NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
iVo. 2.
Zaterdag 7 Januari 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VfillSCIIIJST WOENSDAG E.\ ZATERDAG.
BUITENLAND.
"IÏINÏV EN LAN I).
FEUILLETON.
EEN RAADSEL.
Amersfoortsc
Courant
A B O N N E M E N T S P R IJ S
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .5. SLOTHOUWER, Amersfoort.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een staatsgreep?
Een staatsgreep in Frankrijk in
het vooruitzicht en aangekondigd
van Londen uit, waar men meent
veel beter op de hoogte zijn van de
gebeurtenissen te Parijs, dan de Fran-
schen zeiven, terwijl men zich al
evenmin wil uitlaten over den naam
en de kwaliteit van den man, die
zich aan het hoofd zal stellen van
het stoute waagstuk, als over den
datum; prins Victor Napoleon, die
te Brussel verblijf houdt, gereed om
op den eersten wenk den stouten
stap te wagen, overtuigd, dat het
groote oogenblik zoo ongeveer ge
komen is en zeker van de hulp en
den steun van zijn broeder pi ins Louis
en de arrestatie van Emile Zola aan
staande, in verband met een hevel
van .Engelsebe zijde op .verzoek van
de regoering der Republiek uitge
vaardigd ziedaar een tuiltje tne-
dedeehngen, welke, beter dan breed
voerige vertoogen, beter ook dan
eindelooze beschouwingen over de
oorlogsuitgaven in Europa en over
den wankelen gezondheidstoestand van
de tripleallianlie, ten bewijze kunnen
strekken, dat de eerste dagen van
1899 zich door rijkdom van nieuws
berichten van beteekenis al niet on
derscheiden van vorige overeenkom
stige perioden, wanneer de toestanden
normaal waren althans!
Het is de Parijsche Matin, die mel
ding maakt van het onwrikbaar ge
loof der Londenaars aan een staats
greep in Frankrijk op korten termijn,
doch tevens constateert, dat men niet
weet, wie het stoute stuk zal bestaan,
een prins, een generaal of Faure zelf 1
Met betrekking tot den datum zouden
er zelfs weddenschappen wórden aan
gegaan in de voorname clubs en de
een meent, dat er nog in de loopende
maand iets zal gebeuren, de ander
spreekt van de week, volgende op
de uitspraak van het Hof van Cassatie.
Zóó onwrikbaar zou zijn de over
tuiging der Engelsehen, dat Frankrijk
ondermijnd wordt door samenzwe
ringen on dat de mtbarsting aan
staande is, dat Engelands regeering
voor het moment geen ondet hande
lingen zal aauknoopen met Frankrijk
over zekere vraagstukken, die op
een oplossing wachten 1
Natuurlijk heelt de Matin het er
niet bij laten zitten Een van zijn
redacteuren is eens gaan praten met
oen leider der Bonapartistisebe partij
en deze (die misschien nog onder
den invloed verkeerde van de goede
dingen, door hem hij de wisseling
des jaars genoten of wel een loopje
wilde nemen met. den ijverigen re-
portel) heeft heel ernstig verklaard,
dat prins Victor een vijand is van
alle nuttelooze pogingen en van elke
vruchtelooze krachtsverspilling, dat
hij overtuigd is, dat er langs den
wettigen wfig^.njets Je beginneu.. is
en daaiom besloten heeft lot een
daad van geweld, welke hij wil ten
uitvoer leggen, "zoodra de toestanden
er rijp voor zijn. Gelukkig schijnt
de wakkere prins de mogeiijkheid
van een mislukking van zijn heiden
stuk te voorzien of ten minste rekening
te houden met de kans op tegenslag,
want do praatzieke partijleider heelt
betoogd, dat de pretendent zijn schepen
achter zicli verbrand heeft om, zoo
zijn pogingen niet met welslagen
mochten bekroond worden, althans
de voldoening te "bben zich een
Napoleon waardig te hebben ge
dragen
De bekende Fransche afgevaardigde
Paschal Grousset, die zich reeds zoo
veel moeite heeit gegeven orn in de
Dreyfus-quaestie meer licht te bren
gen, heeft nu een brief aan den
advocaat-generaal van liet Hof van
Cassatie geschreven, waarin hij ver
klaart, dat in liet ultra-geheime of
diplomatieke dossier do brief van den
Duitsehen Keizer niet voot handen is.
Maar, zegt hij, voor de eer oer natie,
voor de gerechtigheid der menschheid
is liet nood'g dat dit valsche stuk
aan 't 1 iel)t wordt gebracht.
Grousset heeft nu een uitgebreid
onderzoek zoowel in Frankrijk als in
liet buitenland dienaangaande inge
steld. De feiten, die ik zal noemen,
zegt hij, zijn aan een gioot aantal
vorstelijke personen bekend o.a Tsaar
Nicolaas, Koningin Victoria, Keizer
Frans Joseph, Koning Humbert van
Italië en hun ministers, alsmede Paus
Leo XIII, Korting Leopold van België
en Keizerin Eugenie en de het togin
Van Orleans.
Grousset herinnert dan aan de reeds
bekende mededëeling van graaf Man
ster aan graaf Turenne betreffende
den vervalscliten biief van keizer
Wilhelm II, aan de mededeejingen
daaromtrent van Roclief'ort, die uit
den koker van den generalen staf
kwamen en aan de verklaringen van
Pp inca ré in de Kar^erop '28 Nov.
1898. Deze biief zou oorzaak zijn
geweest dat Casimir Perier den 15
Januari 1895 als president aftrad.
Toen n.l. gebleken was, dat de
brief van den keizer was nagemaakt,
kwamen de Duitsche ambassade en
de Fransche regeering overeen, vari
dezen bl ief geen melding of gebruik
te' maken. Toch liet generaal de
Boisdeflre hot dossier mei den brief
aan Morel, den voorzitter van (lert
krijgsraad toezenden onder verzegeld
envelop, gelijk wij reeds meedeelden.
Wel werd de brief niet geopend,
doch Morel gaf omtrent den inhoud
uitleg, dat de brief een verpletterend
bewijs tegen Dreyfus was en .daarop
werd hij dan ook veroordeeld.
Toen nu graaf Minister van deze
schending der overeenkomst hoorde
begaf hij zich naar het Elysée om
zicli daarover te beklagen dat was
vier dagen na de degradatie van
Dreyfus. En dat zon tevens de on
middellijke oorzaak van Casimir
Perier's torugtreding geweest zijn.
Up den waarschijnlijken samen
hang van de Dreyfus-zaak met de
terugtreding van Casimir Perier heeft
vroeger ook reeds de Köln. Zt. ge
wezen. We zullen echter moeten af
wachten of drzo samenhang in de
bijzonderheden, zooalu Grousset die
meedeelt, bevestigd wordt.
Men verwacht dat liet Hof van
Cassatie de enquête tegen liet eind
van Januari geëindigd zal hebben,
daar de antwoorden van Dreyfus op
de item gestelde vragen tegen liet
laatst der maand, Parijs moeten
bereiken en tegen dien tijd alle
andere getuigen zullen zijn gehoord.
De Amerikaansche regeering zendt
weer een aantal troepen naar de
Filippijnen bestaande uit drie regi
menten, die over San Ftancisco, en
diie regimenten die over New-York.
door het Suezkanaal, naar Manilla
gaan De laatste vertrekken 17 dezer.
De vrijwilligers die nu garnizoens
dienst doeii^ op de Filippijnen, en die
teruggeroepen zouden worden; blijven
daar voorloopig.
Er is ook last gegeven, de kanon
neerboot Helena, die te Napels ligt,
naar Manilla te zenden.
De instructies, welke Mc Kiuley
aan generaal Utis te Manilla beeft
doen toekomen, zijn thans, nadat zij
eerst geheim waren gehouden, be
kend gemaakt.
Daarin gelast de President aan Otis,
een voorloopig militair bestuur op
de geheele Filippijnen in te voeren,
een kennisgeving uit te vaardigen dat
de rechten en eigendommen van de
bevolking zullen worden geëerbiedigd,
zijn best te doen om de Filippinos
te overtuigen dat de Vereenigrle
Staten zich goedwillige assimilatie
ten doel stellen, en eindelijk zonder
aarzelen alle hinderpalen uit den weg
te ruimen tegen het stichten van
een goede, stevige regeering onder
de vlag van de Vereenigde Staten
Volgens de laatste berichten uit
Ho Ho is de toestand daar onveran
derd. De opstandelingen hebben van
de naburige eilanden versterking ont
vangen en schijnen zich gereed te
maken, de landing van Amerikaan
sche troepen met geweld te beletten.
Luccheni, de moordenaar van kei
zerin Elisabeth van Oostenrijk, heeft
thans- aan den directeur der gevange
nis te Genève bekend medeplichtigen
te hebben gehad. Hij heeft verklaard,
dat een zijner medeplichtigen zich
aan het station te Genève had be
vonden, gewapend met een revolver,
terwijl een tweede de keizerin te
Lausanne opwachtte met een dyna-
mietbom. De keizerin zou dus, welken
weg zij ook genomen had, haar droevig
lot niet ontgaan zijn.
Deze bekentenis dient men zoo
maar mot als waar aan te nemen.
Niet onwaarschijnlijk ontspruil zij
aan den wensch van den moordenaar
om in de eentonigheid van zijn hech
tenis door een nieuw proces eenige
afwisseling te brengen.
g» -
Gedurende de maand November
1898 is bij de Rijkspostspaarbank
ingelegd f3.071.485,56'/a, terugbetaald
(waaronder f 17.483,53 wegens aan
koop van inschrijvingen in een
Grootboek, obligatiën of certificaten
van inschrijving) f2 340.106,78, zoo
dat meer is ingelegd dan terugbetaald
f 731.378,78'/». Aan het einde der
maand October 1898 was ten name
van de verschillende inleggers inge
schreven f67.101.105,95, zoodat iiet te
goed op ultimo bedroog f67.832.484,7 4.
ïn den loop der maand zijn 8673
nieuwe spaarbankboekjes afgegeven,
2487 geheel afbetaald, zoodat aan
het einde der maand nog 687,373
boekjes in omloop waren. Tot ultimo
November is voor een bedrag van
f 329 439,41 aan inschrijvingen in
een Grootboek der Nationale Schuld,
obligatiën ten laste van den Staat of
certificaten van inschrijving ten be
hoeve van 423 inleggers aangekocht.
Naar het Engelsch
VAN
WALTER BESANT.
1)
Het is altijd vol in de kerk, den
dag waarop de geestelijken gewijd
worden. Het zijn meest jongelieden
van vijf en twintig jaar, die met grooten
ernst de plechtigheid te gemoet zien,
zij verbinden zich om zich met hart
en ziel aan de taak, die hen wacht,
te wijden en wat het leven hen ook
brengt men kan in hen altijd den geeste
lijke zien, ook al zouden zij later hun
stand willen verloochenen. Hun prie
sterlijk gewaad kleeft hen aan ten allen
tijde ook al ziet de wereld het niet.
De kerk was volde eerwaarde deken
had zijn plaats ingenomen, de aarts
deken en de bisschop, de domheeren,
de stafdragers en de koorknapen even
eens. De candidaten, ongeveer twintig
in getal, waren van het echt Engelsche
type. Een echter was er onder hen,
die de algemeene aandacht tot zich
trok. Hij was lang, met smalle schouders,
zijn haar was bijna zwart. Gedurende
het gebed, dat de wijding voorafging,
vertoonde hij, oogenschijnlijk zonder
het geringste bewustzijn, dat men hem
gadesloeg, (ofschoon een paar aan
wezigen later beweerden, dat hij al
dien tijd geacteerd had), een vroomheid,
die bijna aan geestvervoering grensde.
Hij scheen geen gevoel meer te hebben
voor de werkelijkheid, en dit maakte
vooral op de meisjes een diepen indruk.
Hij zong de psalmen mee met zijn
welluidende tenorstem, onder het gebed
verlichtten de zonnestralen zijn ten
hemel geheven gelaat en tooverden
er een bovenaardsehen glans op. Hij
had een wonderschoon gelaat, het ge
laat van een dichter, van iemand, die
gelooft en geen twijfel kent, van een
redenaar, die zijn gehoor overtuigd
door zijn geloof, van een ideaal geeste
lijke. Het was een gelaat om nooit
weer te vergeten.
De preek werd gehouden door een
geleerde. Toen hij geëindigd had, stond
de aartsdeken op, de candidaten volgden
zijn voorbeeld. Vervolgens richtte de
aartsdeken het woord tot den bis
schop. «Eerwaarde vader in God, ik
j breng hier voor u deze jonge man
nen, die hier tegenwoordig zijn ten
einde gewijd te worden en opgeno
men in den geestelijken stand.//
Daarna volgde de gebruikelijke
vraag van den bisschop, of de jonge
mannen voor dat ambt berekend waren
en het antwoord van den aartsdeken,
dat hij hen had ondervraagd en te
vreden was over hunne antwoorden.
Toen wendde de bisschop zich tot
al de aanwezigen en vroeg hun of er
iemand tegenwoordig was, die zich
zou willen verzetten tegen de wijding,
i Bij vroegere gelegenheden kon de
dienst dan ongestoord voortgezet wor
den, doch nu gebeurde er iets wat
nog nooit was gebeurd, ten minste
niemand herinnerde zich, dat er ooit
zoo iets was voorgevallen. Een vrouw
n.l., gesluierd en in het zwart gekleed,
stond op van haar plaats en ging recht
op het altaar af, tusschen de menigte
door, langs de geestelijken, domheeren
en koorknapen, recht op den aartsdeken
af en gaf hem een toegevouwen blaadje
papier. Nadat zij zulks gedaan had,
verliet zij de kerk.
De aartsdeken las den inhoud.
Daarna wendde hij zich tot den bisschop,
noemden.
Toen hij de kerk verlaten had,
slaakten allen een zucht, de meisjes
begonnen te schreien, zij wilden niet
gelooven, dat deze sympathieke j onge
man een schuld op zijn geweten zou
hebben.
In de courant kon men een paar
dagen later het geheele voorval lezen
daarin slond, dat hij heette Paul Can-
nington Leighan, en hulpprediker ge
weest was in een groote stad, na in
Oxford gestudeerd te hebben. Natuur
lijk putte het blad zich uit in allerlei
vermoedens en wist wonderbaarlijke
j verhalen omtrent zijn verleden te doen.
Twee mannen van ongeveer rijf en
twintig jaar zaten in de rookkamer
van de club. Zij heetten Homerton
Smith en Euston Jones en waren oude
vrienden. De eerste had een courant
opgenomen en riep, nadat hij eenige
oogenblikken gelezen had, uit«Goede
hemel Euston, herinner jij je Leighan
van jouw jaar nog, die interessante
vent dichter droomer musicus?//
«Ja zeker, wat is er met hem,ant
woordde Euston onverschillig toen
vervolgde hij met meer vuur«ik heb
die het briefje eveneens las. Zij spraken
zacht met elkaar, waaróp de aartsdeken
met een ernstig en ontroerd gelaat
zich tot de candidaten wendde, terwijl
de menigte met ingehouden adem dit
tooneel gadesloeg. Iemand beweerde
later, dat al de candidaten beurtelings
bleek en rood waren geworden en ieder
voor zichzelven had gedacht: «Groote
hemel! Wat zou er nu aan het licht
gekomen zijn?// Maar dat fabeltje is
later verdicht.
De aartsdeken ging op den jongen
man af, die door zijn schoonheid en
zijn vroomheid in het oog was gevallen
en liet hem het briefje lezen. Hij las
het en toonde niet de minste ontroering,
hij verschoot zelfs niet van kleur, hij
las het kalm en gaf het aan den aarts
deken terug. Deze sprak op halfluiden
toon met hem; hij keerde zich om,
ging naar het altaar, ontdeed zich van
zijn geestelijk gewaad, wierp zich voor
over op den grond, bad en verliet
daarna met gebogen hoofd de kerk.
Iedereen was vervuld met de vraag:
«Wat heeft hij op zijn geweten?»
Iedereen keek hem na en was met hem
begaan. Toch waren er een paar men
schel), die zijn gedrag theatraal