NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. ,\o. 45. Woensdag 8 Juni 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATEItDAG. FEUILLETON. DE TWEEDE VIOOL. 2) Courant ABONNEMENTSPRIJS: 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Per Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Voor zoover de toestand zicli laat overzien, schijnt admiraal Sampson, die de haven van Santiago de Cuba blokkeert, volgens een vast plan te werk te gaan, dat slechts dit eene doel beoogt, n 1. om het eskader van admiraal Cervera bet verlaten van de haven ten eenenmale onmogelijk te maken. Zooals nu uit nadere berichten blijkt is de Merrimac, welke in den nauwen havenmond van Santiago gezonken is, niet door Spaansche torpedo's in den grond geboord, maar door de Amerikanen zelf. Daar het admiraal Sampson on mogelijk bleek om het Spaansche eskader te bemachtigen, besloot hij de Merrimaceen oud kolen schip, in den nauwen ingang van de haven te doen zinken en daardoor het ver trek of liet binnen komen van schepen te belemmeren. Tot het uitvoeren van deze operatie boden zich luitenant tlobson en 7 man als vrijwilligers aan. De romp van het schip was omringd met tor pedo's, die zoo gelegd waren, dat men ze van de brug kon laten springen. Vrijdagmorgen te 3 uren stoomde liet schip langzaam op de haven aan. Weldra waarschuwde een schot uit fort Morro de Amerikanen dat de Merrimac door de Spanjaaiden was opgemerkt. De andere forten openden liet vuur, dat door de Amerikaansche vloot niet werd beantwoord, uit vrees, de bemanning van de Merrimac te treilen. Bij de batterij Estrella ge komen boorde luitenant Hobson zelf liet schip in den grond. De bemanning, die van plan was zich in een boot, welke zij op sleep touw hadden meegenomen, te redden, werden allen door de Spanjaarden krijgsgevangen gemaakt. Indien de Amerikanen zich er eenige illusie van hebben gemaakt, daardoor de haven te versperren, dan is hun die al heel spoedig ontnomen, want onmiddellijk hebben de Spanjaarden liet wrak doen springen. En dat admiraal Sampson er -zich werkelijk succes van heeft voorgesteld, dienen we wel aan te nemen, anders zou hij deze poging zeker hebben achter wege gelaten. Waarschijnlijk heeit hij in de meening verkeerd, die ook in een telegram wordt uitgesproken, dat de Spanjaarden onder het bereik der Amerikaansche kanonnen onmo gelijk het wrak konden wegruimen. En ware dit werkelijk het geval ge weest, dan zou Sampson hebben kunnen volstaan met commodore Sell ley met eenige schepen bij de bocht de wacht te doen houden, ter wijl Sampson dan met zijn eskader van grootere oorlogsschepen, versterkt met het slagschip Oregonrustig het Spaansche Cadix-eskader, onderadmi raal de Carnara zou kunnen afwachten of tegemoet gaan. Inderdaad een aardig plannetje, dat om de stoutheid waarmee het is uitgevoerd, zeker verdiende met beteren uitslag bekroond te zijn. Overigens zijn de berichten uit Madrid en die uit New York zooals altijd, weer volkomen met elkaar in strijd. De Spanjaarden zeggen dat zij de Merrimac deden zinken, dat admiraal Cervera zelfs persoonlijk eenigen der opvarenden redde; thans meldt een telegram uit Madrid, dat denzelfden avond door de Amerikanen een aanval op Santiago beproefd werd door een grooten kruiser en een hulp kruiser, waarbij de eerste werd terug geslagen en de laatste in den grond geboorddaarentegen hebben volgens een telegram uit New-York de bat terijen van Santiago bij het bombar dement zwaar geleden. Het is het gewone spelletje, waarbij de een be weert den ander een vlieg te hebben afgevangen. Het blijft intusschen tot nu toe slechts bij kleine schermut selingen. Gisterenmorgen te 8 50 kwamen met een extra-trein de Koninginnen van de buitenlandscbe reis te Baarn aan. H. II. M. M. werden verwel komd door den burgemeester Baron d'Aulnis de Bouiouill. De Koningin was gekleed in grijs reistoilet, de Regentes in liet zwart. In een open victoria werd naar Soestdijk gereden, waar bij aankomst de vlag werd ge- heschen. Met ingang van gisteren wordt de dienst ten paleizo op Soestdijk bij H.H. M.M. de Koninginnen waar genomen door den luit. kolonel baron Sirtema van Grovestins, adjudant E. L. graaf van Limburg Slirum, kamerheer en den le luit. Jhr van Suclitelen van de Haere, ordonnans- oilicier. Verder zijn naar Soestdijk ver trokken de hofmaarschalk baron Clifford, de eerste stalmeester baron Bentinck en de directeur van het Kabinet en jhr. mr. Gevers Deynoot, de kamerheer; jhr. de Ranitz, paiti- culier secretaris van H.M de Konin gin-Regentes, begeeft zich lieden naar Soestdijk en zal in de eerste maanden daar verblijven. Onze Koninginnen op reis. Omtrent een voorgenomen berg tocht weet de Scliweizerisclie Ilandels- Zeilung het volgende te vertellen: «Dat ook koninginnen somtijds antichambreeren moeten en toch geen audiëntie kunnen verkrijgen, hebben de Hollandscbe Koninginnen onlangs in Artli Goldau ondervonden. Den dag vóór Pinksteren wilden zij hun nicht, de Koningin der bergen, een bezoek brengen en deelden dit de directie der Artli-Rigi-Balin in Goldau van uit Scliönfels telefonisch mede. De directeur Dudler vroeg oogenblikkelijk bij den hofmaarschalk der «Regina montium", dr. Sclireiber, op Rigi-Kulm aan, of er iiAussicht" was, en toen liet antwoord luidde »Rigi beider", stapten de Koninginnen in Zug in den trein en kwamen tegen 12 uur 's middags in Goldau aan. Intusschen was het station der Artli- Rigi-Balin in alle haast versierd, en lustig wapperden de vlaggen in den wind. Arth-Goldau is, zooals men weet, de ontvangkamer van de Koningin der bergen voor allen, die de Rigi van hare schoonste, verlievenste, lie felijkste en meest majestueuse zijden willen leeren kennen, en liet uitgangs punt der heerlijkste aller Rigi-tochten. Nu kondigde dr. Schreiber liet liooge bezoek zijner Koningin aan maar een boozer gezicht, dan hij nu te zien kreeg, heeft hij zeker wel nooit gezien. Koningin Rigi, die juist haar Pinkster-toilet begon te maken, was ontzet, dat zij zicli in dezen toe stand aan de liefelijke, jeugdige Ko ningin der Nederlanden zou moeten vertoonen, daar zij bij een vergelij king met deze al te veel vreesde te kort te komen, en verklaarde daarom kort en bondig aan baren hofmaar schalk, dat zij lieden onder geen voorwendsel te spreken was. Ter bekrachtiging buide zij zicli plotseling van hoofd tot voeten in eenen dichten, ondoordringbaren nevelsluier. De Hollandscbe Konin ginnen wachtten nog een kwartiertje, of de Koningin der bergen zicli niet zou laten verteederendaar deze echter, zooats rnen weet, een hart van steen heeft, wachtten zij te ver geefs, Zij lieten haar hunnen spijt be tuigen, docli beloofden terug te komen, wanneer Regina in hetero luim zou zijn." Moord. Te 's-Gravenhage beeft Zondag avond in de Weimarstraat een ont zettend drama plaats gehad. Ongeveer half-acht liepen daar mevrouw Vemeij geboren Post, en mevrouw Meyer, die samen wonen op de Koningin Emmakade no. 45. mevr. Vemer leefde sedert geruimen tijd buiten de echtelijke woning, of schoon niet wettig gescheiden van haar echtgenoot, den gepens. kapt. der art. van bet O.-l. leger IC. G. A. Vemer. Daar er tusschen beide echt- genooten herhaaldelijk oneenigheden plaats vonden, hadden genoemde dames zicli gesteld onder de hoede van den oud-rechercheur Tromp, die bij de dames inwoonde en haar op straat steeds vergezelde. Zondagavond geschiedde zulks weer, toen eensklaps kapt. Vemer de dames te gemoet kwam en een vijftal revol verschoten op haar ioste waardoor beiden zwaar getroffen op straat neder- zonken. De dader werd onmiddelijk door Tromp gegrepen, die vervolgens door de politie gearresteerd werd. Do beide slachtoffers werden in een nabijzijnde apotheek binnenge dragen, waar door geneeskundigen de eerste hulp verleend werd. De toe stand van beiden was zoo ernstig, dat men aan haar behoud wanhooptzij zijn eerst naar liet gesticht Bronovo vervoerd ter verpleging en van daar naar een polikliniek in de Javastraat. Bij den dader werd op het politie bureau nog een dolk ontdekt; daar verklaarde hij strychnine ingenomen te hebben en omdat zich verschijn selen van vergiftiging vertoonden, werd hij naar het gemeenteziekenhuis overgebracht. Naar men uit 's-Gravenhage seint, is mevr. Meyer gisteravond aan de bekomen wonden overleden. Mevrouw Vemer is aan liet hoofd en den arm getroffen, haar toestand was hedenochtend redelijk. De dader wordt nog in het zieken huis verpleegd de gevolgen van zijn beweerde zelfvergiftiging zijn niet sterk gebleken. Naar het Fransch VAK AUGUSTE VITU. Toen het scherm opging, boeide de opera mij zóó, dat ik de Gravin Ulrica geheel vergat, maar het toeval wilde, dat ik, toen ik dien avond naar huis ging, ik iets van het kleine blijspel te zien kreeg. Ik liep bij het verlaten van de opera den breeden trap lang zaam af, en daar ik geen bijzondere haast had, was ik twee- of driemaal op zijde geweken, om eenigen van de dringende menigte voorbij te laten gaan, toen ik vlak voor mij uit de Gravin Ulrica zag. Zij stapte juist in haar rijtuig toen ik de deur be reikte, en de bejaarde heer nam naast haar plaats. Het portier werd open gelaten, en ik merkte op, dat de jonge Gravin zich voorover boog, alsof zij naar iemand uitzag. Onmiddelijk daarop verscheen de violist, dien ik gedurende de opera had gadegeslagen, op het tooneel, met de vioolkist onder zijn arm. Hij stapte in het rijtuig, ging tegenover de jonge Gravin zitten, nam hare beide handen in de zijne, en daarop reed het rijtuig weg. Na dien pleegde ik dit drietal in de opera gade te slaan, en het kwam mij voor dat de Gravin en de violist eiken avond verliefder op elkander werden, maar ik had natuurlijk geen gelegenheid om achter het fijne van de zaak te komen. Op zekeren avond kwam ik tot de ontdekking, dat mijne gewone plaats was ingenomen door een jong officier, die het aantrekkings- punt van een kleinen groep van de grootste dandy's van W bleek te wezen. Het was een flink officier, en juist het type van een Hannoveraan. Hij zag er knap uit, en had dat air van hoogheid en kracht, ja van pedan terie, dat de vrouwen zoozeer bekoort, en dat alle andere mannen tot het uiterste prikkelt. Ik ging zoo dicht mogelijk bij mijne vorige plaats zitten, en hoorde on willekeurig het gesprek van de kleine groep. Het waren de gewone praatjes van dergelijk gezelschapover paarden, vrouwen enz. Ik kon uit de vragen van den jongen officier opmaken, dat hij, na eerst in eene andere stad in garnizoen geweest te zijn, dien dag pas in Wwas aangekomen. Zon der het in het allerminst te willen, kwam ik geheel op de hoogte van het onderwerp der gesprekken van de groote wereld in W Even voordat het scherm opging, werd de deur der loge links van het tooneel geopend en de gravin Ulrica trad binnen met den man op leeftijd, die haar als haar schaduw scheen te volgen. Zij was dien avond bevalliger dan ooit, en ik merkte op, dat hare verschijning opzien baarde. Ik merkte ook, dat velen van haar naar den jongen vioolspeler keken, en verschei dene dames hare waaiers ophieven om hare glimlachen te verbergen. De officier, die mijne plaats had inge nomen, scheen meer verbaasd dan iemand anders. Hij zette zijn kijk- glaasje voor het oog, en daarop hoorde ik hem uitroepen «Bij Jupiter! dddr is m'n nicht Ulrica! Laat me voorbij, kerels: ik moet ze aan gaan spreken De blondharige krijgsman verwij derde zich met eene uitdrukking van groote ingenomenheid met zichzelf op zijn schoon gelaat, en een paar minuten later verscheen hij in de loge in kwestie, blijkbaar tot verbazing van Gravin Ulrica. Hij nam eene zeer familiare, bijna teedere houding aan, en sprak blijkbaar hoogst vertrouwe lijk tot haar. Al zijne moeite was evenwel vruchteloos, daar zij naar haar vioolspeler bleef kijken. Ik keek juist toevallig naar hem, op het oogenblik dat de officier zich voorover boog en op zeer vertrouwelijke manier iets tot de jonge Gravin zeide. Het ge laat van den violist werd vuurrood, en hij fronste onheilspellend de wenk brauwen. Eén mijner vrienden, die veel aan chirnie doet, zeide mij eens «Ik ken niets, dat een' sterkere be vriezende kracht heeft, dan de ver smading van een' vrouwik houd mij overtuigd, dat iu zekere gevallen en onder bijzondere omstandigheden eene vrouw een' flesch champagne kan doen bevriezen alleen door ze aan te Dien avond werd mij een bewijs geleverd voor de waarheid van het geen mijn vriend beweerde, want de afkoelende invloed van de Gravin Ulrica op den jongen officier was ver bazend. Ik merkte op, dat hij zijn zelfvertrouwen scheen te verliezen en ten slotte aan zijn handschoenen be gon te plukken, en toen hij de loge verliet en beneden op zijne plaats kwam zenuwachtig aan zijn snor trok. «Stolberg wordt van avond koel ontvangen!" merkte één van de dan- dy's even voordat de j onge officier terugkwam, open de anderen knikten. Stolberg evenwel, niet wetende dat hij juist het onderwerp van het gesprek was geweest, zeide toen hij weder plaats had genomen. «Wel, daar herinner ik me nu, dat m'n nicht Ulrica is gehuwd!" «Ah!" zeide één van de andere jongelui, half- minzaam en op half- spottende toon. «Zij liet mij een blauwtje loopen, en ik zou wel eens willen weten, of zij boos is, dan of het eenvoudig on verschilligheid was Wordt vervolgt

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1