NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
Hel leverei vai een al.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Nu. 29.
Woensdag 12 April 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten qaar plaatsruimte.
In Frankrijk werd Maandag de
zitting der Algemeene Raden (Provin
ciale Staten) geopend. In de meeste
hielden de Voorzitters openings toe
spraken, waarin zij hulde brachten
aan den overleden President Faure
en het nieuwe Hoofd van den Staat
verwelkomden.
Tijdens het verblijf van den Presi
dent in zijne geboorteplaats Monteli-
mar heeft de overheid aldaar weinig
rust gehad, blijkt nu. Naamlooze
brieven waren namelijk ontvangen,
waarin gedreigd werd met bet in
brand steken van de hoeve van
Mevrouw Loubet 's Presidents hoog
bejaarde moeder, te Marsanne, en
onvangrijke maatregelen heeft men
toen genomen om die te beschermen,
waarbij een en ander natuurlijk voor
de familie en den feestvierenden zorg
vuldig geheim werd gehouden.
Misschien was liet zoo erg niet
gemeend, zal men zeggen. Maar als
grap zijn dergelijke dingen haast nog
treuriger dan als ernstig bedoeld
Een telegram uit St. Quentin aan
den Petit Parisien meldt, dat de
gewezen adjudant Tornier, vroeger
secretaris van kolonel Henry zelfmoord
heeft gepleegd, na ontvangst van een
telegram, waarin hij naar Parijs
geroepen werd.
De Figaro van gisteren bevat het
verhoor van generaal Gallifet; deze
verklaarde dat generaal Darras na
de degradatie gezegd heeft, dat Drey
fus voortdurend zijn onschuld be
tuigde.
De betrekkingen van Esterbazy
met buiienlandsche agenten waren
algemeen bekend. De Engelsche gene
raal Talbot zeide overtuigd te zijn
dat Esterhazy meededeelingen deed
tegen geldelijke betaling.
Generaal Gallifet acht Picquart niet
in staat om een schurkenstreek uit
te halen.
De getuige Painlevé verklaarde, dat
de heer Hadamard steeds Droyfus als
onschuldig had beschouwd.
De getuige Casimir-Perier, oud
president der Republiek, sprak van
de stappen, gedaan door den Duit-
schen gezant, aan wien werd verklaard,
dat het borderel in de Duitsche
ambassade gevonden was. Hij voegde
erbij, dat generaal Mercier hem bad
gezegd, dat het stuk met de uitdruk
king: Ce canaille de D.aan den
krijgsraad was voorgelegd. President
Perier bad niet den indruk gekregen,
dat die mededeeling tot de rechters'"
beperkt was. President Perier ver
klaarde bovendien nooit van een
bekentenis van Dreyfus gehoord te
hebben.
Do koningin-regentes van Spanje
beeft een besluit geteekend tot be
taling van de rente en de amortisatie
van deobligatiesderFilippijnsche schuld
Een telegram van generaal Otis
behelst dat generaal Lawton gister
ochtend Santa Cruz, de voornaamste
stad aan de Laquinade-baai, veroverd
beeft. De Amerikanen hadden 6 ge
kwetsten. De opstandelingen, die op
de vlucht gedreven werden, lieten 08
dooden en een groot aantal gewonden
achter. Een aanzienlijk aantal opstan
delingen werden gevangen genomen.
Generaal Lawton zal den vijand iu
westelijke richting achtervolgen.
De Russische pers is vol van be
richten over de ellende in noodlij
dende districten. De voreeniging van
het Roode Kruis beeft 31 doctoren,
35 geneeskundige studenten, 16 heel
meesters en 170 verpleegsters gezon
den.
De Russische regeering zelf heeft
een krediet van ruim vier miljoen
beschikbaar gesteld voor het verschaf
fen van voer aan de paarden van de
boeren in de noodlijdende gouverne
menten.
11H. MM. de Koningin en de
Koningin-Moeder zullen Maandag naar
het buitenland vertrekken. Na een
afwezigheid van een vijftal woken
zullen HH. MM. naar Het Loo terug-
keeren. Reizende onder de namen
van gravin en gravin moeder Van
Buren, zullen Zij zich begeven naar
Lysburg, nabij Badenweiler.
Het gevolg van HH. MM. zal be
staan uit jonkvr. Van de Poll, dame
du palais honoraire der Koningin,
hofdame der Koningin Moeder; baron
nesse Sloet van Marxveld en baron
nesse De Constant Rebecque, hof
dames der Koningin; luit.-generaal
graaf Dumonceau. adjudant-generaal,
chef van het Militaire Huis; majoor
jhr. van den Bosch, adjudant; graaf
van Bylandt, kamerheer en de kamer
heer De Vos van Steenwijk, referen
daris van liet Kabinet der Koningin.
Prinses Elisabeth van Waldeck
en Pyrmont, die geruimen tijd de
gast was van Hare Majesteiten, is
per Staatsspoor naar Duitsehland
teruggekeerd.
De officieele uitnoodigingen voor
de conferentie over de ontwapening
zijn door de Nederlandsche regeering
verzonden. De minister van buiten-
Iandsche zaken heeft aan de diploma
tieke vertegenwoordigers van Neder
land in den vreemde opgedragen die
uitnoodigingen aan de gouvernemen
ten, bij welke zij zijn geaccrediteerd,
over te brengen.
In het kort wordt daarbij de wor
dingsgeschiedenis der conferentie
het lofwaardig initiatief van den
Czaar, om door een internationale
bespreking de zegeningen des vredes
te verspreiden en zoo mogelijk te
komen tot matiging van de over
dreven wapening; de algemeen gun
stige ontvangst die dat voorstel heeft
genoten de tweede nota van de Rus
sische regeering, waarbij de onder
werpen van bespreking nader werden
aangeduid in herinnering gebracht
en vermeld dat de Czaar, om staat
kundige redenen de bijeenkomst liever
niet in de hoofdstad van een der
groote mogendheden willende houden,
aan onze regeering de eer bewees den
Haag voor dat doel te kiezen. In
overleg met II. M. de Koningin, die
zeer ingenomen was met het denkbeeld
van den Russischen Keizer, nam
ons gouvernement gaarne het eer
volle aanbod aan, en thans wordt
den diplomatieken vertegenwoordigers
van Nederland dus verzocht de re
geeringen, bij welke zij zijn geaccre
diteerd, uit te noodigen aan de
conferentie deel te nemen en haar
vertegenwooi digers aan te wijzen,
onder mededeeling dat de bijeenkomst
is bepaald op den 18en Mei e.k. en
dat de tweede nota van de Russische
regeering den grondslag zal uitmaken
van de te voeren beraadslagingen.
De volgende Europeesche staten
zijn uitgenoodigd
Rusland, Zweden en Noorwegen,
Denemarken, Engeland, Nederland,
België, Luxemburg, Duitsehland, Oos-
tenrijk-Hongarije, Servië, Roemenië,
Montenegro, Turkije, Griekenland,
Italië, Spanje, Portugal, Frankrijk en
Zwitserland.
Buiten Europa zijn genoodigd de
VereenigdeStaten van Noord-Amerika,
Siam, Perzië, China en Japan.
Z. Exc. de heer Goeman Borge-
sius, minister van binnenlandsche
zaken alsook Zijne Excellentie jhr.
Van Pestel, buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister van Nederland
te Brussel hebben het eerelidmaat
schap van het XXVste Nederlandsch
Taal- en Letterkundig congres aan
vaard.
Verleden Vrijdag is in de commis-
siën van den Gentschen gemeenteraad
besloten een hulpgeld van duizend
frank te verleenen voor de inrichting
van het aanstaande congres.
In de vorige week te Parijs
gehouden vergadering van het con
gres tot bestrijding van het misbruik
van den alcohol sprak voor Neder
land mr. baron Mollerus van Wost-
kerke, commissaris der Koningin in
Gelderland, die stilstond bij het heuge
lijk feit dat een der ijverigste mede
standers in den strijd tegen het alco
holisme, oud-lid van het permanent
comité, die meermalen de congressen
bijwoonde, mr. Goeman Borgesius,
thans minister is van Binnenlandsche
Zaken, en toonde aan hoe Z.Ex. zoo
wel door de invoering van het ver
plicht onderwijs in het alcoholisme
op de normaalscholen en kweekscholen,
als door het brengen van een post
op de begrooting voor subsidieeren
van vereenigingen die het alcoholisme
bestrijden, en door de toezegging van
wijziging der drankwet, getoond heeft,
steeds voor de goede zaak werkzaam
te willen blijven.
Naar men verzekerd bestaat liet
voornemen de Eerste Kamer tegen
15 Mei bijeen te roepen.
De krachtige poging, door het
Utrechtsch damescomité beproefd,
om door een fancy-fair te Utrecht
het Centr.Comité ter oprichting en
instandhouding van Volks-Sanatoria
in verschillende deelen des lands,
flink te steunen, mag zich in de
medewerking van zeer velen uit alle
oorden des rijks verheugen.
Het Utrecbtsche damescomité heeft
aan de voorgenomen fancy-fair eene
groote loterij van kunstvoorwerpen
(schilderijen, aquarellen en etsen)
verbonden a f '250 per lot, en het
beroep, door dat comité gedaan op
den steun van kunstbeoefenaren,
lieeit algemeen weerklank gevonden.
Te midden van den strijd om
het bestaan vervolgt de Maatschappij
van Weldadigheid, te Frederiksoord
L. F. MEADE EN R. EUSTACE.
9)
Eeiiige seconden langer onder die zware
massa, en hij was gestikt. Door welk een
samenloop van omstandigheden was ik juist op
het geschikte oogenblik tot hem gekomen!
We moeten hem nit deze kamer dragen
vóór hij tot bewustzijn komt,» zeide ik tot den
ouden man, die verwonderd en door schrik
bevangen was.
»Maar, sir, in 's hemels naam, wat is er
gebeurd
«Laten we het bed onderzoeken en ik zal
het je vertellen.» zeide ik. »Ik hield, terwijl ik
sprak, den blaker in de hoogte. Een blik op
de steilen was voldoende om te doen be
grijpen, hoe het in zijn werk was gegaan. De
hemel, waarop de zware matras was gelegd,
was in de hoogte gehouden door sterke koorden,
welke door katrollen aan den top van de steilen
liepen. Deze koorden waren dik en sterk genoeg
om de spanning te doorstaan. Als men de
koorden liet vieren, moest de hemel, met zijn
zwaar gewicht, snel op den ongelukkigen slaper
zakken, die er binnen weinige minuten onder
gesmoord zou worden. Wie had dit moord
dadig plan bedacht en uitgevoerd?
Er was geen levende ziel te zien.
«We zullen Mr. Cressley in een andere kamer
brengen en dan terugkomen,» zeide ik tot den
huisbewaarder. »Is er een, waarin we hem
kunnen leggen?»
«Ja, sir,» was het onmiddelijk antwoord«er
is een kamer op de volgende verdieping, welke
voor u in gereedheid was gebracht."
«Uitstekend,» antwoordde ik, «we zullen hem
daar terstond heenbrengen.»
Wij deden zóó, en na hem eenige opwekkende
middelen toegediend te hebben, kwam hij tot
zichzelven. Toen hij me zag, keek hij me aan
met een uitdrukking van ontzetting op het
gelaat.
«Leef ik, of is het een droom?» vroeg hij.
«Gij leeft, maar gij zijt ter nauwernood aan
den dood ontsnapt,» antwoordde ik. En daarop
vertelde ik hem, hoe ik hem had gevonden.
Hij was overeind gaan zitten toen ik begon
te spreken, en toen ik mijn verhaal vervolgde,
zette hij groote oogen op, waaruit zulk een
angst sprak, als ik maar zelden heb gezien.
«Gij weet niet, wat ik heb doorleefd,» zeide
hij ten laatste. »Ik verbaas er mij alleen over,
dat ik mijn verstand niet heb verloren. O, die
ontzettende kamergeen wonder dat de men-
schen dóór stierven of gek werden
«Welnu, spreek, Cressley, ik ben geheel
aandacht,zeide ikj e zult j e beter gevoelen,
als je je gemoed hebt ontlast.»
«Ik kan je met weinige woorden vertellen,
wat er gebeurd is,» antwoordde ik. «Je weet,
dat ik je meêdeelde, hoe ik er in het algemeen
tegen opzag, hier heen te gaan. Den eersten
avond kon ik niet besluiten in het huis te
slapen, en ik ging naar de kleine herberg te
Brent. Ik ontving gisteren je telegram, en
ging naar het station om je van den laatsten
trein te halen. Toen je niet kwaamt verkeerde
ik in tweestrijd; maar ik kon geen behoorlijk
excuus bedenken om de oude plaats te ont
vluchten, en dus keerde ik huiswaarts. Mijn
plan was, het grootste gedeelte van den nacht
op te zitten en in de bibliotheek de papieren
in orde te brengen. De dagen zijn thans lang,
en ik dacht naar bed te gaan als de dag aan
brak. Maar ik was ontzettend slaperig, en ging
even over éénen naar mijn kamer. Ik had me
voorgenomen aan niets onaangenaams te denken,
en ging, na eerst veiligheidshalve de deur afge
draaid te hebben, gauw naar bed. Ik legde
den sleutel onder mijn hoofdkussen, en viel,
daar ik zeer vermoeid was, spoedig in een
diepen slaap. Ik werd plotseling, zooals het
mij toescheen reeds na enkele minuten, wakker
en vond de kamer in donker, daar de maan
juist moest zijn ondergegaan. Ik was nog erg
slaperig, en ik verbaasde me er in het voor
bijgaan over, dat ik juist wakker was geworden,
toen me eensklaps, zonder eenige waar
schuwing en zonder eenige reden een ontzet
tende, buitensporige angst overviel. Een onbe
stemd voorgevoel zeide me, dat ik niet alleen
was, dat de eene of andere persoon in mijn
onmiddellijke nabijheid vertoefde. Ik denk niet,
dat de zekerheid van een onmiddellijken dood
mij een grooteren angst kon aangejaagd hebben,
dan die, welke zich eenklaps van me meester
maakte. Ik durfde hand noch voet te bewegen.
Mijn denk- en weerstand vermogen was verlamd.
Eindelijk vond ik, door een ontzettende inspan
ning, de kracht om het ergste te zien. Tegen
het behangsel in den uitersten hoek der kamer
stond in de duisternis een gedaante. Zij stond
ddór volmaakt onversaagd, en scheen een zon
derling licht uit te stralen. Het overkwam mij
nooit, dat me eenige poets werd gespeeld. Ik
hield me overtuigd, dat ik een voorvader
tegenover me zag, Barrington Cressley, die
was teruggekomen om me te martelen, teneinde
te bewerken, dat ik van de bezitting afstand
deed. De gedaante was die van een man van
zes voet lang en naar evenredigheid breed.
(Wordt vervolgd.)