tot minister van Staat benoemd. Zijne
staatkundige werkzaamheid nam ech
ter na zijne aftreding ais minister in
1888 daarmede nog geen einde. In
jaar riep het vertrouwen des
Kot.ings hem in den Raad van State,
waarin hij tot aan zijn dood zitting
had.
Te midden van eene zoo veelzijdi
ge taatkundigeloopbaan. vond ileems
kerk ook den tijd oin aan de groote
maatschappelijke vraagstukken zijne
aandacht te wijden. Vooral op het
g bied van nijverheid en medische
politiek betoonde hij steeds groo'en
i r en vurige helangstelling. Hij
stond o a geruimen tijd aan het
hoofd van de veree liging tot afschaf
fing van den sterken drank.
Nog weinige dagen geleden woon
de hij als vertegenwoordiger der Re
geering twee belangrijke congressen
in I.uiten-en binnenland bij aansoci-
ale vraagstukken gewijd. Reeds in
zijn eerste ministerie wijdde hij zijne
aandacht aan de verbetering van bet
dunkwater en in dit verband herin-
nei t zich ieder ook het groote succes,
dat iiij destijds mocht verkrijgen met
zijn, maatregelen tot bestlijding van
de ver pest. Hem en zijnen collega van
Zuylen werd vooral uit dankbaarheid
deswege, na Imnne aftreding als mi
nisters een gedenkpenning vereerd,
tot ile toekenning van welk huldeblijk
uit den kl ing der burgerij tiet initia
tie.' werd genomen.
Heemskerk mocht den Hoogen leef
tijd van bijna 80 jaren bereiken. Deze
uitnemende staatsburger beeft dus
ruimschoots gelegenheid gehad zijne
zeldzame gavert van geest en hart
aan den dienst des vaderlands te
wijden.
Het stoilelijk overschot wordt lieden
in liet familiegraf op de algemeene
begraafplaats bijgezet.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Gisterenmiddag hield de gemeen
teraad eene vergadering onder voor
zitterschap van den burgemeester mr.
F. D. giaaf Schimmelpeiiriinck, die,
vóór dat hij den voorzitlerszetel in
nam, in handen van den oudsten
wethouder de bij de wet voorgeschre
ven eeden als raadslid ailegde en door
dezen met een gelukwensch was ge
ïnstalleerd. De verordening tot hefling
der plaatselijke directe-belasting naar
het inkomen weid gewijzigd: eene
wijziging die geboden werd door de
nieuwe wettelijke rijksregeling der
gemeen te-financiën
Wij geven hieronder een overzicht
van de wijzigingen, met de daarbij
behorende toelichting
Art. 8. Ieder, die in den zin van artikel
245 der Gemeentewet in deze gemeente
t: ns het belastingjaar zijn hoofdverblijf
he er gedurende meer dan 90 dagen
van Iter belastingjaar voor zich of zijn
gezin eene gemeubelde woning of een
kan;,'Or of andere inrichting tot persoon-
li i;, uitoefening van eene betrekking,
beroep of bedrijf beschikbaar houdt; er
in bet belastingjaar gedurende meer dan
90 dagen verblijf houdt, er in het be
lastingjaar op meer dan 90 dagen aan
wezig is tot uitoefening van een beroep
of bedrijf in een kantoor, winkel, werk
plaats of andere vaste inrichting of tot
vervulling eener dienstbetrekking, en
wiens jaarlijkscb inkomen bedraagt, voor
zooveel betreft weduwnaars, weduwen,
gehuwden, zonder kinderen en ongehuw
denmeer dan f 400, voor zooveel betreft
weduwnaars, weduwen, gehuwden, met
kinderen, indien het aantal kinderen
hoogsten 3 bedraagtmeer dan f 500, en
indien het meer dan 3 bedraagt: meer
dan f 600, is belastingplichtig.
Bereikt het inkomen eerst in den loop
van het dienstjaar respectievelijk boven-
staande bedragen dan begint de belasting
plicht met het tijdstip waarop dit ge
schiedt.
Is dit het gevolg van het overlijden
van een gehuwde vrouw, voor wier in
komen de man in deze gemeente is aan
geslagen, dan komt de vermeerdering
van inkomen voor het loopend dienstjaar
voor den aanslag der erfgenamen niet in
aanmerking, zoolang de man voor dit
inkomen in deze gemeente belastingplich
tig blijft.
Onder .kinderen" worden hier uitslui
tend verstaanminderjarige kinderen, die
ten laste van den belastingschuldige ko
men, alsmede inwonende minderjarige
kleinkinderen, die ten laste van den be
lastingschuldige komen, allen voor zoover
zij geboren zijn vóór Januari van het
dienstjaar,
Ari. 4. Onder het inkomen wordt bij
hoofden van echtvereenigingen mede be
rekend het inkomen der huwelijksgemeen
schap; alsmede het eigen inkomen der
vrouw, indien zij aan dezelfde, bij artikel
245 der Gemeentewet bedoelde eischen
van belastingplicht als haar man voldoet
en geen gerechtelijke scheiding van goe
deren heeft plaats gehad.
In alle andere gevallen wordt de vrouw
afzonderlijk aangeslagen.
De weduwe, die niet reeds op grond
van de 2e alinea van dit artikel over
hel loopend dienstjaar afzonderlijk was
aangeslagen en aan de overige eischen
van belastingplicht voldoet, wordt aange
slagen met ingang der maand volgende
op die waarin haar echtgenoot is over
leden.
Art. 5. De navolgende woorden ver
vallen: „onder inkomen is niet begrepen
„hetgeen genoten wordt als schadeloos
stelling of vergoeding voor reis-, verblijf-
„en bureaukosten, afzonderlijk en afge
scheiden van de bezoldiging toegekend."
Art. 6. Alinea d. vervalt.
Art. 7. De laatste alinea wordt aldus
gelezen
Deze regelen zijn ook van toepassing
op het inkomen van hen, die in den
loop van het jaar belastingplichtig wor
den, en dier voege, dat niet rekening
gehouden wordt met de op Januari van
het dienstjaar, maar met de op het tijd
stip, waarop de belastingplicht aanvangt,
bekende bijzondere omstandigheden, welke
tot vermeerdering of vermindering van
inkomsten in het jaar der heffing aan
leiding geven.
Art. 8. In plaats van de woorden „na
„afronding tot een veelvoud van f 100
„(zulks voor een bedrag van minder dan
„f50 naar beneden, van f50 af naar
„boven," te lezen: „gedeelten van f100
„worden voor f100 berekend."
Art. 9. In plaats van:
„le kl. van 500 tot en met 600" wordt
gelezen.
1 e klassè van boven f400 tot en met 500.
„2e 500 tot 600.
terwijl de 2e klasse wordt 3e, de 3de 4e
enz. de 28ste 29ste; de laatste alinea
vervalt.
Art. 10. Van inkomens van weduw
naars weduwen gehuwden zonder kinde
ren en ongehuwden zal onbelastbaar zijn
f 400, van inkomens van gehuwden
weduwnaars weduwen met kinderen zal,
indien 't aantal kinderen hoogstens 3 be
draagt f 500 en indien 't meer dan drie
bedraagt f 600 onbelastbaar zijn.
Onder kinderen, worden hier uitsluitend
verstaan, minderjarige kinderen, die ten
laste van den belastingschuldige komen,
alsmede inwonende minderjarige klein
kinderen, die ten laste van den belasting
schuldige komen, allen voorzoover zij
geboren zijn vóór 1 Januari van het
dienstjaar.
Art. 12. Zij die in den loop van" een
dienstjaar belastingplichtig worden, of
door vertrek ophouden dit te zijn. worden
overeenkomstig art. 245 der Gemeentewet
aangeslagen of ontheven.
Zij die in den loop van een dienstjaar
belastingplichtig worden en zij die door
eenig verzuim niet op de primitieve ko
hieren zijn geplaatst, worden op de sup-
pletoire kohieren gebracht.
Art. 15. De laatste alinea wordt gelezen
,aan hen, die in den loop van een dienst
jaar in deze gemeente belastingplichtig
,zijn geworden, wordt aan hunne woning
„zoo spoedig mogelijk een beschrijvings-
biliet uitgereikt."
Art. 18. In plaats van „veertien dagen"
wordt gelezen „acht dagen" en in plaats
van „acht dagen" „drie dagen."
Art. 26. Deze Verordening treedt in
werking den le Januari 1898.
Bij het in werking treden dezer Ver
ordening wordt die op de heffing van
eene plaatselijke directe belasting naar
het inkomen, zooals zij door den Baad
is vastgesteld den 3den December 1894,
buiten werking gesteld, blijvende laatst
genoemde evenwel toepasselijk op alles
wat betreft de heffing der plaatselijke
directe-belasting over de dienstjaren, welke
het jaar 1898 voorafgaan.
Toelichting van B. en W.
Zooals U bekend is heeft de wet van
24. Mei 1897 Staatsblad no. 156) nieuwe
regelen gesteld o.a. ten aanzien der plaat
selijke belastingen.
De Verordening op de heffing van eene
plaatselijke directe belasting naar het in
komen, thans in onze gemeente vigee-
rende, voldoet niet aan de eischen bij die
wet gesteld.
Hoewel die wet (art. 14) de vrijheid
geeft, bestaande verordeningen alsnog tot
1 Januari 1901 in werking te laten, ach
ten wij toch in deze een uitstel niet ge
rechtvaardigd, deels omdat toch thans
reeds enkele bepalingen, b.v. die (omtrent
het hoofdverblijf en verblijf, welke in
onze Verordening uit de wet waren over
genomen, in overeenstemming met de
nieuwe wettelijke bepalingen behooren te
worden gebracht, deels omdat wij, ten
gevolge van de betrekkelijk ruime uit-
keering van het Rijk (vermoedelijk ruim
f 60000), gelegenheid zien de belasting
druk van groote gezinnen met een be
trekkelijk gering inkomen aanmerkelijk
te verlichten, deels omdat wij bij belas
ting een constante heffing verre boven
een steeds varieerende verkiezen en ten
slotte omdat in de driejarige practijk on
zer Verordening zich een leemte heeft
voorgedaan, waarin spoedige voorziening
wensehelijk is.
Wij hebben de eer uwe vergadering
mitsdien voor te stellen de bestaande
heifingsverordening (alsmede het laatste
artikel der invorderings-verordening) te
herzien en beide Verordeningen op nieuw
vast te stellen.
Met het behoud van het systeem der
heffings-verordening bepaalt ons voorstel
zich in hoofdzaak tot de drie navolgende
wijzigingen:
1°. het in overeenstemming brengen
met de bepalingen der nieuwe wet;
2°. voorziening in de leemte, hierin
bestaande, dat niet-aangeslagenen, wier
inkomen na 1 Januari des dienstjaars on
voorzien toeneemt, hetzij door aanvaar
ding eener betrekking, hetzij door erfenis
of anderszins, gedurende dat jaar geheel
vrfj moesten blijven;
3». vermindering der belastingdruk voor
hoofden van talryke gezinnen met een
betrekkelijk gering inkomen.
Met aanbieding van de ontwerp-wijzi
gingen laten wjj hieronder een heknopte
toelichting volgen:
Art. 3. Vooreerst zy'n hierin opgeno
men de vereischten bij art. 245 der Ge
meentewet sub 1 4 gesteld.
Voorts is hier het minimum inkomen
bepaald, waaromtrent nader bij art. 10
een uitzetting zal volgengenoeg zij het
hier, te vermelden, dat waar een bepaald
bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud
wordt afgetrokken, thans ook ieder, wiens
inkomen dat bedrag overschrijdt, in de
belasting behoort bij te dragen. De som
men hier als minima genoemd, zijn dan
ook dezelfde als in art. 10 aangegeven.
Ten slotte wordt hier voorzien in de
reeds boven besproken leemteten einde
dubbelen aanslag te voorkomen, is hier
tevens een uitzondering gemaakt voor
het geval, dat een gehuwde vrouw, voor
wier inkomen de man in deze gemeente
is aangeslagen, in den loop van het dienst
jaar overlijdt.
Art. 4. Bij deze wijziging is rekening
gehouden met het mogelijke geval, dat
een vrouw met eigen inkomen elders
hoofdverblijf heeft (wat belastingplicht
betreft) en hier b.v. gedurende 150 dagen
van het dienstjaar een bedrijf uitoefent,
terwijl haar man hier hoofdverblijfheeft.
Bij de thans voorgestelde redactie zal in
een dergelijk geval de vrouw afzonderlijk
worden aangeslagen voor haar eigen in
komen en wordt dus een aanslag, feitelijk
in strijd met de wet vermeden.
Art. 5. Het wettelijk voorschrift, dat
geen inkomsten buiten berekening mogen
worden gelaten of lager dan haar wer
kelijk zuiver bedrag worden berekend,
eischt dat de aangehaalde woorden ver
vallen, thans behoort, indien de werkelijk
daarvoor gedane uitgaven minder bedra
gen dan de schadeloosstelling of vergoe
ding voor reis-, verblijf- en bureaukosten
genoten, dit verschil onder het zuivere
inkomen begrepen te worden.
Art. 6. Wegens 't zelfde motief als
hiervoren vermeld, behoort alinea d te
vervallen.
Art. 7. Deze wijziging, ter voorziening
in de reeds boven besproken leemte, sluit
zich aan bij die in artikel 3 voorgesteld.
Uitdrukkelijk wordt hier gesproken van
„in het jaar der heffing." De bedoeling
is dus, dat bij iemand die elders tot b.v.
1. Juli een inkomen van f 1000 had en
in Juli zich hier vestigt met een jaarlijksch
inkomen van f 2000 wordt aangeslagen
naar ftKjO 2000 f 1&00 en nie(. Qaar
2 2
f 2000. Het ware toch onbillijk hem naar
een inkomen van f 2000 aan te slaan
daar zijn feitelijke inkomsten in dat jaar
slechts f 1500 bedroegen. Tot heden moe
ten dergelijke personen, indien die toename
van inkomen op 1 Januari des dienstjaars
niet was te voorzien, overeenkomstig de
bepalingen der Verordening naar f 1000
worden aangeslagen.
Art. 8. De woorden „gedeelten van
f 100 worden voor f 100 berekend" zijn
ook daarom ingevoegd wijl anders in het
eene artikel belastingplichtig worden
verklaard zij die boven f 400, f 500, of
f 600 inkomen hebben en in het andere
dit minimum inkomen feitelijk op resp.
f450, f550 of f650 zoude worden gebracht.
Art. 9. Behalve de voorgestelde wijzi
ging, een gevolg van de wijziging van
andere artikelen, doet zich hier de vraag
voor of dit artikel als niet geheel in over
eenstemming met den regel der nieuwe
wettelijke bepalingen kan behouden blij
ven. Wij wijzen echter op 't slot van
artikel 243 der Gemeentewet, luidende:
afwijking van dezen regel is geoorloofd
wanneer de bestaande Verordeningen of
bijzondere omstandigheden daartoe aan
leiding geven, mits de verdeeling der
lasten daarbij niet aanmerkelijk verschilt
van die, welke bij opvolging van den
regel zou worden verkregen."
Wij vertrouwen, dat indien dit punt
bij de aanvrage om Koninklijke goed
keuring nader wordt toegelicht, die goed
keuring niet zal achterwege blijven. Im
mers kan ieder belastingplichtige door
een zuivere gesplitste opgave van zijn
inkomen aan de classificatie ontkomen.
Voorts verschilt de verdeeling der lasten
niet aanmerkelijk van die welke bij op
volging van den regel zou worden ver
kregen wegens het betrekkelijk geringe
verschil tusschen iedere twee opeenvol
gende klassen en ten slotte wordt door
de bepaling dat, bij aanslag naar klasse,
de belasting wordt geheven over het
maximum der klasse (art. 8 laatste zin
snede) het aantal gespecificeerde aangiften
aanmerkelijk vermeerderd. Bij de weinige
gegevens die ons, ook tengevolge van de
in deze gemeente zoozeeij uiteenioopende
categorieën van belastingplichtigen, voor
den aanslag dier belastingplichtigen ten
dienste staan, is het waarlijk van het
meeste belang het aantal gespecificeerde
opgaven zoo groot mogelijk te doen zijn,
immers dan bijna alleen bestaat er moge
lijkheid, de onderdeelen der aangifte be
hoorlijk te controleeren en zoo het juiste
inkomen te treffen. Het is onzes inziens
in het algemeen belang noodzakelijk, opdat
niet het percentage der heffing zonder
noodzaak worde verhoogd, uitsluitend
doordien een aantal belastingschuldigen
te laag zjjn aangeslagen.
Werd bij aanslag naar klasse niet
naar het maximum, maar b.v. naar het
middencijfer der klasse de belasting ge
heven, dan zoude vooreerst het aantal
aangiften naar klasse sterk vermeerderen,
maar ook in de laagste klassen (tot en
met f 1200) een premie gesteld worden
op die aangifte, zulks in verband met de
bepaling dat bij gesplitste aangiften
gedeelten van f 100 voor f 100 worden
berekend.
Geven dus zoowel de bestaande Veror
dening als bijzondere omstandigheden
aanleiding deze geringe afwijking van den
regel geoorloofd te achten, wij kunnen
tevens constateeren dat de Minister van
B. Z. in de zitting van de Tweede Kamer
van 31 Maart 1897 ook een dergelijke
zienswijze was toegedaan.
Art. 10 Hier wordt het voor alle aan
slagen gelijk of in verband met de samen
stelling van het gezin op gelijken voet
berekende bedrag voor noodzakelijklevens-
onderhoud door de wet geëischt
nader omschreven. Wij meenen in de
bepaling der juiste cijfers geslaagd te zijn
en wijzen op den vrij aanzienlijken doch
billijken aftrek voor talrijke gezinnen.
De opbrengst zal bij eene heffing van 31
voldoende zijn en de voor de Begrooting
voor 1898 gemaakte raming overtreffen.
Zonder aftrek voor kinderen bedroeg
3 pCt. van het belastbaar inkomen vol
gens het primitief kohier
in 1896 f 64152.—
en in 1897 - 66189.—
hoogst waarschijnlijk zoude, bij behoud
der Verordening in 1898 dit bedrag wor
den pl. m. f 68000 (de diverse afschrij
vingen kunnen beschouwd worden ge
dekt te worden door de opbrengst der
suppletoire kohieren).
Gelet op de gegevens uit vorige dienst
jaren verkregen, komen wij tot de navol
gende cijfers voor 1898.
I. Volgens de oude Verordening1732
aanslagen, opbrengst f 6SOOO; hieronder
zijn begrepen 1084 inkomens van f1000
of minder, 256 van boven f 1000 tot en
met f 1600. 226 van boven f 1600 tot en
met f 2800.
Van hun inkomens is dan overeenkom
stig de bestaande bepalingen resp. afge
trokken
1084 X 400 f 433.600.-
256 300 f 76.800.-
226 200 f 45.200.-
Totaal f 555.600.—
ware deze aftrek niet toegestaan dan
zoude de belasting opbrengen f 68000 4-
(3 pCt. van 555.600 16668 - fS4.668.
II. Volgens de thans voorgestelde be
palingen zal de volgende aftrek worden
toegestaan
(838 belastingplichtigen zonder kinde
ren, 570 met 1 tot en met 3 kinderen,
324 met meer dan 3 kinderen)
838 X 400 f 335.200.-
570 500 f 285.000.-
324 600 f 194.100.-
Totaal f 814.600.-
de belasting zal dus (bij heffing van 37o)
opbrengen f S4.668 verminderd met (3 pCt.
van f814.600 24.438 f 60.23 welk
cijfer nog vermeerderd wordt door de aan
slagen van de ongehuwden en de gehuw
den, weduwnaars, weduwen, zonder kin
deren, wier inkomen tusschen f 400 en
föOO bedraagt.
Het le aanvullings-kohier van de
inkomsten-belasting werd vastgesteld
op f4714.60s.
De jaarwedde van de onderwijzers
F. W. van Scliendel en E Linden-
liovius is voor ieder met f lOO en
die van den onderwijzer F. Faber
met f 125 verhoogd.
Op posten der begrooting van de
dienstdoende schutterij voor 1897
werd af- en overschrijving verricht.
Aan dr. A. J. A Prange werd, op
zijn verzoek, een eervol ontslag ver
leend uil de betrekking van leeraar
aan het gymnasium en de lioogere
burgerschool. Het request van A.
van Santbrink om. ten behoeve dei
samenstelling van een verslag der
gemeenteraads-zittingen, vóór den
aanvang dier zittingen Inzage te er
langen van de stukken die in den
Raad worden behandeld, is afgewezen,
in overeenstemming met het advies
van B. en W., die tot inwilliging van
het verzoek verklaarden geetie termen
te kunnen vinden.
Een verzoek van de Amersfoortsche
muziek-vereeniging «Caecilia," om tot
het houden van repelitiën over een
gemeente-lokaal te mogen beschikken,
is in zooverre ingewilligd, dat haar
f 50 's jaars is toegestaan om een
locaal te huren, onder verplichting
1 of 2 maal eene openbaie uitvoering
te geven.
Tot lid der commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs ts be
noemd de heer II Krudop, voormalig
burgemeester van Nijkei kop deVeluwe,
en tot lid der openbare gezondheids
commissie de heer W. P. van de
Bovenkamp, apotheker alhier.
Ingekomen was een verzoek van
Dr. M. de Haas, om eervol ontslag
tegen 18 Oct. a.s., dat werd inge
willigd, terwijl de voorzitter op de
vraag van den heer Van Esveld ver
klaarde, dat in de lessen tijdelijk is
voorzien, zoodat de school onder het
vervroegd ontslag geen nadeel zal
lijden. Voorts een verzoek van kapitein
Brants om zijne bezwaren tegen den
aanslag in de inkomsten-belasting in
nadere overweging te nemen.
Ook is ingekomen een request der
afdceling Amersfoort van den Ned.
Bond van onderwijzers, doch wat
dit behelsde kunnen wij niet mede-
deelen, daar de inhoud niet werd
voorgelezen.
Het request is ter secretarie gede
poneerd ter inzage van de leden
of te wel in den doofpot gestopt.
Ook ile Korlegracht zal zich
ter gelegenheid der inhuldigingsfe'es-
ten in feestgewaad looien. De com
missie tot voorbereiding daartoe be
slaat uit de hoeren: I). P. M. Gras
winkel, voorzitter, J. Fijlmg van Wal-
sem, secretaris, O J YV. Steenholl,
penningmeester. P. J Frederiks en
J K. van 't Hof.
Eene hoogstnuttige vereeniging
ui onze gemeente vieide gisteravond
feest. De vereeniging «Amersfooitsche
Vrijwillige Brandweei "herdachtfeeste-
1 ijk haar vijftienjarig bestaan. Om
dat op waardige wijze te kunnen doen,
had zich reeds eonigen tijd geleden
eene Commissie gevormd, wier doel
het was te trachten op den feestdag
aan de vereeniging eene banier aan-
tebieden, en die commissie is in haar
pogen naar wensch geslaagd. Zij
vond tal van ingezetenen dadelijk
bereid in de kosten van zulk een
banier bijtedragen en aldra zag ze
zich in slaat haar denkbeeld te ver
wezenlijken. Gisteravond vereenigden
zich de leden der «Amersfoortsehe
Vrijwillige Btandweer" aanhetspuit-
huis »de Waag," om met voormelde
commissie de banier, die aldaar lijde
lijk was geplaatst, aftelialen, en daar
mede, de goede muziek van «Caecilia"
aan de spits, een tournée door de
stad te maken. Honderden waren op
de plaats van samenkomst bijeen en
nog grooter massa vergezelde den
met fakkels verlichten optocht door
verschillende straten onzer gemeente,
terwijl door onderscheidene ingeze
tenen bengaalsch vuur werd ontstoken
In het feestlocaal, café «Suisse" aan
gekomen. trof men het bestuur der
A V. B. aldaar aan, en na eenigen
tijd van keuvelen ving de offieieele
plechtigheid aan. Commissie en be
stuur hadden zich vereenigd en toen,
door 't ophalen van 't tooneelscherin
de heeren niet meer aan't oog waren
onttrokken van de saamgekomenon,
had de aanbieding der banier plaats,
met de volgende toespraak, die dooi
den heer .1. A. Riefl werd gehouden
Mijnheer de Voorzitter
Bij het uitvoeren der mij gedane
opdracht oin do Banier die du ver
eeniging ter gelegenheid van hel 15-
jarig bestaan is geschonken aan het
Bestuur te overhandigen zij het mij
vergund een kort woord betreffende
ile geschiedenis der Amersfoortsche
Vrijwillige Brandweer tot u te spreken.
Toen in het jaar 1881 bleek dat
de toenmaals verplichte brandweer
m vele opzichten vrij gebrekkig was
ingericht, werd meermalen de wensch
uitgesproken dal een vrijwillig korps
inocht worden opgericht; die wensch
werd ook kenbaar gemaakt aan liet
brandcollege dat toen bestond uit B en
YV benevens de heeren Rubers, Sand-
berg en van Ruyveri. In dat college vond
het denkbeeld tot oprichting van
zoo'n vrijwillig korps onverdeelden bij
val en dit gaf den fungeereml opper-
brandineester de opdracht te beproe
ven een zoodanig corps in het leven
te roepen, eeri opdracht die zeer wel
willend werd aanvaard. In zijn hoogst
te waardeeren pogingen vond hij
krachtig steun bij onze vooimahge
stadgenoolen do heeren de Koning
eu van Leer beide eereleden van
onze vereeniging.
Met kalme voortvaarendheid werk
ten zij aan de oprichting eu hun
pogingen zagen zij weldra met succes
bekroond; reeds den 12en October 1882
werd onze vereeniging in het aanzijn
geroepen, nadat gebleken was dat
een groot aantal jongelieden zich be
reid hadden verklaard vrijwillig de
kamp tegen het vernielend element
te aanvaarden.
Onder de bekwame leiding van
haren Brandmeester-voorzitter, kwam
zij weldra na hare oprichting en vol
doende oefening voor den dag. Aldra
bleek hoeveel goede wil, gepaard aan
waakzaamheid, voort varenheid en
kalmbezadigd overleg vermocht Steeds
op een enkele uitzondering na, was
zij het eerst op de plaats waar het
yuur het leven of het goed van hare
stadgenooten bedreigde; steeds was
zij, dank ook de goede leiding, met
vrucht werkzaam; steeds mocht zij
daarvoor dankbetuiging ontvangen
van het gemeentebestuur en van vele
ingezetenen. Behalve dat zij die dien
sten bewees, heeft zij nog iets andere
nuttigs in het belang der gemeente
doen ontstaan. De brandbluschmid-
delen waarover de gemeente toenmaals
beschikte waren vrijwel verouden
dit bleek toen de vereeniging in het
bezit werd gestel,
spuit van nieuwe
fabriek van de f
te Heiligerlee. Ze,r
te waardeeren L
de toenmaals
vel
I
met kracht wen)
zijde aangedronge
van meerder nieuv
welke aandrang
een welwillend
YVeldra werd ooi
neel in het bezit
van nieuwe consiiu,
stede die de verenn
den verschillende:!,
middelen aange-tl,
weder tengevolge,,
brandweer ze van
vingin een wow]
onzer vereeniging
gegeven tot verbeid
wezen in onze gems
Maar ook in
zij tot verbeterin;
De meerdere genet,
kwam bij elke gel
licht en daarbij s
beholpenheid van
dere personeel.
Lang werd er tve
werd het denkbeeld
dei brandweer owr
1886 onder het cue
den Heer van Ascl
reorganisatie tot
zegenrijk is ge blek
Amersfoort en wi.u
delijke, thans ere
brandweer over ge
beschikt.
Mijnheer de l'oo
misschien te veello!
wil mij, indien werk
is, dat vergeven;
bron is die lof om
liefde tot de veieeni
het mij een eer reki
En met deze kort'
ach te en gewaaide
draag ik deze baniei
over: eene banier be
belangstellende ingi
spreek daarbij dm
nog vele leden zicli
deze banier, met gr
om het grootsche
ging: het verleenen
bij brand, te helpt
De Voorzitter. I
terman, de banier
aanvaardende, de
toespraak, waarin
dank zei voor hare
in deze en de ing
geschenk, dat don
hoogen prijs wordt
daarin een bewijs
deze vereeniging sy
sympathie die hoogr
deerd. en hij sprak
zij die sympathie n
zen, het vaandel on
heul en nalatigheid
den blijven van de
als tot op dit oog
«Leve de A. V. B."
del voor de veret
Daarna werd de ee
en de waarlijk fraa
schouw genomen,
nadat een défilé e
gevonden, een door
leden geschonken ge'
vastgehecht.
De schoone ban
door onzen stadge
van Uneii. en vervaa
van de firma A
's Gravenhage. Op et
fond draagt zij inz
«Vrijwillige Brand
en daartusschen zij
buten: ladder, bij
gedekt dooi een ti
terwijl daaronder de
1897 voorkomen. I
werper en vervaart
is in zilver gefragm
geduiende drie dag
van tien heer van
gestraat, ter bez
Toen men eenigen
was verscheen de
wethouder E. L. V
woordiger van het
om ook van die
langstelling en wal
Nadat hij door
welkom geheeten,
het woord, om, na
dank te betuigen
A. V. B. bewezen
hoop uit te spie
mogelijk haar hu
zijn maar ook on
dat de gemeente
waarin zulks noodif
rekent op de vri.
langdurig samenzij