NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. HAAR EED GETROUW. i\o. 75. Woensdag 21 September 1898. Zeven-en-twintigste jaargang. VUIISCHIJ.Vr WOENSDAG M ZATEIIIIAG. FEUILLETON. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.-10; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Zoo is dan eindelijk officieel de eerste schrede op dan weg gezet, welke zoo goed als zeker tot de revi sie van het vonnis-Dreyfus zal leiden. In den Zaterdagmorgen onder voor zitterschap van president Faure op het Elysée gehouden ministerraad, zette de minister van justitie Sarrien de feiten uiteen, welke volgens zijn oordeel voortvloeien uit het door hem ingestelde onderzoek van het dossier, betrekking hebbend op de zaak- Dreyius. Daar de Code Criminel volgens ait. 444 hem echter verbiedt een besluit te nemen op het verzoek om rivisie, dat gegrond is op 4 van art. 443 van dezelfde Code Criminel luidende: .»Als na een veroor deeling een nieuw feit zich voordoet, of als stukken, waarvan men bij de behandeling der zaak geen kennis had. bijgebracht worden, waaruit de onschuld van den veroordeelde zou kunnen blijken. alvorens eerst het advies te hebben ingewonnen van de door de wet bij het ministerie van justitie ingestelde onderzoek, vroeg hij machtiging om deze com missie te doen bijeenkomen. De ministerraad verleende hem deze machtiging met algemeene stemmen, behalve die van den minister van oorlog Zurlinden en die van openbare werken Tillaye Beiden dienden daai op denzelfden middag hun ontslag in, hetwelk door den president der repu bliek werd aangenomen. In hun plaats werden respectievelijk tot minister van oorlog en openbare werken be noemd, general Chanoine en de sena tor Godin, welke hun benoeming aan vaardden. De commissie, bestaande uit drie leden van het Hof van Cas satie, de heeren Lepelletier, Crepon en Petit, en drie directeuren van de kanselarij, de heeren Laborde, Geof- froy en Couturier, zal Woensdag bij een komen om een begin te maken met het bestudeeren van het dossier, De emotie, door de beslissing van den ministerraad te Parijs teweeg gebracht, was enorm. Van vijf uur des avonds tot middernacht heerschte er een buitengewone levendigheid op de boulevards, waar de camelots met luider stemme de speciale edities dei- avondbladen uitventten, welke zooals bekend is, bijna alle tegen de revisie zijn. Een oogenblik was men bang voor manifestation en om die te voor komen, waren de politieposten ver dubbeld en naar men verzekert, de troepen van het garnizoen geconsig neerd. Alles liep echter goed af en de eenige manifestatie welke heelt plaats gehad, deed zich voor bij het Elysée toen de afgetreden ministers Zurlinden en Tillaye het regeerings gebouw verlieten. Zij werden door het publiek ontvangen met den kreet: j)Leve Brisson, leve de revisie 1" Er werden echter ook uitroepen gehoord als: Weg met de verraders! Weg met Brisson 1" De vreemde houding van generaal Zurlinden in deze zaak, wordt druk besproken, zegt de Irid. Beige. Zoo als rnen weet, was lnj eerst een vurig voorstander der revisie doch werd na bestudeering der stukken geheel be keerd. Hij grondde de weigering om aan de herziening mede te werken op zijn overtuiging dat Dreyfus schul dig. Dit maakt een zeer ongunsti- gen indruk, daar allen nu zoo lang zamerhand tot de overtuiging zijn gekomen, dat de revisie met de schuld of de onschuld van Dreyfus niets t maken heeft. Het betreft hier natuur lijk alleen een rechtsquaeslie. Onder ongemeen groote en innige deelneming van de stad Weenen en de geheele Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie, van vorsten, troonopvol gers, prinsen en vertegenwoordigers van bijna alle landen der wereld heeft de bijzetting van het stoffelijk over schot der Keizerin van Oostenrijk I Zaterdagmiddag in de Kapuzinergruft, het Mausoleum der Habsburgers, plaats gehad. Voor de kerk verzamel den zich de afgevaardigden van ver- eenigingen en oilicieren ten getale van wel GOOO. Meer dan 200 Afge vaardigden voor den llongaarschen Rijksdag waren mede aanwezig in hun nationale costumes. Alle straten waarlangs de rouwstoet trok waren met een dichte menschenmenigte bezet terwijl ook de daken der huizen zwart van de toeschouwers zagen. Te vier uur kondigde het luiden van alle klokken het vertrek van den stoet van den Hofburg aan. De kist was daar door kamerdienaars en hollakeien in den lijkenwagen gedra gen vooraan liepen twee ceremonie meesters, een hofkapeldienaar met het kruis, twee assisteerendekapelaans, de Hof- en Burgpriester en een der opperceremoniemeesters met bran dende kaarsen. Onmiddellijk achter de kist, welke rechts en links door pages met brandende wasfakkels, ilongaarsche lijfganles, trawanten lijfgardes en lijfgarderuiters begeleid werd, kwam het gevolg van de Kei zerin. De rouwstoet, welke zich nu vormde, werd door een afdeeling cavalerie geopend Daarachter sloten zich een aantal inet zes paarden be spannon hof'rijtuigen aan met de grootmeesteres, de beide dames du palais en do grootmeester der Keizerin. Achter deze i ij tuigen liepen paarsge wijze de hollakeien, dan kwamen afdeelingen der lijfgarde infanteiie en der lijfgarde-ruiters waarop de door acht rashengsten getrokken, met krip gedrapeerde lijkwagen volgde. De kist verdween bijna onder den schat van kransen en bloemen. Ook aan beide zijden van den lijkwagen liepen hollakeien en pages met bran dende waskaarsen, begeleid door Ilon gaarsche lijfgarden en lijfgarderuiters. Het geheel werd gesloten door een compagnie infanterie en een eskadron cavalerie. De stoet trok van de Burgplatz langs Michaeler-en Jozephs- platz door de Augustinerstrasse en Tegetthofstrasse naar de Mehhnarkt, waar in de Gruft onder het onaan zienlijke kerkje der Kapucijners de leden van het Huis des Keizers wor den bijgezet. Bij de Augustinerkirche gekomen, stelden de besturen van de hospitalen, de geestelijkheid, het be stuur der stad, de rechterlijke macht, de ministers en de hof-beambten zich aan het hoofd van den stoet. Vroeger reeds waren de vorstelijke personen incognito voor de zijdeur der Kapu- zinerkirche aangekomen, de beide Keizers in een met twee paarden bespannen rijtuig. Ten behoeve van Keizer Frans Joseph was een bidstoel geplaatst vóór de hooge gasten, welke aan de Keizerin de laatste eer bewezen. De grijze Keizer woonde de geheele plech tigheid staande bij. Van het oogen blik dat de kist in de kerk werd gedragen, wendde Keizer Frans Joseph geen oog van haar af. Herhaaldelijk zag men hem tranen wegwisschen. Toen de groep der erfhertoginnen naderde, hoorde men voortdurend snikken en toen de kist in de Gruft werd gedragen bogen alle aanwezige souvereinen en verdere vorstelijke personen, diep het hoofd voor haar. In de Gruft volgden haar slechts de Keizer, zijn beide schoonzoons, de broeder der overledene, herlog Karei Theodoor van Beieren, de groot meester eN het gevolg der overleden Keizerin. Keizer Frans Joseph knielde bij de kist neder en verrichtte een gebed, daarna stond hij op, drukte een kus op het hoofdeinde der kist, en nadat de laatste inzegening in de Gruft had plaats gehad, werden de sleutels van de kist door den opperhofmeester aan den Guardian der Kapucijners over handigd, waarna de beide Keizers zich weder in hun rijtuig naar den Hofburg begaven. Daarmee was de plechtigheid afge- loopen. Niettegenstaande het levensgevaar lijke gedrang der ontzettende men schenmenigte in de straten, is alles in de beste orde afgeloopen en zijn er geen ongelukken van belang ge beurd. Vcrhooging van accijns op gedistilleerd en wijn. Ingediend is een wetsontwerp om deri accijns per hectoliter gedistilleerd ad 50 percent sterkte, thans bepaald op f63, te verhoogen met f3. De vei hooging betreft alleen accijns, die betaald wordt na het in werking komen dezer wet. De accijns op wijn, thans bepaald op f20 per hectoliter, wordt verhoogd met f5. In de toelichting zegt de Regeei ing o. a.In de memorie van toelichting van het ontwerp tot regeling der ftnancieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten is de verwachting uit gesproken dat na aanneming van dat ontwerp de uitkeering van het Rijk aan de gemeenten zouden stijgen met eene som van f2 600.000, welke som door aanwas van de bevolking ieder jaar met 1 150.000 zou vermeerderen. Volgens nadere berekening moest het cijfer van f2.600.000 klimmen tot f 3.316 000. Dientengevolge werd voor de uitkeeiingcn aan de gemeenten op de begrooting gebracht eene som van f 12.190.000. Iritusschen zal het bedrag der uit keering voor de groote meerderheid der gemeenten hooger zijn, ja, soms aanmerkelijk hooger. Zoo voor Am sterdam f580.693 meer, voor Rotter dam f243 063 meer, voor Utrecht f44.031 en voor Groningen f29.025 meer. De oorzaak der misrekening is een deels, dat men voor de raming der 7) De vroeg invallende schemering kroop spookachtig donker in alle hoeken van het eenvoudig kamertje, waar Signe alleen zat en het vuur was uitgegaan. Het haar hing haar los om de schouders en zij had hare daagsche kleeren aan. Toch had zij voor den dag van morgen gezorgd. Hare beste kleeren lagen gereed op een stoel om ze morgen aan te kunnen trekken. Een ruiker bloemen stond in een glas water. Al haar bezittingen had zij in een koffer gepakt om ze morgen in haar nieuw tehuis te kunnen laten brengen. Nie mand had haar bloemen gezonden. Wie zou de verachte bruid van den steeds dieper zinkenden dronkaard ook bloemen geven? Haar gedachten keerden telkens en telkens weer, terwijl zij daar zat, terug tot den tijd. waarop zij Gunnar voor het eerst had gezien en liefgehad. Uren lang zat zij daar en droomde; alle tegenstand bij haar was gebroken zij schikte zich met doffe onverschil ligheid in haar lot. Het was een koude en gure nacht. Zuchtend stond zij eindelijk op om de deur te grendelen. Het kwam haar voor, alsof zij iemand hoorde naderen. Zij stond stil en luisterde. Zij was na alles wat zij ondervonden had zenuwachtig en schrikachtig geworden. /■Ik ben het, Signe, ik, Astrid! Laat mij binnen, ik ben doornat!" /■Astrid," zeide Signe vermoeid en koel, /'wat wil je van mij, laat mij met rust!" //Ik moet je spreken!" Signe opende de deur slechts half- weegs, maar het lenige meisje wrong zich door de spleet. /■Mij, de bruid van Gunnar Mij, de verachte?" vroeg Signe spottend. "Ben je dien middag in het bosch vergeten Weet je niet meer dat wij beiden ge heel met elkaar afgerekend hebben?" Astrid wierp haar, van den regen doorweekten omslagdoek achter haar op het bed en knielde half op een stoel, langzaam heen en weer wiege lend. Jawel, Signe, dat is nu eenmaal waar, maar zie je, ik kan het niet laten jij hebt mij eens een grooten dienst bewezen en daarom ben ik nu hier bij jou gekomen. Goed is het misschien niet, maar ■■Is dat de reden, waarom je hier komt?" vroeg Signe kortaf. ■/Neen," fluisterde Astrid, "daarom niet alleen. Ik heb de laatste nachten niet kunnen slapen door het denkbeeld dat ik ook schuld aan je ongeluk had. De eene dienst is de andere waard. Begrijp je me nu?" /■Neen, volstrekt nietzeide Signe verwonderd, terwijl zij het lampje aanstak en het licht vol op Astrid's gelaat liet vallen. /■Jij hebt in dien zomernacht voor mijn plezier John drie uur ver weg gebracht, jij hebt zijn vlucht mogelijk gemaakt. Bij deze woorden zuchtte Signe. ■/Nu ik ben gekomen om jou te helpen vluchten!" Signe sprong bijna wild van den stoel op, waarop zij was neergevallen. ■■Nog is het tijdvervolgde Astrid. /■Mijn wagen staat beneden. Het re gent, dat het giet; niemand waagt zich nu buitenshuis, niemand zal ons zien. Om Gods wil, ga met mij mede, vlucht, denk aan de ellende, die je wacht //Stil, stil, Astrid!" //Als ik je heden op het slechte ge drag van Gunnar wijs, zal je begrijpen, dat ik het doe tot je bestwil. Hij drinkt, hij is slecht en hij is wreed Kom met mij medeSigne, Signe, er is niets wat je terughoudt! Je bent zelfstandig, niemand zal je vinden, niemand zal naar je zoeken, als je je zelf een beter leven tracht te ver schaffen in een andere stad als je slechts wilt, kan je vrij zijn 1" Signe liet het hoofd op de borst zakken. Zij scheen met zichzelve te strijden. //Jij bent trotsch en je wilt je eens gegeven woord aan Gunnar niet breken, Signe, ik weet het welmaar hij heeft je door zijne handelwijze je woord reeds meer dan eens terug gegeven. Bedenk eens, hoe schandelijk hij tegen over je heeft gehandeld! Kom, Signe! Denk aan Margit!" Signe staarde met brandende oogen in het schijnsel van de lamp. Daarna keek zij nadenkend naar haar koffer. Astrid pakte haar zacht, maar stevig bij hare beide armen en duwde haar naar de deur. /■Kom, je moetje haasten, Signe! Geloof mij, als ik je zegt, dat het leven aan Gunnar's zijde erger voor je zal zijn dan de dood! Je hebt dapper volgehouden tot het laatste, je hebt veel geleden. Nu is de maat ook vol" ■/En Gunnar?" vroeg Signe zacht. «Laat hem vallen," mompelde Astrid somber. Zij sloeg een doek om Signe's hoofd en zocht, zelve bevend, haar eigen doek. «Nu?" vroeg zij, //waar is je koffer? Wij kunnen hem wel samen dragen. Pak aan!" Signe kwam een schrede naderbij. //O God, alles is verloren, als je niet voortmaakt! Wij hebben nog zoo weinig tijd. Kom dan toch mijn hemel, wat doe je nu?" Signe ging naar het venster opende het en voelde of het nog regende. Zij bleef een oogenblik onbeweeglijk staan, tot groote vertwijfeling van Astrid, en zeide toen kalm het venster sluitend /■Ik dank je, Astrid, voor je goede bedoelingen, maar ik ga niet mede." Ik ben van plan met Gunnar Larssen

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1