NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Hel leveren van een all.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
No. 26.
Zaterdag 1 April 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
Amersfoortsc
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het gelieele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Dc Amerikanen op de Philippijnen.
Wel zetten de Amerikaansche
troepen volgens de jongste berichten
uit Manilla de hoofdstad van de Philp-
pijnen, hun voorwaartsclie beweging
door en wel staan de verliezen aan
dooden en gewonden aan beide zijden
op grond van diezelfde mededeelingen
tot elkander in verhouding als één
tot tien (dat wil zeggen dat het ver
lies aan Amerikaansche zijde van één
man, hetzij ernstig gewond of gedood,
gewroken heet te worden door den
dood van minstens een tiental dus
genaamde insurgenten, die feitelijk
toch niets anders doen dan hun leven
zoo duur mogelijk verkoopen in den
kamp voor vrijheid en onafhankelijk
heid) doch men schijnt in Amerikaan
sche kringen te Washington en te
NewYork (in die kringen wel te ver
staan waar men wat verder ziet dan
het uiterlijk alleentoch lang niet
gerust te zijn, het Amerikaansche
leger staat nu aan het begin van een
uitputtenden, demoraliseerenden gue-
rilla-oorlog, waai bij de inboorlingen
krachtens hun vertrouwbaarheid met
het terrein, krachtens hun aan het
verderfelijke klimaat gewende gestel
en ondanks hun inferieur oorlogs
materiaal, verreweg in het voordeel
zijn
Natuurlijk kan er voor de Veree-
nigde Staten geen sprake van zijn zich
terug te trekken of, nu hei eenmaal
zoover is gekomen, in eenig opzicht
toe te geven aan de eischen der
Philippino's, voordat dezen zich aan
handen en voeten gebonden hebben
overgeleverd aan Broeder Jonathan",
doch er bestaat dan ook alle kans,
dat er van de zijde van Amerika
nieuwe en zware offers zullen moeten
worden gebracht.
De Philippino's verdedigen hun goed
recht met den moed der wanhoop
wel trekken zij telkens achteruit, doch
daardoor verwijderen de Amerikanen
zich dan toch altijd door verder van
hun oorspronkelijken operatie-basis,
waardoor hun taak steeds moeilijker
valt te vervullen en wel verre van
ontmoedigd te worden door hun aan
merkelijke verliezen, worden de Phi
lippino's er door aangevuurd tot vol
harding bij den voor hen heiligen
kamp voor hun rechten een voor
nemen, dat te gemakkelijker uit te
voeren is, doordien zij, zooals reeds
gezegd, het terrein en het klimaat
volkomen in hun voordeel hebben en
reeds over een maand liet regen
seizoen een aanvang neemt.
Het heet, dat de leider Aguinaldo,
vóór het er op los ging, tot generaal
Wheaton een boodschapper zond met
de vraag welke vredesvoorwaarden
hij meende te kunnen aanbieden en
dat de Amerikaansche legeraanvoer
der kortweg deed antwoorden alleen
te kunnen ingaan op een onvoor
waardelijke onderwerping waar
voor het, zooals Aguinaldo heel wel
inzag, immer nog tijd genoeg was!
Hij verklaarde dan ook dat. hij zich
nimmer zou overgeven en dat, indien
hij in het nauw gebracht werdt, hij
al de in zijn macht zijnde Spaansche
gevangenen zou afmaken vóór de
eindcatastrofe.
Omtrent de opnieuw opdeSamoa-
eilanden uitgebroken onlusten, waarbij
de Engelschen en Amerikanen tot
een bombardement overgingen, zijn
nog geen uitvoerige ambtelijke be
richten ontvangen. Hoewel er dus
nog niet met juistheid over den toe
stand valt te oordeelen, zijn de be
richten van Reuier toch van ernstigen
aard. Het schijnt niet minder dan
een conflict te zijn tussohen Engel
schen en Amerikanen eenerzijds en
Duitschland anderzijds.
Volgens Reuier heeft zich het geval
aldus toegedragenDe Amerikaan
sche admiraal Kautz had een ver
gadering belegd van de consuls en
de oudste marine-ofiicieren aan boord
van de Philadelphia, daar Mataafa
en de opperhoofden welke op zijn
hand zijn, voortgingen tegen het ver
drag van Belijn in, te handelen. De
vergadering besloot daarom, de voor-
loopige regeering te desavoueeren.
Ten gevolge daarvan gaf admiraal
Kautz bevel, dat Mataafa en zijn
hoofdlieden naar hun woouplaatsen
moesten terugkeeren. Mataafa verliet
daarop Mulinu en begaf zich naar
liet binnenland. De Duitsche consul
gaf intusschen een tegenbevel. Daaiop
omsingelden de aanhangers van Ma
taafa (den door Duitschland gesleun-
den koning) de stad.
De Britsche kruiser Royalist bracht
nu de op andere eilanden gevangen
gehouden aanhangers der Malietoa-
partij terug. Zoodoende moest de
oude strijd tusschen de beide preten
denten naar het koningschap wel
weer ontbranden. De aanhangers van
Mataafa barricadeerden de straten van
Apia binnen het gebied der munici-
paliteit en bezetten zelf Britsche
huizen; waarop hun een ultimatum
werd gezonden om liet gebied der
municipaliteil te ontruimen, anders
zou 15 Maart te éen uur liet bom
bardement beginnen. In plaats van
zich daaraan te storen vielen de
Mataafanen de stad aan. Daarop begon
op aanwijzing van den Amerikaan-
schen en Britsclien consul het bom
bardement op de dorpen der inboor
lingen, waarvan er eenige werden in
brand geschoten. Door een slecht
gericht schot kwam een splinter van
een granaat in het Duitsche consu
laat terecht zonder echter veel schade
aan te richten, waarop de Duitschers
zicli aan boord van de Fallce begaven.
De schepen Philadelphia, Royalist en
Porpoise namen aan het bombarde
ment deel, dat bij tusschenpoozen
voortgezet, acht dagen duurde. De
stemming tegen de Duitschers moet
zeer verbitterd zijn, voegt Reuter nog
aan zijn telegram toe.
PLAATSELIJKE RERICIITEN.
"Ons Huis."
»Ons Huis". Klonken die beide
woorden den leden der Amersfoortsche
Toynbee-Vereeniging die ter alge-
meene vergadering waren opgekomen,
niet heel even als ironie? Voor de
helft heette het in het jaarverslag,
was het g. bouw reeds aan de ver-
eeniging ontnomen, terwijl de ge
dwongen ontruiming van de andere
helft zich als een spookbeeld in het
verschiet vertoonde. De verhuurster,
de stad, had de lokalen noodig voor
de uitbreiding der H. B. S. die haar
natuurlijk meer aan het hart ligt dan
de Toynbee-Vereeniging. Was het dus
niet zot door dakloozen te hooren
spreken van »Ons Huis"? Zot? Neen,
het was zelfbewust. Niet het hoopje
steenen dat beschermen moet tegen
regen en wind vormt de groote be-
teekenis van Ons Huis. Die beiden
woorden hebben een moreele betee-
kenis gekregen die door den materi-
eelen nood niet kan worden wegge
nomen. De kracht van Ons Huis iigt
in de onderlinge te zamenhang der
leden, in liet zich gezellig en prettig
voelen bij en door elkaar, in de
beschaving die van haar cursussen en
clubjes uitgaat. Het teekende en het
moet de werkende leden goed gedaan
hebben dat in September 1.1., toen
wegens gebrek aan ruimte enkele
werkzaamheden stilstonden, vele oude
en nieuwe bezoekers van O.H. her
haaldelijk en in gespannen verwach
ting kwamen vragen wanneer dan
eindelijk de leemte zou zijn aangevuld.
In October was zoo goed en zoo kwaad
het ging in de behoefte voorzien en
van stonde af aan, zooals uit het
jaarverslag blijkt, werkte de vereeni
ging weer met uitstekend gevolg. De
mannenzaal, het groote aantrekkings-
punt voor vele vermoeiden en hen
die tegelijk de ongezelligheid thuis en
de vei lijding der herberg willen ont
vluchten werd even als het vorige
jaar druk bezocht. Gemiddeld zaten
er een 25 gezellig te praten of zich
door de lichte inspanning van domino
en damspel te ontspannen.
Veel succes had de vereeniging
ook met de oprichting eener kinder
bibliotheek. Op liet uur der uitreiking
van de boeken hebben een paar leden
de handen vol. Wie daarom nog
enkele kinderboeken renteloos heeft
staan zal wel doen door ze aan O. II.
ten geschenke te geven. Wij zijn er
zeker van dat ze met dankbaarheid
zullen worden aanvaard en wat
meer zegt zullen worden gebruikt.
Niet minder gaven de verschillende
cursussen groote stof tot tevredenheid.
Het deed werkelijk weldadig aan te
hooren, hoe deze en gene die reeds
op leeftijd was gekomen met den
grootsten ijver over het abboek zat
gebogen en zich met kinderlijke
eenvoudigheid verheugde over iedere
moeielijkheid die hij weer was te
boven gekomen. Wat was het een
genot voor de leerlingen in liet een
voudig boekhouden te kunnen melden,
dat zij het geleerde reeds in practijk
hadden gebracht en tot de ervaring
waren gekomen dat het vroeger on
bewust uitgeven van allerlei kleinig
heden tot verwaarloozing en verkwis
ting had geleid.
Wij mogen hier niet uitvoerig stil
staan bij alle resultaten die de cur
sussen hebben opgeleverd. Laten wij
er daarom alleen op wijzen dat de
lessen in Hand- en Lijnteekenen in
Strijken en Verstellen met groote
belangstelling werden gevolgd en dat
er steeds meer aanvragen kwamen
om tot die lessen te worden toege
laten.
Zal aan die aanvragen kunnen
worden voldaan. Zullen de plannen
kunnen worden uitgevoerd om meer
dere cursussen te openen, om ook
aan meisjes de eerste beginselen van
het boekhouden te leeren, om les te
gaan geven in liet zoo gewensclite
knippen naar maat en model? Voor
een groot gedeelte zal dat afhangen
van den steun dien O.H. bij Amers-
6)
L. F. MEADE EN R. EUSTACE.
Hij schelde en gaf zijn bevelen. Na verloop
van enkele minuten trad de rijtuigverhuurder
binnen. Ik deelde hem haastig mede, wat ik
verlangde. Eerst zeide hij, dat het onmogelijk
was, dat zijne beste paarden uit waren, en
dat degene, die hij nog op stal had, onmoge
lijk zoo'n reis konden ondernemenmaar toen
ik mijn kassiersboekje voor den dag haalde
en hem een zekere som in voorschot aanbood,
aarzelde hij.
"Natuurlijk is er één manier, waarop het
kan geschieden, sir. Ik rijd zelf u tot Oven
den, dat vijf en twintig mijlen van hier ligt.
Ik weet, dat wij dadr een paar versche paar
den kunnen krijgen in de "Zwaan"; en als
wij van hier terstond telegrapheeren, zouden
er paarden gereed staan te Carlton, wat nog
maals een twintig mijlen verder is. Maar op
zijn mooist, sir, zal het wel tusschen twee en
drie uur in den morgen zijn, vóór wij te Brent
aankomen.»
"Het spijt me, dit van u te hooren," ant
woordde ik; «maar het is beter er aan te
komen, dan tot morgen te wachten. Zend
zonder verwijl de noodige telegrammen af, en
maakt het rijtuig gereed."
"Span terstond de paarden in, John," zeide
de chef. "Je deed het best, dat je het kleine
wagentje nam. Daarmeê kun je er tusschen
éénen en tweeën in den morgen zijn."
Daarop liet hij er, terwijl de man de
kamer verliet, op volgen:
»Ik veronderstel, sir, dat uw zaak wel zeer
dringend moet wezen.»
»Dat is zij,» hernam ik kortaf.
Hij keek, alsof hij lust had mij verder te
vragen, maar hij bedwong zich.
Enkele oogenblikken later had ik naast den
koetsier plaats genomen, en wij spoedden ons
in een flinken draf door de straten van Liver
pool. Wij hadden weldra de voorsteden achter
ons, en kwamen in het open veld. 't Was een
heerlijke avond, en het land zag er schoon
uit. Ik kon, toen ik door de vreedzame land
streek reed, me maar moeielijk voorstellen,
dat er allerwaarschijnlijkst een treurige daad
werd overwogen, en dat het jonge mensch,
voor wien ik een oprechte genegenheid had
opgevat, en levensgevaar verkeerde.
Terwijl ik zóó aan de zijde van mijn reis
makker zwijgend verder reed, overwoog ik
den geheelen toestand. Hoe meer ik er over
nadacht, hoe minder de zaak mij aanstond.
Aan boord van de Euphrates had Wickham
zich aan Cressley buitengewoon gelegen laten
liggen. Cressley had zelf hem zijn bijgeloovige
vrees ten opzichte van de toornkamer mede
gedeeld. Cressley was met een fortuin huis
waarts gekeerd; en zoo het hem gelukte zijn
syndikaat op te richten, zou hij een millionair
zijn. Wickham zag er alles behalve als een
rijk man uit. Dan, hoe zou hij Murdoch ken
nen, en waarom zou er een pop in Murdoch's
bed zijn gelegd? Waarom zou ik door een
alleronnatuurlijkst toeval mijn trein hebben
gemist
Hoe langer ik er over nadacht, hoe ernstiger
mijn vrees werd. Langzamerhand viel de
duisternis over het land, en vervolgens deed
de opkomende maan de landstreek baden in
haar tooverachtig licht. Ik was vóór dezen
op menige onaangename expeditie uit geweest,
maar in zeker opzicht nooit op een zoo ont
zettende als deze. De volkomene onzekerheid
waarin ik verkeerde, daar zij eenvoudig op
onzekere vermoedens rustte, gaven er iets
onbeschrijfelijk geheimzinnigs aan.
Wij kwamen goed vooruit en bereikten
Ovenden 's avonds tusschen negen en tien uur.
Hier stonden paarden voor ons klaar, en wij
vervolgden onze reis. Toen wij evenwel te
Carlton kwamen deed zich een hinderpaal voor
de uitvoering van mijn goed overlegd plan op.
Wij hielden stil vóór de kleine herberg, wéér
alles duister was en de bewoners blijkbaar te
bed lagen. Met eenige moeite wekten wij den
kastelein en vroegen hem, waarom de paarden,
welke wij per telegraaf besteld hadden, niet
gereed stonden.
"Dat deden wij niet op grond van het tweede
telegram,» was het antwoord.
«Het tweede telegram!» riep ik met klop
pend hart. »Wat bedoel je?»
»We kregen er twee, sir; beide kwamen
van hetzelfde station. Bij het eerste werd ons
bericht, tot eiken prijs paarden beschikbaar
te hebben. Het tweede sprak het eerste tegen
en zeide, dat de Heer van plan was veranderd,
en niet kwam. Na ontvangst van dit laatste,
sir, sloot ik, zooals gewoonlijk m'n huis, en
we gingen allen naar bed. Het spijt me zeer,
zoo er een vergissing heeft plaats gehad.»
»Dat heeft er werkehjk, en wel een vreeselijk,»
mompelde ik onwillekeurig. Mijn vrees werd
grooter dan ooit. Wie had het tweede telegram
afgezonden Was het mogelijk, dat ik was
achtervolgd geworden door Wickham, die deze
maatregelen nam om mij te misleiden?»
(Wordt vervolgd.)