Ad vertentiën.
5 PojiêThee voor f 3.25,
DINSDAG 21 MAART
TAXAfEUR tl-M'AGÏR.
j. Van unen,
Dr. Kuyper verzoekt mede te
deelen, dat blijkens onderscheiden bij
hem ingekomen brieven, zich nu reeds
enkele landbouwers gereed maken om,
hetzij naar Maryland te vei huizen,
hetzij derwaarts mannen te zenden
ter opneming van den stand van
zaken. Daar dit alles geheel buiten
hern omging, en hij alzoo niet in
staat was oen en ander te beoor-
deelen, of ook met het Gouvernement
van Maryland daarvoor de noodige
maatregelen te nemen, wenscht hij
wel te doen uitkomen, dat hij voor
hetgeen geheel buiten hem omging
uit den aard der zaak dan ook geen
de minste verantwoordelijkheid op
zich kan nemen.
Hij raad ten deze niets af of aan,
maar wenscht toch, nu het nog tijd
is, eiken indruk weg te nemen alsof
hij zich voor hetgeen nu geschiedt
aansprakelijk kon stellen.
Dit diene tevens ter beantwoording
van de talrijke per brief ontvangen
verzoeken orn inlichting, die hij niet
in staat is persoonlijk te bcantwoor
den.
De 21ste jaarvergadering van
de Unie zal worden gehouden op
Dinsdag 4 April a s. in het gebouw
nliene" te Utrecht.
Op deze vergadering zal de ver
kiezing van twee bestuursleden moe
ten plaats hebben. Het bestuur biedt
daarvoor de volgende dubbeltallen
aan
ln de vacature van baron Sehim-
mclpi nnirick van der Oye van Hoe
velaken (aan de beurt van aftreding,
doch herkiesbaar), dë heerenbaron
Schimmelpenninck van der Oye van
Hoevelaken, te Hoevelaken, en jlir.
mr. J. H. C. J Martens van Seven
hoven, te Zutphen
In de vacature van mr. C. Lucasse
(aan de beui t van aftreding, doch
niet herkiesbaar), de heeren: M. de
Jonge Jz. te Goes en C. Verhagen
te Middelburg.
Op de agenda komen de volgende
onderwerpen ter behandeling voor:
Hespteking van het rapport in zake
de schoolgeldliefling op de openbare
lagere school en den invloed der wet-
Mackay op den financieelen toestand
der bijzondere scholen
Bi handeling van de nota van be
denkingen legen het wetsontwerp Op
den Leerplicht.
Hel Unie-rapport voor schoolvvet-
w ijziging.
Het voornemen bestaat in de
maanden Aug. en Sept 1900 te
's-Gravenhage te houden een tentoon
stelling betreffende de geschiedenis
van het N'ederlandsche zeewezen (tot
1705). 11 M. de Koningin heeft daar
voor beschikbaar gesteld de Gothische
zaal en de balzaal in het oude paleis
van kroonprins Willem De tentoon
stelling moet een beeld van Neder
lands'geschiedenis ter zee geven uit
een krijgskundig oogpunt en betrek
kelijk ile Nederlandsche ontdekkings
reizen, kolonisatie, poolt cliten, over-
zcesche handelsondernemingen en
visscherij.
Niemand is onkundig van het
feit, dat er oene menigte ellende,
zonde, twist, drankzucht, wreedheid
tegenover kinderen, onzedelijkheid en
wanhoop gevonden wordt onder wal
men noemt de lagere standen. Doch
slechts weinigen hebben c-pii denk
beeld van de ontzaglijke uitgebreid
heid van al dat kwaad. De Oflieieren
van het Leger des lleils echter zijn
bijzonder m de gelegenheid, deze
duistere zijde van de maatschappij Ie
leeren kennen. Onze ooren zijn voort
durend vervuld met een geroep, dat
als een cycloon opstijgt uit de schare
van gevallenen, misdadigers en wan-
hopigen. In onze Barmhartigheids-
posten, in onze 24 Maatschappelijke
Instellingen, Toevluchten, Werkplaat
sen, Papier Sorteering, Reddingshui
zen, Kinderhuis, Landkolonie en in
onze 70 Korpsen en Buitenposten zijn
meer dan 300 Officieren en helpers
voortdurend aan den arbeid, bezi
met reddingswerk van allerlei aard.
In de laatste 12 maanden schonk
ons Leger aan onbehuisden 482 283
maaltijden en 104 728 slaapgelegen
heden; 79 vrouwen zijn opgenomen
van de straat en uit de bordeelen,
en voor haar welzijn wordt zorg go
dragen in de Reddingshuizen te Am
sterdam en Den Haag.
In het afgeloopen jaar zijn niet
minder dan 28.400 bijeenkomsten ge
houden, terwijl 5101 bijeenkomsten
voor kinderen zijn geleid door be
kvvame verantwoordelijke Oflieieren.
Wij verblijden ons te kunnen zeg
gen. dat bet werk waren, degelijken
vooruitgang maakt en nooit op eeri
beteren grondslag was dat nu. Wij
kunnen de zorgvuldigste eti zuinigste
administratie tonnen. Maar fondsen
zijn voordurend iioodig.
Eene bijzondere gelegenheid zal
weldra aangeboden worden aan alle
liefdadige menschen om dit werk te
steunen en zoodoende door middel van
ons een weik te doen. dal zij wellicht
niet in staat zijn, rechtstreeks te doen
Onze jaarlijksche Week van Zelf
verloochening begint op Zondag 19
Maart en eindigt Zaterdag 25 Maart.
De leden van liet Leger des lleils
door bet gelieele land, ofschoon de
meesten hunner tot den werkmans
stand bcbooten, zullen door zekere
daden van Zelfverloocheningen opolle-
ring iets bijdragen om dit werk
financieel te steunen. En daarom
kunnen wij met des te meer ver
trouwen een beroep doen op ben, die
m gunstiger omstandigheden ver-
keeren en die ook gaarne ons zouden
willen helpen om goed te doen.
Bijzonderen bijeenkomsten zullen in
al onze korpsen gehouden worden van
Zondag 19 tot Zaterdag 25 Maart
waarin bijzondere koliekten /.uilen wei
den gehouden, en gevolmachtigde per
sonen zullen onze uanvraag-circulait es
bezorgen aan de buizen van lien, die
sympatlueseeren met ons werk.
Bijdragen kunnen ook gezonden
worden aan Arthur S. Booth-Clibborn,
Wat moesslraat 134 Amsterdam.
A. en C. BOOTH-CLIBBORN.
Na voorziening in de vacature,
ontstaan door het bedanken van
Dr. A. H. C. vatt Driel, bestaat het
bestuur van bet «Amersfoottscb Zie
kenfonds", opgelicht door bet plaat
selijk Departement der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen, thans uit
de heeren: 11 W. van Esveld, Voor
zitter; J. C. Leinweber. Secretaris;
B. A van Ruyven, Penningmeester;
G. J. van der Zoo de Jong, B A.
Siddré, J. C. Rolandus Hagedoorn en
G J. Buys, afgevaardigde van hel
Departement.
In de Maandagavond gehouden
vergadering der zangvereeniging
i)Zang veredelt", die hare repetities
houdt in het Gymnastieklokaal der
School Beekstraat, daartoe welwillend
door het Gemeentebestuur afgestaan,
weid de fleer G. J. Boode, tot dusver
voorzitter, benoemd tot directeur.
Be Heer F Faber koos men tot voor
zitter. Beide Heeren namen de benoe
ming aan. Het ledental derveieeniging
breidt zich steeds uit en is nu reeds
geklommen tot 49
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
De laatste geruchten over Audréc.
Eindelijk dan toch een authentiek
beticht, waaraan de laatste geruchten
over Andrée zjjn toe te schrijven.
Het betreft hier een »grap" tusschen
twep goede -bekenden.
Men zal z.icli trouwens herinneren,
dat wij aanstonds onzen ernsligen
twijfel aan de juistheid van liet ver
haal deden uitkomen.
De »giap" dan heelt haar oorsprong
te danken anti het volgende: Een
zekere heer Iwatiowski ontving van
een bevrienden dokter L. uit Siberië
le navolgende niededeehng, die bij
Zaterdag in de Rusky Wjedomosti
publiceerde «Een mijribezitter in r_.
Krasnojarsk schreef in bet afgeloopen J op welke plaats
jaar zijnen vriend, Andrée was in j Op do eene of andere wijze is dit
zijne woonplaats neergedaald, hij hadgeheim van den rooier uitgelekt, en
'ïem in een club aldaar ontmoet en thans hebben twee heeren uit Rologna
niet hein gedronken Andrée was eeu-j vair de overheid vergunning ver kregen,
zeer net man." enz De vriend vei-join op een bepaalde plaats le graven
baalde den inbond van den brief aan
al zijne vr ienden en bekenden, spoedig
Een rooverliisforie uit de oude doos.
De herinnering aan een stout roo-
versstuk van jaren her wordt thans
weder verlevendigd.
In 18(54 werd het gelieele Romagna-
district onveilig gemaakt door een
beluchten rooier, II Passatore, en
zijn bende. Op tien laasten dag van
het Carnaval was er in den schouw
burg van Forlimpopoli een stad
van 20 000 inwoners een gala
voorstelling, welke door al de aanzien
lijken vari de stad en den omtrek
werd bijgewoond.
De fraai gekleetle dames en heeren
wachtten lang op hel begin van de
voorstelling, en toen eindelijk het
scherm opging, werden zij zeer on
aangenaam verrast. Het tooneel was
namelijk bezet door II Passatore en
zijn manschappen, die hunne geweten
gericht nielden op het verbaasde
publiek. De rooverhoofdman trad
naar voren, boog beleeft! en ver-
Haarde, dat iedere poging om te
ontsnappen vr uchteloos zou zijn, omdat
alle deuren werden bewaakt. Hij en
zijn vrienden zouden de ronde doen
door loges, stalles, enz., om alle geld
en kostbaar heden der heeren en dames
in ontvangst te nemen. Hij hoopte
van harte, dat die gewillig zouden
afgegeven worden en dat alles zonder
bloedstorten zou afloopen.
Op die manier vet kreeg II Passatore
een buit van ongeveer f900,000, en
tij wist met zijn manschappen onge
leerd te ontkomen. Maar de overheid
spande nu alle krachten in otn liern
te vangen; het duurde niet lang rneer
of de gehcele bende was iu handen
van hel gerecht, en men spreekt nog
te Bologna van liet proces der hon
derd roovers."
II Passatore moet echter zijn aan
deel in den buit een kleine
f500,000 in een boschje bij Bo
logna onder den grond hebben ler-
boi gen en toen hij tien jaren geleden
in de gevangenis stierf aan een zijner
medegevangen hebben medegedeeld
- Op de j.l. Maandag gehouden
paardenmarkt waren aangevoerd 409
paarden, 00 hitten en J0 veulens
Men besteedde:
voor paarden van f80tot f 400.
Int ten -50100.
veulens -90.- 150-
Ofschoon geen huitenlandschc kooj
lieden aanwezig wat en, was de Iran-
del tamelijk vlot.
Bij het Vrijdag te Utrecht ge
houden examen voor de acte nuttige
handwerken is o.a. geslaagd onze
stadgenoote tnej A. M. de Kroes.
Aan onzen stadgenoot, den
ingenieur A. J Krieger, is door den
Raad der gemeente Winschoten con-
ecliler bleek dal liet bericht niets
dan een lolletje was. Daarop zon dé
vriend op wraak en zoo schroef bij
voor eenige weken naar Krasnojarsk
het inden lijd zoo'n ophef gemaakt
hebbende bericht, namelijk van het
vinden der lijken van Andrée en zijri
lotgenooton. Toen de bi ief arriveerde,
waren juist eenige vrienden bij den
mijiibezitler bijeen. waaronder ook
een vertegenwoordiger van een daar
vet schijnend dagblad. Deze gebruikte
liet bericht niet alleen voor zijn blad.
maar telegrafeerde het ook naar Pe
tersburg. Op dusdanige v ijze is het
gelieele belicht ontstaan
van een stoomtramiijn Winschoten-
Delfzijl.
i Op verzoek van de llollandsche
Re.geering werden te Brussel huis
zoekingen gedaan bij zekeren Ivan-
Jules- Robert-Oscar Rödiger, een anar
chist, die eenigen tijd in den Haag
verbleven heeft en, naar beweetd
wordt, door het lot aangewezen i»,
om eenen aanslag te plegen tegen
den Hollandschen Minister van Justitie.
Men heeft niets verdachts ten zijnen
laste kunnen ontdekken, doch hij zal
voor landlooperij vervolgd worden.
ttdblv. Anlw.)
naar den schat van II Passatore.
Uit de arbeirlerswcrclrl.
In Grefeld woideti doot do socianl-
deinociaten allerlei valsclie riiededco-
lingen gedaan over de lage loonon
11ie ile lluweelfabrikanten daar zouden
i betalen. Velen, die zich liiei dour lieten
misleiden, riepen dan ook schande
over dezen toestand. De gezamenlijke
lluweelfabrikanten zijn er nu toe
overgegaan al de loonen, die ze hun
personeel betalen, te pu.blici ei en om!
aan de lasterpraatjes vooigoed een
einde te maken.
liet blijkt nu dat loonen van 1300
1500 M. in deze inrichtingen volstrekt
geen zeldzaamheid zijn; dat bijna geen
enkele weiktnan een inkomen heelt
beneden 900 M. en dat verscheidene
arbeiders liet tot 1700 M. brengen.
Dit alles terwijl de gemiddelde ar
beidsduur niet meer dan 9 uur be
draagt en de omstandigheden over het
geheel zeer gunstig zijn voor den
werkman.
Men zegt dat vele arbeidersvrouwen
ten zeerste verwonderd waren, toen
ze in de courant voor hel eerst ver
namen. hoeveel geld haar mannen
werkelijk verdienden.
Misschien verdient het publiceeicu
van loonen ook daarom wel aanbe
veling.
Dc teruggevonden prins.
In eene annonce in de Londensche
Times werd onlangs eene belooning
uitgeloofd aan detigene, die inlichtingen
kon verschaffen over de plaats van
oponthoud van den verdwenen Duit-
schen pi ms Karei van Löwenstein-
Wertheim Ft enden berg. De prins had
eenigen tijd voor zijne vermissing eene
dochter van den graaf van Mexborough
voor het altaar gevoerd. Nu vermeldt
een van het begin van Januari da-
teerend bericht van Ilo-Ilo op de Phi-
lippijnen dat de prins adjudant van den
Amerikaanschen generaal Miller is,
die, zooals bekend, de verovering van
Ilo-Ilo bewerkstelligde Hij moet bij
den aanvang van den Spaanscli-Ame-
rikaanschen oorlog als vrijwilliger in
het leger van de Vereenigde Staten
getreden zijn.
in prachtvolleJa'pansche bus
qualiteiq Guldensthee. Niet volkom en
naar wmisch terug. Fr0, remb. of postw.
Ook zeeT geschikt v. wederk. Theehandel
en grosr^an ouds ü'tA&Uer^ Delft.
VIJFDE voorstelling in AMICITIA
te geven door de
Koninklijke Vereniging
Het NciLerlaiidseh T o o 11 c c 1.
Affeeling Amsterdam".
Opgevoerd zal worden:
comedie in 5 'bedrijven van
Scribe en Legouvé
De hoófdrolLcjr' worden bezet als volgt:
Adrientje Mèvr. Bouwmeester
Maurits van Saksen-IA: lieer Clous.
Abt déjChareuil v p Tourniaire.
Dc Regisseur g* Louis Bouwmeester.
Aanvatig I1ALF acht.
Entrée le Rang voor leden
der Garanten-V ereeniging en
hunne huisgenóoten f 1.25
voor niet-ledap der Ver-
eeniging - 1.75
2e Rang v- 1.
Entréekaarten zijn te bekomen
en plaatsen te bespreken in de
Sociëteit AMICITIA op Dins
dag 21 Maart aanstaande, van
half één tot half twee, terwijl'
de loting voofde volgorde ^4n
het plaatsbespreken zal aanvan
gen om half twee; na dien tijd
kunnen nog plaatsen gesproken
worden bij den Kastelein van
Amicitia.
fiHH&gy» AfCtT Heere"n.
N(0i?ARISSEN en
DEURWAARDERS beveelt zich
aan als f i
La ngestraa Tl?71T,"Amersfoort.
IIOOU£ -PRÖVISIE.
Voor Jrfkt ^Tuiten \an Verze
keringen tege^L Brandschade wor
den, tjlgen horige provisie, AGEN
TEN tevraagd. Bij gebleken ge
schiktheid vasf-salaris.
Briè%ep, onder No. 4761, bureau
«De AvoiMfiö^jW^geustraat 70,
Den Haag.
te verzekeren, ik ben van plan er een gedeelte
van mijn geld in te beleggen.
«Heeft niemand het den laatsten tijd
bewoond?" hernam ik.
»Den laatsten tijd niet. Een oude huisbe-1
waarder heeft het de laatste jaren onderhouden.
De agent had in last het goed te verkoopen,
maar ofschoon het reeds geruimen tijd te koop
staat, geloof ik niet, dat er eenig bod werd i
gedaan. Even voordat ik Australië verliet,!
schreef ik aan Murdock, mijn agent, dat ik
van plan was de plaats over te nemen en hem j
machtigde de aanbieding tot verkoop in te j
trekken.
"Hebt gij geene bloedverwanten?" vroeg ik.
«In het geheel niet. Gedurende mijne
afwezigheid is mijn eenige broeder overleden.
Het is zonderling te spreken van "huiswaarts
keeren", als men geen bloedverwanten meer
heeft, maar alleen vrienden, die vermoedelijk
zich onzer niet meer herinneren."
Ik gevoelde onwillekeurig medelijden met
Cressley, toen hij zijn eenzamen toestand be
schreef. Met overvloed van geld en een oud
faiuiliegoed zou hij natuurlijk spoedig nieuwe
vrienden krijgen, maar hij kwam mij voor tot
dat soort van mensehen te behooren, met wie
men gemakkelijk «en loopje kan nemen, en
ofschoon hij een zoo aardige kerel was, als ik
er ooit een heb ontmoet, kwam ik toch onwil
lekeurig tot het besluit, dat hij nog verstandig
noch lichamelijk bijzonder sterk was. Hij zag
er inderdaad evenwel goed uit, en had het
onbeschrijfelijk voorkomen van iemand, die tot
eene oude familie behoort. Ik was nieuws
gierig te weten, op welke manier hij zijn geld
had verdiend. Wat hij mij omtrent zijn oud
kasteel vertelde, wekte insgelijks mijne belang
stelling, en al pratende verzuimde ik niet van
mijne liefhebberij en belangstelling in derge
lijke oude legenden te gewagen.
Gedurende de verdere reis werd onze ken
nismaking gaandeweg inniger, en ging weldra
over in eene warme vriendschap. Cressley
vertelde mij veel uit zijn leven, en deelde mij
ten slotte een der ware drijfveeren van zijn
terugkeer naar Engeland mede.
Het land doorzoekende had hij eenige rijke
goudaderen gevonden, en nu was zijn plan een
groot syndikaat tot stand te brengen met het
doel den geheelen eigendom te koopen, welke
hij minstens een millioen waard schatte. Hij
sprak vertrouwelijk over dit groote plan, maar
raakte altijd in opgewonden stemming, als
hij mij meedeelde, dat het geld, hetwelk hij
hoopte te winnen, alleen waarde voor hem had
met betrekking tot zijn voornemen, Cressley
Hall in zijn ouden glans te herstellen.
Ik had een paar keer opgemerkt, dat, als
wij met elkander praatten, er een man in onze i
nabijheid stond, die belang in ons onderhoud
scheen te stellen. Het was een gezet persoon
met een frisch uiterlijk en een breed Duitsch
gelaat. Hij was een sterke rooker, en als hij
met eene pijp in den mond in onze nabijheid
stond, drukte zijn gelaat schier verlegenheid
uit, maar toen ik hem nauwkeurig gadesloeg,
ontdekte ik eene uitdrukking in zijne oogen,
welke den sluwen man van zaken aanduidde,
en ik zou niet kunnen zeggen waarom, maar
ik voelde mij niet op mijn gemak in zijne
tegenwoordigheid. Deze man, Wickham ge
naamd, zocht met Cressley in kennis te komen,
en weldra brachten zij een groot gedeelte van
den dag in elkanders gezelschap door. Zij
vormden een sterk contrast met elkander als
zij op het dek op en neer wandelden, of 's avonds
een partijtje kaart speelden, daar de Engelsch-
man tenger en schier zwak van lichaamsbouw
was, terwijl de Duitscher zwaar gebouwd was
en zich zeer aanmatigend aanstelde. Ik vatte
een tegenzin tegen Wickham op, en begreep
niet, wat Cressley in hem kon zien.
"Wie is die kerel?" vroeg ik bij zekeren
gelegenheid, terwijl ik mijne hand in Cressley's
arm legde en hem onder het spreken terzijde
trok.
"Bedoel je Wickham?" antwoorde hij. "Ik
kan het je niet met zekerheid zeggen. Ik
ontmoette den kerel nooit vóór dezen. Hij
kwam aan boord te King George's Sound,
wddr ook ik scheep ging, maar hij sprak me
nooit aan vóór we in de Middellandsche zee
waren. Over het geheel, Bell, staat hij me
wel aan; hij komt me voor oprecht en eerlijk
te zijn. Hij weet veel van het mijnwezen,
daar hij er verscheidene jaren bij doorgebracht
heeft."
"En hij is wel zoo goed je in te lichten?"
vroeg ik.
"Ik geloof niet, dat hij er veel meer van
weet dan ik, en het valt te betwijfelen of hij
zulk een moeielijken tijd heeft doorleefd."
"Indien dat het geval is, dan hoort hij je uit."
"Wat bedoel je?"
Het jonge mensch keek mij met die heldere
grijze oogen aan, welke zijn gelaat zoo aan
trekkelijk maakten.
"Niets", antwoordde ik, «niets; maar indien
je je wilt laten raden door iemand, die bijna
tweemaal zoo oud is, dan moet je er voor
zorgen, Wickham zoo min mogelijk te vertellen.
Heb je 't al eens opgemerkt, dat hij zich toe
vallig in onze nabijheid bevindt, als wij een
ernstig onderhoud hebben?"
(Wordt vervolgd.)