GEMENGD NIEUWS. Z.II.Ed. Gestr. ongeveer het navol gende: Edel Achtbare Heeren Burge meester en Wethouders der Gemeente Amersfoort. Edel Achtbare Heeren Leden van den Raad II.H. leden vat) ons Genoot schap en Gij allen die met Uwe tegenwoordigheid de opening van ons hernieuwde Museumgebouw vereert U allen heet ik welkom. Wanneer zoo aanstonds de deuren van de verschillende vertrekken in dit gebouw ontsloten zullen worden, dan hoop ik dat ge U niet teleurge steld zult zien. Uiterlijk hebt ge het gebouw bij het binnentreden reeds gadegeslagen en ik geloof niet te veel te zeggen, wanneer ik ons museum een sieraad voor onze stad noem, niet alleen is het een sieraad, maar het verfraait ook een stadsgedeelte, dat reeds door de Koppelpoorten tot bezichtiging noodt. Oud de Koppelpoortcn. Nieuw ons herbouwd museum en dat nieuwe moet dienen om oud en nieuw te herbergen. Ziedaar in weinige woorden de bestemming van het gebouw aange geven. M. H. dat het daarvoor kan dienen, daarvoor moet ik dank zeggen aan allen die tot het daarstellen hebben medegewerkt. In de eerste plaats aan den lieer Tromp van Holst en den Heer Mr. Graaf Schimmelpenninck Was hel door de groote toezegging van eerstgenoemde mogelijk reeds op de eerste vergadering een besluit tot verbouwing te kunnen nemen, de linanlieele moeilijkheden, werden verminderd door den geldelijken steun van den Heer Burgemeester. Toen ook de leden van den Raad dezer gemeente, de bestaande subsidie verhoogden, waarvoor ik hier gaarne het genoemde collegie, onzen dank breng, was het tot stand komen van het gebouw verzekerd. Wat het gebouw zelve betreft en de Architect de Heer Kroes en de Aannemer de Heer Prins hebben een gebouw doen verrijzen, dat niet alleen aan de eischen van een museum vol doet, maar dat door sierlijkheid van lijn uitmunt. Met in zekeren zin bekrompen geldmiddelen, waardoor veel van het oude gebouw moest behouden blijven, hebben zij toch een solied, net en sierlijk gebouw doen verrijzen, dat ontwerper en bouwmeester tot in verre tijden tot eer zal blijven strekken. Onzen hartelijken dank mag ik aan die Heeren brengen, evenals aan allen die het ons zoo gemakkelijk maakten, de geldleening zoo spoedig te doen slagen. Ook de finanlieele commissie, de Heeren Mr. Graaf Schimmelpenninck. Krudop en H. J. Croockewit ontvangen nogmaals onzen dank. Ook de Heer Mr. H. Croockewit Jr. mag ik hier niet vergeten dank te zeggen Hij toch gaf de gelden, die het eerste gebouw tot museum deed bestemmen, het welk thans vernieuwd onze aandacht vraagt en maakte het ons gemakkelijk door de hypotecaire gelden in leening om te zetten. Gij, H.H. Regenten van het Burger- Weeshuis, die toen het oude op instorten staande gebouw ontruimd moest worden, ons welwillend eenige localen in het weeshuis lot opberging onzer voorwerpen ten gebruike af stond en Gij H.H. Bestuurderen van Ge Afdeeling Amersfoort van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen die onze kostbaarste zaken wel in de brandvrije kluis hebt willen opbergen, ontvangt ook onzen dank voor die hulpvaardigheid. Ten slotte moet ik een woord van dank richten aan allen die ons door geschenken en bruikleenen, ter aan vullen of completeering onzer col lectie hebben verblijd, alsmede hen die met raad en daad behulpzaam waren. Mijne Heeren zoo ik reeds zeide, het gebouw is gereed en de vele voorwerpen oud en nieuw zijn ge plaatst. Ik wil hiermede niet zeggen dat het een pakhuis is geworden. Neen geenzins. Het recht van haar bestaan zou dan betwijfeld kunnen worden. Ons Museum en trouwens elk museum bedoelt meer. Terecht zegt men, de geschiedenis van 't verleden is de leermeesteres van 't heden. In het verleden ligt het heden, ligt de toekomst. Uit de geschiedenis van het ver- ledene kent men het karakter van het volk. Uit zijn karakter ook zijne levens wijze en uit de samenvoeging van karakter en levenswijze wordt de geschiedenis van 't heden geboren. Tot de bronnen voor de geschie denis behooren niet alleen boeken, maar ook alles wat 't gevolg is van 't denken en werken van den mensch, vóór onzen tijd. Zijn wetenschap, zijn kunst, zijn handwerk, zijn genietingen voor zoover die door genotsvoorwerpen, tot ons kwamen, zijn de stofïelijke bewijzen van wat de geschiedenis ons leeraarde. liet zijn de bewijsstukken, ook dik wijls de bronnen, waaruit de geschie denis is opgebouwd. Spreken niet die opgegraven urnen van de bewoners onzer, toen nog niet ontgonnen heidevelden en bosschen? De aldaar opgegraven wapens, al waren zij nog van steen gemaakt, u niet van hun strijd 0/ onderling 0/ tegen het wild gedierte dat hun tot voedsel moest strekken? De strijd om het bestaan, zien wij reeds bij de oudste bewoners in het geen zij ons in de tumuli achterlieten. Maar wat wij daar vinden levert ook de bouwstoffen voor het gebied van volkenkunde een gedeelte der ge schiedenis. Later toen het geschreven woord de geschiedenis boekstaafde, konden wij de schrijvers raadplegen, maar veel zou tot gegronde twijfel kunnen voeren, ware het niet dat in de Musea, de stoffelijke bewijzen van het door hun geschrevene ware bewaard. Zijn, om maar iets te noemen, de munten en gedenkpenningen niet de bewijsstukken der geschiedenis? Over dit punt zal ik niet verder uitweiden. Het nut der musea's is onbetwistbaar. Het zou mij te ver voeren nog meer hier over te zeggen: wij zijn hier samengekomen niet om een voordracht aan te hooren, maar om het museum te openen. Mag ik daarom de Heeren uit- noodigen het Museum met ons door te wandelen en de verschillende localen in oogenschouw te nemen. M. H. Ik verklaar het museum thans geopend. Namens het Dagel. Best. en den Gemeenteraad dankte den Buigernees- ter Mr. F. D. Graaf Schimmelpenninck spreker voor de»tot hen gelichte woor den. ZEd. Achtb bracht hulde aan het Bestuur, roemde zijn ijver en energie, waardoor, zooals terecht was gezegd, Amersfoort een sieraad was geschon ken, den stad tot hlijvend voordeel, en stelde ten slotte voor om met den inmiddels rondgedienden eerewijn een dronk te wijden aan het museum en den bloei van Fléhite. Onder geleide der bestuursleden, door wier toelichting bij verschillende voorwerpen liet genot niet weinig werd verhoogd, werd nu een bezoek gebracht aan de verschillende localen van het gebouw en een blik geslagen op de vele door den conservator den heer W. Croockewit W.Azn. zoo doel matig geschikte preciosa. Het is hier de plaats niet en ook staat onze ruimte het niet toe het vele dat wij zagen op te sommen of weer te geven, maar toch rneenen wij te moeten, en is het ons een genot zulks te kunnen constateeren, dat moge wat het aantal kostbare stukken betreft, wellicht een andere verzameling rijker kunnen worden genoemd, ons stedelijk museum bij geen enkele barer zusteren behoeft achter te staan, ja er zelfs eene eerste plaats onder inneemt. Deze plaatselijke stichting, die niet zal nalaten ook op den vreemdeling hare aantrekkingskracht uit te oefenen, te steunen, is de plicht van eenieder, die de plaats onzer inwoning een goed hart toedraagt, en eenmaal een bezoek aan het museum gebracht, durven wij te profetoeren, zal door den indruk daar verkregen, het aantal schenkingen gaandeweg toenemen en het ledental der vereeniging «Fléhite" steeds aangroeien. Het Bestuur mocht in de loop van den dag nog het genoegen smaken telegrammen van gelukwenscb te ontvangen van de nieuwopgerichte zustervereeniging «Felua" eri van de oud-secretaris van «Fléhite" den Zeer Eerw. Heer pastoor van Rossum te Benschop, Deken van Montfoort. Tot Inspecteur der directe be lastingen, invoerrechten en accijnsen alhier is bij Kon. besl. benoemd de heer J. C. van der Meer, thans In specteur dierzelfder middelen te Hoo- gezand. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de in dit No. voorkomende advertentie van den boekhandelaar G. J. Slothouwer alhier, betreffende Drie Zeldzame Brie/kaarleti van de Vredesconferentie te 's Gravenhagc Deze zeer artistiek uitgevoerde brief kaarten worden uitsluitend voor dit doel gemaakt, op den dag der slui ting van de Vredesconferentie aan de adressen der inteekenaren verzon den en komen niet in den handel. Daar er slechts een bepaald aantal van deze kaarten wordt vervaardigd en de origineele Clichés op don dag der verzending onherroepelijk worden vernietigd, zullen deze kaarten vooral voor verzamelaars groote waarde gaan bezitten. Bij de gisteren gehouden ver kiezing van leden van het kiescollege der Ned. Herv. gemeente werden gekozen de heeren Mr. P. J. F. Voorst Vader, G. Bos huizen. G. Blok, J. Busquet, H. J. van Heilsbergen, J. C. Leinweber, D. Ruvs. Tusschen de navolgende heeren die geen genoegzaam aantal stemmen op zich vereenigden moet herstemming plaats vinden: J. van Eeden, A. Fie- derikse, A. J. Krieger, C. C Morien, G. van Nieuwenhuizen en B. Ruiten berg Hz. «Het onderzoek om eene plaat selijke tram met gastractie te voor zien heeft, naar men ons inlicht, ook geen voldoende resultaat opgeleverd, zoowel uit een oogpunt van te hooge inrichtingskosten als van mindere geschiktheid, orn het tramverkeer binnen onze gemeente tot ontwikkeling te brengen. Vandaar is men 1111 van zins een op flinke leest geschoeide paardentram in het leven te roepen. 360e STAATSLOTERIJ"' Vierde klasse. Trekking van 1 en 2 Mei (1000 loten.) Ten kantore van den collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende nummers te beurt gevallen Prijzen van f 65. 38 241 244 246 486 487 509 512 524 535 537 560 7857 7871 7893 7896 12067 12088 12456 12458 12462 12485 12489 15504 15531 15539 15565 15609 18411 18412 i8425 18430 1S434 1S451 18464 19831 19845 19851 19875 en 19877. Te zamen 40 prijzen. Loten zijn nog verkrijgbaar. AAN DE DOOVEN. Een rijke dame, welke genezen is van hare doofheid en gerommel in de ooren door de Artificieele Oortrommels van het Instituut Nicholson, heeft aan genoemd Instituut de somma van 25,000 franken gegeven, opdat alle doove menschen die geene middelen hebben, zich de Oortrommels kosteloos zouden kunnen verschaffen. Zich te wenden tot het Instituut, "Longcott," Gunnebs- but.y, Londen, W. Hoe met het gelil <ler Amerikaaii- sclic burgers wordt omgesprongen. Tammany - II all. De tijger is sedert tal van jaren het welbekende symbool van Tam many Hall, de beruchte Amerikaan- sche trust, die in de laatste kwarteeuw het bestuur van New-York in handen heeft gehad en die dagelijks in vele bladen in woord, schrift en caricatuur wordt voorgesteld. Over den oorsprong van den tijger als zinnebeeld kan getwist worden, maar het is voor de oorspronkelijkheid naar een beroemd Indianen-opperhoofd genoemde Tam many-mannen uiterst karakteristiek, dat zij juist door het grootste en vraatzuchtigste roofdier worden voor gesteld. Deze voorstelling hebben zij volop verdiend, toen zij in 1869 den beruchten Tweed-Ring oprichtten. Eenige bijzonderheden uit het zonden register van dezen Ring in herinnering te brengen, is juist nu van pas, nu een nieuw onderzoek naar de prac- tijken van Tammany-Hall is ingesteld. De Tweed Ring deed het volgende 1. Voor reparatiën aan tuighuizen, die ongeveer 250,000 dollars kostten, werden 3,200,000 dollars in rekening gebracht. 2. Voor een onvoltooid rechtsgebouw, dat voor 3.000,000 dollars te houwen zou zijn geweest, werden 11,000,000 dollars en voor de inwendige inrichting in plaats van 624,180 dollars niet minder dan 7,289,466 dollars gerekend. 3. Voor «drukwerk en reclame" werden 7,168.212 dollars verknoeid. 4. Op de loonlijsten der stad New- York waren een groot aantal stroo- mannen geplaatst. 5. Er weiden tallooze dubbele betalingen van werkelijke en zelfs voor gefingeerde leveranties geboekt, bestellingen vervalscht enz. enz. Dank zij den Tweedschen millioe- nendiefstallen steeg de schuldenlast der stad New-York binnen 2 jaar en 8'/j maand van 36 millioen tot 116 millioen dollars, d. w. z. hij werd meer dan verdriedubbeld. Dit, zelfs voor Amerika voorbcel- delooze roofsysteem, werd in Septem ber 1871 door de onthullingen der New-York Times de nekslag gegeven, maar de «Tijger" kon zijn roofdieren- natuur niet verloochenen. Door de massa's door hem omgekochte lersche kiezers kwam hij reeds in 1874 weder aan het bewind en met hem zijn tegen woordige «boss" (aanvoerder) Croker in een belangrijk ambt. In de 25 jaren, die sedert dien voorbijgingen, mag Tammany wellicht niet weder zulke reusachtige stukjes hebben uit gehaald als onder Tweed, maar in ruil daarover werden de knoeierijen des te algemeener en meer stelsel matig. Tammany-Hall telt ongeveer 50,060 leden en men kan zich voor stellen, wat deze vermogen, als men weet, dal men van deze massa hon gerige patriotten zegt; «Wee, als zij losgelaten worden I" Een inzicht in het doen van Tam many werd vei kregen bij de zittingen van de Lexow-onderzoekingscommissie die in 1894 was ingesteld op voorstel van senator Lexow. Hij voerde ter motiveering van zijn voorstel o.a. aan, dat de «Tijger" de geheele stad schat plichtig had gemaakt en door zijne agenten in de afzonderlijke wijken kooplieden en allen, die zaken doen, stelselmatig liet uitbuiten. In het bijzonder de politie liet zich door de eigenaars van logementen, speelholen en beruchte lokalen regel matig een aandpei in de winst uit betalen, terwijl zij in ruil daarvoor zorgde, dat de grootste ongerechtig heden ongestoord konden plaats heb ben Door het flinke optreden der commissie-leden vielen een aantal ge tuigen door de mand, waardoor de aanklachten tegen Tammany-Hall werden gegrond gevonden. Het gevolg van de «Tijgeijacht" van 1894 was de val van Tammany en zijn vervanging, door de z.g. her- vormings-regeering in New-York,^ver tegenwoordigd door den burgemeester Strong en de president van politie (thans gouverneur Roosevelt. De hervormingsregeering, die ten minste eerlijk was, had geen gelulc. Voornamelijk de strenge toepassing der verordeningen op de Zondagsrust bracht haar ten val en zoo kwam het, dat reeds in *1897 Tammany door de verkiezing van Van Wijk tot buigemeester. het roer weer in han den kreeg, doordat hervormers en republikeinen, in plaats van gemeen schappelijk tegen de knoeiersbendo te kampen, zich de weelde hadden ver oorloofd, ieder hun eigen candidaten te stellen. De oppositie tegen Tammany is thans dus evenver als 5 jaren geleden. Maar waai om zou dat, wat in 1894 tegen den «Tijger" ondernomen werd, ook niet in 1899 kunnen geschieden Want het is zeker, dat dezelfde practijk- ken, welke indertijd door de Lexow- cominissie werden ontdekt, ook thans nog worden uitgeoefend en dat de inlusschen tot «ongekroonden ko ning van New-York" bevorderde Richard Croker zich niet gebeterd heeft. Alleen het feit, dat Croker, die indertijd als een straatarme lersche jongen in Amerika kwam, zich dooi de «politiek" tot millionnair maakte, wijst genoegzaam op knoeierijen. We der is thans besloten tot het instellen van een commissie van onderzoek, om den «Tijger" te lijf te gaan, onder voorzitterschap van Mazet. De Re- puhlikeinsche senator Platt nam tot deze tijgerjacht het initiatief en den 8sten dezer begon het onderzoek. Reeds dadelijk werd van den tegen- woordigen president van politie Devery vastgesteld, dut hij binnen eenige maanden van eenvoudig commissaris van politie promotie maakte tot hoofd van de politie, ofschoon er van vroe ger nog aanklachten tegen hem hang ende zijn wegens: 1. plichtverzuim; 2. slecht gedrag; 3. het niet uit roeien van speelholen; 4. het aanne men van geschenken, om onwettig heden te laten passeeren. Wat kan men nu verwachten van een corps politiebeambten, welks chef zoowat alle ambtsverzuimen, waaraan een politieman zich kan schuldig maken, worden verweten Van de bijzonderheden, die in de eerste dagen van het onderzoek in zake Tammany zijn geblekc-n, noemen wij nog de volgende Het werd bewezen, dat tot Januari j.l. het bouwbestuur van New-York zich had gekant tegen het invoeren van het z.g. Roebling proces ter bescherming tegen brandgevaar; dat in Januari de 21-jarige zoon van Richard Croker in de Roebling-maat- schappij werd opgenomendat van dien tijd af de bezwaren van het bouwbestuur tegen het Roebling-pro- ces ophielden; dat verder Croker's neef als «rechtsgeleerd adviseur" bij de maatschappij werd aangesteld op een salaris van 5 a 10,000 dollars; dat diezelfde neef gewoon was, den bouwondernemers een prijslijst met opgaven van 5 a 10,000 dollars voor te leggen, waardoor zij zich voor de bezwaren van het bouwbestuur kon den vrijwaren. Croker Jr. bekende voorts, dat hij dit jaar een nieuwe Roebling-maatschappij oprichtte, waar van hij ze'f voornaamste aandeelhou der en secretaris, het laatste tegen 2500 dollars tractemerit, sverd, hoe wel hij niet in staat was, zijn func- tie's naar behooren Ie bekleeden. Dus reeds de eerste dagen brach ten een aantal knoeierijen in het bouwbestuur aan het licht. Zoon en neef van Croker werden met groote sinecures bedacht, alleen, omdat de invloed van Croker groot genoeg was, om alle bouwondernemers indirect te dwingen, het Roeblingproces toe te passen. Verwacht wordt, dat reusach tige knoeierijen nog aan het licht zullen komen en weder leiden zullen tot den val van Tammany. Een kunststukje a la Bosco. Bij gelegenheid van een kegelwed strijd om ganzen was in hel Oosten- rijksche plaatsje St. Georgen eer. groot gezelschap bijeen, meest perso nen uit de omliggende dorpen Een fietser, die voorbijkwam en de vroo- lijkheid zag, steeg af en ging mede kegelen. Zijn grappige zetten hielden het gezelschap vroolijk bezig. Toen hij twee ganzen had gewonnen liet hij ze terstond braden en at ze met zijn nieuwe vrienden op. Algemeen was men met den fietser ingenomen. Toen de maaltijd was afgeloopen be loofde hij hun eenige kunststukjes op de fiets te zullen vertoonen. Hij rijdt op zijn wiel een paar maal voor de hei berg op en neer, en voert daar bij allerlei kunststukjes uit, die zeer in den smaak vallen. Ten slotte wil hij nog zijn hoofdlruc laten zien. Hij verzoekt een hoed en laat er door de aanwezigen horlogos, ringen, por- temnnnaies, messen, sleutels enz. in gooien, met de opmerking, dat hij op zijn fiets een goocheltoer A la Bosco wil uitvoeren. Hierop rijdt hij naar een ongeveer 200 M. verwij derd boschje, stijgt af en rommelt wat in den hoed; men kan niet zien, wat hij doet Eindelijk komt hij in snellen vaart aanrijden. Allen staan met verbazing te wachten op wat komen zal. Terwijl hij het gezel schap voorbijrijdt, werpt hij met eer. krachtiger) zwaai den hoed over de hoofden der toeschouwers. Een zandregen wordt over hen uitgewor pen. Men schreeuwt en lacht, roept bravo en kijkt vol verwachting den fietser achterna, die orn een hoek van den weg verdwijnt. Toen einde lijk werd het den eigenaars van do horloges, portemonnais enz., toch een beetje «unheimisch." Men loopt naar het boschje en vindt op een zandhoop een paar sleutels en messen met een briefje, waarop staat: «Eet smakelijk van de ganzen; betaald zijn ze. Ik veroorloof mij als aanden ken aan ons vriendschappelijk samen zijn, de mij toevertrouwde voorwerpen mede te nemen. Bosco." Gisteravond zijn nabij Antwer- werpen de locomotief en een bagage wagen van een goederentrein ont spoord. De machine werd belangrijk beschadigd terwijl de wagen aan splinters geslagen werd. Het perso neel kwam met den schrik vrij. Belangrijk is de geluksaankondiging van Samuel Heckscher senr. in Hamburg, welke zich in bet huidige nommer van onze courant bevindt. Dit buis heeft zich door zijn prompte en stilzwijgende uitbetaling der bier en in den omtrek gewonnen bedragen eene zoo goede faam verworven, dat wij al onze lezers aanbevelen op zijn huidige advertentie acht te geven.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 2