MIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor dc Fr o vin ci@ Utrecht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ARTHUR HARRISON.
i\o. 31.
Woensdag 20 April 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VEftSCHI.J\T WOENSDAG Ei\ ZATERDAG.
FE UIL LET ON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonder 1 ijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever O. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIRNI
Van 1-6 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De beide Huizen van het Congres
der Noord Amerikaansche Unie zijn
liet eens geworden over eene resolu
tie, waarin de erkenning der onaf
hankelijkheid van de Cubaansche
Republiek niet voorkomt en die dus
niet in strijd is met President Mac
Kinley's Boodschap. Maar liet is ni t
geschied dan na allerI°i tribulatiën,
die we zoo kort mogelijk, omdat zij
feitelijk nu van geen belang meer
zijn, zullen trachten mede te deelen.
Toen de Senaats-resolutie aan liet
Huis van Vertegenwoordigers werd
voorgelegd, deed de Afgevaardigde
Dingley, een geestverwant van den
President, het voorstel zich daarmede
te vereenigen, behoudens schrapping
der zinsnede betreffende de erkenning
der Cubaansche onafhankelijkheid,
welk voorstel met 179 tegen I5j
stemmen werd aangenomen.
De resolutie ging hierop naar den
Senaat terug, die weigerde zich met
de verandering, welke do andere Ka
mer er in had gebracht, te vereenigen.
De resolutie ging derhalve nu weêr
naar liet Huis terug, dat zijn amende
ment handhaafde en conferentie met
den Senaat voorstelde.
Deze verwierp echter norschelijk,
met 43 tegen 34 stemmen, het hou
den van zoodanige conferentie.
De Afgevaardigde Bromwell stelde
alsnu aan liet Huis voor de Senaats
resolutie onveranderd aan te nemen
maar dit werd met 172 tegen 148
stemmen verworpen en liet amende-
ment-Dingly (weglating der erkenning
van Cuba als Republiek) andermaal
zonder stemming goedgekeurd.
De resolutie ging hierna opnieuw
naar den Senaat terug, met een her
haald voorstel om te confereeren. En
ditmaal werd daarin nu door den
Senaat bewilligd.
Te kwartier vóot' zevenen Maandag
avond kwam nu deze Conferentie of
gecombineerde vergadering van twee
cornmissiën uit de beide Kamers
bijeen, en tot kwartier over negenen
heeft men daar toen geredeneerd,
zonder liet met elkander eens te kun
nen worden.
In den Senaat werd alsnu voorge
steld eene nieuwe commissie te be
noemen; maar dit werd rnel 40 tegen
39 stemmen verworpen, zoodat de
oude in functie bleef.
Dinsdagmorgen vroeg heeft die toen
andermaal zitting gehouden en, hetzij
dan de nacht raad geschaft had, of
om andere redenen een der leden
merkte zeer terecht op: »Terwjjl wij
hier aan liet redetwisten zijn, ver
hongeren de Cubanen" in liet
kort men werd liet er eens over de
Senaats-resolutie ter goedkeuring aan
te hevelen, mits geamendeerd als door
liet Huis was geschied, dat is zonder
erkenning der Cubaansche Republiek.
En desovereenkornstig is toen door
beide Huizen besloten, door den
Senaat met 42 tegen 35 stemmen,
door liet Huis van Vertegenwoordigers
met 310 tegen (5.
Alsnu is het woord en de daad
weiier aan den President gekomen.
Het corps diplomatique te Washing
ton moet inmiddels een nieuwen
gemeenscliappelijken stap in liet be
lang des vredes overwegen, en de
leden zijn deswege op liet oogenblik
met limine Regeeringen langs tele-
graphischen weg in overleg.
In Frankrijk begint de verkiezings
campagne op gang te komen. Behalve
door Minister-President Méline, wiens
te Remiremont gehouden redevoering
hier gisteren is vermeld, is Zondag
gesproken te Atrecht door den oud-
Minister-President Ribot en te Ande
lies door den socialistische» Afgevaar
digde Millerand.
Dienzelfden dag is te St. Maurice,
bij Cliarenton, een gedenkteeken op
gericht voor Eugène Delacroix, terwijl
mede op dien dag voor liet eerst voor
liet publiek werden opengesteld liet
park en de depéndanccs van liet
kasteel Chuntilly, metal zijn verzame
lingen door den Hertog van Aumale
aan liet Rijk vermaakt.
Aan de lijst der in het tweede
Zola-proees te hooren getuigen is nu
door den beroemden schrijver óók
toegevoegd de gewezen kapitein Alli ed
Dreyfus, gedetineerde op liet Duivels
eiland. Aan liet parket is daarvan
kennis gegeven.
Overigens zou de verdediger van Zola
voornemens wezen aanstonds bij den
aanvang van liet tweede proces con-
clusiën te nemen tot het doen nietig-
verklaren der aanklacht, op grond
van niet-bevoegdlieid daartoe van den
Krijgsraad, die Esterhazy verooideelde
en die geen permanent lichaam is.
De Noorsehe schrijver Rjörnstjerne
Björnson lichtte van uit Rome een
nieuw schrijven tot Emile Zola. Daarin
wijst hij er op. dat in de zaak Dreyfus,
die de zaak is der geheele beschaafde
wereld, Frankrijk druk bezig is de
sympathie der openbare meening in
liet buitenland van zich te vervreem
den. Hij eindigt met aan Frankrijk
den raad te geven zich aan liet ver
langen der beschaafde wereld te
onderwerpen en het proces-Dreyfus
te herzien.
De Koningin-Regentes van Spanje
die meer dan ooit populair is na
haar gilt van een milliuen peselas
voor de uitbreiding vari de Spaansche
vloot, heeft zich ook vroeger al zeer
mild en onbaatzuchtig betoond.
Sinds 1893 staat zij een millioen
van haar civiele lijst af om de tekor
ten van de staatsbegrooting te helpen
verminderen, en zij heeft nimmer
liet jaargeld van een millioen pesetas
willen aannemen, waarop zij sinds
188 j recht had als weduwe van een
Koning van Spanje.
De Petit Bleu deelt als zeker mee,
dat de ex-kapitein Dreyfus, die zich
op liet Duivelseiland bevindt, als ge
tuige is opgeroepen in liet nieuwe
proces-Zola.
Drooglegging <ler Zuiderzee.
In opdracht van liet bestuur der
Zuiderzeevereeniging heeft haar secre
taris, de lieer H. C. van der Houven
van Oordt, met medewerking van mr.
G. Vissering, een werk geschreven
Be economische beteekenis van de
a/sluiting en drooglegging der Zuider
zee (met drie kaarten en verdere
bijlagen). Na eene inleiding worden
achtereenvolgens besproken: het werk
zelf; voordeelen van den afsluitdijk
afzonderlijk beschouwd de wijze van
uitvoering van het werk, beschouwd
van economisch standpunt; gevolgen
van liet werk; de wejischeIijkheid en
de urgentie van liet werk voor liet
Nederlandsche volk; de vraag: zal
nu de Zuiderzee in de naaste toekomst
worden afgesloten en drooggemaakt?
Ten slotte wordt een overzicht ge
geven van hetgeen de buiten- en
bmnenlandsche pers (voor zoover den
schrijvers bekend werd) van het «na
tionale vraagstuk" gezegd heeft.
Eene volksuitgave van dit buek
met de kaarten is ter perse en zal
voor zeer geringen prijs binnen wei
nige dagen voor ieder verkrijgbaar
worden gesteld.
Kamers van Arbeid.
In de Staats Cl. zijn opgenomen
Koninkl. Besluiten tot oprichting van
Kamers van Arbeid voor de bouw
en aanverwante bedrijven, voor de
confectiebedrijven, voor de bedrijven
tot voortbrenging en verwerking van
voedings- en genotmiddelen en voor
de drukkershedrijven, alle te 's-Gra-
venhage.
Goed algcloope».
De reizigers die Maandagoch
tend van uit Amsterdam per Ooster-
Spoor naar Duitscbland of liet Noor
den wilden vertrekken, wachtte aan
liet Centraalstation een onaangename
verrassing. Van daar tocli vertrok
geen trein en moesten allen per rijtuig
naar bet station Muiderpoort worden
vervoerd om daar in te stappen, het
geen natuurlijk belangrijke vertraging
veroorzaakte.
Er haperde iets aan de lijn ter
hoogte van de Handelskade. Men
sprak reeds van eene instorting van
een der bruggen, doch gelukkig was
liet zoo erg niet, ofschoon er ernstige
ongelukken uit hadden kunnen voort
vloeien.
Men was nl. Zondagnacht tusschenl
en 5 uur bezig om een ijzeren brug
(bestemd voor liet personenverkeer),
na sluiting der barrières op te hijschen.
Toen de brug bijna op de aan beide
zijden van den spoorweg staande stee-
nen hoofden was brak de zware ijze
ren beugel waaraan liet gevaarto
hing, waarop natuurlijk de brug,
die 22000 Kg. weegt met donde
rend geweld naar beneden stortte.
Een spoorwagen, die er onder stond,
werd vetbrijzeld.
Van de werklieden werd niemand
gekwetst. Door middel van een loco
motief werd het ijzeren gevaarte, dat
niet in 't minst beschadigd werd, van
de rails getrokken en op zijde van
de baan neergelegd Dit ging natuur
lijk niet zoo gemakkelijk en vorderde
veel tijd, zoodat eerst om 10 uur de
treinen weer ongehinderd konden
rijden.
Naar aanleiding van den drei
genden .oorlog tusschen Spanje en
Amerika schrijft De Staridaard met
het oog op onze kolonie Curasao
«Mocht liet onweder, dat opzet,
niet afdrijven, maar de vonk, tus
schen Spanje en Amerika inslaan,
dan is te hopen, dat Curasao ons,
als neutrale mogendheid, niet in moeite
zal brengen.
Onze bezetting op dit eiland is
zwak, en onze marine is er niet anders
D. H. ENGELBERTS.
43)
Miss Dalryinple trok een op de
tafel staande vaas naar zich toe, en
ademde den geur der bloemen in, of
eigenlijk verborg zij baar gezicht in
den struik. Zij gevoelde zonder zelve
te weten waarom, de overtuiging dat
Arthur na deze bekentenis afgelegd
te hebben, het eerste alleen zijn met
haar zich ten nutte zou maken, om
er eene tweede bekentenis op te laten
volgen, eene bekentenis, die zij vurig
verlangde te hooren en tegelijk toch
schuwde. Haar instinct had haar niet
bedrogen, want nauwelijks had zich
de deur achter haar vader gesloten,
of de jonge man boog zich over de
tafel naar haar toe. Zijn hart klopte
zoo geweldig, dat hij het bijna kon
hooren, en met eene van opgewonden
heid licht gedempte stem, riep hij
«Miss Dalrymple.
Verna, gij zijt mijne nicht gij 1
moet mij toestaan, u bij uw voornaam
te noemen. Nog hebt gij mij niet op
de Vechte wijze geluk gewensclit. Wij
moeten elkander de handen drukken."
Hare hand lag op de tafel en Arthur
greep die, zonder af te wachten, dat
die hem aangeboden werd. Hij vatte,
hij drukte die in de zijne en murmel-
de, als kon hij zich niet zat hooren
aan den zoeten klank. //Verna, Verna,
dierbare Verna! Waarom wendt gij
uw gezicht van mij af? Wilt gij mij
niet een oogenblik, slechts één oogen
blik aanzien?"
//Zeker wil ik dat," antwoordde zij,
hem met hare wondersehoone, en nu
oneindig zacht schitterende oogen diep
blozende aanziende: //Nu wat is er
wat is er?"
"O, geliefde, gij weet het immers,
gij moet het weten, dat ik u bemin,
Verna dat ik u bemin! O, zeg mij,
dat ik niet hopeloos beminZult gij
mij ooit kunnen weder beminnen Zult
gij het leeren, mijne liefde met weder
liefde te beloonen?"
//Neen," antwoordde Verna, nik ver
zeker het u, ik kan het niet. Ik ver
zoek laat mijnen hand los."
Arthur gehoorzaamde op hetzelde
oogenblik. Had hij in zelfverheffing
de bewijzen van genegenheid, die zij
hem geschonken had, overschat? On
willekeurig schoof hij zijn stoel van
den hare terug, toen hij uitriep: "O,
hoe zal ik dan verder levenVerna,
Verna, is het u ernst?"
Verna lachte en nog heviger blozen
de fluisterde zij «Ja, het is mij ernst,
dat ik u niet kan leeren be
minnen. Hoe moet men iets leeren
wat men al kent?"
Een oogenblik zag Arthur haar
aan, als zijnde niet in staat den zin
harer woorden te verstaan. Dan sprong
hij naar haar toe, en haar in zijne
armen sluitende en aan zijne borst
drukkende, riep hij jubelend uit: "O,
is het waar? Is het werkelijk waar?
Gij bemint mij dus? Verna zeg het
mij met eenvoudige woorden, want
ik kan het nauwelijks gelooven. Be
mint gij mij, bemint gij mij werkelijk?"
//Ja, ik bemin u," antwoordde Verna
eenvoudig.
Maar kapitein Saville, geliefde, ik
heb om zijnentwille eene vreeselijke
ijverzucht geleden, die mij bijna waan
zinnig maakte. Er was een tijd dat
ik vreesde, dat gij hem bemindet."
//Ja, er was een tijd, dat ik bijna
geloofde hem te beminnen," antwoord
de Verna na lang aarzelen, "doch
laat ons niet van hem spreken, ik
heb mij bedrogen; bij is geen goed
menscb."
//Neen, neen, wij willen ons niet
door de gedachten aan hem onge-
rustmaken, boe wel ik mij nu vergun
nen kan, liem te beklagen. Gij wilt
dus werkelijk mijne echtgenoote wor
den, Verna? Och, hoe gelukkig ben
ik! Ik beminde u al lang, dierbare,
maar toen ik slechts een arme huis
onderwijzer was, waagde ik bet niet,
het u te toonen."
"Dacht gij misschien, dat ik u als
rijke man meer zou beminnen, dan
als arme. Is bet uw bezit dat ik
hoogacht of zijt gij bet zelf, Arthur
Het antwoord op deze vraag, was
onduidelijk, boewei ook niet ge
heel onverstaanbaar. Mr. Arthur
Cunningham Ostwestry hadt zijne aau-
geborene besehroomheid merkwaardig
snel overwonnen.
//Holla?" riep eene stem achterliet
kussende paar, en met eene onzekere
hand zette de generaal, de met eer-
waardige spinrag rijk omwonden flesch,
die hij nit den kelder gehaald had,
op de tafel.
//O papa!" riep Verna, haar hoog
blozend gezicht in de handen verber-
gende.
Arthur behandelde de verrassing
met grooter dapperheid, en zijne ge
laatstrekken en zijne stem met ge
weld beheerschende, hoewel zijne wan
gen niet minder diep gekleurd waren,
als die zijner verloofde, zeide hij
//Generaal Dalrymple oom, ik
bemin haar bemin haar zoo warm
en innig, en zij heeft mij beloofd,
mijne echtgenoote te worden, wilt gij
ons uwe toestemming geven?"
Generaal Dalrymple trad een paar
schreden terug en viel in een leun
stoel, stamelende
//Laat mij tot adem komenVergeet
niet, dat ik oud word. Ik kan zooveel
verrassingen en opgewondenheid op
eenmaal niet meer verdragen."
In hetzelfde oogenblik was Verna
aan zijne zijde, hem teederlijk, gerust
stellende en liefkoozende.
//Kind, kind, wat moet dat alles
be teekenen
//Dat ik bem innig, innig liefheb,