HIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Zaterdag 3 Juni 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. KIJNjN EN LA NI). Ni». 44. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Vredesconferentie. Gister heeft de Amerikaansche delegatie bij de subcommissie voor de arbitrage-aangelegenheden het vroeger aangekondigde arbitragevoor- stel ingediend. Het verschilt van het Engelsche voorstel vooral hierin, dat niet iedere staat, die toetreedt, twee personen zal aanwijzen om in het hof van arbitrage te zitten, maar voor elk land slecht een daartoe zal worden aangewezen, en dezereehteis zullen worden benoemd door het hoogste gerechtshof van de toegetre den landen. Het arbitragehof zal natuurlijk een centralen zetel hebben en moet om te kunnen werken, ten minste be staan uit 3 rechters, van wie geen geboren mag zijn in of burger zijn van het land, dat een twistgeding inbrengt. De arbitrage zal zijn fa cultatief, niet gedwongen voor de toegetreden staten. De algemeene onkosten zullen in evenredigheid wor den verdeeld. Er zal een nieuw be roep op het hof door dezelfde par tijen openstaan in geval zich nieuwe feiten of gebeurtenissen voordoen of rechtsvragen, die dusver nog niet aan het arbitragehof onderworpen waren. Dit is dus geen hooger be roep, maar een heropening van de behandeling. Volgens het plan kan de zaak in werking treden als 9 staten zijn toe getreden, waarvan de meerderheid Europeesche of Amerikaansche moe ten zijn en 4 de declaratie van Pa rijs moeten hebben onderteekend. Vrijdag zal in de subcommissie dit voorstel in behandeling komen, ter wijl het Maandag a.s. voor de geheele 3e commissie, die met de arbitrage- quaestie is belast zal worden gebracht. Ook heeft Amerika een bijzonder bemiddelingsplan bedacht, waarbij elke natie een ander zou aanwijzen om als 't ware hare handelingen na te gaan, en als getuige op te treden en bij uitbreken van den oorlog als. nog de partij, n te trachten tot over eenstemming te brengen. Ook hier is facultatieve toetreding voorgesteld. Omtrent het voorstel van sir Julian Pauncefote betrekkelijk de instelling vaneen permanent arbitrage-hof wordt het volgende gemeld. Het hof zal den naam diagen van Permanent Hof voor Internationale Arbitrage. Het wordt opgericht met het doel om de arbitrage te verge makkelijken voor staten, die hun ge schillen niet kunnen beslissen langs gewonen diplomatieken weg. De tus- schenkonrst van het hof kan ten allen tijde worden ingeroepen, en het wordt beheerscht door bepalingen en rege len van procedure, die in een conventie zijn opgenomen, in allen gevalle in zoover zij in overeenstemming zijn met eenige speciale bepaling, welke zelfstandig mocht zijn vastgesteld door de partijen in geding. Een permanent bureau wordt ge vestigd te Bern, Den Haag of Brus sel, waar de archieven bewaaid worden en van waaruit alle officieele bemoei ingen van het hof zullen uitgaan. Een permanente secretaris, een grif fier en het noodige personeel zullen moeten wonen ter plaatse waar hel hol gevestigd is. Ncilcrlaiiriscli Verbond. Uit het Verslag van den secretaris, uitgebracht op de Vergadering van bovengenoemd Verbond te Dordrecht, Zaterdag 11. gehouden, stippen wij het volgende aan: Groep A van het Verbond telt op dit oogenblik 1300 leden. De oudste afdeeling is Loosduinen, opgericht op initiatief van het Tweede Kamerlid Van der Velde de oudste geregelde (door de bemoeiingen van Ds. Drijver tot stand gekomen) af deeling in Hoorn. De volgende af- deelingen zijn Groningen met 80, Haarlem (50), Rotterdam (80), Zwolle (56), Amsterdam (175), Leiden f84) cn Dordrecht met '210 leden. In wording zijn de afd. 's Graven hage, Utrecht, Helmond. Brede en het Gooiland. Te Bennebroek, Ar- nemuiden en Amstelveen zijn corres pondentschappen gevest igil Gok in Oost- en VVest-Indië zijn verschillende pogingen in liet werk gesteld, en naar het Bestuur hoopt met goeden uitslag Waarschijnlijk toch zal Oost Indie een afzonderlijke groep vormen. Amerika bezit die reeds, dank zij de niet genoeg te waardeeren tus- schenkomst van Dr. A. Kuyper. Curaf.au biedt eieuecns een veld ter bearbeiding aan; vooial nu onlangs het denkbeeld is gerezen om aldaar de Sizal, een uitmuntende hennepsoort te verbouwen. Het bestuur heeft zich dienaangaande in verbinding gesteld met de firma Zeilmaker, die het plan gaarne wilde steunen. Blijkt het, dat die onderzoekingen een goeden uit slag opleveren, dan vervalt van zelf de twijfel of het Verhond ook prac- tisch werkzaam kan zijn. Op hetzelfde eiland doet zich het eigenaardige verschijnsel voor, dat in sommige gedeelten recht wordt ge sproken in het Engelsch Een llink terrein dus om te bewerken, evenals Venezuela, waar zich zooveel Cura- caouers gevestigd hebben, maar wier taal daar geheel verloren is geraakt Er is daar groote belangstelling, welke aanstekelijk kan werken. Mogelijk dal »het lied" vooial veel goeds zou kunnen bewerken. Achtereenvolgens werd nu over Teheran. Shanghai, Parijs, Weenen, Londen enz. gesproken, rnet de mede- deelingen hoe verschillende pogingen aldaar al of niet geslaagd zijn. Ook te Lissabon zou wel wat te doen vallen, met het oog op de vele booten welke deze stad aandoen. Volkstelling. Het eenige dagen geleden uitge vaardigde Koninklijk besluit betreffen de de achtste algemeene tienjaai lij ksche volkstelling verschilt weinig van dat betredende laatslvorige volkstelling. Ook nu weder zal de telling worden gehouden volgens de toestanden te middernacht tusschen 31 December (1899) en in Januari (190Ü.) Het toen voor het eerst ingevoerde kaar- lenstelsel wordt behouden. Enkele voorschriften zijn eenigzins anders. Er wordt gevraagd niet, tot 8 welk kerkgenootschap" men behoort, maar »of men tot een kerkelijk ge zindte behoort en zoo ja, tot welke?" De vraag omtrent blindheid of doof stomheid is vervallen. Evenzoo bij de opgave van beroep of bedrijf, hoe veel personen daarbij werkzaam zijn en ot daarbij krachtwerktuigen worden gebezigd. Een nieuwe vraag wordt gedaan in verband met bet woning vraagstuk. Daarbij moet worden ver meld a. hoeveel personen in het gezin van elk gezinshoofd samen wonenb. hoeveel vertrekken elk gezinshoofd niet zijn gezin en elk afzonderlijk levende bewoontc. hoe veel van deze vertrekken door een raam of deur in de onmiddellijke ge meenschap met de buitenlucht staan. Weet men hoe groot, precies, het bedrag is van de schulden der ge meente Amsterdam? Blijkens een staatje in het Gemeenteblad was dit op 1 Januari jl. f 94.259 800. Hier onder is begrepen f 28 053 000 voor waterleiding eu gasfabrieken. Met de voor de deur staande tramleening komt men er het volgend jaar zeker boven de honderd millioen, ongeveer f 200 per hoofd Ernstig spoorwegongeluk. Donderdagavond is de sneltrein AmsterdamVlissingen bij binnen komst op laatstgenoemd station om 10.57 in de wachtkamer-restauratie zaal geloopen. De hoofdconducteur T. en de conducteur De G. zijn gedood. De machinist T. en de leerling-machi nist D. zijn zwaar gewond. De mate- rieele schade aan gebouw, en enkele wagens is zeer groot. Een telegram uit Den Haag bericht de benoeming van den gene- raal-majoor W. Rooseboom tot gou verneur generaal van Ned.-Indie. Hij is naar wij meenen, de eerste generaal van het Nederlandsche leger, die tot deze liooge waardigheid wordt geroepen. Wat de persoonlijkheid van den heer Rooseboom betreft, behoeft deze benoeming geen verrassing te zijn. De heer Rooseboom, wiens parle mentaire loopbaan als afgevaardigde naar de Tweede Kamer voor Arnhem men kent, staat als een der meest bekwame officieren van het Ned. leger aangeschreven, die stellig indien de keuze voor deze betrekking nipt op hem ware gevallen, tot chef van den Generalen Staf zou zijn benoemd. Het is vrij zeker, naar wij meenen, dat de Regeering zich bij deze keuze heeft laten leiden door de overweging, dat de belangen van Indië met het oog op de thans gevolgde gedragslijn in de Atjeh-politiek in den opvolger van den gouverneur-generaal Van der Wijck een krachtige persoonlijkheid noodig hebben van wien men over tuigd is dat hij den, met zooveel succes op Atjeh, ingeslagen weg zal volgen en even krachtig zal voort zetten. En van dat standpunt beschouwd achten wij de keuze van den heer Rooseboom een hoogst gelukkige. De heer Rooseboom is 56 jaar en een krachtige persoonlijkheid, zoodat men mag onderstellen, dat hij tegen het warme klimaat bestand zal zijn. De staat van dienst van den gene raal Rooseboom is als volgt Hij werd 22 Juni 1861 benoemd tot 2e luit. der artillerie, den 15 April 1864 bevorderd tot le luit. 6 April 1872 tot kapt., 22 Mei '85 tot majoor, 5 Juli 1890 tot luitenant- kolonel. 31 Maart 1894 tot kolonel en 20 April 1897 tot generaalma- eene vertelling VAN 4 PIERRE RTJLKENS. De vijand die dit blijkbaar had voorzien vloog bals over kop op de paarden en rende in vliegende vaart weg. Hoera 1Hoera1 donderden de overwin naars, terwijl ze de helling van den weg be stormden en wild door elkaar schoten op de bijna uit 't gezicht verdwenen ruiters. Toen men ophield met schieten, zagen de mannen twee gestalten in het gras uitgestrekt, die hier gevallen waren om nimmer meer op te staan. De eene had een gapende wonde aan het hoofd, de andere in de linkerzijde. Nog zachtkens vloeide het helder roode bloed. Nu snelde de sergeant naar de plaats waai de luitenant was achtergebleven. "Hij leeft nog sergeant,» zeide de soldaat, "maar is bewusteloos." "Vreeselijk," antwoordde de aangesprokene, terwijl bij bij den zwaargewonde nederknielde. Reeds bad de bewaker bem zijne uniform-jas los geknoopt en zoo goed mogelijk het bloed, dat uit zijne borst vloeide, met linnen lappen uit zijn tasch gestelpt. Een veldüeseh hield hij gereed en nu en dan bevochtigde hij met enkele druppels de bleeke lippen van den gewonde. «Waar ligt de andere?» vroeg de onderoffi cier. "Ginds, bij dht boompje» antwoordde Janssen en wees den sergeant een donker punt in de weide. »Daar ligt hij sergeant, met een kogel door het been. Ik heb hem alverbonden.» »Dat is braaf Janssen, dat is goed. Ga nu «spoedig naar de brug en zeg aan korporaal Teekladatkij liier komt met vier manschappen.» Eenige minuten later ontving de korporaal een briefje van den sergeant en deze gaf hem den last hiermede onverwijld naar bet tele graafbureau te B.te gaan. Daarna naar den burgemeester en deze verzoeken om eenige ziekenwagens. Op het blaadje dat de sergeant uit zijn zak boekje had gescheurd stond bet volgende met potlood geschreven Commandant infanterie te Arkel. Dekkingsdetachement bij B Bij aankomst brug door Cavallerie bezet. Heb aangevallen. Brug is ons. Luitntzwaar gewond. Soldaatgewond. Ik wacht orders, Woude, sergeant. 'tWas in tusschen 2 uur geworden. De sol daten hadden zich in het gras^ neergelegd en dronken, verhit als zij waren van den strijd, de laatste druppels uit hunne veldüesschen. Hier en daar bad men een man op post uitgezet. Met ongeduld wachtte men op den terugkomst van den korporaal Teekla. De sergeant bad zijn ransel losgegespt en deze onder bet hoofd van den officier geschoven. "Luit'nt! Luit'ntl!» riep bij, doch niets toonde aan dat de luitenant hem hoorde. Dan opende bij weder voorzichtig de lippen van den bewustelooze en goot een weinig bran dewijn in diens mond. Slechts eeu seconde opende bij de oogen en staarde zij den sergeant dof en droef zonder uitdrukking aan, toen vielen zij wederom toe en was bij weer zonder be wustzijn. De onderofficier was opgestaan en naderde den gewonden soldaat. Met een gedwongen glimlach verwelkomde hij zijn sectie-commandant. »Hoe is het Willems,» vroeg de sergeant. »'tGaat wel sergeant. 'tZal wel terecht komen.» Heb je ook dorst, wil je ook drinken j ongen »Als je blieft, sergeant,» en gretig zette liij de flesch aan zijne beete lippen. Eindelijk kwam de korporaal met de zieken- baren. Hij bad op antwoord gewacht en over handigde den sergeant een telegram. «Brug vasthouden. Versterking volgt.» Dit was de korte inhoud. Toen legde men den officier en den gewonde soldaat voorzichtig in één der baren. In de andere legde men de beide dooden. Met ontroering keken de soldaten naar de zich verwijderende voertuigen. De meesten konden een zucht niet onderdrukken. Wie weet boe spoedig ook zij zouden volgen. 'tWas nacht geworden moe en afgemat hadden de soldaten zich onder de brug uit gestrekt. Iu hunne mantels gewikkeld sluimer den zij en droomden van roem en overwinning. Alleen de schildwachten waakten. Ook de onderofficier sliep niet. In weerwil zijner vermoeidheid kon hij den slaap niet vatten. Met droefheid, met diepe treurnis was zijne ziel vervuld. Voortdurend zag hij het beeld van zijn be minden supérieur voor de oogen. Hoe doode- lijk bleek was dat aangezicht. O God, waarom zulk een edel mensck.» »Heer, laat hem niet sterven, bij is vader gedenk zijn huisgezin,» bad'hij. En hij blikte naar omboog in den nacht zoo zwart, en waarin geen enkele ster lichtte. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1