1EUWE Nieuws- en Advertentieblad voor d® Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. ARTHUR HARRISON. Zaterdag 16 April 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIET WOENSDAG EN ZATERDAG. FEUILLETO N. i\o. 30. ourant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIÊN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Drcyfus-zaak. Een »oud-krijgskameiaad" van gene raal Billot den Franschen minister van Oorlog, publiceert in de Siècle den volgenden open brief aan Billot; »Het is u bekend, dat Esterhazy alle nu publiek geworden brieven aan madame de Boulancy werkelijk heeft geschreven, en nog hebt ge Esterhazy niet voorgedragen aan den Raad der orde van het Legioen van Eer, voor het verlies van zijn kruis. Zijt ge soms bang voor hem In het gevecht hebt ge niet gebeefd voor 50.000 Pruisen, waarom siddert ge nu voor één enkele »Uh!aan"? Ook kent ge het verhaal van graaf Casella. Door niemand is dat tegen gesproken, noch door von Schwars- koppen, noch door Panizzardivraagt bet Hanotaux eens, of dit niet gelijk staat met een bekentenis. «Gij weet, hoe hoog generaal De Boisdellre kolonel Panizzardi acht, wien hij zijn portret zond met zoo'n mooie opdracht. Vóór het te laat is, en het zal zeer spoedig te Iaat zijn, doe het onvermijdelijkein het be lang van uw eigen eer en van de eer van het Fransche leger. »Gij weet, wie jaren lang syste matisch met ware woede verraad heeft gepleegd, en gij weet dat de ongelukkige, die op het Duivelseiland worstelt met den dood, onschuldig is. Onderzoek eens, of de kopieën van geheime teekeningen van zekere geweren, die in het voorjaar van 1896 zijn gemaakt, zich niet op een ver keerde plaats bevinden. Onderzoek eens, of de kopieën van de in de schietschool van het kamp van Chalons gehouden voordrachten niet in ver keerde handen zijn. Onderzoek eens, of de mobilisatie van het derde leger corps, dat Rouaan tot zetel heeft, niet bekend is aan menschen, die dit geheim niet moesten kennen. »Haast u, Jean Baptiste Billot! Denk aan het bivak van Faymont. En word dan weer de man, die gij toen waart Naar uit Parijs wordt geseind be vat het jongste, hier nog niet ont vangen nummer van de Aurore weel een artikel van Zola onder het op schrift; Uwe nouvelle ignominie (Een nieuwe smaad). Zola komt er daarin tegen op, dat men uit zijn brief J'accuse slechts drie regels heeft genomen, om hem te kunnen veroordeelen zonder dat er licht lcornt in de zaak-Dreyfus. Zola schrijft deze manoevre toe aan vrees voor de waarheid. Dergelijke manieren zullen, volgens hem, door de geheele wereld verfoeid worden, doch niets zal de waarheid kunnen tegenhouden, die ten slotte toch zal overwinnen. Heel veel nieuws is er in do Spaansch-Amerikaansche quaestie niet te melden. De toestand blijft precies dezelfde, het dreigende oorlogsgevaar houdt nog altijd aan. Toch, al is er dan ook niets feitelijk nieuws te mel den, alle bladen in het binnen- zoo wel als in het buitenland vergeten al hun ander nieuws, ze laten alles liggen, voor de berichten uit en om trent Spanje en de Vereenigde Staten. Nog steeds is de vraag oorlog of vrede niet beslist en Mc. Kinlev doet alles om die beslissing nog zoo lang mogelijk uit te stellen, teneinde Spanje de gelegenheid te geven alsnog, door toe te geven aan den eisch der Ver eenigde Staten, den oorlog te voor komen. Intusschen worden in den Senaat en in de Kamer nog woelige zittingen gehouden en blijkt het daarbij dat vele senatoren en afgevaardigden het lange wachten moe zijn en den oor log willen. De Senaatszitting van gister was echter over het algemeen veel kalmer dan de vorige. De beraadslagingen over de moties door de commissie van buitenlandsche zaken werden er voortgezet. Senator Hoar gaf den raad alle denkbare pogingen aan te wenden om een eervolle oplossing te vinden, alvorens men zich in een oorlog be geeft. Hij prees de pogingen, die president Mc. Kinley. ten gunste van den vrede heeft aangewend, en be sloot zijn redevoering met te zeggen, dat naar zijn meening de oorlog niet onvermijdelijk is, zelfs nu niet. Senator Turner daarentegen ver oordeelde de wankelende, flauwhar- lige staatkunde van de Regeering. Hij eischt de verdrijving van Spanje uit het westelijk halfrond. Een groot aantal Senatoren hebben hun voornemen aangekondigd om nog te spreken, - zoodat een stemming waarschijnlijk nog wel wat op zich zal laten wachten. In diplomatieke kringen wordt ge sproken van een hernieuwing van bemiddelende pogingen der mogend heden, op meer stellig afgebakende grondslagen. Toch houdt men algemeen den oorlog voor onvermijdelijk. De woeste tooneeleu der vorige zitting, waarin vechten en schelden schering en inslag was, kwamen ech ter in het geheel niet meer voor. De minister van marine heeft mede gedeeld, dat hij in het vervolg geen berichten meer zal publiceeren, be treffende de bewegingen van oorlogs schepen. De Spaansche gezant Polode Ber- nabe heeftalles in gereedheid gebracht, om onmiddellijk te kunnen vertrekken wanneer hij bevelen in dien geest mocht ontvangen. Hij heeft besloten geen gastvrijheid meer aan te nemen van ministers en senatoren, daar hij de toestand van te ernstigen aard acht. De Vereenigde Staten versterken hun grenzen aan de zijde van Mexico, daar zij bevreesd zijn voor een inval van vrijwillige guerillatroepen. Een telegram uit Havanna meldt, dat de Cubaansche ministers Dolz en Giberga naar het Oostelijk deel van het eiland vertrokken zijn, om met de opstandelingen te onderhandelen. Ook uit Madrid zijn de berichten niet gunstiger. De Spaansche minis terraad heeft besloten, de opening der nieuwe zitting van de Cortes te vervroegen en op Woensdag te bepa len, terwijl de Koningin gisteravond het besluit teekende, waarbij het Par lement wordt bijeengeroepen. De minister-president Sagasta heeft heden een samenkomst met de leiders der minderheid. Men gelooft dat de Kamer den 23sten April zal geconstitueerd zijn. De vervroegde bijeenroeping der Cortes had plaats na een zitting van den ministerraad, onder voorzitter schap der Regentes, waarin Sagasta zeide, dat de regeering den toestand hoogst ernstig acht en dat dit het noodig maakt de meening der natie te vragen, waarmede de regeering wil samen gaan. Een der ministers zeide na een onderhoud, dat het conflict zijn einde nadert. Spanje is zeker van zijn rechten en gereed om zijn eer en zijn grondgebied te verdedigen en alle gebeurlijkheden onder deoogen te zien. In een onderhoud zeide Silvela, dat de conservatieven eenstemmig zijn met de regeering, in alles wat de eer van Spanjo en het behoud van den vrede aangaat, en dat zij der regee ring haar goedkeuring zullen schen ken indien deze de hangende quaes- ties aan de scheidsrechterlijke uit spraak der mogendheden onderwerpt. Generaal Weyler is te Madrid aangekomen, en verklaarde zijn diensten aan de Koningin-Regentes te komen aanbieden. Hij acht een oorlog onvermijdelijk, indien Spanje tenminste Cuba niet wil verliezen. Een oorlog acht hij te verkiezen boven de voortdurend gespannen verhouding tusschen Washington en Madrid. Ten slotte zeide generaal Weyler, dat hij zijn gedrag op het eiland Cuba voor den Senaat zal verant woorden. Ten slotte vermeldt men nog, dat de ministers besloten aan de gezan ten der voornaamste mogendheden een nota te zenden, om rekenschap te geven van de besluiten der regeering en om een verklaring te geven van den toestand. Onze Koninginnen in Frankrijk. In de Figaro van Donderdag debiteert Ferrari eenige beleefdheden aan het adres onzer Koninginnen, die weldra Frankrijk zullen bezoeken. De schrijver is (voor een Franschman) wonder wel ingelicht over de plannen van HH. MM.; ook moet men het als een zeldzaamheid waardeeren dat hij alle familienamen der leden van het gevolg werkelijk zonder fouten laat afdrukken Ziehier wat hij verder meedeelt; »Lief, bevallig en zeer verstandig, heeft Koningin Wilhelmina een zeer verzorgde opvoeding gekre gen, maar de Koningin-Regentes is met recht van oordeel dat de jonge souvereine zich niet goed rekenschap zal kunnen geven van het karakter van elk land dan na het bezocht te hebben". Vandaar dan ook het bezoek aan Frankrijk. Zwitserland is ook in de reisroute opgenomen adaar de Alpenlucht aanbevolen is aan de jonge Koningin, die een land bewoont, dat onder het peil der zee ligt". De Raad van Voogdij heeft aan het reisplan zijn goedkeuring gehecht. De Koninginnen, onder streng in cognito reizend, zullen te Parijs in het Hotel Castiglione in de straat van dien naam Haar intrek nemen. Zij zullen Parijs niet verlaten dan na de terugkomst van den President der Republiek, die zijn bezoek aan H.H. M. M. heeft aangekondigd. H.H. M.M. vertrekken 20 April naar Can nes, waar Zij het huwelijk van prins D. H. ENGELBERTS. 42) «Gij lxebt gelijk, gij zijt de zoon van Sir George Ostwestry. Er bestaat niet de minste twijfel aan, en ik zal de eerste zijn, van dit te bevestigen." Toen Arthur na deze verklaring zijn blik op Verna sloeg, zag hij, dat haar gelaat eene zichtbare vreugde uitdrukte, terwijl zij, dan het miniatuur- portretje dan weder hem aanzag, tot zij eindelijk zich niet meer weerhouden kon van te zeggen «Dit miniatuurportretje zou voor uw beeltenis kunnen doorgaan. De mededeeling had zoolang ge- uurd, dat de pendule op den schoor steen, het middernachtsuur aankon digde. "Waarachtig, al middernacht!" riep de generaal. "Ik zal schellen en de dienstboden naar bed zenden, die behoeven niet zoodzakelijk langer op te blijven. O, ik dank u, zeide hij, toen Arthur bij zijne woorden opsprong, en aan het schelkoord trok. "Gelooft gij, Sir?" vroeg Arthur, toen de bediende met bevel ter rust te gaan, de kamer verlaten had, "Gelooft gij werkelijk, dat mijn vader mij zonder hevig tegenstreven zal erkennen? Natuurlijk zal hij, zooals gij gezegd hebt, zich genoodzaakt zien, mijne rechten te erkennen, alleen dan zou het mij kunnen verheugen, wan neer hij het zonder tegenstreven, ge willig en gaarne doen wil." "Ja dat zal hij, ik gevoel mij daar van bijna overtuigd," antwoordde de generaal. "De eenige zwarigheid is alleen die, dat hij zich bij zijne terugkomst uit Australië als weduw naar uitgaf, en nu bekennen moet, dat hij zich toen een valsche opgave toegestaan heeft. Dit is zeer moeilijk en pijnlijk voor hem want hij is een zeer trotsch man, uw vader. Doch, wan neer hij u ziet, zal hij u zeker ge negen zijn." Arthur kreeg eene kleur van vreugde. Te weten, dat de generaal Dalrymple hem genegen is, was voor hem van groot gewicht. De oude heer nam het gesprek, na een korte pauze weder op: "Doch, het is zeker het beste, zoo als gij besloten hebt, namelijk de terugkomst van uw vader af te wach ten, en niet per brief, maar persoon lijk voor hem te treden." "En waar sir, zal ik hem het eerste ontmoeten Ik wenschte, het liet zich schikken, dat ik met de knapen op het Kerstfeest, een tweede bezoek te Westwalden Court kon brengen. Ge looft gij, dat dit mogelijk kan zijn?" "Ik geloof, dat het zich zeer goed laat doen, dat gij met ons allen daar een bezoek brengt," meende de gene raal lachende. «Sedert vele jaren ver zamelt zich de geheele familie, gedu rende de Kerstfeestdagen te West walden Court, en ik hoop, dat dit ook dit jaar, niettegenstaande Johns ziekte, plaats zal vinden. In dit ge val kunt gij ons in Cognito als de gouverneur der knapen vergezellen, en de genegenheid uws vaders zoeken te winnen, nog voor u bekend te maken. Wij blijven meestal een paar dagen daar." "O, dat zou eene uitstekende ge legenheid zijn, doch vrees ik, sir, dat mijne stiefmoeder mij niet bijzonder vriendelijk welkom zal heeten." «Uwe stiefmoeder? O, ja, gij meent Lady Ostwestry herhaalde de gene raal verwonderd. «Ja waarlijk, zij is uwe stiefmoeder. Men kan zich bij zulke verbazende verrassingen niet onmiddellijk in alle verhoudingen op de hoogte stellen. Neen, haar zal het zeker in het belang van George, niet lief zijn, en dit is natuurlijk. Doch mogen wij ons daarom niet bekom meren, recht blijft recht. Zooals ik geloof, is het gevaarlijk avontuur in de slotruïne nog door niemand met haar besproken geworden? "Zoover ik weet, niet," meende Arthur het hoofd schuddende. »Gij zult u herinneren, Sir, dat gij den knapen de belofte afnaamt, niets aan haar daarvan te vertellen." "Ja, ja, ik herinner het mij. Ik wenschte het, omdat ik wist, dat George's dolle streek haar vreeselijk zou verschrikken, en omdat ik de noodzakelijkheid niet inzag, haar deze pijnlijke opgewondenheid te be zorgen. Nu echter zal zij het vernemen. Ik zal er heenrijden en het haar in alle bijzonderheden mededeelen. Lady| Ostwestry zal het vernemen, dat gij uw leven voor dat van haar zoon gewaagd hebt, en wanneer u dat niet haar hart doet winnen, dan kan zij er in het geheel geen hebben. Laat ons nu overwegen, wat gij tot kersttijd denkt te beginnen. Ik hoop, dat gij als gast hier vertoeven zult, want ik kan natuurlijk niet toestaan, dat gij in de betrekking als huisleeraar hier nog langer blijft vertoeven. «Waarom niet Sir? Ik hoop, gij zult het mij evenwel toestaanriep Arthur. «Dit was ook een mijner gronden, waarom ik mijne onthulling zoolang uitgesteld heb. Ik was be vreesd, dat gij dan onze tegenwoor dige verhoudingen verstoren zoudt, maar gij hebt beloofd mijne mede deeling geheim te houden, en dat geschiedt al'een dan, wanneer gij mijne tegenwoordige betrekking be houden laat. Buitendien kan ik u verzekeren, dat mij het les geven eene lieve bezigheid is. Ik verzoek u, jaag mij niet weg." Generaal Dalrymple verzekerde, dat hij zijn nieuw ontdekten neef in het geheel niet van plan was, weg te ja gen, en het werd na deze kleine

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1