NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
fT
4H ¥0©r de Pr vinei© Utrecht.
"binnenland.
ARTHUR HARRISON.
No. 99.
Zaterdag 11 December 1897.
Zes-en-twintigste jaargang.
Ij
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Zij flie zicli m op deze courant
atonneeren ontvanp alle deze maand
nog verschijnende nnmmers GRATIS.
DE UITGEVER.
"ïïïïnnË^TL^
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
n
V 1
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. S1.0 TII O U W E RAmersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Door den Minister van Binnen-
landsche Zaken is aan de commis
sarissen der Koningin het volgende
schrijven gericht:
De Minister van Buitenlandsche
Zaken heelt mijne aandacht er op
gevestigd dat de Pruisische autoritei
ten gestreng toezicht houden ten
einde Nederlanders, die in Pruisen
vertoeven, over de grenzen te doen
voeren, zoodra zij armlastig worden.
Deze maatregel wordt toegepast,
onverschillig hoelang de personen
reeds in Pruisen vertoeven.
Zeer onlangs nog zijn weder voor
schriften voor dat doel gegeven.
Het is een bekend feit, dat hier
te lande minder gestreng wordt ge
handeld, en uit eenige jaren geleden
versti ekte inlichtingen is gebleken,
dat de armbesturen hier te lande ook
behoeftigen ondersteunden, die de
Pruisische nationaliteit bezaten.
Zeer waarschijnlijk is dit nog steeds
het geval.
In overeenstemming met den
minister van buitenlandsche zaken
acht ik het gewenscht, dien weg te
verlaten.
De wet van 13 Aug. 1849 (Slhl.
no. 39) geeft daartoe de gelegenheid.
Ingevolge die wet toch kunnen of
moeten Pruisische onderdanen, die
geen voldoende middelen van bestaan
hebben of kunnen verkrijgen, over
de grenzen worden gebracht, tenzij
zij vallen orider de gunstige bepaling
van art. 19 dier wel.
Ik heb de eer U UEd. te verzoeken,
de burgemeesters uit te noodigen de
aandacht van de burgerlijke, kerke
lijke en particuliere armbesturen in
bun gemeenten op liet bovenstaande
te vestigen en die besturen eventueel
verlangde inlichtingen te verstrekken,
ten einde te bevorderen, dat behoef-
tige Pruisische onderdanen over de
i grenzen worden gezet
Voorzoover bij gebreke van een
I burgerlijk armbestuur een gerneente-
i bestuur rechtstreeks onderstand ver
leent, zal het mij aangenaam zijn,
dat in den geest van het bovenstaande
worde gehandeld.
Een baznr van «Neerland*
Weldadigheid."
De Damesvereetiiging «Neerlands
Weldadigheid", gevestigd ie Ltrecbt.
welke nu eens in den vorm van een
Tentoonstelling of een Concert, dan
weer in dien van een Fancy fair of
een Verloting, reeds zoo menig uit
nemend geslaagd Liefdadigheidsfeest
gaf, heeft liet plan opgevat om in de
maand Januari n.k., gedurende een
tweetal dagen in de groote zaal van
Tivoli te Utrecht een Bazar te hou
den ten bate van de Prins Hendrik-
stichting, eene instelling op wier
zegenrijken arbeid hier allerminst be
hoeft te worden gewezen.
De wijze nu, waarop de dames zich
voorstellen haar plan tot uitvoering
te brengen, dunkt ons heel gelukkig
gekozen.
Zij wenschen in dien Bazar aan
elke provincie van ons land in eene
afzonderlijke afdeeling plaats te geven
en de voorwerpen, al naar gelang van
ile plaats van waar zij afkomstig zijn,
m. a. w. provinciesgewijze te laug-
scliikken. Inderdaad, een aardige
gedachte, waardoor de Bazar niet
weinig in aantrekkelijkheid wint.
Wij vernamen dat het denkbeeld
wordt overwogen, om de ingezonden
voorwerpen te laten verkoopen door
jonge dames in de verschillende
provinciale kleederdrachten.
Welke artikelen daar in den Bazar
te zien en te koop zullen zijn? Alle
artikelen op 't wijde veld van nut en
van smaak zullen welkom wezen. Tal
van gemeenten hebben bun eigen
koek of gebak, waaraan de plaatse
lijke nijverheid naam en populariteit
gaf. Ook dergelijke bijdragen zullen
zeer gaarne worden te gemoet gezien.
Want hier dienen wij op te
wijzen het goede plan kan alleen
dan tot goede uitvoering geraken,
indien het in de verschillende streken
van ons land den steun vindt, dien
het, naar 't ons voorkomt, werkelijk
verdient, den steun van hen, die hier
in de eerste plaats tot het verleenen
hunner zeer gewaaideerde hulp ge
roepen zijn. Bij deze doen wij een
beroep op den steun van lieeren
Fabrikanten en leveranciers uit alle
oorden des lands
Ieder die genegen is het goede doel
te steunen, wordt verzocht opgave
van prijs en condities te willen zen
den vóór 15 Dec. aan het Bestuur
van «Neerlands Weldadigheid" te
Utrecht.
Naar wij vernemen, zullen met
ingang van 1 Januari a. s. de retour-
kaarten op de lijnen der Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen,
op de Nederlandsche Centraal Spoor
weg-maatschappij en op den Noord-
Brabant Duitschen Spoorweg een
maand geldig zijn.
Hoe onze veefokkkers ook klagen,
dat het vee zoo goedkoop is, wegens
de sluiting der gienzen, tot nu toe
heeft het hun nog weinig gehaat. Alle
pogingen, in het werk gesteld om
weer viiien invoer naar Duisehland
te verkrijgen, moeite om niet! En
zijn onze naburen aan gene zijde
gelukkig, nu hun veehandel beschermd
wordt? Men kan op die vraag zelf
het antwoord geven, als men weet,
dat bij honderden kilo's het Hollandsch
vleesch over de grenzen wordtgehaald,
dat Duitsche slagers op Nederlandsch
grondgebied hun vleesch aan hun
stamgenooten verkoopen.
Uf deze toestanden lang zullen
voortduren? We durven het niet
zeggen. Wel zijn, naar we onlangs
hebben gelezen, aan een bekend
Duitsch geleerde, die rnet de land
bouwzaken goed op de hoogte moet
zijn door zijne landslui eenige vragen
gesteld met betrekking tot den vee
stapel in Duitschland. Wel beeft bij
geantwoord, dat op den duur de
grenzen moeten geopend worden om
dat Duitschland niet buiten liet Hol
landsch fnkvoe kon, en toch de
wet der traagheid óf der belang
zucht, schijnt ook hier haar macht
te willen uitoefenen. Of is de Duit
sche Regeering bevreesd, dat haar
nZollheambten" niets meer te doen
zullen hebben, als de invoer niet meer
belemmerd wordt!
Geen angst daarvoor; er zijn zooveel
zaken belast, dat de ambtenaren best
hun tijd gebiuiken kunnen. Ook nu
hebben ze handen vol werk. Want
onze slagers maken gebruik van de
wet, die hun veroorlooft vleesch in
te voeren. Zoodoende is de vleesch-
handel aan de grenzen ontstaan, daar
door is thans ook bijna iedere niet
ver van de grenzen wonende slager
voor het buitenland zijn bedrijf gaan
inrichten. Vraag bun: «Zendt ge veel
vleesch weg? Hun antwoord klinkt
bijna eensluidend«Ik slacht voor
export."
Ze zenden de geslachte beesten
naar een makelaar in Duitschland,
die het voor hen aan den man brengt.
Ja, we hebben uit goede bron ver
nomen, dat in Twente eenige expor
teurs zelf met hun waren Duitschland
afreizen. Ze bevrachten eenige wag
gons, laten in de verschillende Duit
sche plaatsen afkondigen, wanneer ze
met een lading vleesch aankomen, en
op het bepaalue uur gearriveerd, staat
arrn en rijk hem bij het station af te
wachten, om hen van een deel hunner
vleeschwaren te ontlasten.
Dan bevrachten ze hun wagens
weder tot de volgende in de reisroute
opgenomen plaats, tot ze hun voorraad
\erkocht hebben. Een doorn in het
oog van hunne Duitsche collega's.
Maai daar stoort men zich natuurlijk
niet aan. «Een ieder is zichzelf het
naast" is een spreuk, die vooral in
den tak van handel een groot aantal
belijders vindt.
Zooals wij reeds meedeelden heeft
generaal Saussier, gouverneur van
Parijs, ingevolge het rapport van ge
neraal De Pellieux, den eersten krijgs
raad een onderzoek bevolen in zake
graaf Esterhazy.
Het rechtsgeding, dat op dit besluit
zal volgen, zal van langen duur zijn.
En er zijn er, die meenen, dat het
noodzakelijk zal zijn de terrechtzit
tingen met gesloten deuren te doen
plaatshebben, wqnt de veiligheid van
den staat zou er bij betrokken zijn.
De tegenstanders eener revisie van
het proces tegen Dreyfus zeggen, dat
de beslissing van Saussier geenerlei
twijfel omtrent de wettigheid van
liet vonnis insluit. De voorstanders
van Dreyfus zien de nieuwe phasse,
welke de geheele aangelegenheid bier
mede is ingetreden, met groot ver
trouwen tegemoet.
De meest beteekenende personen uit
de rechterlijke kringen spreken hun
eenstemmig oordeel uit over de on
wettigheid, gepleegd dooi dat aan den
krijgsraad, die Dreyfus veroordeelde,
stukken werden overgelegd, welke niet
aan den verdediger van den beklaagde
waren getoond. Voor Dreyfus gunstig
gestemde kringen geven als hun
overtuiging te kennen, dat de revisie
in ieder geval zal moeten geschieden,
welke ook de afloop zij van het ge
ding tegen Esterhazy.
In den Kamer heeft de zaak-Dreyfus
geleid tot een hartstochtelijke bespre
king, waarbij de minister-president
Méline verzekerd heeft, dat er op dit
oogenblik geen zaak-Dreyfus bestaat
noch kan bestaan en de minister van
Oorlog iets dergelijks beeft gezegd.
Billot gaf de nieuwe mededeeling,
dat de veroordeeling plaats had ge-
D. H. ENGELBERTS.
4)
«Gij zijt een moedige jongen. Mag
ik die brieven eens van u zien vroeg
de heer belangstellend.
Arthur, die aan het openhartig
uiterlijk van den heer zag, dat hij
hem vertrouwen kon, aarzelde niet
hem die brieven te laten lezen.
Toen de heer beide gelezen had,
zeide hij: «jongeman, die kunt gij
gerust vertoonen, en ook op uiijne
aanbeveling kunt gij rekenen. Ik ben
Sir Walpore, advocaat te Londen en
ken vele invloedrijke personen daar.
Hier is mijn adres, en het zal mij
aangenaam zijn, indien gij mij een
bezoek brengt. Gedurende de reis
zullen wij elkander nog wel meer
spreken," gaf toen Arthur de hand
en ging weder naar zijne dochter.
Toen de advocaat weder bij zijne
dochter kwam vroeg zij hem:
«Welk een lang onderhoud hebt gij
met den jongeman gehad, papa, kunt
gij er mij iets van mededeelen?»
«Ja, Mari, hij is een interessant
jongeling, zeer begaafd, kent grieksch,
latijn, hoogduitsch en fransch, en is
ook een goed vioolspeler, zoo luidt
ziju getuigschrift van den kapelmees
ter uit Boston in wiens orkest hij
eerste viool speelde.»
«Dan moet hij ons zijn talent eens
laten hooren,» zeide zijne dochter.
Het vrij lange onderhoud tusschen
den ouden heer en Arthur, was bij
andere passagiers der eerste klasse
niet onopgemerkt gebleven, vooral
was dit het geval bij een jonge, coquette
weduwe, die al menigmaal hare
schoone, blauwe oogen op den jon
geman gericht had. Reizigers op
eene stoomboot, die eenige dagen met
elkander moeten vertoeven, sluiten
zich spoedig bij elkander aan. Dit
was ook het geval met de jonge
weduwe en Mari, de dochter van den
heer Walpore. De jonge weduwe had
dan ook Mari op den gedistingeerden
jongen man opmerkzaam gemaakt en
hem schertsende een verkleeden prins
genoemd, die incognito reisde, of min
stens de zoon van een graaf of baron
wezen moest.
Nieuwsgierig iets naders van hem
te vernemen, ging zij naar den advocaat
toe en vroeg:
«Waarde advocaat, mogen wij ook
het interessante nieuws hooren, dat
u van den verkleeden prins ter ooren
is gekomen?"
«Wel zeker, mevrouw," antwoordde
de advocaat. «Ik zal voor zooveel ik
vernomen heb, aan uwe nieuwsgierig
heid voldoen. De jonge man is geen
verkleede prins, hij noemt zich Arthur
Harrison, is twintig jaar oud en
vioolspeler, buitendien zeer beschaafd
en heeft eene zorgvuldige en weten
schappelijke opvoeding genoten, spreekt
Grieksch, latijn, hoogduitsch en fransch.
Dit is alles, wat ik vernomen heb.»
«Een vioolspeler,» herhaalde de
j onge weduwe vol geestdrift, zich tot
Mari wendende «dan moet u mejuf
frouw hem verzoeken om ons zijn
talent te laten hooren, en wanneer
n me lieve mejuffrouw het hem vraagt,
zal hij het u onmogelijk kunnen wei
geren, welk een genoeglijken avond
zullen wij dan niet beleven, een soirée
musicale op zee.«
Mari's belangstelling in den jongen
man, was door het medegedeelde van
haar vader nog meer toegenomen, en
zij reikhalsde om hem persoonlijk te
leeren kennen, had echter den moed
niet, het hem alleen te vragen en
antwoordde daarom
«Indien u, mevrouw, mijn verzoek
aan hem wilt ondersteunen, zal ik
het hem vriendelijk verzoeken."
«Daartoe ben ik bereid,» antwoordde
deze, «kom, laat ons het hem dan
onmiddellijk vragen.»
Beiden begaven zich naar de plaats,
waar zich Arthur weder verdiept in
zijn lectuur bevond.
Mari gevoelde zich wel een weinig
verlegen, dit scheen de j onge weduwe
op te merken en zeide«Me lieve
mejuffrouw, ik zal u goed ter zijde
staan.
Zij naderden nu den jongen man,
die juist even van zijn boek op zag,
en toen hij de beide dames gewaar
werd, eene beleefde buiging maakte.
«Sir,» begon Mari, «van papa, die
zooeven met u gesproken heeft, ver
nam ik dat u de viool bespeelt, en
nu vragen wij u vriendelijk, om ons
het genoegen te willen doen, ons heden
avond uw talent te laten hooren.»
«Ik twijfel er niet aan, of u zal de
bede, door zulke lieve lippen uitge
sproken, zeker niet weigeren, buiten
dien voeg ik ook mijne bede bij de
hare,» liet de jonge weduwe op eene
zichtbare coquette wijze er op volgen.
Mari kreeg bij de woorden der jonge
weduwe eene vluchtige kleur. De
haar toegevoegde vleierij mishaagde
haar. Dit ontwaarde Arthur, die
meer belangstelling in Mari dan in
de jonge weduwe stelde en daarom
Mari vriendelijk aanziende, antwoordde
«Met veel genoegen zal ik aan het
verzoek voldoen, gelieft echter mijn
spel niet als talent te beschouwen;
ik zal u geven wat ik ken.»
De jonge weduwe, die het niet
ontgaan was, dat hij meer belangstel
ling voor Mari dan voor haar aan
den dag legde, wilde hem nu door
een compliment aan zijn adres op haar
zelve meer opmerkzaam maken, en
zeide, terwijl zij hare lippen tot een
coquetten lach plooide:
«Ik twijfel geenszins aan uw talent,
want uw geheele uiterlijk dicteert
den. kunstenaar en wetenschappelijk
mensch.» Word! v* rvolgd.j