NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
SCHITTER BRITS.
Officiëele Publicatie.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
i\o. 82.
Zaterdag 15 October 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
FEUILLETON.
Amersfoortsc
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend-
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER en WET
HOUDERS van Amersfoort, doen te
weten dat door den Raad dier ge
meente in zijne vergadering van den
13 October 1898 is vastgesteld de
volgende verordening:
Verordening houdende nadere
wijziging van de verordening op
de straatpolitie afgekondigd 30
April 1888.
Artikel 1.
Tusschen de artikelen 5 en G van
de verordening op de straat politie
afgekondigd 30 April 1888 worden
drie nieuwe artikelen ingevoegd lui
dende
Art. 5a. Het is verboden op of
aan den openbaren weg pauweveeren,
martinets of dergelijke voorwerpen
te koop aan te bieden, te verkoopen,
af te leveren of uit te deelen.
Art. 5b. Het is verboden personen,
die zich op of aan den openbaren
weg of in besloten ruimten voor het
publiek toegankelijk bevinden, met
pauweveeren, martinets of dergelijke
voorwerpen aan te raken.
Art. 5c- Het is verboden op of aan
den openbaren weg of in besloten
ruimten voor het publiek toeganke
lijk met zoogenaamde serpentines of
confetti te werpen.
Artikel 2.
Tusschen de cijfers 5 en 6 van
artikel 37 van boven vermelde veror
dening worden ingevoegd de cijfers
5a, 5b. en 5c.
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking
onmiddelijk nadat zij is afgekondigd.
Zijnde deze verordening aan de
Gedeputeerde Staten van Utrecht in
afschrift medegedeeld.
En is hiervan, krachtens het raads
besluit van den 13. October 1898,
tot het doen afkondigen van deze
verordening onmiddellijk nadat zij is
vastgesteld, afkondiging geschied,
waar het behoort den 13. October
1898.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
Do Burgemeester,
F. D. SCH1MMELPENNINCK.
De fd. Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Verschillende Parijsche bladen als
de Rappelde Petite Republique,
Aurore en Matin brengen naar Reuter
uit Parijs seint, het bericht, dat er
een aanslag zou zijn voorbereid op
de tegenwoordige regeering. Van ver
schillende kanten kwamen gisteren,
zoo zegt de Rappel tot eenige be
proefde republikeinen welke door de
posities die zij bekleeden in staat zijn
geruchten over zoo iets op te vangen
berichten omtrent een coup d'état
die werd voorbereid.
Een generaal, die in het leger een
belangrijke positie inneemt zou tele
grammen hebben geschreven of ont
vangen van zulk een aard, dat er
geen twijfel aan zijn bedoeling moge
lijk is. De regeering werd dadelijk
gewaarschuwd. De aanslag was be
raamd voor Zaterdag.
De Malin geeft een andere lezing.
Volgens dat blad zouden eenig hoog
geplaatste militairen het plan hebben
opgevat maatregelen te nemen om op
een gegeven oogenblik een eind te
maken aan een polemiek, die hun
onaangenaam is. Sedert ettelijke dagen
reeds sprak men van een samenzwering
tegen de republikeinsche regeering,
van een prononciamienlo niet ten
voordeele van dezen of genen preten
dent, maar met het doel om de per
sonen der regeering te vervangen
zonder echter aan het presidentschap
te raken.
Gister gingen eenigen staatslieden
Brisson van de zaak op de hoogte
stellen, die hun, na hen aandachtig
te hebben aangehoord, mededeelde
maatregelen te zullen nemen.
De Matin deelt dit alles mee, zooals
het blad het gehoord heeft, doch het
weigert geloof te hechten aan een
militaire samenzwering. Naar voorts
nog meegedeeld wordt, is generaal
Chanoine, de minister van oorlog, die
gister naar Chalons zou vertrekken,
te Parijs gebleven.
De tocht van het Duitsche Keizer
paar naar Jeruzalem.
Aan het afreizen van het Duitsche
Keizerpaar zijn natuurlijk omvangrijke
voorbereidingen voorafgegaan. Er zal
dan ook wel een centenaarslast van
de harten der hofbeambten gewenteld
zijn, toen Dinsdag een afdeeling van
de lijfgendarmerie ten sterkte van 18
man en 9 zadelmeesters, van het
station Potsdam naar het Oosten heen-
stoomde. Zij reisden den extratrein
vooruit en namen het gros van de
Keizerlijke pakkage met zich. In't ge
heel waren het drie wagonladingen
die de pakkage, ten getale van 110
stuks, medevoerden. Daarbij was
echter in geen geval de pakkage van
de gendarmerie en de zadelmeesters
gerekend Het medereizen van de
lijfgendarmerie, die wij hier maar
lijfwacht zullen noemen, heeft natuur
lijk in de eerste plaats ten doel, voor
de veiligheid van het Keizerpaar te
zorgen. Daarnevens beoogen zij ook
een eminent vreedzaam program. Zij
moeten namelijk fotografeeren, overal
waar wat schoons op te vangen is.
Op bevel van den Keizer hebben de
wachtmeesters Sonnenstuhlen Güssow
in het fotografische atelier van Selle
en Kuntze in Potsdam dit kunsthand
werk geleerd. Zij zijn van een complete
fotografische reisuitrusting voorzien,
nadat de Keizer zich persoonlijk over
tuigd had, dat zij er voldoende mede
terecht konden.
De lijfwacht en de zadelmeesters
hebben een eigen tropenuitrusting met
helm voorzien van nek leder bekomen,
in welke zij hoog romantisch in de
wereld kijken. Op den dag van den
intocht in Jeruzalem zullen zij echter
in wit gala paradeeren. Een werkelijk
prachtig uniform is hun voor dezen
dagdoorden Keizer verleend geworden.
De reisbegeleiding zal in Konstanti-
nopel bereden worden. De opperstal
meester graaf Wedel heeft alleenlijk
de voor het Keizerpaar bestemde rij
paarden, zes stuks, daarheen gebracht,
teneinde ze aan het Oostersche lawaai
te doen gewennen. Voor het gevolg
zorgt de gastvriendschap van den
Sultan. Hij heeft drie dozijn paarden,
meerendeels zware carossiers in
Duitschland op doen koopen; deze
zijn reeds sedert weken in de Turksche
hoofdstad aangekomen. Zeer zeker
is een goed stuk geld van Konstan-
tinopel in Duitschland terechtgekomen,
want alle uniformen voor des Sultans
hofhouding, zoomede talrijke wapenen
en armaturen zijn daar te lande in
gekocht geworden.
Onder de koffers, welke het Keizer
paar medeneemt, bevinden zich exem
plaren van buitengewone afmetingen.
Hel zijn diegene, welke de garderobe
der Keizerin inhouden. Hunne grootte
verklaart zich, doordat die kleederen
daarin zonder eenig vouwtje, als in
een kast, rusten moeten. De rijkste
koffer aan inhoudt bevindt zich zeer
zeker in den extratrein onder toezicht
van een hooge hofbeambte. Hij houdt
de kostbare geschenken in, welke de
Keizer naar het Oosten medeneemt,
waar men voor dergelijke attenties
gevoeliger is dan ergens anders in de
wereld.
Deze interessante koffer houdtechter
ook in de Turksche, met kostbare bril
janten bezette orden van het Keizer
paar. Om alleen de Keizerin te noem
en de hooge Vrouwe bezit de beide
klassen van de hoogste Turksche
damesorde en wel het Grootcordon
en de ster van den Chefakat. Dins
dag nog liet de Keizerin zich over de
voorschriften bij liet aanleggen dei-
orde speciaal onderrichten. De Keizer
zelf is ridder van do hoogste Turksche
huisorde.
De proviandeering voor de Keizer-
reis is, zooals van zelf spreekt, op de
voortreffelijkste wijze ingericht. Tot
Venetië geschiedt zij in den extratrein,
waarin twee koks en een kleine armee
hulppersoneel werkzaam is. Deze land
rotten van kokken worden echter op
de «Hohenzollern" door zeevarende
koks vervangen. Het Keizerschip be
zit uitstekende koelkamers, welke de
conserveering van het vleesch tot zes
weken lang mogelijk maken. In het
Heilige land neemt na de landing de
Engelsche reisfirma Cook de regie;
zij heeft niet alleen voor het onder
komen, maar ook voor de provian
deering, volgens contract, te zorgen.
Buiten liet keukenpersoneel zijn gar-
deropiers, oekonomieen zilverbestuur
ders, zoowel als dienaars voor den
persoonlijken dienst als reispersoneel
werkzaam. De kosten van deze
Keizerreis worden door hen, die het
weten kunnen, op millioenen geschat.
H M. de Koningin ontving voor
de eerste maal op het Loo de Minis
ters van Financiën en van Marine,
ter bespreking van regeerings-aan-
gelegenheden.
In de te 's-Gravenhage gehouden
vergadering van het bestuur der Ver-
eeniging voor de Staathuishoudkunde
en de Statistiek, waarin tot voorzitter
werd benoemd mr. G. de Bosch
Kemper, secretaris-generaal aan het
Departement van Waterstaat, enz.
werd besloten in de volgende alge-
meene vergadering aan de orde te
stellen de vraag: »Is het wenschelijk
het tegenwoordige stelsel van exploi
tatie onzer spoorwegen te vervangen
door Staatsexploitatie of door exploi
tatie door ééne Maatschappij
Les idéés marchenten snel ook
De leuze, waaronderin 1890despoor-
vvegovereenkomsten werden tot stand
Naar het Engelsch
VAN
H. H. BOYESEN.
4)
Wat had zich tusschen haar en haar
vader gedrongen? Had zijn aanblik
haar verschrikt? Had zij zich ooit
verheugd, wanneer hij haar verliet?
Het was om Halvard, eenig en alleen
om Halvard! Om hem, dien zij pas
twee dagen kende, dat zij zich nu
zoo schuldig voelde, zoo jammerlijk
schuldig en ellendig!
Zij wierp zich op het gras en brak
in een hartstochtelijk weenen uit.
Hat hij in dit oogenblik maar kwam,
zij zou hem zeggen, wat hij haar ge
daan had!
En haar wensch moest gehoord zijn,
want toen zij haar oogen opsloeg,
stond hij ddér naast haar, met den
ouden, treurigen trek om den mond,
en verwondering in de groote, eerlijke
oogen over hetgeen hij zag. Zij
voelde, dat zij in haar voornemen be
gon te wandelenhij zag er zoo goed
uit, en zoo ongelukkig; maar dan
dacht zij aan haren vader en aan haar
eigen verongelijking, en de bitterheid
welde weder op.
Ga weg!" riep zij met eene stem,
die tegen haar wil eer teeder, dan
dreigend klonk; »ga weg, zeg ik je!
Ik wil je nimmer terugzien."
"Ik wil tot aan het einde der wereld
gaan, wanneer je het wenscht," ant
woordde hij.
Hij raapte zijn wambuis, dat hij
had laten vallen, op, draaide zich
langzaam om, keek nog eenmaal
treurig, hopeloos naar haar, en
ging heen. Haar boezem hijgde ge
weldig; berouw, liefde, kinderplicht
streden in haar een ontzettenden strijd.
"Neen, neen," riep ze, «waarom ga
je heen? Ik heb het zóó niet ge
meend. Ik wilde maar
Hij bleef staan en keerde tot haar
terug, gehoorzaam, zooals hij gegaan
was.
En de zomerdagen kwamen en gin
gen, en steeds onrustiger werd haar
hart. 's Nachts vloog ze op uit haar
slaap en zag de groote, blauwe oogen
treurig op haar gevestigd. Dan voer
ze toornig uit tegen hem en tegen
zichzelve, en verweet hem, dat hij
haar afkeerig had gemaakt van hen,
die haar tot hiertoe het naast en
het liefst waren. En terwijl zij voelde,
hoe zij innerlijk van haren vader ver
vreemdde, klemde zij zich steeds wan
hopiger aan den geliefde. Zij wist,
dat zij haar vader groot onrecht deed,
dat zij een onrecht aan zichzelve
pleegde, dat hare liefde waanzin was
en dat zij in een doolhof verdwaalde,
dat geen uitweg had.
Zijne bezoeken waren zoo regelma
tig als de loop der zon. Zij wist, dat
het haar maar één woord behoefde te
kosten, om hem voor immer van
haar te verwijderen. Hoe dikwijls,
hoe dikwijls was zij besloten, dat
woord te spreken; maar het werd
niet gesproken. Menigmaal kwam
een gezelschap jonge mannen uit het
dal, om een vroolijken avond op den
Saeter door te brengen. Zij sloeg
geen acht op hen, en de jongelingen
verschenen niet meer. Zij wist
sinds lang, dat hij haar beminde, en
toen hij eindelijk, eindelijk zijne liefde
verklaarde, werd daardoor haar geluk
niet grooter, wel haar vrees voor de
toekomst. Zij maakte plannen en
nog eens plannen, en intusschen viel,
geheel onverwachts voor hen beiden,
de winter in, de kudde werd dalwaarts
gedreven, en zij waren gescheiden.
Bjarne Blakstad had toen hij op
den berg gekomen was, om zijne doch
ter naar huis te halen, haar lang en
aandachtig beschouwd.Zij had geen
ringen en gespen meer gedragen, en
dit had zijne achterdocht gewekt, dat
haar een of ander overkomen moest
zijn.Yroeger was hij ontevreden ge
weest, dat zij te veel opschik had
thans morde hij, omdat ze dien in
het geheel niet droeg.
De winter was half voorbij, en ge
durende al dien tijd had Brita Halvard
nauwelijks gezien. Slechts eenmaal,
op den Kerstdag had zij het
gewaagd in de kerk naar de plaats te
kijken waar hij aan zijns vaders zijde
zat en in de ledige ruimte staarde,
maar toen zijn blik den hare ont
moette, had hij een kleur gekregen,
en was driftig begonnen, de bladen
van zijn gezangboek om te slaan.
Het verontrustte haar, dat hij geen
enkele poging deed, om haar te ont
moeten menigen avond was zij te
vergeefs alleen den stroom langs dal
waarts gegaan. Ongetwijfeld had zijn
vader argwaan gekregen, en werden
Halvards gangen bespied.
En gedurende al dien tijd knaagde
er een ontzettend geheim aan haar
hart. O, die vreeselijke, vreeselijke
tijd van heimelijk lichaams- en ziele-
lijden, van weenend doorwaakte nach
ten, van aanbrekende hoop, welke de
vertwijfeling weldra verstikt, evenals
de zwarte onweerswolk wast en wast
en de laatste schemering van den dag
uitdooft! O, duizendmaal beter de
wildste woede van de ontboeide ele
menten, dat die hartverpletterende
vrees voor dat, wat komen zal en
moet
Op zekeren Zondag, vroeg in April,
keerde Bjarne niet op het gewone uur
uit de kerk huiswaarts. Zijne dochters
wachtten hem met het middagmaal,
en begonnen eindelijk ongerust te
worden. Hij was anders zoo'n man
van de klok.
Nu heerschte er juist te dien tijde
eene groote opgewondenheid in het
dal. De Amerika-koorts was uitge
broken. Een groot schip lag in de