BINNENLAND. BUITENLAND. GEMENGD NIEUWS. ver bereikt schijnen te hebben, stelt hoogere eischen. De besten onzer weten en betrachten het. Niet wachten tot het alarm van het slag veld de vredetonen overschreeuwt en onhoorbaar maakt, doch verzoenend en bemiddelend optreden zoodra de waarneming van eenig onrecht een verwachting van verzet doet ontstaan. De strijdende partijen organiseeren zicglaat ook de partij des vredes zich organiseeren om de maatschappij voor verwildering te behoeden. Het zijn niet de aanzienlijken en machti gen alleen, die hiertoe zijn geroepen, maar allen, wien het welzijn hunner medemenschen ter harte gaat. W. F. 't Was een bezoek, hetwelk volstrekt niet ollicieel was, dat onze Koninginnen Maandag aan Amsterdam brachten, en op liet perron van het Centraal Station was dan ook niet de burgemeester aanwezig, toen om 9.56 HII. MM met den gewonen sneltrein, waaraan een salon wagen was gehaakt, aankwamen. Tegenwoordig waren alleen mr. F. Th. Westerwoudt, voorzitter, en de heer A. K. P. F. R. van Hasselt, gedelegeerd lid van den Raad van Administratie der H. IJ. S. M. Even over den tijd stoomde de trein het station binnen, en stapten de Vorstinnen uit; de Koningin, ge kleed in een staalbliuwe japon met een groote pelerine van marterbont en een grijze ronde hoed met witte veer. De Regentes was in het zwart, met een mantel van zwart fluweel. Het gevolg bestond behalve uit jhr. de Ranitz, particulier secretaris, uit twee ordonnancen en twee hofdames. Nadat mr. Westerwoudt HH MM. met een koi t woord had verwelkomd, begaven de IJooge Bezoeksters zich door de Koningswachtkamer naar het gereedstaande open rijtuig, om onder het gejuich van de dicht opeen gepakte me ngte naar hetRijksmuseum te rijden. Ook op het plein voor het Museum waren zeer velen saamge- stroomdals men het niet geweten had zou men niet gedacht hebben, dat het een uiet-officiëel bezoek was geweest. De zaak van Gebr. Iloogerhuis. De redactie van De Hervorming brengt den heer Troelstra hulde en dank voor de voortreffelijke wijze, waarop hij de zaak-Hoogerhui» in de Tweede Kamer heeft ter sprake ge bracht. Het blad schrijft voorts hier omtrent Een gelukkige toevalligheid was het dat juist tijdens de behandeling der motie-Troelstra het telegram aan kwam, waarin het inzicht werd ge opend, dat de aanklacht wegens mei need voortgang zou hebben, eene gelukkige toevalligheid als ministers wel eens meer te hulp komen. Het past ons thans af te wachten wat het rechterlijk onderzoek aan het licht zal brengen. Moge het een einde maken aan deze jammerlijke zaak. zóó dat de velen die thans nog riiet gelooven kunnen aan de schuld der gebroeders Hoogerhuis, en wien het er in de verte toch niet om te doen is de justitie in discrediet te brengen, er door bevredigd worden. Wij hopen het hartelijk. Komt hier inderdaad een rechterlijke dwaling aan het licht daarom behoeft op de justitie nog niet de blaam van opzettelijke en dus schuldige partijdig heid te worden geworpen, maar wel wordt, na den loop dien deze zaak genomen heeft, de erkenning er van uitteraard moeilijker, en wèl is er uit deze geschiedenis de les te leeren. dat de justitie, al heeft zij zich te houden aan het gecodificeerde recht, daarom nog niet uit een gevoel van hoogheid, dat hier niet voegt, met zekere minachting mag voorbijgaan de uitingen van 's volks gekrenkt rechtsgevoel. Volks-sauatoria voor borstlijders. Onder presidium van dr. J. J. Ilomoet te Arnhem heeft zich, met medewer king van de hoogleeraren llalbertsma Kooyker, Nolen Pel, Rosenstein, Stok vis, Talma, Winkler en andere ge neeskundigen, een comité gevormd tot oprichting van Volks-sanatoria voor borstlijders in Nederland, waar behoeftige teringlijders herstel of doel matige verpleging zullen vinden. Het internationaal congres voor cbmatologie, dezen zomer te Brussel gehouden, sprak zich in dien geesi uit. De bedoeling is, de tuberculose ge heel naar de nieuwere inzichten der wetenschap te behandelen. Er wordt thans een beroep gedaan op de offervaardigheid onzer landge- nooten, ter verwezenlijking van het doel, waarvoor ook wordt gerekend op krachtige medewerking van de Regeering. Zaterdagavond is te Hengeloo(O-) een echte ouderwetsche bruilott ge vierd. Meer dan 250 huisgezinnen waren genood igd. Daar men er op rekende, dat uit ieder gezin 4 perso nen zouden komen, verwachtte men ongeveer 1000 personen. Het bestuur der spaarbank te Nijkerk o/d Veluwe heeft het tegen woordig art. 14, alinea 2, van het reglement op genoemde instelling in getrokken en heeft dit vervangen door de volgende alinea: «Wanneer dit fonds een hoogte be^ reikt heeft van 25 pc. of meer tot 50 pc. toe, zal jaarlijks 1 pc. van het reservetonds of van de voordeelen of winsten der bank door de spaarbank mogen worden besteed om de be langen der bank te bevorderen, als ook om nuttige inrichtingen binnen de gemeente Nijkerk, wier streven het meest nabij komt aan het doel der Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen, te steunen of op te richten. «Heeft bet de hoogte van 50 pc. bereikt, dan zullen alle voordeelen of winsten der bank tot zoodanige doeleinden kunnen worden besteed.' Alles onder voorbehoud en goed keuring door het departement van de beschikking. Wederom heeft te Amsterdam een aanranding op een jong meisje plaats gehad. Clara Jeanette de Vries, een aardig meisje van 15 jaren, zou Zaterdag avond even over zevenen voor haar moeder, een mangelvrouw die in den Zandhoek no. 7 woont, een paar ja ponnen naar een klant, Mej. Ouenhand, die bij haar vader, den heer Botter- man, in de Westerdokstraat woont, wegbrengen. Zij had er eerst niet veel lust in, doch oin de moeder te helpen ging zij op weg. Juist toen zij aan de woning van den heer Botterman aanschelde, kwam een rnan haar achter op loopen die haar over den schouder heen een steek in de linkerborst toebracht. Op hetzelfde oogenblik werd de deur ge opend en toen de dochter van den heer B die opendeed, het gewonde meisje zag, riep zij «Moord Dit had haar vader haar naar aan leiding van de laatste aanrandingen gezegd te moeten doen, zoodra zij in een dergelijk geval kwam of een aan randing zag gebeuren. Een slagetsknecht, die voorbij ging en wien men toeriep den man, die ijlings om den hoek en de Korte Prinsengracht opliep, te volgen, bleef versuftstaaneen kleine jongen achter volgde den man, doch zonder hem in het gezicht te kunnen zien. Ook de heer Botterman, die intus- schen op het geioep «moord!" was toegesneld, liep de straat op, doch kon wegens zijn leeftijd de heer B. is 65 jaar niet snel genoeg voortkomen, zoodat de man zich on gehinderd uit de voeten kon maken. Het meisje werd onmiddellijk door een knecht, Van Houten genaamd, die in de steenhouwerij des heeren Botterman werkzaam was, met be hulp van zijn patroon naar de apotheek van de firma Nienaber en Kissen, Haarlemmerdijk hoek Buiten Oranje straat, gebracht, waar zij voorloopig werd verbonden en daarna per rijtuig naar het Binnen-Gasthuis werd ge bracht. Zij heeft den aanrander ge zien en geeft van hem de volgende beschrijving Een man met bruinen baard en snor, gekleed met een blauw boeze roen, lichte pilow pantalon en een bonte muts op het hoofd. De heer F. G. C. Fundter, com missaris aan de Oudenbrugsteeg, die het onderzoek der zaak leidt, stelde onmiddellijk een onderzoek in en verhoorde het meisje, dat gelukkig niet ernstig verwond is en een aan tal personen. Naar alle zijden van de stad werd het signalement ge seind en alles werd in het werk ge steld om licht in deze zaak te brengen. Opmerking verdient, dat de vorige aanslag op de Heerengracht, nu veer tien dagen geleden, ook op Zaterdag avond plaats had en ongeveer op hetzelfde uur. liet is tot dusverre der justitie niet' mogen gelukken den onmensch, pleger dezer gruweldaden op te sporen. In verband met deze aanranding en verwonding, waarbij bovenge noemde jeugdige slagersknecht is tegenwoordig geweest, althans in de richting Brouwerstraat gaande den dader tegemoet is geloopen verzoekt de Commissaris van Politie in de 6e sectie, Oudebrugsteeg, bedoelden sla gersknecht beleefd doch dringend zich zoo spoedig mogelijk aan zijn bureau te willen aanmelden. Een slachtoller vari de lichtge lovigheid. Men meldt uit Ter Neuzen Voor ongeveer een maand kwam een welbespraakt, net gekleed heer bij een herbergier in den Van Remoor- terepolder, onder de gemeente Sas van Gent, voorgevende te zijn de zoon van zekeren P. de Vos van Geeraerds- bergen (België). Hij kwam de men- schen spreken over hun ziek doch tertje, dat na lang geneeskundig te zijn behandeld, ongeneeslijk verklaard is. Met mooie woorden wist het heerschap het vertrouwen der men- schen te winnen, ook door het noe men van eenige personen, die wer kelijk door bovengenoemden De Vos van kanker enz. schijnen te zijn genezen. Hij haalde hen over om met hem een contract te sluiten, bepalende dat aan hem terstond fr. 250 moest worden betaald, waarvoor hij medicijnen voor het kind zou leveren. Was het kind na 20 dagen niet radicaal genezen, dan zou hij de fr. 250 teruggeven, benevens nog fr. ÏOOO schadevergoeding. Hij schreef en onderteekende een stuk, dat na tuurlijk toch waardeloos was, maakte de medicijnen gereed, en vertrok, na de fr. 250 te hebben ontvangen Nadat de paar flesschen medicijnen verbruikt waren, had het kind geen beterschap ondervonden. Toen de herbergier daaiop met zijn dochtertje zich te Geeraerdsbergen bij De Vos aanmeldde, bleek het dat deze noch zijn zoon van iets wist, en dat de herbergier door een oplichter bedro gen was. Naar men meent, zit de sluwe op lichter reeds in België in de gevange nis, en moet hij ineer zulke zaken op zijn kerfstok hebben. N. R. C. Te Tiel deed dezer dagen een vader aangifte bij de politie, dat zijn zoon hem ongeveer f 100 ontstolen had. Na onderzoek echter bleek, dat de zoon zich niet aan dien diefstal had schuldig gemaakt, maar dat zijne aanstaande eene som gelds had weten minachtig te worden, en dat de vader, toen deze van den diefstal aangifte deed, zeer goed wist dat die niet ge pleegd was en bovendien geheel en al op de hoogte was van de wijze, waarop zijn zoon het in diens bezit zijnde geld had verkregen. Dientengevolge heeft de politie pro ces-verbaal opgemaakt tegen den vader wegens het indienen van een valsche aanklacht, en tegen den zoon, (die sedert de gemeente heeft verla ten) wegens oplichting. Nu in Friesland vele arbeiders en ambachtslieden tegenwoordig zon der weik zijn, ziet men velen van hen uittrekken, met lijmstokken gewapend, om vogels te vangen, vooral sijsjes en vinken. Uren achtereen worden boschwallen afgejaagd, om de vogel tjes te «lijmen." De gevangen vogels worden eerst op «voer," gebracht en dan verkocht tegen 40 a 50 ets. per stuk. Gewoonlijk sterven vele vogels vóór zij op «voer" zijn. Wij vernemen dat voor de groote brandweertentoonstelling te Parijs (1898), den heer J. C H. Matile te Amsterdam opgedragen is de sa menstelling van eene Hollandsche Sectie van exposanten en een Eere- Cornité gevormd uit de voornaamste notabiliteiten van ons land. De zaak-Dreyfus blijft nog steeds dezelfde. Men wacht af. Generaal Billot, de minister van oorlog, heefl een bezoek gebracht aan den minis ter van justitie Milliard. Dit bezoek heeft nog al wat opzien gebaard in Parijs, maar overigens weet men ook al weinig nieuws te vertellen. En omdat het publiek toch wat van de Dreyfus-zaak wil vernemen, verzint men allerlei verhalen. Zoo weet de Inlransigeant te vertellen van de geheime stukken, waarop Dreyfus eigenlijk veroordeeld werd. Het zijn brieven van Dreyfus aan den Duit- schen Keizer, waarin hij dezen ver zoekt om een rang iri het Duitsche leger en een brief van Keizer Wil helm II, waarin hem een betrekking werd aangeboden als kapitein in het Duitsche leger. De graaf Von Münster, de Duitsche gezant, verlangde de brieven terug, gaf men ze hem niet, dan zou hij binnen 24 uren zijn post te Parijs verlaten. Men gaf ze terug, maar na ze vooraf te hebben gefotografeerd. Intusschen kan het nieuwsbureau Havas meedeelen, dat deze mede- deelingen van de Intransigeant vol strekt onwaar zijn. Nog niet veel genoegen boleeft de Spaansche Regeering van wat ze aan Cuba had toegedacht de] Conserva tieven zijn er vuur en vlam over en hun hoofdleider, Romero Robledo heeft er Zaterdag, op een partij-bijeenkomst, eene felle redevoering tegengehouden Daarin stelde hij de liberalen ver antwoordelijk voor alle verleden en toekomstige rampen. Zij waren ver antwoordelijk voor den oorlog, en nu trachten zij het zelf' bedreven kwaad goed te maken door een belachelijke autonomie, die feitelijk een inbreuk is op de grondwet «Wij staan," dus eindigde Robledo Romero, «aan den vooravond van een «rooten strijd en van niet te herstellen rampen. Waren de Conservatieven aan het roer, dan werd de oorlog voortgezet!" En was men op Cuba nu nog maar verrukt of een weinig dankbaar! Maar vlak het tegendeel is daar het geval. De leiders van den opstand, avonturiers meest, die veel te veel hehagen hebben in wat zij tot een soort van wreede Sport hebben ge maakt verzetten zich tegen de auto- nomie-voorstellen en ontraden de aan neming in een zeer kras manifest aan hunne volgelingen op de meest be sliste wijze. Met de doodstraf bedrei gen Gomez en Garcia daarin ieder burger of militair, die dezen grond slag der verzoening met Spanje aan vaart. Wanneer men bedenkt, dat nu ook nog Amerika moet tevreden gesteld worden, is het inderdaad een schier bovenmenschelijke taak, die aan Sa- gasta en de zijnen is opgelegd. IJssport en gezondheid. Onderstaand namen wij daarom trent over uit de Telegraaf Er mogen zooveel nieuwe sportsoor- ten opduiken, als er maar willen, maar zoolang we ons nog verheugen kunnen over een echten, ouderwet- schen winter, die niet slechts hout en steenkolen komt vragen, maar zelfs ijs en sneeuw meebrengt, zoolang zal de ijssport door geen enkele mo- desport worden verdrongen. Het zal de jeugd steeds een genot zijn, in de frissche winterlucht, met «het staal aan de voeten" over de glinsterende ijsbaan te vliegen. Doch ook de rijpere leeftijd vindt er ver maak in en niet zelden ziet men ouden van dagen nog eens even probecren, of ze van de vlugheid van vroegere jaren al veel hebben verspeeld. Ja, het is dan ook een onvergelij- kend genot, dat schaatsenrijden maar waar licht is, is ook schaduw. Want zoo menige bevallige jonge dochter, die den dag te voren de ijsgoden gehuldigd heeft, wordt den volgenden morgen door een afschu welijken hoest gekweld en moet den hals met dikke doeken omwonden houden. Zoo menige jonge man, die tegen alles bestand meende te zijn, loopt te pruttelen over verstoptheid in 't hoofd, die hem den rechten smaak van spijs en drank ontrooft en hem belet den geur van zijn «fijne met Sumatra-dekblad" te genieten. Het is waar, een halskatarrh en verstoptheid zijn geen doodelijke din gen, maar aangenaam zijn zij toch in geenen deele en als men ze mis- loopen wil, dan moet men zijn mond dicht weten te houden. lederen winter kan men het van de hygiënische kansels hooren ver kondigen «Houdt den mond geslo ten en ademt door den neus", want de lucht wordt in den neus verwarmd, terwijl zij, als zij door den mond naar binnen stroomt, met haar ijzige koude de slijmhuid der luchtgangen aangrijpt en daardoor de onaangename gevol gen te voorschijn roept." Maar bij het schaatsenrijden is dat onafgebroken mondje dicht houden in sommige gevallen een ding van I belang. Wanneer een jeugdig paartje over den blauw witten ijsvloer heen- glijdt, dan zal het hun zeer moeilijk vallen, in dezen de wijsheid te be waren, vooral, wanneer zij elkaar wat diep in de oogen hebben gezien; de jeugdige hartjes vol zijn en tengevolge daarvan de mond overloopt. Wanneer men spreekt, zal men steeds min of meer door den mond ademen, en men zal zich dus met den besten wil aan de gezondheids- regelen bezondigen. Men betoone zich echter toch niet al te wederspan- nig. Op het ijs waait doorgaans een koele wind en niet zelden een krach tige bries. En juist, als men tegen den wind rijdt, moet men zich meer dan anders inspannen; men wordt warmer en ademt tegelijkertijd de lucht met vollere teugen in. In zulk een geval moet men zich hepaald het zwijgen opleggen. Heeft men het einde der baan bereikt, zich gekeerd en dus den wind in den rug, dan kan men voor den stroom zijner wel luidende rede de sluizen vrijelijk ope nen en de geleden schade weer inhalen. Op deze wijze zal men aan zijn ge voelens uitdrukking kunnen geven, en tevens de hygiënische eischen niet uit het oog verliezen Evenals overal bevinden zich ook op het ijs twee soorten van menschen gezelschapsmenschen, die bij voorkeur paarsgewijze rijden, en eenzaamheids- menschen. De laatsten, die men de ijsklnizenaars zou kunnen noemen blijven ver van de grootste drukte en hebben op een afgelegen plek hun eigen banen, waar zij zich vermaken met rijden en rooken. Men weet van hen nooit met zekerheid of zij schaat senrijden om te kunnen rooken, of dat zij rooken om schaatsen te kun nen rijden, want zij leggen zich op beide met gelijken ijver toe. Nu mag een goede sigaar op de ijsbaan voor treffelijk smaken, toch brengen deze rookoflers den tabakenthousiasten geen voordeel. Bij het schaatsenrijden wordt even als bij het wiel rijden niet slechts van de beenspieren meer dan gewoonlijk gevergd, maar ook van die der borst kas. De ademhaling wordt veel dieper en de schaatsenrijder zuigt den rook veel dieper iri dan gewoonlijk. De slijmvliezen der luchtgangen worden daardoor gevoeliger en zeer ontvan kelijk voor allerlei schadelijke invloe den. Een verstandig wielrijder rookt daarom niet, maar ook de schaatsen rijder behoort zich dat genot te ont zeggen. Zijn de schaatsen afgebonden en wandelt men naar huis, dan is er altijd nog tijd genoeg, om den brand in een geurig blaadje te steken, ter wijl het dan nog beter smaken zal, door het gemis, dat men zich heeft willen getroosten. Het is niet prettig, als men van het ijs een verkoudheid mee naar huis brengt. Maar nog veel minder aange naam is het, wanneer men aan liet ijsvermaak een rooden neus te dan ken iieeft. Overkomt dit een lid van het mannelijke geslacht, dan zal hij op een toon van overtuiging zeggen «Van het klare drinken heb ik hem niet, dus ik zal mij met waardigheid in het onvermijdelijke schikken." Maar wanneer een of ander aanvallig stomp of wipneusje een bedenkelijk roodr-n tint heeft aangenomen, die duidelijk blijken geeft, van niet meer te willen verdwijnen, dan kunnen wij de bit tere tranen begrijpen, die langs dat neusje vloeien. En zeldzamerwijze komt het be vriezen van damesneusjes meer voor dan van heerenneuzen, hoewel de eerste nog meestal door een voile worden beschut. Dus zou misschien juist de voile daar de schuld van dragen De volle ligt op den top van den neus en op de bovenste deelen der wangen, en juist op die punten neemt men de onaangename roode kleur waar. Het wordt dus reeds niet on waarschijnlijk, dat de voile oorzaak is, en werkelijk is dit ook zoo. Op de plaatsen, waar de voile de huid raakt, ontstaat een ongelijkma tige verwarming der huiddeeltjes. De fijne draden van het weefsel verwar men de bedekte deelen. maar de on bedekte deelen onder de mazen blijven koud. Het bloed stroomt naar de ver warmde deelen en verlaat de minder verwarmde, die daardoor aan weer standsvermogen tegen de kou verlie zen. Onder de gewone omstandighe den, bijvoorbeeld bij een wandeling, is deze gedeeltelijke afkoeling niet groot genoeg, om een bevriezing ten gevolge te hebben, maar bij het schaatsenrijden is dit een ander geval. Door de snelle beweging ontstaat wezeu veseiil dieren. was, na' rende d giraffe, schipbij op tvee Bij die paard» Hel i Noacb was i<* aanviin rundilee dieren, 200 too pond te' appel» wortelen chimin" portwjn waren b| toestand Bengal

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 2