NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de IProvtneie Utrecht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Woensdag 5 October 1898.
Zeven-en-twiiitigste jaargang.
1
1
FEUILLETON.
i\o. 79.
Amersfoortsche Courant
U :-/j\
saa A
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door liet geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiëu viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De vechtpartijen tussehen voorstan
ders en tegenstanders van de revisie,
welke Zondag te Parijs hebben plaats
gehad schijnen een ernstig karakter
gedragen te hebben. In de eerste
plaats schijnt er hevig gevochten te
zijn en in de tweede plaats en dat
is een bedenkelijk verschijnsel bleek
uit het feit dat de aanhangers van
den generalen staf, verreweg in de
meerderheid waren, dat het verzet
tegen de revisie onder de groote massa
van liet volk nog langniet verdwenen is.
De Malin heeft van den correspon
dent der Observer, Strong, wederom
de volgende onthullingen vanEsterhazy
ontvangen
»De conclusies, waartoe rechter
Bertulus kwam, in zake de vervalsehte
telegrammen onderteekend Blanche
en Speranza, waren volkomen juist.
Deze beide telegrammen waren ver
valscbt op bevel van Du Paty de
Clam. Du Paty handelde zijnerzijds
echter weer in naam van den gene
ralen staf, welke bewijzen tegen
Picquart in handen wilde hebben om
hem, als het noodig bleek, onscha
delijk te kunnen maken.
«Het bevel om deze stukken te
vervaardigen zou nooit hebben kunnen
zijn gegeven als het niet door een
hooggeplaatst militair was gesanc
tioneerd. De onderzoekingsrechter
Bertulus koesterde geen den gering-
sten twijfel omtrent den ontwerpei'
van de vervalschingen en hij alleen
was op den goeden weg. Hij kwam
tot de slotsom, dat ik gerechtelijk
vervolgd moest worden Maar toen
gebeurde er iets buitengewoonsde
minister (Cavaignac, een neef van
Du Paty de Clam) wendde zijn in
vloed aan om Du Paty te redden
en daarom werd rechter Bertulus
onbevoegd verklaard."
Verder deelt Esterhazy mede, dat
de generale staf hem van het begin
af, toen de Droyfus-quaestie weer
aan de orde kwam, in 't geheim wen
ken gaf voor zijn persoonlijke verde
diging.
«Toen bijv. generaal de Pellieux
het eerste onderzoek voor mijn proces
leidde, ontving ik eiken dag schrif
telijke mededeelirigen omtrent het
verhoor der getuigen, terwijl men
mij de noodige aanwijzigingen gaf
opdat mijn antwoorden niet in strijd
zouden zijn met die der getuigen.
Ik werd uit het leger gestooten, om
dat de generale staf den minister
van oorlog niet den waren staat van
zaken wilde blootleggen. Cavaignac
was vast besloten mij over boord te
werpen en mij zedelijk te vernietigen,
doch dat kan ik zoo maar niet over
mijn kant laten gaan, ik zal er meer
in mijn val meeslepen."
De correspondent van de Observer,
deelt voorts nog mee, dat Esterhazy
de volgorde van zijn onthullingen
heeft veranderd. Hij was eerst van
plan geweest, de medeplichtigheid van
den generalen staf aan de verval
schingen der beide telegrammen kort
vóór de bijeenkomst der Kamer te
onthullen om daardoor een minister
crisis uit te lokken. De onthulling
van het vaderschap van het borderel
had hij als bom tot het laatste oogën-
blik willen bewaren om door het
springen daarvan de grootste sensatie
in Frankrijk te verwekken. Ja, zelfs
zou hij het duivelsche plan hebben
gekoesterd, deze «bom" eerst te doen
springen als Dreyfus voor de tweede
maal zou zijn veroordeeld, hetgeen
hij in 'tgeheel niet voor onwaar
schijnlijk houdt.
Wij deelen deze onthullingen mee
zonder natuurlijk voor de waarheid
er van te willen instaan. Intusschen,
deze schurk is tot alles in staat en
nu de generale staf hem de hand
niet langer boven het hoofd kan hou
den, acht hij het klaarblijkelijk niet
noodig langer te zwijgen over zaken,
den generalen staf betreffende, waar
aan, ze mogen niet alle waar zijn,
toch zeker een luchtje is.
Volgens de Neue Freie Presse heeft
kolonel Sehwartzkoppen verklaard, dat
het Piti t-bleu (het bekende kaart-
telegram) wel degelijk echt is daar
hij het zelf geschreven heeft. De
Courier du Soir wist zelfs mee te
deelen, dat de staatssecretaris voor
Buitenlandsche Zaken von Biilow op
bevel van den Keizer ophelderingen
zou geven omtrent de rol welke von
Schwarzkoppen in de zaak-Dreyfus
heeft gespeeld. Doch de Köln. Zeitung
doet de blijkbaar officialise mededee
ling dat de Duitsche regeering niet
van plan is haar volkomen neutrale
houding in deze zaak te laten varen,
welke zij van den beginne af hei ft
in acht genomen.
Naar de Droits de l'homme mee
deelt moet bij bet verhoor van Picquart
de echtheid van het Pelit-bleu zijn
gebleken, zoodat de officier, met de
instructie belast, de beschuldiging
dan ook moreel heeft laten vallen.
Doch Picquart wordt ook vervolgd
wegens het medodeelen van stukken,
waardoor de veiligheid van den staat
in gevaar zou kunnen komen. Maar
dit feit is volgens genoemd blad slechts
gegrond op een aantal documenten,
welke door kolonel Henry zijn ver
vaardigd.
Het blad voegt er hij dat het voor
nemen van den gouverneur van Parijs
om Picquart met gesloten deuren te
doen terechtstaan, aanleiding is ge
weest tot een reeks besprekingen van
de ministers, waarvan de resultaat
weldra bekend zal worden.
Omtrent het lot van den Keizer
van China, verkeeren wij nog altijd
in het onzekere. Is hij dood
vermoord, een natuurlijken dood ge
storven, heeft hij zich zelf om het
leven gebracht of bevindt hij zich
nog in het rijk der levenden Alle
vragen welke met met zekerheid zijn
te beantwoorden. Het laatste be
richt uit Shanghai luidt dat hij op
't eind der vorige maand zelfmoord
heeft gepleegd.
De Amerikaansche kruiser Balti
more, welke van Manilla uit op weg
is naar Peking, wordt door de kanon
neerboot Petrel begeleid. Admiraal
Dewey's instructiën luiden, zoo dicht
mogelijk naar Peking te gaan. De
Baltimore kan echter niet verder
gaan dan de Takuforten.
Een keizerlijk edict uit naam van
den keizer door de keizerin-weduwe
uitgevaardigd verklaart Kang-Yu-Wei
schuldig aan hoogverraad en ver
oordeelt hem nn zijn aanhangers
wegens het smeden van een complot
legen de keizerin met het doel de
Mondsjoe-dynastie omver te werpen,
ter dood. Zooals men weet is Kang-
Yu-Wei in veiligheid aan boord van
een Engelschen kruiser.
Voor vreemdelingen wordt het te
Peking gevaarlijk. De Engelsche ge
zant aldaar heeft aan zijn regeering
geseind, dat de heer Mortimore, lid
van de Engelsche legatie, terwijl hij
een dame begeleidde, aangevallen,
beleedigd en met steenen is geworpen
door Chineezen. Later werden even
eens Amerikaansche zendelingen aan
gevallen, terwijl de secretaris der
Amerikaansche legatie ernstig werd
mishandeld.
Zaterdag, toen het Cbineesehe
maanfeest gevierd werd, werden weder
om eenige Europeanen door het ge
peupel lastig gevallen en met straat-
vuil gegooid. De Russische gezant
liet een afdeeling kozakken uit Port
Arthur komen, de Britsche gezant
ontbood 25 mariniers uit Wei-bai-Wei.
De Britsche gezant heeft een krasse
nota aan de Chineesche regeering
gericht, waarbij hij verlangt, dal aan
dergelijke aanvallen een einde worde
gemaakt.
Tsjung-Yin-Huan, de vroegere Chi
neesche gezant te Washington, die
als afgevaardigde voor China bij de
jubileumfeesten van Koningin Victoria
te Londen is geweest, is uit al zijn
ambten ontzet en naar Kuldscha
verbannen. Koningin Victoria had
hem destijds geridderd. Dit is dus
een nieuwe slag toegebracht aan de
Engelsche diplomatie.
Uit Pretoria zijn een afdeeling
artillerie en duizend burgers naar het
land der Magato's vertrokken. Het
hoofd van dien stam int de hutbe
lasting voor eigen rekening en wei
gert de opbrengst aan de Transvaal-
sche Regeering af te dragen.
De Regeering heeft de Engelschen
te Klerksdorp gecommandeerd voor
den legerdienst in het district Zout-
pansberg. De Engelschen hebben
bij den gouverneur der Kaapkolonie,
sir Alfred Mdner, geprotesteerd.
De inhuldiging van Koningin Wil-
helmina is ook in de Zuid-Afrikaarische
Republiek onder groote belangstelling
gevierd.
Te Utrecht zal '1 November a.s.,
in het Gebouw van Kunsten en
Wetenschappen, doordeNederlandsche
Vereeniging tegen de Prostitutie een
samenkomst gehouden worden, waar
tal van genoodigden uit alle deelen
des lands verwacht worden. Doel
dezer bijeenkomst is een begin van
uitvoering te geven aan nieuwe plan
nen ter voorkoming en bestrijding der
prostitutie, ook in verband met de
aanhangige wetsontwerpen op het
onderzoek naar het vaderschap, de
bescherming van minderjarigen, enz.
Zooals bekend is, beweegt de Ver
eeniging zich niet op godsdienstig of
politiek terrein. Allen die met hare
beginselen instemmen, zijn welkom.
Bewijzen van toegang en nadere
inlichtingen zijn kosteloos verkrijgbaar
bij den heer G. VELTHUYSEN Jr.,
Van Oldenbarneveldtkade 13 te
Amsterdam.
Naar het Engelsch
H. H. BOYSSEN.
1)
Tussehen de twee families bestond
eene oude veete, en Bjarne Blakstad
was ér de man niet naar om de zaak
te laten rusten, en Hedie Ullern even
min. Zij keken mekaar derhalve nijdig
aan, zoo dikwijls zij elkander op straat
ontmoetten, doch zij zorgden er wel
voor, dat hunne wegen zoo min moge
lijk kruisten. Maar wanneer 's Zon
dags de kerkklokken de gemeente
samenriepen, konden zij het niet ver
mijden, dat zij op het kerkhof samen
kwamen, en op een keer maar het
was reeds lang geleden dat Bjarne's
hart door de preek eenigszins zachter
was gestemd, had hij Hedie toegeknikt
en gezegd: Mooi weertje vandaag
en Hedie had teruggknikt en geant
woord: «Prachtig I"
«Nu heb ik voor God en de men-
schen m'n plicht gedaan," dacht Bj arne
«het is aan hem den tweeden stap te
doen
«De kerel is trotsch," zei Hedie bij
zichzelf, hij wil mt z'n edelmoedigheid
vertooning maken voor de mensehen,
maar men herkent den wolf aan z'n
vacht, zelfs wanneer hij als éen lam
metje heeft leeren blaten!"
En waarover de twist eigenlijk liep,
waren beiden zoo tamelijk wel ver
geten. Zij wisten zich nog flauw te
herinneren, dat er vóór een dertig
jaren een twist tussehen de predikant
I en zijne gemeente was ontstaan over
het recht, om gewapend in de kerk
te verschijnen. Bjarne's vader had
het destijds voor de gemeente opge
nomen, en Hedie's grootvader had de
partij van den predikant gekozen.
Er liep ook een verhaal, dat de beide
tegenstanders elkander in het woud
ontmoet hadden; dat bij die gelegen
heid de messen getrokken waren, en
1 één hunner gewond was thuis geko-
1 men. Maar niemand wist te zeggen
1 of de zaak zich werkelijk zóó had
toegedragen.
Bjarne was lang en somber als de
door den storm gezweepte pijnboomen
in zijn hoog woud. Hij had een breed,
glad geschoren gezicht, dunne lippen
en kleine, doordringende oogen. Hij
lachte maar zelden, en als hij het deed,
dan scheen zijn lachen gestrenger, dan
het fronsen van zijn voorhoofd. Hij
droeg lang haar evenals het zijne voor
vaderen gedaan hadden, en hij kleedde
zich zooels het vóór eeuwen de mode
was geweest. Zijn broek was met
groote, zilveren gespen onder de knieën
esloten, en zijn rood wambuis om het
middel met een lederen gordel vast
gemaakt. Hij hield van alles, wat
oud was, in de zeden zoowel als in de
kleeding, nam nooit een courant in
handen, en zag in spoorwegen en
stoombooten uitvindingen van den
duivel. Zoo was hij ook eerst op lateren
leeftijd getrouwd, en uit dien echt
waren twee dochters geborenBrita
en Grimhilde.
Hedie Ullern werd algemeen als een
parvenu beschouwd. Hij kon maar drie
geslachten terug rekenen, en hij wist
zelf nauwelijks, hoe z$n grootvader
aan het geld gekomen was, waarvoor
hij eene hoeve kocht, en zich in het
dal vestigde. Hij had veel gelezen,
en was op de hoogte van de politiek
zijn naam had zelfs eenmaal op de
lijst van candidaten voor de «Storthing"
gestaan en men was algemeen van
oordeel, dat hij zou zijn gekozen ge
worden, daar liij de eenige «geleerde"
boer in het district was, zoo Barnje
Blakstad niet het zware gewicht van
zijn invloed in de tegenschaal had ge
worpen. Hedie was op de kasteelen
der Edellieden eene welkome gast; de
rechter en de predikant noodigden
hem dikwijls op hunne hombrepar-
tijijes. Om dit alles haatte Bjarne
hem nog te dieper.Hedie's vrouw,
Thorgerda, had rood haar, en was
groot en sterk; zij bestuurde ook de
boerderij, terwijl haar man zijne boe
ken las en uit de couranten de poli
tiek bestudeerde, dientengevolge ver
heugde zij zich in eene scherpe tong
en in de achting harer buren. Zij
had één zoon, fialvard genaamd.
Brita Blakstad, Bjarne's oudste
dochter, was een meisje, dat ieder
gaarne zag. Zij hield veel van ringen
en doekspelden, en van alles, dat
schitterde. Eens, toen zij nog een
kind was, nam zij uit de glazenkast
de oude bruidskroon, een erfstuk in
de familie, en droeg die trots op het
hoofdje door huis en hof.
«Wachtje voor de kroon," had de
vader tot haar gezegd, «en draagt ze
niet vóór den tijd. Er kleeft niet
altijd zegen aan het bruidszilver!"
En zij had hem verbaasd in de stren
ge oogen gekeken en geantwoord
«Maar zij schittert zoo,
vader!" en sinds dien tijd had men
haar «Schitter Brita" genoemd.
En schitter-Brita groeide op tot een
schoone, aanminnige maagd, en wéér
zij ging of stond, schaarden zich de
vrijers omhaar. Bjarne schudde dik
wijls het hoofd over haar, en had
harde woorden op de lippen als hij
zag, dat zij schitterende veldbloemen
in hare vlechten stak en blinkende
haken aan haar keurslijf zette; maar
een blik op een glimlach van haar
ontwapende hem geheel. Zij had een
vroolijke manier van de dingen te
doen, zoodat alles een spel scheen,
maar het werk ging haar zóó alleen
goed van de hand, terwijl haar schelle
lach door het huis klonk, en hare
zonnige tegenwoordigheid liet don
kere van het ouderwetsche gebouw
verhelderde. In de keuken glom-