NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Hel leierei m eei al.
^o. 25.
Woensdag 29 Maart 1899.
Acht-en-tvviiitigste jaargang.
VEItSCHIJi\T WOENSDAG EN ZATEIIDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort.
ADVEUTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Volgens verklaringen "van de A me
rikanen zeiven zijn de gevechten met
de Filippijnsche opstandelingen Zater
dag en Zondag de hardnekkigste en
bloedigste, welke tot nu toe op Luzon
zijn geleverd, waaruit de conclusie
kan getrokken worden, dat het verlies
aan gewonden en dooden door de
Yankees als veel te gering is opge
geven. Uit nadere berichten blijkt
dit trouwens ook. Het 3e artillerie
regiment, dat het liet hardst te ver
antwoorden had, verloor b.v. negen
procent van zijn manschappen, terwijl
het Oregon-regiment, dat zich meester
maakte van drie verschansingen der
opstandelingen, daarbij minstens 40
man verloor. De Amerikanen erkennen
dan ook, dat de Tagalen uitstekend
gevochten hebben. Opmerking verdient
voorts nog dat de Filippijners niet
op ambulance schoten.
Zaterdag was het den Amerikanen
te doen om den vijand uit de stelling
welke hij aan de Mariquinarivier
ingenomen had, te verdr ijven, hetgeen
ook gelukt schijnt te zijn. Het hevigst
was echter' het gevecht bij Polo, hier
was het de quaestie om den spoorweg
naar het Noorden in bezit te krijgen
welke door de opstandelingen bezet
was.
Volgens het Evening Journal
trekken de Tagalen zich noordwaarts
in de richting van Malolos terug.
Generaal Otis seinde aari de regeering
te Washingtpn dat generaal Mc. Arthur
den vijand, die zich sterk verschanst
had en zeer talrijk was de strijd
krachten der Yankees en die der
Tagalen bedroegen beide ongeveer
12000 man tot ten Noorden van
Polo heeft teruggedreven Hij voegde
er bij dat de opstandelingen van
Caloocan tot Malolos sterke ver schan
singen hebben opgericht, waaraan
ettelijke maanden is gearbeid. Generaal
Otis heeft ook geseind dat Mc. Arthur',
daar hij geen vasten voet kon krijgen
in het struikgewas en moeras, zuid
waarts van Polo langs den spoorweg
terug moest trekken. Uit deze mede-
deeling volgt nu juist niet dat de
Amerikanen zulk een «besliste" over
winning hebben behaald, als zij eerst
wel wilden doen gelooven.
De laatste telegrammen van gene
raal Otis hebben dan ook in Amerika
een niet geringe bezorgdheid te voor
schijn geroepen. Het beticht dat de
Amerikaansclie troepen de vervolging
der opstandelingen wegens hun held-
haftigen tegenstand en het voor de
Yankees zoo ongunstige terrein niet
konden voortzetten, wekt hoewel
teleurstelling, geen ver bittering of
twijfel dat de Amerikanen op den
duur de Tagalen niet zullen ten onder
brengen; doch met groote zorg denkt
men aan de talrijke oilers die nog
gebracht zullen moeten worden.
Als men daarbij in aanmerking
neemt, dat Mc Kinley verklaard heeft
lat de regeering totnutoe nog geen
bepaalde politiek ten opzichte van de
Filippijnen heeft aangenomen dan
begrijpt men het ongeduld en de
ergernis in sommige Arnerikaairsche
kringen vooral in die, welke zich nog
niet met de expansie-leer die Amerika
thans huldigt hebben verzoend. Het
is noodig zegt de Times dat er een
verklaring van de regeering volge, om
de gemoederen gerust te stellen.
Ook aan de Daily Telegraph wordt
uit Washington gemeld, dat de
tijdingen van de Filippijnen aan het
ministerie van oorlog groote ongerust
heid hebben te voorschijn geroepen
De verliezen der Amerikanen zijn
blijkbaar belangrijk, zegt ook dit blad.
Tevens weet het te melden dat gene
raal Otis aan zijn regeering heeft
meegedeeld dat hij in drie weken
den veldtocht ten einde denkt te
brengenhij zal energisch optreden
daar binnen een maand de regentijd
aanbreekt, welke de operatiëu on-
mogélijk maakt.
Het is voor de Yankees nu maar
te hopen dat zij de Tagalen binnen
dien tijd onderworpen hebben. Een
beetje twijfel is anders na de eerste
«energische" poging wel wettigd.
Er zijn nu 25.000 man Amerikaan
sclie troepen op de Filippijnen, terwijl
Aguinaldo 30.000 man onder de
wapenen heeft.
Volgens de laatste berichten uit
Mandia hebben ook gister de gevech
ten den geheelen dag voortgeduurd,
waarbij de Amerikanen omstreeks
veertig man verloren. Aguinaldo
voerde zelf' de opstandelingen aan
De Daily Mail weet te berichten
dat nu ook Denemarken een oorlogs
schip onder commando van prins
VValdemar naar China zal zenden, ten
einde, gesteund door Rusland, een
haven te eischen.
Hetzelfde blad deelt echter tevens
mee, dat de keizerin van China aan
de landvoogden van de kustprovinciën
bevolen h eft, alle pogingen van ge
wapende vreemdelingen met geweld
tegen te gaan.
Ook België doet moeite om een
vast punt in China te krijgen. Zooals
men weet bezitten zij reeds de ver
gunning voor deri aanleg van een
2000 K.M. langen spoorweg tusschen
Beking en flankou Nu verlangen zij
tot bescherming dier lijn, zegt de
Weensche correspondent der iV. R. Cl.
den afstand van een stuk grond aan
de Jongtse-kiang dicht bij flankou
met recht van militaire bezetting.
Daarbij wordt België gesteund door
Engeland.
België staat op het punt om een
koloniale en maritieme mogendheid
te worden, en de plannen zijn reeds
in de maak om nationale stoomvaart
lijnen tusschen Antwerpen en Oost-
Azië te scheppen.
De ver-bazende Belgische industrie
is voortdurend op de zoek naar nieuwe
markten. Zij heeft die broodnoodig.
Precies zooals Duitschland. Om die
reden werpen de Belgen zich met
kracht op het reusachtige Russische
rijk, en nu gaat hun nijverheid naar
China. Het is nog maar de quaestie
van een paar jaren, en dan, hoopt
koning Leopold, zal zijn wensch een
oorlogs- en handelsvloot, verwezen
lijkt zijn.
En bij zoo veel voor tvarendheid bij
onze buren, roept de correspondent
uit, zijn er bij ons nog vele Kamer
leden dio bezwaren maken om liet
Noordzeekanaal te verbeteren en aan
Amsterdam, onze historische handels
stad, een goeden waterweg naar zee
te verschallen
Volgens de Gaulois is Emile
Zola als eerelid van de Touringclub
de France geschrapt. Het bestuur
meende tol dezen stap te moeten
overgaan wegens het dr eigen van vele
leden om uit de vereetiiging te zullen
treden als Zola niet van de ledenlijst
geschrapt werd.
Hetzelfde blad weet verder mee te
deelen, dat vooral een schrijven van
generaal Rebillot het bestuur tot het
doen van dien stap heeft gedreven,
daar deze zoon van Mars had gedreigd
als lid te zullen bedanken en 16,000
leden met hem, als men Zola niet
van de ledenlijst afvoerde.
Intusschen heeft de secretaris van
de Touringclub aan een vertegen
woordiger van de Temps verklaard,
dat het bericht van de Gaulois be
treflende het uittreden in massa uit
de vereeniging wegens het lidmaat
schap van Zola, onjuist is. terwijl de
Figaro meedeelt dat over het al of
niet schrappen van Zola eerst na het
einde der Dreyfuszaak zal worden
beslist.
Te Rustenburg (Transvaal) heelt
Paul Kruger een toespraak gehouden,
die als een antwoord kan beschouwd
worden op Chamberlain's rede in het
Engelsche Lagerhuis. Kruger sprak
Chamberlain's beweringen tegen, en
schreef ze toe aan diens vrees voor
algeheele bevrediging van Zuid-Afrika,
want daardoor zou Engeland's geheime
wensch om Transvaal weer in te lijven,
verijdeld worden. De staatspresident
verklaarde nadrukkelijk dat hij aan
Engeland wilde toegeven in bijzaken,
maar niet in quaestiën waarbij de
zelfstandigheid van de republiek ge
vaar kon loopen.
Hongersnood.
Volgens de Russische Regeerings-
bode heeft hel misgewas in eenige
provincies geleid tol hongersnood,
waaruit besmettelijke ziekten, vooral
typhus, zijn voortgekomen. Het Roode
Kruis zond geneeskundige hulp, ter
wijl men verder de bevolking te hulp,
zal komen door verschaffing van warm
eten in plaats van meel, en door uit
breiding van de kostelooze volks
keukens.
Toekoe-Ocmar.
De vraag of Toekoe Oemar nu
werkelijk bij een treffen met onze
troepen in den nacht van 10 op 11
Febr. 11. gesneuveld is, wordt dooi
de Java-Bode uit een bron, waarvoor
het blad kan instaan, bevestigd.
Toekoe Oemar is aan de gevolgen
van de dien nacht bekomen verwon
ding overleden en in liet graf zijner
moeder te Moego bijgezet.
In een brief uit Kotaradja, voorko
mende in de Smnatra-Post, lezen wij:
«Het gerucht bevestigt zich meer
en moer, dat Oemar in het gevecht
bij Oedjong Kala in den nacht van
10 op 11 Februari zou gesneuveld
zijn. De hoofden uit het Melaboesche
brengon wapens van Oemar met gou
den gevesten naar den generaal. Zij
verklaren het lijk gezien te hebben.
Ook Toe koe Bin Wailu bevestigde
Oemar's dood."
Naar uit Baden-Baden aan het
Dagblad gemeldt wordt, zou H. M.
de Koningin 21 of 22 April te Baden
Weiier worden verwacht.
L. F. MEADE EN R. EUSTACE.
5)
Indien hij nog slaapt, is het niet geraden
hem te storen, maar er bestaat kans, dat hij
thans wakker is. Ik ben niet op de hoogte
van de papieren; ik wenschte wel, dat ik het
was. Het was zeker het beste voor u, dat gij
hem ontmoettet; volg mij naar boven."
"En weet gij wat,» riep Wickham ons
achterna; nik zal een cab gaan bestellen,
zoodat gij zoo min mogelijk tijd verliest, Mr.
Bell.»
Ik bedankte hem en volgde de vrouw naar
boven. De trap was smal en steil, en wij be
reikten weldra het kleine portaal aan het einde
er van. Er kwamen vier slaapkamers op uit.
Mrs. Murdock opende één der deuren, welke
vlak over de trap was, en wij traden beiden
binnen. In de kamer waren al de blinden
gesloten, en het was er erg donker in. Het
vertrek was klein, en het grootste gedeelte
van de ruimte was ingenomen door een ouder-
wetsche bedstede, waarvan de gordijnen ge
deeltelijk toegeschoven waren. Ik kon nog
juist den flauwen omtrek van een gelaat zien,
en ik hoorde duidelijk het zwakke steunen van
den zieken man.
»Och, hoe jammer, m'n echtgenoot slaapt
nog!» zeide Mrs. Murdock, terwijl zij zich zacht
naar mij omdraaide en haar vinger op den
mond legde. »Het zou zeer nadeelig voor hem
zijn, zoo ik hem wakker maakte,» ging zij
voort. »Gij kunt bij hem gaan en hem zien,
zoo gewilt; gij zult bemerken hoe ziek hij is.
Ik ben benieuwd, Mr. Bell, of ik u zal kunnen
helpen aan de papieren, welke gij behoeft.»
»Ik moet de stukken hebben, welke zijn
vermeld in lijst A,» antwoordde ik.
«Lijst A?» herhaalde zij, zacht sprekende.
»Ik herinner me dien naam. Waarschijnlijk
zijn al de bedoelde stukken in deze lade. Ik
denk, dat ik er u aan kan helpen.»
Zij liep, dit zeggende, de kamer door, en
nam, terwijl zij met haar rug naar de bedstede
gekeerd stond, een bos sleutels van een in de
nabijheid staande tafel en paste er één van in
het slot van een mahonihout bureau. Zij trok
een lade open en begon den inhoud te onder
zoeken.
Terwijl zij daarmede bezig was, naderde ik
het bed, en wierp, mij een weinig voorover
buigende, een onderzoekende blik op den zieken
man. Ik had Murdock nooit vóór deze gezien.
Er bestond niet de minste twijfel, dat hij ziek
was hij zag er inderdaad zeer ziek uit. Zijn
gezicht was lang en lijkachtig, de wangbeen
deren waren hoog, en de wangen er onder
waren holde pas geschoren lippen waren min
of meer geopend en enkele gebrokene onregel
matige tanden waren zichtbaar. De wenk
brauwen waren dun, en het haar was van het
hooge en gewelfde voorhoofd naar achter ge
streken. De man zag er doodziek uit. Ik had
zelden iemand gezien met een uitdrukking als
de zijne de geslotene oogen waren erg
ingezonken, en het steunen, dat van de lood
kleurige lippen klonk, was vreeselijk om aan
te hooren.
Na een langen en onderzoekende blik op
Murdock gevestigd te hebben, verliet ik het
bed, en was juist van plan Mrs. Murdock, aan
te spreken die bezig was met in de papieren,
welke in de lade lagen, te snuffelen, toen zich
een groote en onweerstaanbare nieuwsgierigheid
van mij meester maakte. Ik kon ei mij geen
rekenschap van geven, maar ik voelde mij
onweerstaanbaar gedrongen aan haar suggestie
toe te geven. Ik draaide mij weder om en
boog mij dicht over den zieken man. Er was
bepaald iets ééntoonigs ïd die zware ademhaling,
en ook die zuchten kwamen met wonderbaar
regelmatige tusschenpoozen. Nauwelijks besef
fende wat ik deed, strekte ik mijn hand uit
en legde die op het voorhoofd. Goeie Godwat
was dat? Ik voelde, dat ik koud werd; het
zweet brak mij uit. Ik had geen levend voor
hoofd aangeraakt. Het was onmogelijk, dat ik
mij vergisteik had hier met geen vleesch te
doen. De gedaante in het bed was nog een
levend, nog een dood mensch, doch een beeld
van was; maar hoe steunde het, en hoe was
het mogelijk dat het adem haalde?
Met de grootste inspanning onderdrukte ik
een kreet van verbazing, en toen Mrs. Murdock
mij naderde met de vereischte papieren in de
hand, nam ik ze op mijn gebruikelijke manier
van haar aan.
»Deze alle worden vermeld op lijst A,» zeide
zij. »Ik hoop, dat ik niet verkeerd handel met
ze u zonder toestemming van m'n echtgenoot
ter hand te stellen. Hij ziet er erg ziek uit,
vindt gij Diet?»
»Hij ziet er zoo slecht mogelijk uit,» ant
woordde ik. Ik begaf mij naar de deur. Het
een of ander in mijn toon moet haar veront
rust hebben, want de verwijde pupillen barer
lichtblauwe oogen drukten op zonderlinge wijze
vrees uit. Zij volgde mij de trap af naar be
neden. Een hansom wachtte mij. Ik maakte
een buiging voor Wickham, wachtte zelfs niet om
Mrs. Murdock een hand te geven, en sprong
in het rijtuig.