NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITEN LA NT).
BINNENLAND.
No. 11.
Woensdag: 8 Februari 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
1
LJ
VERSCHIJM WOENSDAG EN ZATERDAG.
FEUILEETON.
EEN RAADSEL.
Amersfoortsc
ourant
f l
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonder 1 ijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 C/ent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De commissie uit de Fransche
Kamer welke zich met het onderzoek
omtrent het nieuwe regeeringsont-
werp op de revisie heeft beziggehou
den en ter welker kennis nu tevens
de aanvullende inlichtingen aangaande
de beschuldigingen van de Beaure-
paire zijn gebracht, heeft gister de
gelegenheidswet der regeering met
9 tegen 2 stemmen onaannemelijk
verklaard. De rapporteur der com
missie Renault-Morlière zal omtrent
de overwegingen van de commissie,
misschien heden of morgen rapport
uitbrengen. Naar men verwacht zal
dit zeei streng zijn. Jaurès deelt in
de Petite Republique mede, dat het
aanvullend onderzoek naar de schuld
der verdacht gemaakte raadsheeren
niet het geringste ten nadeele jegens
dezen heeft aan het licht gebracht
Het is dus meer dan waarschijnlijk
dat de commissie deze gelegenheids-
wet, die feitelijk slechts op de bekende
beschuldigingen gebaseerd is, in haar
rapport streng zal afkeuren en als
ongerechtvaardigd, de majesteit van
het recht schendend zal brandmerken:
En dat het de Beaurepaire c. s.
feitelijk nergens anders om te doen
is dan wanorde te zaaien. Door welke
schreeuwers de regeering zich heeft
laten verleiden het wetje in te dienen,
kan blijken uit het aantal ongetee
kende dreigbrieven welke aan do
onderzoekingscommissie zijn gericht.
O. a. is er een aan het adres van
den rapporteur Renault Morlière,
waarin het volgende gezegd wordt
«Hoe ook de uitslag van het onder
zoek moge zijn, wij zullen tot het
einde toe volhouden. Na de straf
kamer zullen wij liet geheele Mof
van Cassatie verdacht maken. Ons
dossier daarvoor wordt gereed ge
maakt. En na het Hof van Cassatie
zullen wij al het andere onderst
boven werpen wat nog omver gegooid
moet worden."
Uit dergelijke uitingen blijkt vol
doende waarom liet feitelijk is te
doen, en diep te betreuren is het
daarom, dat Frankrijk geen regeering
heeft, krachtig genoeg om dergelijke
lieden liet zwijgen op te leggen, in
plaats van door naar hen te luisteren,
zich schuldig te maken aan vermeer
dering der verwarring, welke ten
lotte tot anarchie moet voeren.
Het zal nu echter te bezien staan
of de regeering voor het voorstel, dat
zij steeds nadrukkelijk voor geen ge
legenheidswet wil aangezien hebben,
een meerderheid zal verwerven. En
ook, al mocht dit in de Kamer ge
kken, in den Senaat heelt de aan
neming minder kans. Valt de wet in
de Kamer reeds, dan zal liet ministerie
natuurlijk moeten aftreden.
Wordt zij daarentegen in de Kamer
aangenomen en in den Senaat ver
worpen, dan is er een conflict tussclien
Kamer en ministerie cencrzijds en
Senaat anderzijds, 't welk misschien
nog veel bedenkelijker gevolgen kan
hebben. Hoe dat zij, Frankrijk door
leeft ten gevolge van dit ongelukkig
wetsvoorstel weer een crisis welke
gevaarlijk kan worden voor de rust
van liet land.
De koning van België heeft te
Biussel een onderhoud gehad met
Cecil Rhodes in verband met diens
plan omtrent den spoorweg van
Kaapstad naar Cairo. Het gerucht
doet de ronde dat de Congostaat
een gedeelte van het bouwkapitaal
voor den Trans-A frika-spoorweg zal
overnemen.
Volgens do Köln. Zeitung hebben
nu alle regeeriiigen hun goedkeuring
gehecht aan het voorste! van de
Russische regeering om de vredes
conferentie in Den Haag te doen
houden. Waarschijnlijk zal zij begin
Maart reeds bijeenkomen.
De keizerin-weduwe van China heeft
een bevel uitgevaardigd krachtens
hetwelk de professoren en studenten
van Peking-college gevangen genomen
moesten worden, op grond dat deze
met den hervormer Kang-Yu-Wei in
betrekking hebben gestaan. De be
dreigden hebben ecliter de lucht ge
kregen van liet lot dat hen wachtte
en zich bijtijds uit de voeten gemaakt.
Volgens de Petit Parisien is er een
nieuwe zaak omtrent spionnage aan
't licht gekomen in Frankrijk. Het
moet een ernstig geval zijn.
Amen,
door Creola.
Vrouwen van Nederland, wij die
door stalen volharding, en moed, in
den moeieiijken strijd voor ons per
soonlijk recht en onze persoonlijke
belangen, gezegepraald hebben, ge
bruiken wij thans opnieuw onze ener
gie in vcreeniging met hen, die ons
reeds 't voorbeeld gaven, tot bereiking
van liet verheven doel: Het «Keeren
van den gruwelijkste aller gruwelen,
den Moord op groote schaal, den ge
dwongen Broedermoord?"
Wat is hij anders de Krijg, zusters!
dan doodslag op onzen Naaste! Wat
is hij anders dan een bloedig drama,
dan de doos van Pandora, die geopend,
op aarde alle kwaad tegelijk uitstort.
Verwoesting van steden on dorpen,
berooving van huis en haard, ver
scheuring der teederste handen, hon
gersnood ellende, cholera pest, ja wat
al niet meer, en door dat alles heen
vloeit in breede plassen het nog roo-
kende bloed van onzen naaste, dien
wij moeten liefhebben als ons zeiven,
geveld door den arm van hem, dien
heden de innigste vriendschap ver
bindt, maar die morgen, gedwongen
door de onverbiddelijke krijgswet, den
broeder met koelbloedige wegzetting
van alle menschelijk gevoel, bloed
dorstig, gelijk een wild dier, aanvalt
en vei scheurt.
Is 't niet afschuwelijk?
Doch wij hebben de hoogste sport
van de ladder der ellende nog niet
bereikt? Volgt mij slechts!
Voor u ligt het «slagveld"'Betreedt
het.
Ge zult daar vinden halfdooden,
die tussclien de bijna vergane lijken
bedolven, vergeten, langzaam onder
helsche folteringen sterven, zonder de
minste lafenis, den geringsteri troost.
Ge zult daar aantreffen de metgezel
len van liet »aas", die geen onder
scheid makende, ook hen tot hun
prpoi kiezen, en 't vleesch van 't
lichaam trekken, terwijl de rampza
ligen machteloos zijn om zich te ver
dedigen. Ge zult die ter dood veroor
deelden zien, hunkerend zoekend,
reikhalzend naar een medelijdende
ziel, die hun de brekende oogen toe
drukt, doch die helaas, den zachten
balsem van de stervende moeten der
ven, en gedoemd zijn te wachten op
de lijkenvreters, tot zij komen, en
met hun puntige, scherpe snavels,
met 't laatste licht, ook hun de oogen
uitpikken.
Gaat steeds voort met mij, zusters
Daarginds beginnen de doodgravers
hun dagtaak. Ileele, halve lijken,
rompen, afgehouwen hoofden, armen,
beenen, ja, nog moer leden, die een
maal een mensch vormden, dat alles
garen zij als eon ratjetoe bij elkaar;
één groote kuil ontvangt al die treurige
overblijfselen van hen, eenmaal de
toonbeelden van kracht, van jeugd,
bemind, gevierd en aangebeden, en
als dan de aarde al deze ongerech
tigheden in haar killen moederschoot
tot zich heeft genomen, helpt zij
verder den »Veinieler« zijn werk vol
einden.
Ziet om u heen Ziet die vrouwen,
voorheen zoo schoon en vol levens
lust, thans als uitgeteerde wezens,
wegkwijnend onder 't verlies hunner
eciitgenooten en zonen, hunne brood
winners. hunne geliefden.
Ziet die tranen, dien rouw! hoort
haar zuchten, haar weeklagen! aan
schouwt de ongelukkigen, de ver
iatenen, de wanhoop, die u overal
legengrijnst, voelt den adem des doods,
die ti van plaats tot plaats tegenwaait,
en door zijn verzengend vuur groene
dreven, vruchtbare velden herschept
in een dorre, zandige vlakte, en vroo-
lijkheid doet vervangen door de stilte
van het graf.
Diepe smart vervult ons aller ziel,
niet waar? want het begin van het
einde is nog lang niet daar. En wie
weet wanneer 't komen zal
Toch de hoop niet opgegeven
zusters
Nemen wij allen, zonderonderscheid,
deel aan heilige werk des Vredes,
met al de toewijding die in ons is,
en rusten wij niet, voor ook in deze
de zege ons zij.
Ce que femme veut, Dieu le veut.
Zeggen wij dit ook tot Haar, de
jeugdige liero Wilhelmina, onze ge
liefde Koningin, die hoewel 't purper
en hermelijn haar omkleedt, toch is
«Vrouw.
Dat zij dan eenmaal, door onze
onalgebrokene, vereende pogingen
aan de spits korne te staan van het
leger van den werkelijken Christen,
het leger van «Liefde en Vrede« van
«Zegen en Heil
Dat zij eenmaal doordrongen zij
van de groote waarheid, dat het
Vaderland alleen bloei en welvaart
kan erlangen, door te sparen het
leven zijner zonen, dat zij eenmaal
als zelfbewuste vrouw, als zelfbe
wuste Vorstin, het veto uitspreke,
over het geld van den «Gewapenden
Vrede», en haar jeugdige lippen een
maal llmk en krachtig bevel geven
tot de «Ontwapening». Zusters!
voegt bij het mijne Uw Amen.
Naschrift. Ten einde ieder het
toetreden tot den «Vrouwenbond ter
Internationale Ontwapening» mogelijk
te maken, is de minimum-contributie
voor gewone leden op 25 cents vast
gesteld. iloogere zijn ecliter zeer
welkom. Wie f 10 per jaar contri
bueert of f 50 in eens stort is Lid-
Naar het Engelscb
VAK
WALTER BESANT.
10)
Maar de tijd ligt nu achter ons waarin
uw komst mij welkom was. Integendeel,
ik moet er steeds met schaamte aan
denken, dat ik ooit zulk een man heb
kunnen liefhebben. Ik bad n tot
mijn ideaal verheven, het was een
denkbeeldig schepsel dat niet bestond
en ik gaf bet uw gedaante, uw oogen,
ik bad dat ideaal lief, niet u. Neen,
ik beb u nooit liefgehad. Ik begrijp
nu wat gij altijd geweest zijt een
man zonder hart, zonder moraal, zon
der waarheid, zonder eer in één
woord een man zonder ziel. Gij hebt
mijn leven verwoest. Als een achtens
waardige man mij om mijn band
vraagt, mag ik de band niet geven,
die ik aan u bad beloofd."
»Het spijt mij, Margaret", zeide bij,
»dat gij mij zoo ontvangt. Ik ver
wachtte nu geen liefde bij u, maar
ik meende op een weinig belangstel
ling te kunnen rekenen ten minste
op een weinig vriendelijkheid."
"Ik heb u gezegd, hoe ik over u
dacht. Hebt gij nog iets te zeggen?"
»Als gij mij toestaat zoolang te
blijven, tot ik het gezegd hebt."
"Ja."
"Gij spreekt van mijn verleden. Ik
moet het toestemmen, dat ik zeer on
gelukkig ben geweest
"Ongelukkig? Slecht."
»Ja, maar ook ongelukkig, Ik ben
mijn geheele leven door het ongeluk
vervolgd."
"Op school reeds hebt gij geld ge
stolen
"Kan men een schooljongen steeds
verantwoordelijk stellen voor zijne
gebreken
"Gij hebt geld gestolen in Oxford
»Neen neen
"Ontken het niet. Ik weet alles
van Mr. Homerton Smith. Misleid
u zelf niet. Uw eigen gedrag is het
Noodlot geweest, dat u met zijn geesels
vervolgd heeft.»
«Mijn verleden was onteerend. Mar
garet. Maar het is voorhij. Het is
voor altijd voorbij. Ik heb geen ver
leden, maar slechts een heden en een
toekomst.»
HelaasDe wereld zal er u wel
altijd aan blijven herinneren, dat uw
verleden even goed bestaat als het
heden, Pauleen man kan zijn ver
leden evenmin van zich afschudden als
zijn schaduw. Het vervolgt hem steeds."
»Mij niet. Ik heb afgedaan met het
verleden. Het tegenwoordige is niet
onteerend, al hen ik niet trotseh op
mijn uniform en de toekomst zal met
uw hulp, Margaret, eervol worden."
«Met mijn hulp?"
«Luister, Margaret. Ik heb mijn
invloed op de menschen heroverd. Die
macht over hen is nog grooter dan
vroeger. Ik heb het in mijn macht
ze te laten weenen, ik ben tienmaal
welsprekender dan vroeger.»
Zij keek bem oplettend aan. Dat
was weer de oude Paul.
»Maar ik ben verplicht die afschuwe
lijke uniform te dragen. Ik beb haar
nu verwisseld om U op te zoeken.
En mijne kameraden zijn onbeschaafd.
Ik heb voortdurend oneenigbeden
met hen. Zij dreigden mij mijn rang
te ontnemen, als er nog meer zulke
onaangenaamheden voorkomen. Ik
hunker er naar om weer predikant te
worden.»
»Dat is onmogelijk.»
«Hier in Engeland, ja. Maar mis
schien gaat bet in Amerika.»
»Kunt gij dan een bewijs van goed
gedrag verkrijgen
»Ik zal het zonder dat moeten doen.
Als ik eenmaal in Amerika ben zal
ik een Episcopaalscb geestelijke op
zoeken en bem van mijn leven niet
meer vertellen dan zooveel als noodig
is om een goeden indruk te maken.»
«Dus gij wilt uw nieuwe leven weer
beginnen met een aaneenschakeling
van leugens?»
»Neen neen; versta mij niet ver
keerd. Ik zal mijn zondig leven niet
verzwijgen, maar alles
»Gij zoudt natuurlijk niet van de
gevangenis vertellen?»
"Misschien niet als ik het tenminste
met mijn ge weten overeen kan brengen.
Hij richtte zich fier op alsof bij het
feit kracht wilde bijzetten, dat hij een
geweten bezat.
»En die gebeurtenis in de Cathedraal
Die wildet gij natuurlijk ook ver
zwijgen?»
"Natuurlijk, dat zal wel moeten.»
Margaret lachte schamper. »Gij zijt
mij een mooie boetvaardige zondaar.
Maar men zou er wel spoedig achter
komen wie gij zijt.»
»Ik zou mijn naam veranderen en
mij weer als vroeger Samuel Canning
noemen of misschien Cyril Canning,
Cyril is een godsdienstige naam. En
als ik dan getoond heb, dat het mij
ernst is, dan zou ik moeite doen om
gewijd te worden. Er is voor mij een
groote toekomst weggelegd. Ik zie
voor mij een welsprekend priester, die
duizenden den weg ten hemel wijst;
hij wordt een bisschop een aarts
bisschop, hij leeft als een heilige, hij
sterft als een heilige.»
»0 Paul, kan een heilig leven steun
vinden op zulk een grondslag Geloof
me, het ware heilige leven voor u is
verborgenheid. Indien gij waarlijk
berouw hebt, zoek dan een betrekking,
waarin gij nederig en nuttig werk
moet verrichten. Gij denkt niet aan
bet heilige leven, maar aan den roem
van het heilige leven. Terwijl gij uw
duizenden ten hemel leidt, zoudt gij
al dien tijd in den spiegel kijken en
denken hoe mooi gij als heilige zijt.»
»Is dat uw oordeel over mij