NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
No. 71.
Woensdag 7 September 1898.
Zeven-en-Uvintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN' ZATERDAG.
FEUILLETON.
HAAR EED GETROUW.
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonder 1 ijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort,
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Stap voor stap komen we nader
tot de waarheid. Als een groote
schrede voorwaarts op den weg die
tot herziening van het proces-Drcyfus
moet voeren, is voorzeker het feit te
beschouwen, dat de minister van
oorlog Cavaignac zijn ontslag als zoo
danig heeft aangevraagd wegens ver
schil van meening met de meerder
heid der overige ministers van de
Fransche republiek ten opzichte det
revisie van het proces-Dreyfus, gelijk
Reuier gister seinde.
Uit dat feit valt te concludeeren
dat nu weldra het vonnis zal worden
herzien. Of de regeering zelf het
initiatief daartoe zal nemen, dan wel
of zij daartoe eerst zal overgaan op
verzoek van hen die er bij geïnteres
seerd zijn, zooals de wet feitelijk
voorschrijft, is een zaak van minder
belang. Zooals men weet, heeft de
zwaarbeproefde mevrouw Dreyfus
vroeger reeds, niet een verzoek om
herziening, doch om vernietiging van
het vonnis ingediend. Naar de Figaro
mededeelt, zou de regeering reods
een wenk hebben gegeven om een
dergelijk vei zoek aan haar te richten
opdat er aan den eisch der wet zou
zijn voldaan. Zoodra dat verzoek is
ingekomen, kan dan de ministerraad
worden gehouden om een beslissing
te nemen, welke dan ongetwijfeld de
herziening zal gelasten.
De openbare meening maakte zich
met de gedachte van revisie meer en
meer vertrouwd. Zoo is thans ook de
Snleil som." alsmede de Intransigeant,
het blad van Rochefort. Deze schrijft
nl. in zijn blad, dat hij zich niet lan
ger tegen een nieuwe behandeling
der zaak zal verzetten maar hij ver
langt de bijeeuroeping der Kamers,
welke een commissie van tien leden
zouden moeten benoemen aan wie het
ministerie alle acten en bewijsstukken
zou moeten voorleggen.
In de Siècle schrijft Joseph Reinseh
een lang artikel onder het opschrift
»Hoe de brief van Henry in de wereld
kwam." Reinach beweert dat twee
falsarissen de veroordeeling van Drey
fus hebben bewerkstelligd en wel
kolonel Henry en kolonel duPatyde
Clam Nadat Reinach heeft betoogd,
dat Dreyfus slechts op het borderel
en het stuk waarin het befaamde
«Canaille de D" voorkomt, veroordeeld
is, toont bij aan dat llenry en du
Paty de Clam het valsche stuk op
maakten waarmee de generaals Billot,
BoisdelTre en Gor.se alsmede Cavaignac
zich hebben laten beetnemen. Zij ver"
vaardigden het omdat uit het onder
zoek van Picqart was gebleken, dat
Esterhazy de schrijver was van liet
borderel, waarop Dreyfus is veroor
deeld en het stuk «Canaille en D"
niet op Dreyfus betrekking kon heb
ben, en zij bevreesd waren dat de
waarheid aan het licht zou komen.
Jaures '.spreekt in de Petite Repu-
bligue de noodzakelijkheid uit van
de herziening van het proces-du Paty
de Clam-Esterhazy wegens de ver-
valsching der aan Piequart gerichte
telegrammen en brieven. Evenzoo
meent hij dat het proces tegen
Esterhazy opnieuw behandeld moet
worden omdat in dit proces de ver
klaringen van Henry tegen die van
Picqart den doorslag hebben ge
geven.
Verschillende bladen blijven op in
vrijheidstelling van Piequart aan
dringen, doch naar de Parijsche
correspondent der Köln. Zeit. ver
neemt, is Picqart zelf daarop niet
gesteldhij zou het liefst in hech
tenis blijven tot den 2ien van deze
maand, den dag, waarop zijn zaak
voorkomt. Labori zou dan ook in
opdracht hebben gekregen, geen
verdere stappen in die richting te
doen.
De bekende geleerde Paul Meyer,
de directeur der Archiefschool die in
het proees-Zola vooral liet gedrag
der schriftkundigen laakte en ook
zeer beslist als zijn meening uitsprak,
dat het borderel van Esterhazy moest
zijn, zond eergister zijn kaartje aan
generaal de Pellieux met de woorden
erop geschreven: «Mijn hartelijk
medelijden.De generaal zond direct
daarop zijn kaartje terug met de
bijvoeging: «Mijn dank voor uw
kiesehe en intellectueele atteutie.«
Triomfeer echter niet te vroeg. Er
is bloed gevloeid. Gij wentelt u
daarin met wellust rond, maar uw
ongelukkige beschermeling is er nog
verre van af gered te zijn."
Daaruit blijkt ten duidelijkste dat
de leden van den generale» staf niet
tegenstaande het geval-Henry nog
geenszins hun verblinding inzien en
dat de crisis voor Frankrijk haar
culminatiepunt nog niet bereikt heeft.
Zoowel de Pellieux als Cavaignac
blijven aan Dreyfus schuld vasthouden
en naar verluidt op grond van het
ultra-geheime dossier, waarvan wij
reeds meermalen melding hebben
gemaakt en dal nog nevens het dos
sier met liet borderel aanwezig heet
te zijn.
Daaromtrent deelt het blad: Les
droits de l'homme het volgende mee:
«Op dit ultrageheime dossier beroept
de regeering en de generale staf zich
met betrekking tot Dreyfus' schuld
en om te verzekeren dat de herziening
van het vonnis een oorlog onvermij
delijk zou maken. Dit dossier bevat
lo. een door graaf Mürister onder
teekend en door hem aan den Duit-
schen Keizer gezonden mededeeling
waarin de gezant den naam Dreyfus
voluit schrijft en de diensten opsomt,
welke Dreyfus aan Duitschland heeft
bewezen2o. drie brieven, of liever
de fac-simile's van drie brieven van
den Duitsehen Keizer, waarvan een
aan graaf Munster en de beide andere
aan kapitein Dreyfus gericht zijn.
De generale staf gelooft of beweert
dat de eerste uit de studeerkamer
van Keizer Wilhelm II gestolen is
de andere zouden vóór hun verzen
ding door een agent van het Fran
sche gezantschap te Berlijn gestolen
en gefotografeerd zijn welke foto's
daarna aan minister Hanotaux zijn
overhandigd, die ze op zijn beurt
weder aan den minister van oorlog
deed toekomen."
Uit den- aard der zaak kunnen deze
stukken niet gepubliceerd worden,
zegt de Jour en als de herziening
van het vonnis wei keiijk piaats heeft,
dan moet zij ongetwijfeld met ge
sloten deuren geschieden.
De begrafenis van Henry heeft
Zaterdag plaats gehad. De kerk wei
gerde haar diensten niet, omdat zij
aanneemt dat Henry niet toereken
baar was toen hij zelfmoord pleegde.
Te Mont-Valérien waren enkele ofli-
cieren in politiek aanwezig, waaronder
o.a. majoor Lauth, alsmede de archi
varis Gribelin. De wacht trad in
't geweer, zonder echter de wapens
te presenteereh.
Mevrouw Dreyfus heeft reeds een
verzoek om herziening van het von
nis bij den minister van just tie Sar-
rien ingediend. Maandagmorgen te
half tien zou de ministerraad bijeen
komen om officieel te beraadslagen.
Naar Reuter uit Parijs seint i-, men
in den ministerraad bijna eenparig
voor de revisie.
Het is niet waarschijnlijk dat het
ministerie zal aftreden.
President Faure is Zondagmorgen
naar Parijs teruggekeerd om het be
sluit behelzende het ontslag van mi
nister Cavaignac te teekenen.
De bespreking tusschen den heer
Faure, de ministers en generaal Zur-
Iinden, doen vermoeden dat deze het
ministerie van oorlog zal riemen.
De inneming van Oniduriuan.
Omdurman, de voorstad van Khar
toum, is door het Engelsch-Egyptisehe
leger stormenderhand genomen. Ter
wijl Je kanonneerbooten de verster
kingen van het Nijl-eiland Tuti en
die op den rechter Nijl-oever onder
vuur namen en vernielden, drong de
Sirdar, Sir H. Kitchener, met zijne
landtroepen tot het dorp Kerreri door,
de voorposten van den vijand voor
zich uitjagend. De Derwishen wier
leger op 35000 man werd geschat,
deden daarop een uitval doch werden
genoodzaakt met zware verliezen terug
te trekken, waarop de Engelschcn
Omdurman bezetten. Volgens een te
Londen ontvangen bericht zouden de
verliezen der Derwishen 8000 en die
der Engelschen 2000 man bedragen.
De opperbevelhebber, Sir H. ICit-
cheaer, zond aangaande het gevecht
het volgende telegram naar Kaïro,
waarschijnlijk gedagteekend van Zater
dagavond.
«De Derwishen lieten gisteravond
het Britsch-Egyptische leger met rust.
Hedenmorgen vroeg deden de Der
wishen op ons een vastberaden aan
val, na een zware strijd van ettelijke
uren dreven wij ze om halfnegen des
morgens terug. Ilt gaf bevel tot den
aanval op Omdurmon en ontmoette
opnieuw vastberaden tegenstand op
mijn rechterflank. De Derwishen wer
den met zware verliezen terugge
worpen; hun leger onder persoonlijk
bevel van don Khalifa was om twee
uur in den middag geheel verstrooid.
«Ik rukte op en bezette Omdurman
in den namiddag. De Khalifa is ge
vlucht en wordt nu achtervolgd door
cavalerie.
«liet is onmogelijk reeds nu do
lijst der ongevallen te geven, maar ik
schat het verlies der Britsche troe
pen op 100. die der Egyptische op
ongeveer 200.
Neufeld, de Oostenrijker die door
den Khalifa gevangen werd gehouden,
is ongedeerd bevrijd."
Een ander telegram van Kitchener
zegt, dat de gekwetsten per stoom
boot zijn vervoerd en dat deOosten-
rijksche zuster Teresa Grigolini en
alle andere Europeesche gevangenen
zich in goeden welstand bevonden.
De inwoners van Omdurman waren
zeer verheugd over de aankomst van
Kitchener.
4)
«Maar waar hebt gij Signe dan ge
zien
«Gisteren avond, toen ik mij op
weg begaf in het bosch hij Hönefoss."
Gunnar werd doodsbleek en zijne
handen balden zich tot vuisten.
«In het bosch?" vroeg hij schor,
«hoe is dat mogelijk?"
«Zij ging uitrijden in een karriol,"
zeide John terwijl hij bleef staan en
hijgend met zijn zakdoek de druppels
van zijn voorhoofd droogde. «Het
weer was er mooi genoeg voor."
«Alleen.bracht Gunnar met
moeite uit.
"Natuurlijk niet! Toen zij in het
kariol zat was zij niet aüeen."
Gunnar kreunde luid en zocht een
boom als steun.
«Een man?"
«Ja zeker, een man. Zoo zijn zij
Willen wij niet verder gaan?"
"Signe !"mompeldeGunnar. «Daarom
dus gisteren avond Signe!"
«Het is tijd, man," meende John.
«Dat was gisteren avond?"
«Om acht uur moet ik in Humle-
dalen zijn."
Gunnar greep onwillekeurig met
zijn hand naar de linker heup, waar
hij zijn Toldkniv de noorsche dolk
droeg. Hij trok het mes en liet het
in de zon schitteren. John deinsde
achteruit. «Wapens.stamelde hij.
»Ja wapenszeide Gunnar kalm,
»ik wilde eens zien of ik mijn mes
ook soms verloren had. En nu voor
waarts
Beide zwegen. In Gunnars binnenste
kookte alles. Hij voelde behoefte om
alles wat hem in den weg kwam te
vernielen. En dan werd hij weer week
gestemd en had wel kunnen weenen.
Zoo gingen zij een paar uur naast
elkaar voort. Bij Sundvolden aan het
Blauwe meer besloot John een boot
te nemen en zich naar Humledalen te
laten roeien en Gunnar liet hem zonder
een woord vertrekken. "Het meer is
even valsch als Signe's blauwe oogen,"
mompelde hij, «en even stil! Neen, ik
houd niet van die stille wateren
ik houd meer van de bruisende wateren
van den Hönefoss!" Het was hem
te moede als een man, dien men van
een zijner ledematen beroofd heeft.
«En toch kan ik niet buiten haar,"
dacht hij wanhopend. «Misschien heeft
de vreemdeling de onwaarheid ge
sproken of zich vergist." «Vraag het
haar zelve 1" zeide een tweede stem
in zijn binnenste. Doch daarvoor
deinsde hij terug. Zij zou het hem
nooit vergeven, als hij haar onrecht
vaardig had verdachten als hij
handelde zooals hij moest, dan moest
Gunnar Signe opgeven. Dat kon hij
niet. Daartoe miste hij den moed.
Neen, niet vragen! »Als ik slechts
de woorden van dien man kon ver
geten," zeide hij hardop, »ja, ja, ver
geten dat is het best
Laat op den avond kwam Gunnar
in Hönefoss terug. Toen hij het ruisehen
van den waterval hoorde, begon hij
te loopen als iemand die een slecht
geweten heeft en liep over de brug en
was de molen voorbij, zonder ophouden.
Signe, die een weinig bleek voor
de deur van haar huis stond, sprong
de trap af en riep hem na: "Gunuar,
Gunnar, wacht op mij, ik kom!" Zij
kon het nog altijd niet verkroppen,
dat zij hem haar avontuur van gisteren
avond terwille van Astrid verzwijgen
moest en wilde hem daarvoor met des
te meer liefde schadeloos stellen. Maar
Gunnar hoorde niets en teleurgesteld
keerde zij naar huis terug. Waarheen
ging hij Zij volgde hem zoolang
met haar blikken als hij kon. Het
scheen haar toe alsof hij regelrecht
in de "Nordstjernen" ging in de
herberg. Dat was heel vreemd. Hoofd
schuddend staarde zij lang naar de
deur, die achter hem was toegevallen
en nam met een bezwaard gemoed
haar werk weer op.
Gunnar viel intusschen als uitgeput
neer op een stoel in den donkersten
hoek van de gelagkamer en bestelde
een glas brandewijn. Hij dronk het
eene glas voor het andere na en ge
raakte in een opgewonden stemming.
«De bruisende wateren van den
Hönefosszong hij eerst zacht en
toen luider en sloeg de maat met zijn
voet. «Margit, nog een slokje!"
Hij zocht in zijn zak naar geld en
haalde een stuk te voorschijn. Hij
bekeek het nadenkend en draaide het
om en om. Eensklaps herinnerde hij
zich alles. Hij lachte luid. «Goud
Het buffetmeisje wierp begeerige oogen
op het goud en bracht punch en ging
naast hem zitten
Het was middernachthet goudstuk
was in den grooten zak van Margit's
boezelaar verdwenen en Gunnar zwaaide
in de duisternis naar buiten. Vooruit
maar op de brug bleef hij staan
en staarde onbeweeglijk in het schui
mende water onder hem. Hij zong
en snikte tegelijkertijd: «De bruisende
watereD van den Hönefoss Daar
werd hij door een stevige hand aan
den schouder gegrepen en hevig heen
en weer geschud. Hij keek op en zag
Signe's bleek, toornig gelaat met von
kelende oogen vlak voor zich. Hij
wilde spreken, vluchten, maar zij
schudde hem nog heviger heen en
weer en wees met haar bevende hand
op het woest voortrollende water:
«Gunnar, luister goed! Nog liever
zag ik j e daar in de bruisende wateren
van den Hönefoss met de golven wor-
slelen, als je ook nog slechts een keer
zoo zoo te zien als heden
avond!"
Gunnar Larssen werd den volgenden
morgen wakker in zijn eigen bed met
met pijnlijk hoofd. Wat was er toch
gebeurd? Hij werd vuurrood van