NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. No. 92. Woensdag 17 November 1897. Zes-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG Ei\' ZATERDAG. FEUILLETON. Toch gevonden! Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËNi Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Eugelschen hebben blijkbaar den opstand in Indië nog lang niet gedempt. In Londen is men \eront- rust over de wreede verliezen, die de Engelsch-Indische troepen geleden hebben in hunne worsteling tegen de opstandelingen der Afghaansche grens. De telegrammen hebben bericht, en latere dépêches hebben het bevestigd het geheele detachement onder com mando van luitenant Macintyre is bij Saran-Sar in de pan gehakt. Geen enkele is aan de slachting ontsnapt. De kleine troep had de voeling ver loren met de legermacht van generaal Lockhart, hetgeen vaker voorkomt in deze bergachtige streken, hij werd onverwachts overvallen door overmachtige benden van vijanden, en niemand bleef er over van het dappere troepje. Het is een smarte lijke ramp voor Engeland. Maar de gevolgen dezer slachting zullen ongetwijfeld niet van grooten invloed zijn op den algemeenen gang van zaken. Generaal Lockhart schijnt veel vertrouwen te hebben in den afloop der worsteling Voor een paar dagen deelde hij aan zijn regeering roede, dat vijf stammen hunne onder werping hadden aangeboden. Er zijn zwartgallige mensehen, die niet veel vertrouwen stellen in deze onderwer ping zij achten die maar schijnbaar, en het doel er van zou zijn, dat ondertusschen de verschillende benden der opstandelingen zich kunnen ver eenigen. Van een anderen kant echter, meent men weer, dat de insurgenten machteloos zijn om den strijd verder door te zetten. De Orokzaïs in elk geval schijnen vastbesloten om zich te onderwerpen. Wat helpt dat echter, indien elders het vuur van den opstand opnieuw uitbarst Thans heerscht er weer, zoo wordt gemeld, opgewondenheid onder de stammen in de nabijheid van den Khyberpas, waar de opstand het eerst is uitgebarsten. Sir Bindon Blood heeft onmiddellijk een kolonne in die l ichting uitgezonden, ten einde den stam der Utman Khels in het oog te houden, eon der machtigste daar en die voor eenige weken zich aan de Engelschen heeft onderworpen. In Spanje ziet het er wel een beetje onrustbarend uit met het oog op de woelingen der Carlisten. Reeds heeft deze partij dit geheele jaar door teekenen te kennen gegeven, dat zij nog leeft, maar sinds den dood van Canovas en den val der conservatieve partij, schijnt zij het hoofd meer dan ooit op te steken. Te Barcelona heeft men een zending wapenen in beslag genomen, die men terecht of te onrecht? beschouwt als be stemd voor de fanatieke landlieden van Biscaye of Guipuzcoa. De aan hangers van Don Carlos geven zelfs te Parijs een dagblad uit, hetwelk ten doel heeft propaganda te maken in en huiten Spanje voor de Car listen. De legitinnsten van Spanje schijnen het oogenblik gunstig te achten om op te treden. Misschien rekenen zij daarbij op generaal Weyler, die van Cuba terug keert. Hij behoort ook tot de onte vredenen. Het Berlijnsch comité voor het Rismarck-gedenkteeken heeft nu defi nitief besloten de vervaardiging op te dragen aan Professor Bcgas, in wiens ontwei p de gestalte van den grooten Staatsman verdwijnt onder allerlei bijwerk. Aan het onaangename incident tusschen den Czar en den Groother tog van Baden met betrekking tot het geweigerd bezoek is van Russi sche zijde nu op waardige wijze een einde gemaakt. De Czar heeft name lijk te Carlsiuhe een bijzonder gevol machtigde aangesteld, zoodat voortaan elk misverstand tusschen beide Hoven onmogelijk zal wezen. Deze hollelijke daad heeft in Baden groote voldoening gegeven. Het volgend jaar dus is nu reeds bepaald zullen de Duitsche troepenmanoeuvres (de Keizers-ma- noeuvres) gehouden worden in de streek tusschen Meppen, Osnabrück en Fürstenau, niet ver dus tan de Nederlandsche grens. Het uitzenden van een nieuwe Zweedsche Noordpoolexpeditie is nu verzekerd. Men heeft, door bijdragen van den Koning en particulieren, 70.000 kronen er voor bijeen. Professor Nathorst, de geoloog, zal de deider zijn der expeditie, welke in 1898 vertrekt. Naar de kust der Chineesche pro vincie Shantung, waar twee Duitsche zendelingen werden vermoord, zijn of worden Duitsche oorlogsschepen ge zonden. De Chineezen in deze streek, waar zich het graf van Confucius heet te bevinden, zijn bijzonder dweepziek, en toen bedoelde zendelingen er zich openlijk op begonnen te beroemen dat zij het kruis geplant hadden op het graf van den profeet, liep de woede-beker over en werden de vreemdelingen gedood. Wanneer men zich een oogenblik op Chineesch standpunt verplaatst, is dit gansch niet onbegrijpelijk. Zelfs in Europa zou, onder gelijksoortige omstandigheden, de tolerantie hare grenzen hebben. De berichten omtrent het uitbre ken eener omwenteling in Venezuela worden ongegrond verklaard. Bij Kon. besluit zijn de generaal- majoors G. F. W. Borel, van den grooten staf. inspecteur van het mili tair onderwijs, en H. J. G Benschop, commandant der 3e divisie inf., op hunne aanvrage, op pensioen gesteld en is het bedrag van het pensioen bepaaldvoor den generaal-majoor Borel op f2900, en voor generaal- majoor Benschop op f2700 'sjaars. Aan genoemde officieien wordt Harer Majesteits dank betuigd voor de goede diensten door hen gedurende hunne veeljarige militaire loopbaan aan den lande bewezen. Voorts zijn bij Kon. besluit benoemd bij den grooten staf', tot inspecteur van het militair onderwijs, de generaal- majoor C. P. van Pommeren, thans commandant der 1ste divisie infanterie; bij den generalen staf, tot luitenant generaal, de generaal-majoor A. Kool, chef van dien staf; bij het wapen der infanterie, tot inspecteur van het wapen, de generaal-majoor C. O. van Kesteren, thans commandant der2de diviesie vin het wapen en wordt de luitenant-generaal Kool op de meest eervolle wijze ontheven van de waar neming der functiën van inspecteur der infanterie. St.-Ct. Te Utrecht had Maandag eene vergadering plaats van anti-revolution- nairen, die wél staan op den voet van het program van 1878 doch zich niet kunnen vereenigen met de leiding van dr. Kuyper. De vergadering was belegd tot het houden van bespre kingen in zake de vaststelling van een program en de oprichting eener partij. De pers werd niet toegelaten. Het comité tot verbetering van den maatschappelijken en rechtstoe stand der vrouw in Nederland heeft zich met een adres gewend tot den minister van binnenlandsche zaken om ook zijnerzijds de aandacht van den minister te vestigen op de be langrijke punten in het adres door de vereeniging tot behartiging van de belangen der vrouw te Rotterdam (in zake wijziging en aanvulling van enkele bepalingen van het B. W.) ter sprake gebracht en zijn instem ming te betuigen met het daarin omschreven verzoek tot gelijkstelling van man en vrouw ten< aanzien van ouderlijk gezag en voogdij. Evenzoo heeft het comité een adres gezonden aan denzelfden minister om adhaesie te betuigen aan het adres van bovengenoemde Vereeniging in zake middelbaar en gymnasiaal onder wijs voor meisjes en het subsidieeren van industrie-, kook- eu huishoud scholen, en verzocht den minister de maatregelen te nemen en de voor stellen te doen, welke kunnen leiden tot vervulling der daarin aangegeven wenschen. Zooals men weet, schrijft de «Nederl. Schaatsenrijdersbond" proef- wedstrijden in verschillende plaatsen van ons land uit, waaruit moet blij ken welke jongelieden het meest ge schikt zijn om voor de verschillende kampioenwedstrijden uit te komen en geoefend te worden. Na afloop der verschillende proef- wedstrijden in de provinciën, treden alsdan de besten in die verschillende wedstrijden tegen elkander in het krijt, om te doen uitkomen wie voor bovenbedoeld doel het meest geschikt zijn. Deze eind-proefwedstrijd zal dit seizoen plaats hebben te Abcoude. (Ned. Sport Uit het Oldambt schrijft men aan de Telegraaf: Het kan verkeeren. Voor menigeen, voor arbeider en ambachtsman, zijn de westelijke provinciën van Pruisen tegenwoordig een waar toevluchtsoord. Daar is werk te vinden, als hier het spook der werkeloosheid al weder grijnst, daar is uitzicht op een ruime daghuur. Vooral timmervolk ging, de laatste tijden, veelvuldig uit het oostelijk deel dezer provincie, over de grenzen. Ze bleken er zeer gewild en wel opgewassen tegen hun collega's daar. De onzen weten wat werken is. De Pruis, zegt men, neemt het wat gemakkelijker op. Als hij een van de onzen ziet werken, dan stoot hij zijn kameraad even aan en zegt in zijn platte taal: nkijk die wil ook Oorspronkelijke novelle DOOR MAARTEN VAN 't STICHT. 7) «Ge zijt dwaas geweest, om uw ge luk zoo te verspelen!" «Mijn geluk heb ik verspeeld. En dwaas te zijn is beter dan oneerlijk!» "Ja gij met uw ideeënGe denkt te leven van den wind, en ge denkt niet om mij, niet om uw moeder, die voor u alles gedaan beeft om u ge lukkig te zien!» »Ik zou met hem nooit gelukkig geweest zijn moedergaf Marie ten antwoord. »Ik had het gehooptvoor U en voor mij n Wat gebeurd is, is gebeurd, moeder. Het stelle u niet te leur. Ik weet dat ik werken kan voor ons beiden. Dat zal ons en vooral u voor de druk kendste zorgen bewaren en bovendien- het werken doet vergeten.» Mevrouw de Wed. Klembole zeide niets meer, maar in haar hart morde ze tegen bet stijfkoppig karakter harer dochter. Dat had aan baar schoone verwachtingen voor de haar nog res tende levensjaren op eenmaal den bodem ingeslagen. Mevrouw Klembole bedroog zich als ze meende te kunnen hopen, op den van zorgen vrij en ouderdom, ook al had ze 't volste vertrouwen kunnen en willen koesteren omtrent den goeden wil en bet kunnen van Marie. Want voor den meer dan oppervlakkigen kenner van personen en dingen was het duidelijk dat mevrouw Klembole zich met baar voortdurende zelimar- teling over de lasten en plagen der wereld weinig goeds gedaan had. Ze was wat bet uiterlijk betreft, oud geworden vóór den tijd, en ook baar innerlijk had geleden. Na den dag, waarop mijnheer Hooper zich voor 'tlaatst ten huize der weduwe had vertoond, was zij nog meer in zich zelf gekeerd en knorriger dan vroeger. Ze was meer dan ooit de oude, egoïstische klaagster, en vooral ging ze diep gebogen onder de praatjes, die de bemoeizieke wereld van D. wist te vertellen omtrent die geschie denis van advocaat Hooper met Marie Klembole.» Marie's karakter gaf haar de kracht, èn om de verwijtingen harer moeder in stilte te dragen, èn om zich niets aan te trekken van al wat «men» omtrent haar vertelde. Ze ging ge stadig haren gang, onderwijl uitziende naar een voor haar geschikte en eenigs- zins winstgevende betrekking. En 't zou haar niet moeielijk gevallen zijn, die, als dame van gezelschap, te be komen, indien haar moeder niet zoo beslist geweigerd bad D. te verlaten. Mevrouw de weduwe Klembole be gon langzamerhand te sukkelen, ze kreeg last van pijnlijke benauwdheden, en in dezen stand van zaken was er voor Marie geen denken aan om elders zich een taak op de schouders te laden. Nu was baar plaats aan bet ziekbed harer moeder. Onvermoeid en zonder morren verpleegde ze de lastige, mor rende zieke, die slechts bij uitzonde ring eens deed bemerken, dat zij Marie's liefderijke verzorging waar deerde. De dokter constateerde een long-aandoening. 't Kon lang duren 't kon ook binnen een paar dagen afgeloopen zijn. Te genezen zou hier niets meer zijn, het lijden der kranke te verzachten was des geneesheers taak, waarin Marie hem getrouw bijstond. 'tWas, zooals de dokter had voor speld; mevrouw Klemhole hield het nog drie weken uit, toen stierf ze, op een schoouen voorjaarsmorgen, met het hoofd op den arm van Marie. Haar laatste woord'k Had je zoo graag, als mijnheer Hooper's vrouw, bezorgd geweten!» had pijn lijke herinneringen bij Marie opgewekt, en ze mocht haar moeder ook al hartelijk hebben liefgehad de tranen die ze bij het doodsbed schreide golden niet alleen de doode maar ook de herinnering van een, helaas voor altijd verloren geluk Zes jaren waren vervlogen. 't Was een heerlijke poëtische avond. Al de passagiers van de mailboot Admiraal Tromp, een enkele koudbloedige misschien uitgezonderd, genoten van bet schoon en maj estieus schouwspel der ondergaande zon aan den horizont der groote watervlakte, de uitgestrekte Noordzee, wier golven de mailboot, op weg naar het vader land, in snelle vaart doorkliefde. De gansche hemel gloeide en weer kaatste zijn purper duizendmalen op de groote oneindige vlakte, alleen aan de rechterband begrensd door een flauw-witte, in 't avonddonker wegdom melende streep't Hollandsch duin, met zoo blijde verrassing door de mees ten begroet.Nogenkeleuren en men zou den vaderlandschen bodem weer be treden. Voor de laatste maal zagen de reizigers de zon wegduikelen in den waterplas en morgen aan schouwden ze baar eerste stralen weder, bet groen der boomen tintend met vloeiend goud Op de voorplecht stond peinzend, over de verschansing geleund, een vrouwengestalte. Marie Klembole is te weinig veranderd om baar niet dadelijk te herkennen. Zoo mogelijk is baar gelaatsuitdrukking ernstiger nog, stroever misschien geworden dan voor eenige jaren. H urdl verrol,qd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1