NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. ARTHUR HARRISON. i\0. 22. Zaterdag 19 Maart 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Wet op liet recht m successie enl van overptr tiij overlijden. BUITENLAND. FEUILLETON. Amersfoortsc Courant fj r~~: *SrTTT~ i ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per po9t door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bij gelegenheid dat de bij de wet van den 24. Mei 1897 (Staatsblad No. 154) in de wet op het recht van successie en van overgang bij over lijden gebrachte wijzigingen in wer king treden op den 1. April aan staande, willen wij eenige bepalingen van die bij het groote publiek vrijwel onbekende wet eens onder de aan dacht brengen, en wel die bepalingen welke in de gewone gevallen van toe passing zijn. Die, op te noemen, welke in exceptioneele omstandigheden moe ten worden in acht genomen ver melden of bespreken wij niet, omdat onze ruimte dat niet gedoogt en om dat zeer enkelen eenig belang kunnen hebben die te kennen. Onder den naam van recht van successie wordt eene belasting geheven van de waarde van al wat gëerfd of verkregen wordt uit den boedel van een ingezetene des rijks, en onder den naam van recht van overgang eene belasting van de waarde van door overlijden van een ingezetene des rijks in eigen dom geërfde of verkregen ellecten en rentegevende schuldvorderingen. Die rechten worden door ieder der erfgenamen en verkrijgers gedragen voor hetgeen door hem wordt geërfd of verkregen, voor zoover daaromtrent niet anders door den overledene is beschikt. Uitvoerders van uiterste wils beschikkingen zijn, op gelijke wijze als de erfgenamen, tot vervulling van de aan deze bij bovengenoemde wet opgelegde verplichtingen gehouden ingeval al de erfgenamen buiten het rijk hunne woonplaats hebben. Zij zijn tot bet doen van aangifte be voegd, bij aldien één of meer der erfgenamen hunne woonplaats hebben binnen het rijk, en wanneer zij van deze bevoegdheid hebben gebruik ge maakt, zijn zij, op gelijke wijze als de erfgenamen, tot vervulling van al de aan dezen bij deze voet opgelegde verplichtingen gehouden. 's Rijks schatkist heeft, te rekenen van het overlijden, voor bet recht van successie een voorrecht op alle onroerende en roerende zaken in het algemeen, door het overlijden geërfd of verkregen, onmiddellijk rang nemende na alle op dat oogenblik bestaande voorrech ten, pand op hypotheek, welk voor recht vervalt met 2 jaren na den dag van het overlijden, ten ware, binnen dien termijn, vervolgingen mochten zijn aangevangen, en, in dit laatste geval, met 2 jaren na de beteekening der laatste acte. De schatkist is, voor het recht van overgang op gelijken voet bevoorrecht of de zaken, (elfec- ten en schuldvorderingen,) van welken overgang het recht verschuldigd is Zij die eene nalatenschap, hetzij ge heel, hetzij voor een evenredig ge deelte erven, zijn verplicht, ten kan tore van het recht van successie, in welks kring de overledene, zijne laatste woonplaats had, binnen zes maanden na het overlijden, hij schrif telijke memorie, aangifte te doen van den aard en de waarde van al wat iloor het overlijden wordt geërfd of verkregen: de lasten en schulden, in de wet nader omschrevende erfge namen, legatarissen en verdere ver krijgers, tiunne verwantschap of de betrekking van huwelijk tot den over ledene enz Gaat bij boedels van ingezetenen des Rijks die geheel geërfd worden in de rechte lijn of door den langst levenden echtgenoot, terwijl kind of kinderen uit hun huwelijk verwekt of afstammelingen van deze aanwezig zijn, hetgeen door ieder hunner wordt geërfd of verkregen, geen f 1000 te boven, dan kan de aangifte zich bepalen tot de vermel ding van de erfgenamen, met opgave van hunne verwantschap of de be trekking van huwelijk tot den over ledene; het zuiver saldo der nalaten schap: de onroerende zaken benevens de effecten en rentegevende schuld vorderingen, terwijl, indien geene zoodanige zaken aanwezig zijn dit moet worden opgegeven en de lega tarissen of andere verkrijgers onder bijzonderen titel met aanwijzing van den aard en de waarde van hetgeen zij verkrijgen en krachtens welken titel. ingeval van onvermogen van den overledene, kan een deswege af te geven verklaring van den Burge meester der gemeente waar de over ledene het laatst woonplaats had, de aangifte vervangen. Bij alle aan giften moet tevens worden opgegeven of de overledene al dan niet eenige goederen als bezwaarde erfgenaam ol in vruchtgebruik bezat en of al dan niet periodieke uitkeeringen, door het overlijden, bij opvolging zijn overge gaan of vervallen. De aangifte kan ook geschieden krachtens eene schrif telijke, aan de memorie gehechte volmacht. Indien, de aangifte niet binnen 6 maanden na het overlijden is ingeleverd en aan de waarschuwing om daaraan alsnog binnen 8 dagen te voldoen niet is opgevolgd, kan de ontvanger een dwangschrift uitvaar digen, bij de beteekening waarvan eene boete is veischuldigd, gelijk staande aan een vierde gedeelte van het verschuldigde recht of, indien geen recht verschuldigd is, een boete van f 5 voor iedere ingegane week verzuim na de beteekening van het dwangschrift, door iederen nalatige, terwijl de kosten van vervolging ten laste van den nalatigen komen. Binnen eene maand na de aangifte moet die door de aangevers in per soon, voor den kantonrechter te hunner keuze worden beëedigd, welke eeds aflegging echter niet wordt gevorderd voor boedels waarvan het actief geen f 300 te boven gaat; voor den erfge naam in de rechte nederdalende lijn, indien hetgeen aan elk hunner uit het actief opkomt, volgens de specifieke aangifte, geen f 1000 te boven gaat. De eedsaflegging geschiedt kosteloos, maar wanneer zij niet binnen de maand is afgelegd, verbeurt tedere nalatige eene boete van f 25 voor iedere ingegane week verzuim. Het recht van successie bedraagt voor hetgeen kinderen van ouders erven of kleinkinderen van grootouders of door den eenen echtgenoot van den anderen als er kind of kinderen uit het huwelijk aanwezig zijn, een pro cent. Voor hetgeen ouders erven van kinderen of kleinkinderen, drie pro cent-, voor hetgeen de eene echtge noot van den anderen erft, wanneer er geen kind of kinderen uit hun huwelijk zijn gesproten, vier procent voor hetgeen broeders en zusters erven van broeders en zusters, vier procent-, voor hetgeen door neven en nichten, naneven en nanichten, van oom of tante, oudoom of oudtante, en omgekeerd door oom of tante, oudoom of oudtante van neef of nicht, naneef of nanicht wordt geërfd, zes procent. Wordt door broeders of zusters of door neven en nichten, naneven of nanichten van oom of tante of van oudoom of oudtante of omgekeerd meer verkregen dan het aandeel bij versterf zou hebben be- loopen (krachtens testament) dan is, evenals in alle andere hiervoren niet genoemde gevallen tien procent verschuldigd. Boven en behalve het recht van successie, is wegens recht van overgang op effecten en rente gevende schuldvorderingen (de inleg in spaarbanken tot een bedrag van f 800 uitgezonderd) verschuldigd door kinderen, kleinkinderen en ouders en grootouders, een vierde ten honderd en in alle andere gevallen twee ten honderd. Op die rechten worden bovendien nog (38) opcenten geheven. Geen recht van successie is verschul digd, wanneer een kind of kleinkind van ouders of grootouders erft en dit minder dan f 1000 bedraagt; even zoo wanneer de eene echtgenoot van den anderen erft en er kind of kin deren aanwezig zijn; bedraagt in die gevallen het geërfde boven f 1000 doch niet meer dan f1500, dan is daarvan f 500 van recht vrijgesteld. Van andere nalatenschappen is geen recht verschuldigd wanneer het zuiver saldo daarvan geen f 300 te boven gaat. Wij vertrouwen dat wij, door bovenstaande wettelijke bepalingen in grove trekken, onder de aandacht van het publiek te brengen, geen geheel noodeloos werk hebben ver richt. Zoowel in Amerika als in Spanje blijft men zich krachtig voorbereiden voor een mogelijken oorlog. Vooral door den in de Vereenigde Staten getroffen maatregel groeit ook in Spanje de oorlogszuchtige stemming krachtig aan. De Imparcial geeft een scherp ar tikel, waarin gezegd wordt, dat Spanje nog niet bang is en dat het moet. het vallen, dat zonder vrees zal doen. Al heeft dan ook de houding dor Yankees de regeering met haar hazen- natuur de schrik: op het lijf gejaagd, het Spaansclie volk laat zich door hen niet van de wijs brengen." Ook de anders nog al optimistische Liberal tapt uit hetzelfde vaatje»De dans van de kruisers en de dollars dei' Amerikanen moet het Spaansche volk geheel koud laten. Het zal hoe genaamd niets van zijn eer en var zijn souvereiniteit opolferen." Het is dan ook niet meer te ont kennen, dat in alle kringen naar eer oorlog wordt verlangd, er kome var wat wil, en de regeering neemt ook maatregelen voor een mogelijker oorlog. Een Zondag van Cadix vertrokken torpedoboot-eskader zal zich bij de Kanarische eilanden en bij Portoricc maar zoolang ophouden als noodig zal zijn voor de proviand •••hi; i zal dan aanstonds naar Havana gaan Een tweede torpedoboot-eskader za binnenkort Spanje verlatenwaar- D. H. ENGELBERTS. 33) "Mama, gij zult mij nog doen stik ken," riep George, zich zacht uit de omarming der moeder losmakende. "Zie eens, mama, daar is mr. Harrison, gij hebt hem nog niet toegesproken. In hetzelfde oogenblik had lady Ostwestry weder hare trotsche houding aangenomen. Zij wendde zich kalm tot den naar haar toetredenden jongen man, en groette hem door een weinig het hoofd te buigen, terwijl zij aan haar neef haar neef Harry vroeg: "Is deze gentleman uw uw gouver neur?" De kleine pauze in haar vraag, was door een plotselingen schrik der dame, bij het zien van Arthur, ont staan, en hoe langer zij hem aanzag, des te meer verwondering drukte zich in haar blik uit. Arthur meenende, dat er iets aan zijne kleeding niet in orde was, want anders kon hij zich het aanstaren der dame niet verklaren, sloeg een blik in den tegenover hem hangenden spiegel, doch kon niets buitengewoons aan zijn persoon ontdekken. De dame vereerde hem nog altijd met hare ingespannene en verwonderende be schouwing. Zij wendde zich opnieuw tot haar neefje met de vraag: "Harry, stel mij dezen gentleman voor. Ik weet niet of zijn naam al genoemd is geworden?" "Natuurlijk, werd die genoemd," zeide de levendige George. "Ik heb u voor een minuut al gezegd, dat het mr. Harrison is, maar waarom staart u hem zoo aan?» Lady Ostwestry kreeg een kleur, wat zeker in geene jaren geschied was, toen zij verschrikt over deze be schuldiging uitriep "Mijn lieveling! Zeker, ik heb hem niet aangestaard. Maar kom, laat ons niet langer hier vertoeven. Ik heb een vervroegd middageten om vijf uur voor u in de kleine eetzaal be steld. Tante Wemlock is hier met Louise en Lucie. Wij hebben van avond een klein diner, doch moogt gij knapen aan het dessert verschijnen en ook Essy en Maud." «En mr. Harrison, mama?» «O, mijn lieve, mr. Harrison is met geen onzer vrienden bekend, en zal er ook geen verlangen naar koesteren. «Maar het zou niet beleefd zijn hem alleen te laten, dan blijf ik liever bij hem,» rier George. »En ik ook tante! Ik ook!» riepen Harry en Felix als uit een adem. De dame richtte hare trotsche ge stalte nog iets hooger en zeide«Waar lijk, mr. Harrison, gij schijnt eene enthusiastische genegenheid van de zijde der jongeheeren opgewekt te hebben. »Zoo ik hoop, niet ten nadeele hun ner gehoorzaamheid. Zij zullen natuur lijk uw wensch vervullen en ik wensch bever den avond alleen door te brengen.» Lady Ostwestry boog even, dat als antwoord gelden moest, doch had Arthur opgemerkt, dat zij hem daarbij weder zeer zeldzaam en vorschend beschouwd had. Zij had ook zeker de gelijkenis ontdekt, die hij met haar echtgenoot dragen moest. Sedert den eersten avond zijner aanwezigheid te Surbitonpark, had niemand meer daarvan gesproken, Miss Dalrymple nooit in zijne tegenwoordigheid, en de knapen schenen het in het geheel niet opgemerkt te hebben. George evenwel had tweemaal in zichtbare verwondering uitgeroepen: «Weet gij wel, mr. Harrison, dat ik niet kan nalaten te denken, dat ik u vroeger al eens gezien moet hebben?» Meer echter had hij niet gezegd en een duidelijker vorm had zijne waarneming niet aangenomen Arthur zelf had deze gelijkenis al lang vergeten, tot zij hem nu door lady Ostwestry's ge drag weder in herinnering gebracht werd. Hij werd in eene groote, doch lage kamer gebracht, waarin zich een merk waardig tentachtig bed en allerlei oud huisraad bevond, dat Arthur bezig was nauwkeurig te beschouwen, toen George, zonder antwoord op zijn klop pen af te wachten, de kamer binnen stormde en verontwaardigd uitriep «Waarom heeft men u in deze kamer gebracht, zij is de minste, alles is er oud en dompig. Het komt mij voor, mama gelooft u te moeten behandelen, zooals zij de zotte miss Heisham, de gouvernante der meisjes, behandelt. Maar ik zal het haar aan het ver stand brengen, dat dit niet gaat. Ik zal eenmaal heer en meester worden en sta er op, dat gij eene andere kamer bekomt, mr. Harrison." »Gij zult niets van dien aard doen, George," viel Arthur den veront waardigden knaap in de rede«li verlang, dat gij u in geene der be schikkingen mengt, die lady Ostwestry ten mijnen opzichte getroffen heeft, Niet waar, mijn lieve jongen, gij zult ten mijnen gevalle dien wensch ver vullen. Ik gevoel mij volkomen goed hier," besloot de jonge man op een vriendelijken en geruststellenden toon. »Ik kan het hier niet comfortabel vinden", zeide de knaap, verdrietig rondziende, «doch ik zal natuurlijk niets tegen uw wensch doen. Kom. laat ons het middagmaal gebruiken Het wacht ons al en ik kwam hier, om u te halen. Ik ben vreesehjk hon gerig, maar het is een dwaas uur, om middagmaal te houden, niet waar Denzelfden weg teruggaande, dien hij gekomen was, liep Arthur met George de breede trap, met de uit eikenhout kunstig gesnedene leunin gen naar de ontvangstzaal af, en tra-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1