NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 32. Zaterdag 22 April 1899. Aclit-en-twiiitigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND. BINNEN LAND. KT GEHEIM VAN DE HONDE HAMER. 2) Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het schijnt nu locli zeker te zijn, dat hot Hof van Cassatie te Parijs een riieuw aanvullingsomlerzoek in •zake Dreyfus zal instellen en verschil lende personen met elkaar eonfron- teeren. In een der eerstvolgende zittingen van liet Hof zal kapitein Freystadter. die waarschijnlijk zal verklaren dat er geheime stukken aan den krijgsraad van '94, waarvan hij deel uitmaakte, zijn overgelegd, worden verhoord Ook zal, zooals reeds is meegedeeld, generaal Roget met betrekking tol zijn verklaringen nopens Henry met den rechter van instructie Bertulus worden gecon frontecrd. Verder zal nog de staatsraad Lépine, die in 1894 prefect van politie was en als zoodanig het proces- Dreyfus van het begin tot op het oogenblik dat de Krijgsraad zich in de raadkamer begaf, heeft bijgewoond, worden gehoord. Naar verluidt zouden de leden van de strafkamer zich tegen deze maatregelen hebben verzet doch de revisionistische pers is er begrij pelijker wijze zeer mee ingenomen. Vooral ook van do confrontatie van generaal Roget met Picquart heeft men veel verwachting. Of de verhoo- ren en confrontaties nog deze week. dan wel Maandag zullen beginnen is nog niet met zekerheid vastgesteld. De rechter van instructie Pasques heeft nu ook een beslissing genomen in zake Paul Déroulède en llabert, die ter gelegenheid van president Loubet's vei kiezing een »staatsgreep" hebben willen plegen. Pasques heeft hen naar de Kamer van Inbeschul digingstelling verwezen, welke nu beslissen zal of zij onder de volgen de dubbele aanklacht voor het Hof van Assisen hebben te verschijnen le. door toespraak derden tot het plegen van een aanslag tegen den staat aangespoord te hebben, en 2e. door toespraak militairen tot insubor dinatie te hebben willen verleiden. Het lijdt geen twijfel meer of de Amerikanen hebben op de Filippijnen een gevoelig verlies geleden. Nader blijkt dat een deei der bemanning van de Amerikaansche kanonneerboot Yurktown die den 12 April voor Daler, een plaats aan de Oostkust van het eiland Luzon, is verschenen om de daar nog in garnizoen liggende Spaan- sche bezetting van 80 man en drie officieren aan boord te nemen, in een hinderlaag gevallen en door deFilip- pijners gevangen genomen is. De Amerikaansche afdeeling stond onder bevel van luitenant Gilmore; omtrent het lot der gevangenen is verder nog niets bekend, daar de op standelingen weigerden met de Ame rikanen in verbinding te treden. Behalve luitenant Gilmore worden 5 dek- en onderofficieren en ongeveer 10 matrozen vermist, dus geen 140 manschappen zooals eerst werd gemeld. lntusschen wordt uit Washington, waar deze laatste tijdingen groote ongerustheid hebben verwekt, vooral ook het terugtrekken van generaal Lawton op Manilla, waar men een*opstand scheen te vreezen gemeld, dat voorname Filippijners uit Manilla een beweging leiden, die ten doel heeft vredesonderhandelingen met de Amerikanen te openen daar zij genoeg van den oorlog hebben. Generaal Otis blijft, niettegenstaande herhaaldelijk is gemeld, dat de vrij willigers op Luzon bijna aan het muiten slaan, omdat hun diensttijd om is en zij toch niet naar huis worden gezonden, optimistisch seinen dat de geest onder de troepen goed is. De vrijwilligers die geen tweede verbintenis willen aangaan, zullen nu echter toch naar Amerika terugge bracht worden. Misschien is dit ter hunner kennis gebracht, tengevolge waarvan zij zich nu rustig houden. Uit Manilla komt ook het bericht dat Zamboango op liet eiland Mindanao in handen der Filippijners is gevailen Dit bericht eisclit evenwel nog be vestiging. Veertien duizend man (niet 40,000) geregelde troepen zullen wederom ter versterking van generaal Otis' leger macht naar Manilla worden gezonden .zoodra de transportschepen gereed zijn. De keizer van Duitschland is gis termorgen zijn voorjaarsreis begonnen, welke hem waarschijnlijk langen tijd van Berlijn afwezig zal doen zijn. Gister heeft hij zich naar den Wartburg bij Weimar begeven, waar hij als gast van den groothertog aan de Auerhahnjacht zal deelnemen. Den 23 April brengt hij zijn jaarlijkse!) bezoek aan Dresden om koning Albert van Saksen, die nu 71 jaren wordt, geluk te wensclien. Vervolgens brengt de keizer dan geiuimen tijd in Wies- baden door. Dr. Schaepiiian over «Leerplicht." Op uitnoodiging der Roomsch- Katholieke Kiesvereeniging te llee- renveon trad aldaar als spreker op Dr. Scliaeprnan, met het onderwerp »De eenheid der Katholieke Partij." Des te belangrijker was deze rede, omdat de spreker bij de beantwoor ding der vraag: »Is eenheid bij de Katholieke Partij noodig? daaraan verbond het vraagpunt van den dag: Leerplicht. Spreker zag in leerplicht geen be ginselkwestie in strijd met de Roomsch- Katholieke partij, doch eene vraag van de praktijk, nl. «Mag de Staatsbemoeiing zich op een gebied, dat niet tot het zijne behoort, zoover uitstrekken en is in ons land het met de uitoefening van den plicht der ouders zóó gesteld, dat Staatstusschenkomst beslist nood zakelijk is? Volgens spreker gaf de percentage van het absoluut verzuim geene be schamende cijfers en was liet cijfer van het betrekkelijke verzuim niet onrustbarend. Spreker beantwoordde de vraag aldus gesteld dan ook ontkennend, maai vvenschte twee opmerkingen te maken. a. Uit de percentage van absoluut verzuim bleek, dat de ouders liet schoolgaan goed bevorderden. Welnu, welk bezwaar is er dan, dit in de wet op te nemen? Men wil niet ge dwongen worden, maar men zij toch niet bevreesd voor den schijn. b. De percentage van het betrek kelijk verzuim is omgeslagen over liet eeheele land, wat spreker eene gevaarlijke operatie noemde. Dat verzuim kweekte eene soort van vagebonderie, een gevaarlijk proletariaat, niet enkel ten platten- lande, doch ook in de steden en legen die kwaal want dat is ze diende genezing te worden aan gewend. Van gemeentewege? De ondervinding leert dat de gemeente onmachtig is en sprekers overtuiging is, dat het centraal burgelijk gezag tegen het euvel moet optreden. Het voorgestelde herhalingsonder- wijs kan sprekers goedkeuring niet wegdragendoor gebrek aan per soneel bij het bizonder onderwijs zag hij daarin een aanslag op dat onder wijs, Overigens zag spreker in liet wets ontwerp geen schade voor het bij zonder onderwijs, er was zelfs kans geboden, dat van Rijkswege de hulp middelen voor dat onderwijs zouden versterkt worden. Eene belofte in dien zin was gedaan, en spr. ver trouwde wel, dat men deze gestand zou doen. Zoo niet, dan zouden de afgevaardigden de kiezers daaraan wel herinneren. Waar het de eerste plicht dei- Katholieken was te zorgen in het onderwijs te storten den geest Gods, daar was de tweede plicht te vrij waren tegen onkunde. In onderwijs ligt ook eene zede lijke kracht, die den geest verheft Bij leerplicht zorge de Regeering voor eene krachtige leidende hand met kloek verstand en grooten eer- beid voor andersdenkenden. De Katholiekeu riep hij toe: »Laat ons trachten de wet zoo goed te maken als zij maar kan, opdat zij medevverke tot ontwikkeling van de verstandelijke welvaart van het Neder- landsche volk". De begaafde spreker werd her haaldelijk toegejuicht. Eigenaardige wedstrijd. Dooi den welbekenden Tilburgschen fa- briekant van muziekinstrumenten M. J. 11. Kessels is iets eigenaardigs uit gedacht op het gebied van wedstrijden nl. een wedstrijd van militaire muzi kanten in het componeeren van een marsch. De jury bestaat uit de oudste en voornaamste militaire kapelmeesters van ons land en wel de heeren N. A. Bouwman, directeur der Kon. Milit. Kapel der grenadiers en Jagers te 's-Hage. G. K. G. van Aken, P. A. Stenz, Bern Relil, kapelmeester van het. 5e en 6e en 2e regt. infanterie, J. Koning, kapelmeester der marine te Den Helder. Deze jury heeft de theoretische beoordeeling beëindigd en uit de in gekomen compositiën, de 12 beste marschen gekozen die nn op e. k. Zondag 23 April voor het publiek zullen worden uitgevoerd door het muziekkorps bestaande uit 60 execu tanten onder leiding van den heer Kessels zelf. Een tweede aardig idee is het van den heer Kessels het auditorium ook aandeel in de beoordeeling te geven en wel zal er een speciale prijs toe gekend worden, aan dien marsch, die door de toehoorders als de be- valligste wordt gehouden. Naar het Engelseh VAK L. F. MEADE EN R. EUSTACE. ToeD zij weder bijkwam, was zij suf en zweeg, en men kon niets meer uit haar krijgen. De oude man, de herbergier, verklaarde, dat het meisje onnoozel was, maar hij poogde niet te ontkennen, dat het huis den naam had, dat het er in spookte, en zeide, dat hij zelf Went- worth verzocht had, er niet zijn intrek in te nemen. Dat is zoo ongeveer de geheele ge schiedenis. De coroner schijnt, na het door hem ingesteld onderzoek, geen boos opzet aan te nemen, maar ik heb zeer sterke vermoedens, dat dit wel degelijk in het spel is. Wat ik van u verlang is, dat gij onderzoekt, of mijne vermoedens gegrond zijn. Wil je die zaak op je nemen?» «Zeker wil ik dat,« heruain ik. «Wees alleen zoo goed, me nog eenige verdere bijzonder heden mede te deelen, en me een geschreven document te geven, dat ik, zoo noodig kan toonen ten bewijze, dat ik in gevolge je last geving handel.» Edgcombe voldeed aan mijn verzoek en spoe dig daarop vertrok ik. Het geval kwam mij voor een gewichtig probleem te zijn, en ik hoopte, zoo gelukkig te wezen, het op te lossen. Dien avond maakte ik omzichtig een plan. Ik zou den volgenden morgen vroeg op reis gaan, en voor mijn doel het uiterlijk van een amateur- photograaf aannemen. Het eerst van alle zou ik een klein dorp, Harkliurst, genaamd, be zoeken, en dibir mijn intrek nemen in de her berg de «Crown and Thistle". Wentworth had diiar een veertien dagen vertoefd, toen hij zich de eerste maal op reis begaf voor zijn opdracht om schetsen te maken van de rivier de Merran. Ik koesterde de hoop, da4r eenige inlichtingen te ontvangen. De omstandigheden moesten mijne verdere schreden leidden, maar mijn voor nemen was van Hakhurst naar de Castle Inn» te trekken, welke ongeveer zes mijlen hooger de rivier op lag. Dit was de herberg, waar het treurspel had plaats gehad. Tegen den avond van den volgenden dag kwam ik te Harkhurst aan. Toen mijn rijtuig vóór de «Crowil and Thistle" stilhield stond de herbergierster in de deuropening. Het was een knappe vrouw met een goedaardig gezicht. Ik vroeg of zij mij kon herbergen? «Zeker, sir!» antwoordde zij. Zij ging met mij de kleine herberg binnen, geleidde mij naar boven, en wees mij eennet,gemakkelijkkamertje, dat op de binnenplaats uitzag. Ik zeide, dat het mij uitnemend beviel, en zij vloog naar beneden, om mijn avondmaal gereed te maken. Na dit maal, dat uitstekend bleek te zijn, besloot ik den kastelein in de gelagkamer op te zoeken. Ik kwam tot de ervaring, dat het een spraakzaam en mededeelzaam man was. «Dit is een afgelegen plaats,» zeide hij «het gebeurt niet dikwijls, dat hier iemand een maand achtereen logeert.» Al sprekende liep hij naai de deur, eu ik volgde hem. De avond begon te vallen, maar desnietemin trof mij het schilderachtige van het kleine gehucht. «En toch is het een bekoorlijk plekje,» zeide ik. «Ik zou zoo gedacht hebben, dat de plezier- reizigers elkander hier verdrongen. Het is ten minste een ideale plaats voor photografen.» «Gij hebt gelijk, sir,» hernam de man, «en ofschoon we niet dikwijls gezelschap hebben, dat hier logeert, neemt nu en dan toch een rondreizend artist, bij ons zijn intrek. Nog geen drie weken geleden,» ging hij voort, «hadden wij hier een heer zooals gij, alleen een beetje jonger, die een paar weken bij ons bleef. Het was een artist, en hij teekende van den morgen tot den avond och, die arme kerel!» «Waarom zegt gij dat?» vroeg ik. «Daar heb ik alle reden voor, sir. Hier, vrouw,» ging de herbergier, over zijn schouder naar Mrs. Johnson, de herbergierster, die thans op het tooneel verscheen, kijkende voort. «Mijnheer hier vroeg me naar onzen gast, Mr. Wentworth, maar wellicht is het beter, dat wij hem van avond door zulk een treurige geschiedenis niet ontstemmen. «Doe het, als ik u verzoeken mag,» zeide ik; «wat gij u er reeds van liet ontvallen, heeft mijn nieuwsgierigheid gaande gemaakt. Waarom beklaagt gij Mr. Wentworth?» «Hij is dood, sir,» zeide de herbergierster met sombere stem. Ik veinsde te rillen, en zij vervolgde «En het was volkomen zijn eigen schuld. Ach, goede hemel! als ik er aan denk, dan komen me schier de tranen in de oogen. Het was zoo'n aardige heer als ik maar zelden heb gezien, en zoo begaafd en hartelijk. Welnu, sir, alles ging goed tot hij op zekeren dag tot me zeide: «Ik sta op het punt u te verlaten, Mrs. Johnson. Ik ga naar een kleine plaats «Castle Inn» genaamd, hooger de Merran op. «De «Castle Inn!» riep ik. «Neen Mr. Went worth, daar gaat gij niet heen, zoo gij prijs op uw leven stelt.» «En waarom niet?« zeide hij, mij met zulke vroolijke blauwe oogen aanstarende, als gij ooit in iemands hoofd hebt gezien. «Waarom moet ik de «Castle Inn» niet bezoeken? Ik heb een opdracht, eenige teekeningen juist van dat ge deelte van de rivier temaken. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1