HIEUW
Nieuws- en Advertentieblad
v@or ie Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Zaterdag 23 Juli 1898.
Zeven-en-twiutigste jaargang.
VERSC1IHXT WOENSDAG EX ZATERDAG.
FEUILLETON.
Vóór de uitbarsting
i\o. 58.
Amersfoortsche Courant
A B O N N E M E N T S P R IJ S
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
«Thans verwacht ik geen vredes
voorslagen van Spanje meer voordat
Havanna gevallen is," heeft eergister
Mc Kinley tot een senator gezegd. Als
men de Morning Post en de Temps
gelooven mag, dan worden er in Ma
drid echter werkelijk pogingen aan
gewend om tot den vrede te geraken,
het mislukken er van zou zelfs oor
zaak worden van een Ifabinets-crisis.
Het niet begeerenswaardig ambt van
Spaansch minister-president iri de
tegenwoordige omstandigheden zou
dan van Sagasta op den hertog van
Almodovar worden overgedragen.
Maar wat zullen alle pogingen dei-
Spanjaarden kunnen helpen als de
Amerikanen reeds bij voorbaat be
sloten zijn om de tegenpartij onaan
neembare voorwaarden te stellen
Nog niet zoo lang geleden, toen het
optreden van de gele koorts bet depar
tement van oorlog te Washington
met schrik vervulde, zou men zonder
twijfel gaarne een vredesaanbod van
Spanje in overweging genomen heb
ben. Thans echter na den val van
Santiago is de regeering in dat op
zicht van de grootste zorg ontheven
want deze ziekte denkt men nu vol
doende het hoofd te kunnen bieden
door de troepen te doen vervangen
door negerregimenten uit de Zuide
lijke Staten. Zoo kan dan de oorlog
met ijver worden voorgezet.
In de eerste plaats zijn de Ameri
kanen nu op weerwraak bedacht tegen
die plaatsen welke zich in den beginne
ernstig hebben verzet. Guantanamo
en Caimanera, waar de landingstroepen
van kapitein Huntington, na in het
nauw gebracht te zijn, weder terug
moesten trekken, zijn reeds genomen.
Manzanillo welker kleine kanonneer-
booten destijds aan den aanval van
Amerikaanschen kruisers weerstand
hadden geboden en Santa Cruz zijn
reeds opnieuw gebombardeerd, maar
totnogtoe zonder afdoend resultaat.
De andere talrijke havens, als Man-
tazas, Cardenas, Cabanas, Nuévitas
zullen daarna wel weer aan de beurt
komen totdat de groote slag tegen
Portorico wordt geslagen, welke als
het voorspel van de inneming van
Havanna kan worden beschouwd.
Met het nemen der voorbereidende
maatregelen voor den tocht wordt
zooveel mogelijk baast gemaakt omdat
uien tot resultaten wenscht te komen
vóór bet eerste woord omtrent
de vredesonderhandelingen gesproken
wordt. Intusschen wordt uit Was
hington gemeld dat het vertrek van
generaal Miles uit Siboney naar
Portorico wederom is vertraagd en
wel door bet verzuim van het depar
tement van marine om voor een
zeegeleide te zorgen. Daarentegen
komen er berichten uit Tampa welke
meedeelen dat een deel der troepen
voor Portoi ico bestemd, vandaar reeds
vertrokken is, doch dat bet nog eenige
dagen zal duren alvorens de transpor t-
schepen Key-West verlaten.
Het moet reeds lang zijn vastge
steld, dat bet eiland Portorico, een
maal veroverd zijnde, nimmer aan
de Spanjaarden zal worden terugge
geven. Dit eiland zou dan de Ver-
eenigde Staten gedeeltelijk schadeloos
stellen voor hun zware oorlogskosten.
Met zekerheid is van de plannen
der Amerikanen omtrent de Filippij
nen nog niets bekend. De politiek
welke zij ten opzichte van deze ei
landengroep denkt te voeren, zal af
hangen van de ontwikkeling van den
toestand.
De Duitsche stoomboot Wotan,
welke van Cavite te Hongkong is
aangekomen, heeft gerapporteerd, dat
nu inderdaad de versterkingen der
Amerikamen ten getale van 5000
man den lOen en 17en Juli daar zijn
aangekomen, doch dat men nog niet
tot de operaties zal overgaan, orndat
generaal Merritt nog steeds op zich
laat wachten.
In tegenstelling met de betrekkelijk
gunstige berichten, welke gister om
trent den toe-tand van Manilla dooi
de Spanjaarden werden verspreid,
komt Reuter nu weer vertellen, dat
de Spanjaarden hun hoop op succes
geheel hebben opgegeven. De citadel
kan niet verdedigd worden, de voor
raad levensmiddelen wordt ontoe-
teikend, alles doet gelooven, dat de
Spanjaarden zich weldra moeten over
geven. Er zijn echter rc-cds zoo dik
wijls dergelijke berichten verspreid,
zelfs dat Manilla bad gecapituleerd,
welke telkens onjuist bleken, dal men
ook deze onder de bekende reserve
dient te aanvaarden.
Een dépêche uit Washington aan
de Herald, zegt, dat, wat ook bet lot
moge zijn van Cuba, de Philippijnen,
Ladronen en Caroline», de Amerikanen
Portorico zullen behouden. De regee-
ring is vast besloten om daar een
sterk maritiem station te vestigen,
dat West-Indië, de Garaibische Zee
en het toekomstige Panama-kanaal
zal beheerschen.
Met het vormen van bet escader
onder admiraal Watson, beoogt pre
sident Mc Kinley niet alleen om
Spanje schrik aan te jagen, maar ook
om Europa een indruk te geven van
de macht der Amerikanen ter zee.
Men stelt bovendien voor, dat op
Madrid zal worden losge. ukt, opdat
Spanje genoodzaakt zal zijn te voldoen
aan alle eischen, welke de Amerikanen
mochten stellen.
Dit bericht is medegedeeld op gezag
van een ambtenaar, die in nauwe
betrekking staat tot Mc Kinley.
Een groep Fransche schrijvers heb
ben Zola nog vóór zijn «verdwijning"
een prachtexemplaar van het Livrc
d'hommages aangeboden, dat zij ter
eere van Zola hebben uitgegeven.
Daarin komen o.a. voor alle protesten,
welke in Europa naar aanleiding van
het eerste proces zijn verschenen.
Het bevat tevens indrukken van dat
proces van madame Sévérine en
artikelen van letterkundigen en weten
schappelijke personen.
Muntgasmeters.
In het verslag van den toestand,
de exploitatie en de inrichting der
gemeente-gasfabriek te Utrecht over
1897 komt het volgende voor over
muntgasmeters
Het feit dat door de toepassing der
muntmeters een gasverbruik is ver
kregen in een vol jaar van 1,116400
M». tegen een gasverbruik op gewone
meters van 8,777,056 M»zonder de
gemeentegebousven, dus bijna 12 S pc.
daarvan, is zeker een sterk sprekend
bewijs, boe de muntmeters voorzien
in eoiie bestaande behoefte en alge
meen waardeering genieten bij eene
klasse der gemeentebevolking, die tot
vorige jaren uitsluitend voor lichten
spijsbereiding petroleum en allerlei
duur gekochte brandstoffen gebruikte,
en daardoor, behalve eene nuttige
zaak voor de exploitatie der gemeente
inrichting, eene prikkel tot zuinig
heid, netheid, tijdsbesparing en ge-
vaarkeering, geworden is, waarvan de
nawerking nog niet is te overzien.
In de hierboven aangehaalde bij
lage, leeren de cijfers onwederlegbaar
hoe krachtig dit verbruik wast en
langzaam maar zeker het produkt
dezer gemeentebedrijf onderneming
ten nutte zal komen, van bijna elk
burger, die zijn eigenbelang goed
begrijpt.
Vraagt men voorts nog of nu inder
daad deze kapitaal-uitbreiding ook
voor het bedrijf genoeg voordeel op
levert om met onverdroten ijver te
worden voortgezet, niettegenstaande
de onvermijdelijke uitbreiding van
administratief en technisch personeel
daaraan verbonden, dan geven aller
eerst daarop stellig de bedrijfsresul
taten van 1897 een bevestigend ant
woord.
Voor lien die daardoor echter nog
niet overtuigd zijn, wordt een nauw
keurige becijfering gegeven, waaruit
blijkt, dat wanneer de aanleg, zoo
snel als het beschikbare personeel
veroorlooft, wordt voortgezet, de toe
passing der muntmeters, zoowel voor
het gasbediijf als voor de arbeidende
klasse een zeer aanmerkelijke ver
sterking zal blijken.
Het dames-Comité van de doof
stommen Vereeniging «Door Liefde
Saamgebracht" (pres. Mevr. M. J.
BlaseHellingman) ontving ter ge-
inoetkoniing in hare vele uitgaven
voor «Huis en Werkverschaffing" de
belangrijke gift van f 500.onder
de initialen A. L.
Een waar geluk voor deze Vereeni
ging en gaarne wenschen wij haar
toe dat dit goede voorbeeld navolging
mag vinden, daar zij in haar huis
reeds menig gezellig uur aan de arme
doofstommen verschafte en haar werk
verschaffing voor menig misdeelde
een ware uitkomst was.
Wie dus een symphatiek doel wil
steunen, vindt hier eene goede gele
genheid. De instelling is dagelijks
voor belangstellenden van 10I ure
te bezichtigen.
- Door de Ned. Centraal Spoorweg
Mij. is aan de S. S. Mij. voorgesteld de
invoering van rechtstreeksere plaats-
kaarten tusschen Soest en Soestdijk
eenerzijds en Amsterdam anderzijds;
alsmede plaatskaarten «BaarnAm
sterdam" tegen de vrachtprijzen
«AmsterdamAmersfoort" voor de
gemengde le en 2e klasse kaarten
van en naar Soest, Soestdijk of Baarn,
de le klasse vrachtprijzen Amster
damAmersfoort aannemende.
In hel N.-Westen van de provincie
Utrecht wordt zeer veel hooi gewonnen.
De boeren moeten een vrij groot ge
deelte «schelften", omdat de hooiber
gen den voorraad niet kunnen ver
zwelgen.
Te Loosdrecht heeft het in den
nacht van Woensdag op Donderdag
zoo lievig gevroren, dat in liet wei
land ijs werd aangetroffen.
ISOLINE.
1)
In Juni 1883 werd ik naar Anjer
verplaatst. Het was een groote ver
andering voor ons, van het drukke
en zoo gezellige Soerabaya, waar wij
zoovele vrienden en kennissen hadden
naar het stille Anjer. Wie het vóór
de ramp van Krakataö gezien heeft,
zal met mij de kenrig nette wegen,
de prachtige landschappen er om heen
de nette kampongs, opgemerkt en be
wonderd hebben. Wij hadden eene
kleine woning gehuurd, met een groot
erf er om heen, beplant met klapper-
hoornen, mangga's, pisangstruiken enz.
Dicht bij het huis stonden twee olean
ders. die in de schoone tropische
nachten vooral bij maneschijn, hunne
bedwelmende geuren rondom zich
verspreidden. Uit onze voorgalerij
hadden wij het gezicht op zee. Hoe
menigmaal heb ik daar tot laat in
den nacht gezeten, als de maan de
zee verlichtte, zooals men dat alleen
onder de tropen ziet, met zulk een
verblindend witten, bijna zilveren
glans. In de verte zag men eenige
visschersbooteneenigszins dichter bij
soms een paar schepen die daar ge
ankerd lagen. Soms hoorde men dan
het gezang der matrozen, tusschenbeide
geaccompagneerd of afgewisseld door
de tonen eener harmonica. Ver achter
mij in de kampong hoorde ik de klagende
tonen der gamelang, nu eens zacht
wegstervend als een onderdrukte kreet
van smart of wanhoop, om in eens
langzaam opklimmend weer krachtig
en als jubelend te weerklinken ten
teeken van welkomstgroet als er nieuwe
gasten kwamen. Eenige krekels in
het struikgewas op ons erf, voltooiden
het nachtelijk concert, waarvan ik de
betoovering, vermengd met een treurig
gevoel als van diepe verlatenheid,
niet beschrijven kan.
Ik denk dikwijls aan het spreek
woord «Men wandelt niet ongestraft
onder de palmen." Iedereen zal dat
op zijn manier uitleggen. Voor mij
is er maar ééne uitlegging denkbaar.
Wóérheen men zich ook moge be
geven, nooit vergeet men die schoone,
die prachtige natuur, waarvan de
wuivende palmen het schoonste sier
raad uitmaken. Nooit heeft men elders
zulk een heldere manneschijn gezien,
waarbij men somtijds zou kunnen
lezenMet een vreemden, bovenna-
tuurlijken glans is het schoone land
schap om u heen overgotenDie zacht
ruischende onmetelijke zee zoo schit
terend verlichtduizende geuren van
bloemen, die het liefst bij maanlicht
haar geur verspreiden, omringen en
bedwelmen u.
Hebt gij ooit ergens elders zulk
een zuivere, liefelijke morgenlucht
ingeademd, zoo frisch en koel, die
u als 't ware versterkte, als in de
landen waar de palmen groeien? En
waarheen gij u ook rnoogt begeven,
de herinnering aan dat alles blijft
u bij, verlaat u nooit, en wordt soms
zoo sterk, dat zij tot een heimwee
aangroeit. Als ik in Holland op een
stormachtigen avond naar huiten zie,
dan zie ik soms de maan, maar om
ringd door donkere wolken, die er
woest langs en omheen vliegen.
Dan herdenk ik onze toertjes in
den maneschijn, getrokken door onze
vlugge Bottinezen (paardj es afkomstig
van het eiland Botti); aan mijn een
zame tochtjes op zee, als ik geroeid
werd door Paman Wirio, een oxiden
Maleier; dan gevoel ik de waarheid
van het spreekwoord: «Men wandelt
niet ongestraft onder de palmen."
Want dan overvalt mij dat gevoel van
diepe weemoed, van innig verlangen,
het heimwee om dat alles weer te
zien, om weer geroeid te worden op
die lichtende zee, om weer te toeren
onder die ruischende palmen, om dat
liefelijk land voor mijn dood nog één
maal terug te zien. En toch, onder
welke vreeselijke omstandigheden heb
ik dat land verlaten! Kan iemand,
die zoo iets gezien, zoo iets bijgewoond
heeft, nog leven? Ik merk aan mij
zeiven dat dit mogelijk is, maar hoe
leeft men? De uren, die men daar
doorgebracht heeft in die vreeselijke
omwenteling der natuur, den doods
angst die men daar uitgestaan heeft,
die vergeet men nooit. Uit den diepsten
slaap, midden in den nacht, ontwaakt
men eensklaps, en weer gevoelt men
die schrik, dien angst voor de aan
snellende lava, voor den vuurstroom
die van verre op u afkomt u vervolgt,
om u met het schoone omringende
landschap te verzwelgen.
En dit alles was mij voorspeld; ik
was gewaarschuwd, en ik had het niet
geloofdIk, de naar eigen schatting
zoo ontwikkelde Europeaan, had ge
lachen, bijna gespot met die waar
schuwing, die ik minachtend met den
naam van bijgeloof bestempelde. Ja,
bijgeloovig, zoo noemen wij de Ja
vanen. Zij vertellen u, den beschaafden
ontwikkelden Europeaan iets: hetzij
van een natuurwonder, (wat wij ten
minste met dien naam bestempelen,
omdat wij denken al de wetten der
natuur te kennen) of van iets wat
vroeger gebeurd is of nog gebeuren
zalkortom iets wat met uwe begrippen
van geleerdheid niet overkomt. Gij
zijt gewend alles te ontleden, gij moet
alles kunnen begrijpen, on wat gij niet
begrijpt, dat gelooft gij ook niet, dat
kan immers niet zijn. Maar bestaat
er niet iets, dat aan u, prozaisch
Westerling, ontsnapt doch dat voor
die natuurkinderen bestaat, even goed
als voor u de wet van Newton? Heeft
Shakespeare misschien voor hen, meer
dan voor u geschreven"There is more
between Heaven and Earth, than we