MIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. HAAR EED GETROUW. i\o. 74. Zaterdag 17 September 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. 11 Dezen naam geloof ik te mogen geven aan bet rapport van hel Onderzoek in de Afdeelingen van de Tweede Kamer over het wetsontwerp, houdende wettelijke verzekering tegen de gevolgen van ongevallen in be paalde bedrijven". Deze algemeene geest in de Kamer schijnt er beslist vóór te zijn, slechts bij zeer enkele leden vond deze verplichting tot ver zekering bezwaar. Over de onderdeelen, bijv. de voorgestelde regeling der schadeloosstellingen, werden verschil lende opmerkingen gemaikt, waarvan ik de waarde geenszins wil verkleinen, doch die we, als meer rakende de technische zijde der zaak, kunnen laten rusten. Alleen wat aangaande de hoofdquaestie werd gezegd, zal ons een oogenblik bezighouden. Tegenover de meening van sommige leden, dat het niet op den weg van den Staat ligt te zorgen, dat werklieden verzekerd worden tegen schade, ver oorzaakt door ongevallen, hun in het uitoefenen van hun bedrijf overkomen, stond de overtuiging van de groote meerderheid, dat het optreden van den Staat ten deze wenschelijk en zelfs noodzakelijk moet worden geacht Met waardeering erkende men, dat een niet gering aantal wer kgevers hun werklieden tegen de gevolgen van ongevallen verzekert, maar de groote meerderheid doet zulks niet. In de meeste gevallen worden de door een ongeval getroffenen aan hun lot over gelaten. Zonder wettelijke regeling is geen verbetering te wachten en Staatstusschenkomst werd alleszins gerechtvaardigd geacht. Dat wette lijke regeling der ongevallen-verzeke ring een stap in de richting van het socialisme zou wezen, werd van ver schillende zijden ontkend. Met deze woorden wordt het be ginsel aanvaart, en kan alleen nog verschil bestaan over de toepassing. Toch is hieromtrent nog een be denking gemaakt, die de aandacht verdient, en wel deze: De Memorie van Toelichting zwijgt over de vraag of behalve verzekering tegen be drijfsongevallen, ook verzekering van werklieden tegen de gevolgen van ziekte ouderdom en invaliditeit, en van overlijden ten behoeve van achter blijvende weduwen en weezen, en van werkloosheid binnen den kring der Staatsbemoeiing behoort getrokken te worden, en of het niet noodig althans wenschelijk is de wettelijke voorziening ten aanzien van bedrijfsongevallen te doen voorafgaan door of gepaard tc doen gaan met wettelijke voorziening ten aanzien van ziekte, ouderdom en invaliditeit. Vooral de laatste had, meende men daarmede moeten samen gaan. De omvang van dezen wensch is niet gering. De pensioenverzekering van werklieden mag gerekend worden onder de moeielijkste onderwerpen van wetgeving, wegens de vele be langen die er bij betrokken en de aanzienlijke geldsommen, die er mee gemoeid zijnals wo eerlang het rapport van de te dier zake ingestelde Staatscommissie krijgen, dan zal blijken welke groote bezwaien overwonnen moeten worden alvorens op dien weg de eerste schreden te zetten. De ongevallenverzekering is veel gemakke lijker; zij loopt over een betrekkelijk klein getal gevallen, zij eischt van den werkgever noch van iemand anders zware offers. In een zelfde ontwerp beide soorten van verzekering te regelen, zou niet mogelijk zijn wegens het verschil in grondslagen en in premiebetaling. En dan begiijp ik niet bast hoc men er de Regeering een verwijt van kan maken, dat zij zich gehaast heeft af te doen wat gedaan kan worden, dat zij niet heeft gewacht totdat een andere zaak van veel meer omvang, aan het eind van een moeielijk en omslachtig voorbereidingsproces zou zijn ge komen. De methode, de vorm, de duidelijke J opzet, de goede uitwerking van het ontwerp werden zeer toegejuicht, liet staat stevig op zijn grondslagen. Deze laatsten zijn niet door ieder even mooi en doelmatig gevonden, en daar is reden voor. Deze wet is een proeve van krachtige centralisatie, zij sluit het particulier verzekerings bedrijf van medewerking uit, en zooiets ondervindt ten onzent alijd eenig be zwaar. Er zijn nu reeds instellingen die zich bezighouden met het uitkeeren van gelden bij ongevallen, tegen genot van een premie die door werkgevers wordt uitbetaald, en ik heb nagedacht over de vraag of het niet mogelijk zou zijn, deze bij de zaak te interes seeren, mits zij voldoen aan bij de wet te stellen voorwaarden. Mogelijk, aldus de conclusie tot welke ik ben gekomen, is het wel, maar wen schelijk is het niet: Voor de geregelde betaling der uitkeeringen, (in deze wet rente genoemd) moet volkomen zekerheid bestaan, en deze kan geen particuliere maatschappij, wier lotge vallen altijd samenhangen met de ge beurtenissen in de financiëele wereld, ooit geven, daartoe is alleen de Staat bij machte. Bovendien zou men bij zoo'n maatschappij blijven blootstaan aan twisten over de vraag, of er ook termen bestaan om geen uitkeering te doen plaats hebbenzij toch, ver plicht in de eerte plaats rekening te houden met de belangen barer aan deelhouders en niet met die der ver zekerden, moet wel voor eerstgenoem- den de kans zoo goed mogelijk trachten te maken. En dan, al mocht het gelukken tegen het een en het ander waarborgen te vinden, dan zou aan de voorwaarden slechts te voldoen zijn door een of twee groote maat schappijen, en aan deze zou, met uitsluiting van financiëel en numeriek zwakkere groepen, een monopolie worden gegeven dat in elk geval veiliger is in handen van het Staats gezag. Het bezwaar, dat een reeds bestaand bedrijf op die wijze wordt te niet gedaan, moet ik erkennen, maar dat is zoo erg niet als 't wel lijkt. De ondernemingen van dezen aard hebben maar te liquideeren en de loskomende kapitalen vinden spoe dig een nieuw gebruik. Ook zij herinnerd, dat de monopoliseering door den Staat van andere zaken, bij onvermijdelijke gevolgen, om die reden niet is nagelaten, liet uit sluitend recht van brievenvervoer heeft ook menigeen schade in zijn bedrijf doen ondervinden. Het centrum van de geheele in richting is de Rijksverzekeringsbank, en tegenover deze regeling staat het Duitsehe stelsel, aan hetwelk door sommige leden de voorkeur schijnt gegeven te worden. Ik geloof dat voor een klein land als het onze het brengen van alles in één hand zeer veel voordeelen oplevert en ook de minst kostbare weg is. In Duitschland heeft men, over het geheele Rijk, de werkgevers in elk bedrijf vereenigd tot «Berufsgenossen- schaften", en deze vormen, elk af zonderlijk, een verzekeringscorporatie, waarvan de werkgevers, tot de Ge- nossenschaft behoorende, de leden zijn deze leden zijn de verzekeraars, de bij hen in dienst zijnde werklieden, zijn de verzekerden, zij hebben eigen beheer onder Rijkstoezicht. Verder bepaalt de wet dat zij alle uitgaven, welke telken jare voldaan zijn, op het eind van het jaar omslaan over de werkgevers, die een verzekerings plichtig bedrijf uitoefenen, in verhou ding tot het gevaar van elk bedrijf en in verband met het aantal werk lieden en het verdiende loon. De Memorie van Toelichting heeft duidelijk doen uitkomen dat deze schijn baar eenvoudige financiëele regeling tot bedenkelijke gevolgen leidt door het steeds toenemen van de uit te betalen rente, en het zal ook wel de vrij al gemeene opinie zijn dat het stelsel van het wetsontwerp, volgens hetwelk de Staat door middel van een renteloos voorschot de eerste operaties van de verzekeringbank gemakkelijk en dus min kostbaar voor de belanghebbenden zal maken, de voorkeur verdient. Daar het voorschot binnen drie jaren moet zijn terugbetaald, geven de patroons iets meer aan premie dan volgens juiste berekening naar de uit. te keeren rente het geval zou moeten zijn; dat meerdere verspreidt zich echter over een grooter aantal jaren en wordt dan een kleinigheid, opge wogen door den dienst welke de schatkist in den aanvang heeft be wezen. En wat nu de inrichting der Berufsgenossenschaften zelve aangaat, oogenschijnlijk zou men het willen aanbevelen, en voor een groot land, waar elk bedrijf een groot aantal beoefenaars heeft, is het misschien het best. Maar bij ons zou elk der genootschappen een klein getal ver zekerden hebben, te klein om de kans rekening van de verzekeringsweten- schap in toepassing te brengen. Het gevolg zou zijn, dat het eene jaar veel meer aan premies zou moeten betaalt worden dan het andere, en deze schommelingen zouden voordeindustrie zeer nadeelig worden. Wij vinden ook reeds bij voorbaat alle twijfel opgeheven door deze woorden van de Toelichting, die ik wegens hun vol komen duidelijkheid als een goed slot voor deze beschouwingen kies Bij de overwegingen welk stelsel hier te lande behoorde aangenomen te worden, stond op den voorgrond, dat de te scheppen verzekeringsin stelling moet voldoen aan twee voor waarden: 1°. voldoend aantal ver zekerden en 2°. zoo min mogelijk administratiekosten. Indien in Nedei - land ééne instelling wordt geschapen, die alle verzekerden omvat, dan zal het voldoend aantal verzekerden zeker aanwezig zijn, terwijl waar op ver- zekeringsgebied de leer der groote getallen geldt, dit aantal voor de 6) Het karriol van den postmeester naderde. Hij herkende onmiddellijk Signe, die er alleen iu zat. Snel besloten was Gunnar met een sprong midden op den weg en schreeuwde«Halt Signe stiet een kreet van schrik uit. »Uit den weg!" riep zij en zette het paard aan. "Neen!" riep Gunnar bleek van toorn. Hij probeerde het paard aan de teugels te vatten, maar reeds had Signe het dier doen omwenden en jaagde den berg af. Gunnar was half waanzinnig en wist niet meer wat hij deed. Hij greep in zijn bortzak, haalde een blinkend voor werp te voorschijn en strekte zijn arm uiteen knal en Signe's vurig paard wentelde in zijn bloed. Signe uitte een kreet van ontzet ting. Eenige kraaien stoven krassend uit elkander en Gunnar's bruintje be gon te steigeren. Gunnar stormde op het karriol af, waarin Signe als verlamd bleef zitten, haar oog onbeweeglijk op het paard gericht, dat zich niet meer bewoog. Het wapen in Gunnar's hand rookte nog. Eerst nu wierp hij het weg. Een oogenblik stond hij met gebalde vuisten voor het doode dier, met moeite ademhalend en doodsbleek. Toen trok hij met een verwensching Signe aan zijn borst. "Moordenaar!" stamelde zij, "moor denaar Hij echter omklemde hare handen als met een ijzeren greep en dwong haar hem aan te zien. "Kom! Vandaag over acht dagen ben jij de mijne. Ik zal j e wel dwingen bij mij te blijven! Zie je daar die kerk? Daar zal je 't mij zweeren, zweeren!" "Ik haat je," stamelde zij. »Dood mij liever." "Je wildet hem na dat zal ik verhinderen." Wederom drukte hij haar vast tegen zich aan. "Heb jij dan het recht mij als een gevangene te behandelen?" »Dat doet er niet toe; waar wilde je heen?" Dat gaat je niet aan!" "Je wilt het dus niet zeggen?" "Neen!" «Dus toch," Gunnar lachte bitter, »ik heb mij niet vergistvalsch schepsel »Laat mij." "Spreek of ik doe iets wat mij be rouwt "Wat wil je dan doen? Mij dooden? Ik vrees den dood niet. Mij verlaten Goed: hier is je ring. Ook dat kan ik verdragen. Maar ik zou wel eens willen weten wie mij tot spreken kan dwingen als ik verkies te zwijgen." Gunnar pakte haar bij den arm. "Verlaten, ik, ik zou j e willen ver laten, zeg je? Nu heb je het zelf bekend je hebt met mij gespeeld en het spel verloren. Dit is nu mijn antwoord: Heden over acht dagen zal je mij naar het altaar volgen uit liefde of haat, uit wraak of toorn, om 'teven de mijne zal je worden Signe keek hem aan met toornige blikken. Een paar bloeddruppels vielen van haar arm op zijn hand. Toen hij dit zag, zweeg hij. Hij beurde Signe op zijn karriol en bracht haar naar huis. Nu wist Signe, dat zij den volgenden Zondag de vrouw zou worden van Gunnar den dronkaard, Margit's vriend. Dat was het leelijkste. Als Signe aan den hooizolder dacht in de her berg Gunnar werd niet meer in de Nord- stjernen gezien. Margit had gehoord, dat hij Signe had ingehaald en wat er het gevolg van was razend van jaloezie wentelde zij zich in hetstroo en beet de drooge sprietjes stuk wat was zij dom geweest, wat was zij dom! Zij haatte Signe nog meer dan vroegerzij had haar kunnen worgen. Waarom had Gunnar niet Signe ge troffen inplaats van het paard? Als een booze geest sloop zij op zekeren nacht naar Signe's huis. Zou zij slapen Wat ging het haar eigenlijk ook aan. Zij ging zitten op een hoop spaanders. Een duivelachtige gedachte kwam bij haar op. Wat zou die mooi branden! Zij stond op en liep tastend voort. Daar staat een boom, maar die boom bewoog zich. "Wat zoek jij hier?" "Gunnar Margit viel aan zijne voeten en huilde als een gewond dier. Gunnar trok haar op. Hij had de wacht gehouden uit angst, dat Signe zou vluchten. "Laat mij," kreunde Margit, "laat mij of ik zeg, dat ik je hier heb ge vonden voor Signe's venster!" »Ik zal je wel leeren zwijgen," knarste Gunnar. "Zie je denHönefoss?" "Moordenaar!" gilde Margit. Nu werd er een venster geopend en een blond hoofd keek naar buiten. Gunuar en Margit worstelden met elkaar. De gestalten naderden al vechtend den Hönefoss. "HelpHelp Toen was alles stil. Signe had niets meer gehoord. Zij lag voor haar bed op de knieën en streed een zwaren strijd. VIERDE HOOFDSTUK. Het was de avond voor Signe's trouw dag! Maar hoe verschillend was die avond van die anderen, hoe vroolijk werd die avond anders gevierd. Werd er anders bruiloft bij de boeren ge houden, wat wisten zij dan feest te I vieren, hoe luidruchtig, hoe vroolijk,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1