NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 6.
Zaterdag 21 Januari 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG Ki\ ZATERDAG.
G. Data's „Eiprimental-AMfi."
FEILEETUON.
EEN RAADSEL
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G.' J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend-
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
(23 en 24 Jan. a.s. n.ni. 8 u. in
Amicitia.)
Tweede avondSpeclraal-Analyse.
II.
Niets kan ons dieper doen gevoelen
de majesteit van het Scheppings
woord: »Daar zij Licht!," dan de
ontraadseling der wonderbare gehei
menissen van het gewone zonnelicht,
vooral in de laatste tientallen van
jaren, door noeste studie en waarne
ming verkregen.
Geen verwonderlijker verschijnsel,
onder de raadselen die de natuur
den wijsgeer aanbiedt, dan de schijn
baar roekelooze verkwisting waar
mede de zon sedert ontelbare jaren
licht en warmte door de ruimte ver
spreidt.
Zie eens, welk een glorie van
lichtschittering een zonnige dag ons
vertoont! Stel U voor, dat de halve
Aardbol dan overstroomd is van zulk
een lichtzee, vele duizende malen
krachtiger dan het helderste licht,
dat wij langs kunstmatigen weg ooit
hebben kunnen vervaardigen. Denk
U dan eens goed in, in het feit dat
die lichtbron honderd-en-vijftig mil-
lioen Kilometers van U verwijderd is;
dat zij naar iedere richting op gelijke
wijze, met kwistige hand, licht en
warmte om zich heen strooiten dat
de aarde slechts het twee-duizend-
millioenste gedeelte van die totale
hoeveelheid kan opvangen Overweeg
eens, dat dit proces reeds plaats had
gedurende de reusachtige tijdperken,
ons door de geologische onderzoekin
gen ontvouwd, en dat de voorwereld
lijke plantengroei, waaraan wij bijv.
onze steenkolen te danken hebben,
onder en door het zonlicht welig
gebloeid moet hebben. Erken boven
dien, dat onze zon slechts één der
millioenen en millioenen zonnen is,
die door het heelal verspreid liggen,
en die wij gewoon zijn sterren te
noemen, wijl zij zóóveel verder dan
de zon van ons verwijderd zijn, dat
wij hun gelijksoortigheid met haar
niet aanstonds hebben ingezien.
Dan zult gij eenig begrip verkregen
hebben van het Woord, zooeven ge
noemd, wat betreft den omvang en
de hoeveelheid van het licht.
Wenden wij dan ons onderzoek in
tegengestelden zin, d. w. z. dat wij
in stede van die reusachtige afme
tingen te willen doorgronden, de
studie beperken tot de verschijnselen,
die een enkele bundel zonnestralen
oplevert, hetgeen het onderwerp
is, dat door den heer Daline op zijn
tweeden avond zal behandeld worden,
dan stijgt onze verwondering ten top
over alles wat uit die ééne bundel
kan gevonden worden, en over de
ondenkbaar kleine afmetingen die ons
dan voor den geest worden gebracht.
Wij zien een lichtstraal zich recht
lijnig voortplanten. Ook weten wij,
dat een lichtstraal gebroken wordt
(d w. z. van richting verandert) als
zij in een andere middenstot komt.
Houden wij een stok voor een deel
onder water, dan schijnt het ons toe
dat de stok ter hoogte van het water
oppervlak gebroken is. Het is echter
de lichtbundel, van het ondergedom
pelde deel der stok komende, die ge
broken wordt vóór zij ons oog bereikt.
Zoo zal ook een zeer smalle bundel
zonlicht breking ondergaau bij haar
doorgang door een prisma (d. een
wigvormig, zuiver geslepen stuk glas).
Doch nu doet zich een wonderlijk
verschijnsel voorDe uittredende
lichtbundel blijkt zich verbreed to
hebben, omdat hare deelen niet ge
lijkmatig, (d. i. alle stralen even veel)
van richting zijn veranderden op
een scherm opgevangen zien wij haar,
in stede van een wit lichtende plek,
een groot aantal aaneensluitende ge
kleurde banden vertoonen de z.g ii.
kleuren van den regenboog, te zamen
den naam dragende van het zonne-
spectrum.
Wat was hiervan de oorzaak?
Wij weten reeds (zie vorig num
mer), dat Electrische golven zich in
den Ether voortplanten, en dat licht
en warmte zoodanige golfbewegingen
zijn, doch met veel sneller trilling,
d. w. z. met veel grooter trillings
getal (aantal schommelingen per
seconde). Het oog is alleen in staat
zulk een golfbeweging als licht te
onderkennen, als het trillingsgetal
tusschen bepaalde grenzen ligt. Wor
den de trillingen dan nóg sneller dan
krijgen wij den indruk van luarmle.
Welnu, de zaak van zoo even be
rust op het feit, dat door het glas
van het prisma, de snelste trillingen
opvolgend het meest gebroken wor
den, d. w. z. de meesieafwijking onder
gaan. De witte lichtbundel bestond
aanvankelijk uit tallooze dooréénwoe-
lende golven van allerlei trillingsgetal.
Het glas heeft heil gesorteerd, en
netjes opeenvolgend naast elkander
op het scherm gelegd, waar ons oog
hen als speclrumkleuren onderscheidt,
omdat een Ether-schommeling van
bepaald trillingsgetal, op het netvlies,
den indi uk geeft van een kleur, even
als een IncAtgolving van een bepaald,
doch veel kleiner, trillingsgetal door
ons oor als een zuivere toon onder
scheiden wordt.
Een eenvoudige proef om het om
gekeerde te laten zien is: Een van
speclrumkleuren voorziene schijf snel
rond te draaien, dan vormen de door
eengemengde kleuren in ons oog
wederom wit licht. Bestond nu maar
het zonlicht uit een mengeling van
even veel, regelmatig in snelheid aan
groeiende trillingen, dan zou elke
trilling, als overgangskleur op hel
spectrum gerepresenteerd zijn. Dit nu
is niet het gevalOp vele plaatsen
ontbreekt er licht, waardoor het ons
toeschijnt of ei- donkere strepen in
de lichtbanden aanwezig zijn. Die
donkere streepen heeten naar hun
ontdekker »Fraunhofersche lijnen."
Werden er aanvankelijk slechts weinig
gevonden, thans blijkt, door verbeterde
hulpmiddelen dat er ontelbaar vele
zijn.
Wat is nu de oorzaak van het
ontbreken dier lichttrillingen?
Om dit in te zien zij het volgende
opgemerkt.
Stel dat men tusschen twee ijzeren
geleiders krachtige Electrische vonken
laat overgaan. Laat men dan een
lichtbundel van het daardoor ont
staande licht, door een reeks prisma's
breken, dan ziet het spectrum er ge
heel anders uit dan dat van het zon
licht: het bestaat uit een donker
veld waai in zich op afstanden van
elkander lichtende strepen bevinden,
voorzien van de met hun ligging over
eenkomende kleuren van het zonne
spectrum.
Die strepen zijn karakteristiek voor
ijzer, het metaal dat men als geleider
gebezigd, had voor den electrischen
stroom, die de vonken veroorzaakte.
Had men koper of eenige andere stof
gebezigd dan zou men lijnen van
andere ligging en kleur in het spec
trum gevonden hebben, gelijk voor
bijna alle stollen nagegaan is.
Het merkwaardige is nu, dat men
reeds van 35 grondstoffen de lichte
spectrumlijnen heeft zien overeenko
men met volkomen dezelfde plaats
innemende, doch donkere lijnen in
het zonnespectrum. Van ijzer b. v.
waren er ongeveer 2000 overeenstem
mende lijnen. Dat kan natuurlijk
geen toeval zijn, doch moet een oor
zaak hebben. Deze heeft men gevon
den. De verklaring geeft men op de
volgende wijze: Indien wit licht door
een gloeiende metaaldamp passeert
worden door haar juist die lichttril
lingen onderschept en tegengehouden,
die zij zelve vertoond zou hebben
als lichtende strepen in haar eigen
spectrum. Thans ontbreken dus die
trillingen in het spectrum van het
witte licht, waardoor op die plaatsen
dedonkereFraunhofersche lijnen zicht
baar worden. De electrische vonk van
zoo even had bij het overspringen
ijzerdampen meègevoerd ingloeienden
toestand. Het ontbreken der ijzer-
lijnen in het zonnespectrum bewijst
dus dat het zonlicht, don dampkring
der zon passeerende, aldaar ijzerdam
pen heeft ontmoet. Zoo heeft men het
bestaan van ijzer op de zon met volko
men zekerheid kunnen aantoonen,
gelijk dat der 35 bovonbedoelde grond
stoffen, van de op aarde bekende
elementen.
Evenzoo heeft men stoffen kunnen
ontdekken die zich op de sterren,
kometen en nevelvlekken moeten be
vinden, van welke lichamen men, bijna
allen, op die wijze het licht onder
zocht heeft.
Ook opent het spectrum de gele
genheid om den aard of de samen
stelling eener stof te onderzoeken.
Wit licht door gekleurd glas passee
rende schijnt ons gekleurd toe, om
dat het glas den doorgang aan een
bepaalde trilling, dus aan een bepaalde
kleur geweigerd heeft. De overblijvende
kleuren van het spectrum vormen
dan een kleur, die wij, ten onrechte,
de kleur van het glas noemen, want
het zijn juist de overblijvendo trillin
gen geweest waaraan wij die kleur
te danken hadden. Het spectrum ver
toont dan ook geheele ontbrekende
lichtbanden.
Neemt men het spectrum van licht,
dat bijv. door een bloedoplossing ge
gaan is, dan vertoonen zich zoodanige
donkere banden Daaruit kan men
bepalen met welk soort van bloed
men te doen heeft, en of het door
kooloxyd vergiftigd is geweest. Zoo
danig onderzoek is van groot nut
voor de gerechtelijke scheikunde. Ten
slotte zijn do donkere spectrumlijnen
van de hemellichamen het eenig
mogelijke, eerst korten tijd gele
den ontdekte middel geworden, om
de bewegingen dier hemellichten in
de richting van onzen gezichtslijn
te bepalen. Immers als wij een ster
zien bewegen, dan zien wij niet hare
werkelijke verplaatsing, doch enkel
die, zooals zij zich aan ons voordoet
gezien tegeri de achtergrond van het
hemelgewelf. Men weet dus omtrent
de grootte en richting dier bewegin
gen niets met zekerheid te bepalen,
Naar het Engelsch
WALTER BESANT.
5)
«Biet is meer dan afschuwelijk!»
»Toen ging ik naar Londen. Ik nam
een andere naam aan en leerde u kennen,
Maggie.» Hij beproefde haar hand te
nemen, maar zij trok ze terng.
»Het was de gelukkigste dag van
mijn leven, jij werd terstond verliefd
op mij en ik op u.»
»Gij verliefd op mij gij hebt
niemand lief!»
»Ik heb u lief. Als ik in moeilijk
heden zit, bij wien zoek ik dan hulp
Hier. Wien biecht ik alles? Aan u.
Verberg ik ooit iets voor u Nooit,
Maggie, mijn ziel licht open voor u,
een reine en eerlijke ziel.»
»Rein? Eerlijk? Gij legt een poel
voor mij bloot, een zee van bederf en
gij noemt dat een reine, eerlijke ziel?»
"Geen bederf. Volstrekt niet, Maggie,
Ge vergist u. Een gezonde, natuurlijke
ziel, vrij van alle vooroordeel, vrij van
een bemoeiziek geweten.»
»Gij zijt opgeleid voor de kerk en
ge spreekt op die wijze?»
»Als ik niet opgeleid was voor de
kerk, sprak ik misschien anders. Als
een jongen dezelfde woorden iederen
dag moet herhalen, zijn zij ten slotte
voor dien jongen niet meer dan woor
den. Wanneer gij dikwijls aandoening
moet nabootsen, denkt gij ten slotte
aan niets meer dan de aandoening, de
oorzaak houdt op te bestaan. Maggie,
indien ik opgevoed was als iedere andere
jongen, zou ik nu zijn als iedere andere
man. Gij beklaagt u over mij, omdat
ik dingen doe, die gij vreeselijk vindt.
Voor mij is niets van dien aard vreese
lijk. Gebrek alleen is vreeselijk voor
mij; begeerte is noodzakelijkheid
begeerte is mijn eenige wet. Beproef
het, indien gij kunt, mij een andere
wet te doen eerbiedigen. Men leeft
voor zichzelven, men moet zien te ver
krijgen, wat men kan. O, ik zou u
dingen kunnen vertellen, als ik wist,
dat gij er belang in steldet
«Ga verder,» antwoordde zij. "Vertel
mij alles.»
»Neen, neen. Ik heb u al genoeg
verteld en ondanks al mijn daden stelt
gij nog belang in mij. Ge durft mij
niet aankijken, Maggie. Nu, wat men
ook vau mij verteld, mijn hart is hier.
Niemand kent mij, zooals gij.»
«Niemand kan ook vermoeden, dat
er zoo iemand als gij zijt, bestaat.»
»Ik herinner mij, Maggie hij
ging voor de piano zitten en begeleidde
zijne woorden nu met een melodie ran
Mendelssohn, dan van Schubert »ik
herrinner mij zoo goed den dag, waarop
ik u voor het eerst over mij zei ven
sprak.»
»Dat was de eerste dag, dat wij
elkaar ontmoetten.»
»Zoo spoedig reeds? Nu onwaar
schijnlijk is het niet. Ik spreek tegen
meisjes altijd over mijzelven. Daar
houden zij van.»
En terwijl hij speelde, zag het meisje,
dat met een treurige uitdrukking op
haar gelaat achterover in haar stoel
leunde, den jongen man weer in haar
verbeelding voor zich, zooals zij hem
vijf jaar geleden voor het eerst had
gezien. Hij was jong en schoon als
een droom, en zijn stem klonk als
hemelsche muziek; hij dweepte met
de kerk, hij wilde zijn leven, zijn alles
wijden aan de kerk. En hij was arm
en zij was rijk. En zij ging naar
haar voogd en smeekte hem den jongen
man geld te geven. Hij kwam er achter,
wie hem geld gaf, hij kwam om haar
te bedanken en was tot tranen toe
bewogen. En van dat oogenblik afaan
scheen zij hem toe te behooren. Eerst
maakte haar dit zeer gelukkig, hij was
haar afgod. Maar langzamerhand viel
haar afgod van zijn voetstuk. Zij merkte
het onderscheid op tusschen zijn woor
den en zijn daden, toen werd haar meer
bekend, totdat de heilige verdwenen
was en in zijn plaats was gekomen
een man voor wien zonde en schuld
en schaamtegevoel woorden waren en
niets dan woorden, evenals eer en ver
trouwen.
En zij voelde zich gebonden aan dien
slechten, gewetenloozen man.
»Gij kunt niet zeggen, Maggie, dat
ik u ooit onwaarheid heb verteld. Het
is mij altijd een troost geweest, dat
ik iemand had, die de waarheid van
mij kon verdragen.»
»Gij hebt mij verteld, dat gij onge
lukkig waart, omdat uw hart hing aan
de kerk en gij geen geld hadt om
geestelijke te worden. Gij zeidet, dat
als gij geen geestelijke kondt worden,
gij tenorzanger in het koor zoudt
worden
Ja, en dat was waar. Ik voel mij
nergens zoo gelukkig als in de kerk.
Ik wou, dat ik als Roomseh-Katholiek
geboren was. Die sehoone, lange dienst
bevalt mij beter dan de onze. Ik ben
eigenlijk in de wieg gelegd voor een
Roomseh-Katholiek priester. Als ik
mijn brood had moeten verdienen met
op concerten te zingen, was ik te
gronde gegaan. Gij hebt mij echter
gered en geld gegeven om naar Ox
ford te gaan. Daar heb ik vrienden
gemaakt
„Die u den rug toedraaiden, toen
zij er achter kwamen, wie gij waart."
„Mijn vrienden verlaten mij soms,
maar ik maak weer nieuwe."
„Eu nu staat gij door uw eigen
schuld buiten de kerk."
„Dat is nog zoo zeker niet. Ik
heb nog nooit zoo in de klem ge
zeten als nu, dat is waar. Maar ik
zal er wel iets op vinden."
Hij speelde nog eenige oogenblikken
voort, toen sloot hij de piano en
stond op.
»Ik moet weg,» zeide hij. «Spreek