderszins, gedurende dat jaar geheel vrfj moesten blijven; 3». vermindering der belastingdruk voor hoofden van talryke gezinnen met een betrekkelijk gering inkomen. Met aanbieding van de ontwerp-wijzi gingen laten wjj hieronder een heknopte toelichting volgen: Art. 3. Vooreerst zy'n hierin opgeno men de vereischten bij art. 245 der Ge meentewet sub 1 4 gesteld. Voorts is hier het minimum inkomen bepaald, waaromtrent nader bij art. 10 een uitzetting zal volgengenoeg zij het hier, te vermelden, dat waar een bepaald bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud wordt afgetrokken, thans ook ieder, wiens inkomen dat bedrag overschrijdt, in de belasting behoort bij te dragen. De som men hier als minima genoemd, zijn dan ook dezelfde als in art. 10 aangegeven. Ten slotte wordt hier voorzien in de reeds boven besproken leemteten einde dubbelen aanslag te voorkomen, is hier tevens een uitzondering gemaakt voor het geval, dat een gehuwde vrouw, voor wier inkomen de man in deze gemeente is aangeslagen, in den loop van het dienst jaar overlijdt. Art. 4. Bij deze wijziging is rekening gehouden met het mogelijke geval, dat een vrouw met eigen inkomen elders hoofdverblijf heeft (wat belastingplicht betreft) en hier b.v. gedurende 150 dagen van het dienstjaar een bedrijf uitoefent, terwijl haar man hier hoofdverblijfheeft. Bij de thans voorgestelde redactie zal in een dergelijk geval de vrouw afzonderlijk worden aangeslagen voor haar eigen in komen en wordt dus een aanslag, feitelijk in strijd met de wet vermeden. Art. 5. Het wettelijk voorschrift, dat geen inkomsten buiten berekening mogen worden gelaten of lager dan haar wer kelijk zuiver bedrag worden berekend, eischt dat de aangehaalde woorden ver vallen, thans behoort, indien de werkelijk daarvoor gedane uitgaven minder bedra gen dan de schadeloosstelling of vergoe ding voor reis-, verblijf- en bureaukosten genoten, dit verschil onder het zuivere inkomen begrepen te worden. Art. 6. Wegens 't zelfde motief als hiervoren vermeld, behoort alinea d te vervallen. Art. 7. Deze wijziging, ter voorziening in de reeds boven besproken leemte, sluit zich aan bij die in artikel 3 voorgesteld. Uitdrukkelijk wordt hier gesproken van „in het jaar der heffing." De bedoeling is dus, dat bij iemand die elders tot b.v. 1. Juli een inkomen van f 1000 had en in Juli zich hier vestigt met een jaarlijksch inkomen van f 2000 wordt aangeslagen naar ftKjO 2000 f 1&00 en nie(. Qaar 2 2 f 2000. Het ware toch onbillijk hem naar een inkomen van f 2000 aan te slaan daar zijn feitelijke inkomsten in dat jaar slechts f 1500 bedroegen. Tot heden moe ten dergelijke personen, indien die toename van inkomen op 1 Januari des dienstjaars niet was te voorzien, overeenkomstig de bepalingen der Verordening naar f 1000 worden aangeslagen. Art. 8. De woorden „gedeelten van f 100 worden voor f 100 berekend" zijn ook daarom ingevoegd wijl anders in het eene artikel belastingplichtig worden verklaard zij die boven f 400, f 500, of f 600 inkomen hebben en in het andere dit minimum inkomen feitelijk op resp. f450, f550 of f650 zoude worden gebracht. Art. 9. Behalve de voorgestelde wijzi ging, een gevolg van de wijziging van andere artikelen, doet zich hier de vraag voor of dit artikel als niet geheel in over eenstemming met den regel der nieuwe wettelijke bepalingen kan behouden blij ven. Wij wijzen echter op 't slot van artikel 243 der Gemeentewet, luidende: afwijking van dezen regel is geoorloofd wanneer de bestaande Verordeningen of bijzondere omstandigheden daartoe aan leiding geven, mits de verdeeling der lasten daarbij niet aanmerkelijk verschilt van die, welke bij opvolging van den regel zou worden verkregen." Wij vertrouwen, dat indien dit punt bij de aanvrage om Koninklijke goed keuring nader wordt toegelicht, die goed keuring niet zal achterwege blijven. Im mers kan ieder belastingplichtige door een zuivere gesplitste opgave van zijn inkomen aan de classificatie ontkomen. Voorts verschilt de verdeeling der lasten niet aanmerkelijk van die welke bij op volging van den regel zou worden ver kregen wegens het betrekkelijk geringe verschil tusschen iedere twee opeenvol gende klassen en ten slotte wordt door de bepaling dat, bij aanslag naar klasse, de belasting wordt geheven over het maximum der klasse (art. 8 laatste zin snede) het aantal gespecificeerde aangiften aanmerkelijk vermeerderd. Bij de weinige gegevens die ons, ook tengevolge van de in deze gemeente zoozeeij uiteenioopende categorieën van belastingplichtigen, voor den aanslag dier belastingplichtigen ten dienste staan, is het waarlijk van het meeste belang het aantal gespecificeerde opgaven zoo groot mogelijk te doen zijn, immers dan bijna alleen bestaat er moge lijkheid, de onderdeelen der aangifte be hoorlijk te controleeren en zoo het juiste inkomen te treffen. Het is onzes inziens in het algemeen belang noodzakelijk, opdat niet het percentage der heffing zonder noodzaak worde verhoogd, uitsluitend doordien een aantal belastingschuldigen te laag zjjn aangeslagen. Werd bij aanslag naar klasse niet naar het maximum, maar b.v. naar het middencijfer der klasse de belasting ge heven, dan zoude vooreerst het aantal aangiften naar klasse sterk vermeerderen, maar ook in de laagste klassen (tot en met f 1200) een premie gesteld worden op die aangifte, zulks in verband met de bepaling dat bij gesplitste aangiften gedeelten van f 100 voor f 100 worden berekend. Geven dus zoowel de bestaande Veror dening als bijzondere omstandigheden aanleiding deze geringe afwijking van den regel geoorloofd te achten, wij kunnen tevens constateeren dat de Minister van B. Z. in de zitting van de Tweede Kamer van 31 Maart 1897 ook een dergelijke zienswijze was toegedaan. Art. 10 Hier wordt het voor alle aan slagen gelijk of in verband met de samen stelling van het gezin op gelijken voet berekende bedrag voor noodzakelijklevens- onderhoud door de wet geëischt nader omschreven. Wij meenen in de bepaling der juiste cijfers geslaagd te zijn en wijzen op den vrij aanzienlijken doch billijken aftrek voor talrijke gezinnen. De opbrengst zal bij eene heffing van 31 voldoende zijn en de voor de Begrooting voor 1898 gemaakte raming overtreffen. Zonder aftrek voor kinderen bedroeg 3 pCt. van het belastbaar inkomen vol gens het primitief kohier in 1896 f 64152.— en in 1897 - 66189.— hoogst waarschijnlijk zoude, bij behoud der Verordening in 1898 dit bedrag wor den pl. m. f 68000 (de diverse afschrij vingen kunnen beschouwd worden ge dekt te worden door de opbrengst der suppletoire kohieren). Gelet op de gegevens uit vorige dienst jaren verkregen, komen wij tot de navol gende cijfers voor 1898. I. Volgens de oude Verordening1732 aanslagen, opbrengst f 6SOOO; hieronder zijn begrepen 1084 inkomens van f1000 of minder, 256 van boven f 1000 tot en met f 1600. 226 van boven f 1600 tot en met f 2800. Van hun inkomens is dan overeenkom stig de bestaande bepalingen resp. afge trokken 1084 X 400 f 433.600.- 256 300 f 76.800.- 226 200 f 45.200.- Totaal f 555.600.— ware deze aftrek niet toegestaan dan zoude de belasting opbrengen f 68000 4- (3 pCt. van 555.600 16668 - fS4.668. II. Volgens de thans voorgestelde be palingen zal de volgende aftrek worden toegestaan (838 belastingplichtigen zonder kinde ren, 570 met 1 tot en met 3 kinderen, 324 met meer dan 3 kinderen) 838 X 400 f 335.200.- 570 500 f 285.000.- 324 600 f 194.100.- Totaal f 814.600.- de belasting zal dus (bij heffing van 37o) opbrengen f S4.668 verminderd met (3 pCt. van f814.600 24.438 f 60.23 welk cijfer nog vermeerderd wordt door de aan slagen van de ongehuwden en de gehuw den, weduwnaars, weduwen, zonder kin deren, wier inkomen tusschen f 400 en föOO bedraagt. Het le aanvullings-kohier van de inkomsten-belasting werd vastgesteld op f4714.60s. De jaarwedde van de onderwijzers F. W. van Scliendel en E Linden- liovius is voor ieder met f lOO en die van den onderwijzer F. Faber met f 125 verhoogd. Op posten der begrooting van de dienstdoende schutterij voor 1897 werd af- en overschrijving verricht. Aan dr. A. J. A Prange werd, op zijn verzoek, een eervol ontslag ver leend uil de betrekking van leeraar aan het gymnasium en de lioogere burgerschool. Het request van A. van Santbrink om. ten behoeve dei samenstelling van een verslag der gemeenteraads-zittingen, vóór den aanvang dier zittingen Inzage te er langen van de stukken die in den Raad worden behandeld, is afgewezen, in overeenstemming met het advies van B. en W., die tot inwilliging van het verzoek verklaarden geetie termen te kunnen vinden. Een verzoek van de Amersfoortsche muziek-vereeniging «Caecilia," om tot het houden van repelitiën over een gemeente-lokaal te mogen beschikken, is in zooverre ingewilligd, dat haar f 50 's jaars is toegestaan om een locaal te huren, onder verplichting 1 of 2 maal eene openbaie uitvoering te geven. Tot lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs ts be noemd de heer II Krudop, voormalig burgemeester van Nijkei kop deVeluwe, en tot lid der openbare gezondheids commissie de heer W. P. van de Bovenkamp, apotheker alhier. Ingekomen was een verzoek van Dr. M. de Haas, om eervol ontslag tegen 18 Oct. a.s., dat werd inge willigd, terwijl de voorzitter op de vraag van den heer Van Esveld ver klaarde, dat in de lessen tijdelijk is voorzien, zoodat de school onder het vervroegd ontslag geen nadeel zal lijden. Voorts een verzoek van kapitein Brants om zijne bezwaren tegen den aanslag in de inkomsten-belasting in nadere overweging te nemen. Ook is ingekomen een request der afdceling Amersfoort van den Ned. Bond van onderwijzers, doch wat dit behelsde kunnen wij niet mede- deelen, daar de inhoud niet werd voorgelezen. Het request is ter secretarie gede poneerd ter inzage van de leden of te wel in den doofpot gestopt. Ook ile Korlegracht zal zich ter gelegenheid der inhuldigingsfe'es- ten in feestgewaad looien. De com missie tot voorbereiding daartoe be slaat uit de hoeren: I). P. M. Gras winkel, voorzitter, J. Fijlmg van Wal- sem, secretaris, O J YV. Steenholl, penningmeester. P. J Frederiks en J K. van 't Hof. Eene hoogstnuttige vereeniging ui onze gemeente vieide gisteravond feest. De vereeniging «Amersfooitsche Vrijwillige Brandweei "herdachtfeeste- 1 ijk haar vijftienjarig bestaan. Om dat op waardige wijze te kunnen doen, had zich reeds eonigen tijd geleden eene Commissie gevormd, wier doel het was te trachten op den feestdag aan de vereeniging eene banier aan- tebieden, en die commissie is in haar pogen naar wensch geslaagd. Zij vond tal van ingezetenen dadelijk bereid in de kosten van zulk een banier bijtedragen en aldra zag ze zich in slaat haar denkbeeld te ver wezenlijken. Gisteravond vereenigden zich de leden der «Amersfoortsehe Vrijwillige Btandweer" aanhetspuit- huis »de Waag," om met voormelde commissie de banier, die aldaar lijde lijk was geplaatst, aftelialen, en daar mede, de goede muziek van «Caecilia" aan de spits, een tournée door de stad te maken. Honderden waren op de plaats van samenkomst bijeen en nog grooter massa vergezelde den met fakkels verlichten optocht door verschillende straten onzer gemeente, terwijl door onderscheidene ingeze tenen bengaalsch vuur werd ontstoken In het feestlocaal, café «Suisse" aan gekomen. trof men het bestuur der A V. B. aldaar aan, en na eenigen tijd van keuvelen ving de offieieele plechtigheid aan. Commissie en be stuur hadden zich vereenigd en toen, door 't ophalen van 't tooneelscherin de heeren niet meer aan't oog waren onttrokken van de saamgekomenon, had de aanbieding der banier plaats, met de volgende toespraak, die dooi den heer .1. A. Riefl werd gehouden Mijnheer de Voorzitter Bij het uitvoeren der mij gedane opdracht oin do Banier die du ver eeniging ter gelegenheid van hel 15- jarig bestaan is geschonken aan het Bestuur te overhandigen zij het mij vergund een kort woord betreffende ile geschiedenis der Amersfoortsche Vrijwillige Brandweer tot u te spreken. Toen in het jaar 1881 bleek dat de toenmaals verplichte brandweer m vele opzichten vrij gebrekkig was ingericht, werd meermalen de wensch uitgesproken dal een vrijwillig korps inocht worden opgericht; die wensch werd ook kenbaar gemaakt aan liet brandcollege dat toen bestond uit B en YV benevens de heeren Rubers, Sand- berg en van Ruyveri. In dat college vond het denkbeeld tot oprichting van zoo'n vrijwillig korps onverdeelden bij val en dit gaf den fungeereml opper- brandineester de opdracht te beproe ven een zoodanig corps in het leven te roepen, eeri opdracht die zeer wel willend werd aanvaard. In zijn hoogst te waardeeren pogingen vond hij krachtig steun bij onze vooimahge stadgenoolen do heeren de Koning eu van Leer beide eereleden van onze vereeniging. Met kalme voortvaarendheid werk ten zij aan de oprichting eu hun pogingen zagen zij weldra met succes bekroond; reeds den 12en October 1882 werd onze vereeniging in het aanzijn geroepen, nadat gebleken was dat een groot aantal jongelieden zich be reid hadden verklaard vrijwillig de kamp tegen het vernielend element te aanvaarden. Onder de bekwame leiding van haren Brandmeester-voorzitter, kwam zij weldra na hare oprichting en vol doende oefening voor den dag. Aldra bleek hoeveel goede wil, gepaard aan waakzaamheid, voort varenheid en kalmbezadigd overleg vermocht Steeds op een enkele uitzondering na, was zij het eerst op de plaats waar het yuur het leven of het goed van hare stadgenooten bedreigde; steeds was zij, dank ook de goede leiding, met vrucht werkzaam; steeds mocht zij daarvoor dankbetuiging ontvangen van het gemeentebestuur en van vele ingezetenen. Behalve dat zij die dien sten bewees, heeft zij nog iets andere nuttigs in het belang der gemeente doen ontstaan. De brandbluschmid- delen waarover de gemeente toenmaals beschikte waren vrijwel verouden dit bleek toen de vereeniging in het bezit werd gestel, spuit van nieuwe fabriek van de f te Heiligerlee. Ze,r te waardeeren L de toenmaals vel I met kracht wen) zijde aangedronge van meerder nieuv welke aandrang een welwillend YVeldra werd ooi neel in het bezit van nieuwe consiiu, stede die de verenn den verschillende:!, middelen aange-tl, weder tengevolge,, brandweer ze van vingin een wow] onzer vereeniging gegeven tot verbeid wezen in onze gems Maar ook in zij tot verbeterin; De meerdere genet, kwam bij elke gel licht en daarbij s beholpenheid van dere personeel. Lang werd er tve werd het denkbeeld dei brandweer owr 1886 onder het cue den Heer van Ascl reorganisatie tot zegenrijk is ge blek Amersfoort en wi.u delijke, thans ere brandweer over ge beschikt. Mijnheer de l'oo misschien te veello! wil mij, indien werk is, dat vergeven; bron is die lof om liefde tot de veieeni het mij een eer reki En met deze kort' ach te en gewaaide draag ik deze baniei over: eene banier be belangstellende ingi spreek daarbij dm nog vele leden zicli deze banier, met gr om het grootsche ging: het verleenen bij brand, te helpt De Voorzitter. I terman, de banier aanvaardende, de toespraak, waarin dank zei voor hare in deze en de ing geschenk, dat don hoogen prijs wordt daarin een bewijs deze vereeniging sy sympathie die hoogr deerd. en hij sprak zij die sympathie n zen, het vaandel on heul en nalatigheid den blijven van de als tot op dit oog «Leve de A. V. B." del voor de veret Daarna werd de ee en de waarlijk fraa schouw genomen, nadat een défilé e gevonden, een door leden geschonken ge' vastgehecht. De schoone ban door onzen stadge van Uneii. en vervaa van de firma A 's Gravenhage. Op et fond draagt zij inz «Vrijwillige Brand en daartusschen zij buten: ladder, bij gedekt dooi een ti terwijl daaronder de 1897 voorkomen. I werper en vervaart is in zilver gefragm geduiende drie dag van tien heer van gestraat, ter bez Toen men eenigen was verscheen de wethouder E. L. V woordiger van het om ook van die langstelling en wal Nadat hij door welkom geheeten, het woord, om, na dank te betuigen A. V. B. bewezen hoop uit te spie mogelijk haar hu zijn maar ook on dat de gemeente waarin zulks noodif rekent op de vri. langdurig samenzij

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 2