NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
No. 51.
Woensdag: 28 Juni 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsc
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door liet gebeele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Transvaal.
De ooilogsgeruchten houden aan.
De Daily Telegraph ontvangt weder
een telegram uit Kaapstad, dat het
geheele garnizoen daar gereed staat
om uit te rukken, Men is daar
echter algemeen van meening dat
veel Hollanders uit de Kaapkolonie
Transvaal ter hulp zullen snellen als
de oorlog uitbreekt.
Gister vertrok naar Reuier uit
Londen seint het Engelsche stoom
schip Tanlallon Castle naar Kaapstad
meenemende honderd ton patronen
en gevulde granaten.
De 500 man, wier vertrek de vorige
week is aangekondigd, gaan thans
8 Juli naar Kaapstad scheep. Twee
olïicieren van gezondheid en 75 man
van den hospitaaldienst hebben mede
bevel gekregen, zich gereed te houden
om naar de Kaapkolonie te vertrekken.
Te Bloemfontein in den Oranje
Viijstaat is een vergadering gehouden
van Duitscliers, die besloten aan de
Duitsclie regeering een telegiam te
zenden met liet verzoek om toch
alles te doen wat een oorlog zou
kunnen voorkomen. Voor eenigen
tijd hebben ook de Duitscliers in
Johannesburg lain sympathie met de
Boeren betuigd en ais bun meening
uitgesproken dat zij een oorlog ten
zeerste zouden betreuren.
Waarschijnlijk onder den indruk
der oorlogsgerucliten heeft de Volks
raad van Transvaal's Zusterstaat
Oranje Viijstaat 25 000 p st. toege
staan voor munitie, 30,000 p st.
voor oorlogsmateriaal en 13,527
p. st. voor geschut.
De opperbevelhebber van het Trans-
vaalsche leger, Joubert, spreekt het
gerucht tegen, dat hij in Amerika of
in Duitschland Krupp kanonnen zou
hebben besteld.
Chamberlain, de Engelsche minister
van koloniën heeft weer eens een
schandelijke rede gehouden, thans te
Birmingham, over de Transvaalsche
quaestie. Hij gaf een overzicht van
de geschiedenis der zaak en deelde
mee, dat door de kolossale militaire
toebereidselen van Transvaal, Enge
land gedwongen was, de garnizoenen
in de Kaap en Natal te versterken,
hetgeen een jaarlijksche vermeerdering
der uitgaven van 500.000 pd. st. met
zich brengt.
Als de hervormingen, welke lord
Ripon in 1894 voorstelde, waren aan
genomen, vervolgde Chamberlain, zou
er geen inval hebben plaats gehad
en geen crisis bestaan. De inval bond
de legeering nu de handen. Zij
streefde er naar vriendschappelijke
betrekkingen te onderhouden met
Kruger, maar alle toenadering werd
met verachting ontvangen.
De tegemoorstellen van president
Kruger bevatten niet een bepaalden
termijn voor de invoering van her
vormingen. Geen voorste! verklaarde
Chamberlain voor aannemelijk, waarbij
niet onmiddellijk aan de Uitlanders
een behoorlijke vertegenwoordiging
wordt gegeven. Het kiesrecht was
echter niet de eenige quaestie; daar
zijn ook nog de monopolies, waardoor
vreemdelingen tekort worden gedaan
dan het onderwijs en het wangedrag
der politie. (!j
Door de enorme fondsen voor den
geheimen dienst sprak hij verder,
heeft Transvaal zich in alle landen
vrienden en verdedigers weten te
verschallen. Wegens de houding, welke
thans door de Transvaal wordt aan
genomen, staan echter de Britsche
naam en macht om bescherming aan
Britsche onderdanen te verleenen op
het spel. Behalve de letter is ook de
geest der Conventie geschonden. Dooi
de Tiansvaalsche wanregeering werd
de gansehe atmosfeer in Zuid Afrika
verpest.
De Hollanders in de Kaapkolonie
en Natal leven onder de meest ge
lukkige omstandigheden, maar zoolang
de gehate verdachtmaking in Trans-
vaai blijft bestaan, is het onmogelijk
een einde te maken aan de besmetting.
Het zou even verkeerd zijn te zeggen
dat de Britsche regeering den oorlog
wil, als dat men zou mogen verwachten
dat zij zich zal terugtrekken nu een
maal de hand aan den ploeg is ge
slagen. De Engelsehen verlangen
alleen rechtvaardigheid.
Chamberlain drukte de hoop uit,
dat nooit de tijd mocht konion, waarop
aan liet geduld een einde zou geraken
maar mocht dit geschieden, dan zouden
de Engelschen de middelen weten te
vinden om den vrede in Zuid-Afrika
te handhaven.
Hij gaf verder als zijn meening te
kennen, dal een ciitiek keerpunt was
bereikt in de geschiedenis van het
rijk en de koloniëndoch hij ver
wachtte dat het land zich zijn schit
terend verleden niet onwaardig zou
betoonen.
Welk een indruk dit fraaie staaltje
van ministerieel parlementarisme bij
de tegenwoordige gespannen verhou
ding moet maken, Iaat zich lichtelijk
begrijpen
Uit Pretoria wordt gemeld, dat
Fischer, lid van den Uitvoerenden
Raad van Oranje-Vrijstaat, een onder
houd heeft gehad met de Transvaal
sche regeering. Hoewel officieel niets
van dit onderhoud bekend is gewor
den, verzekert men dat voorgesteld
zal worden een verblijf van zes jaar
voor naturalisatie met terugwei-
kende kracht afschafiing van de
tegenwoordige clausule omtrent natu
ralisatie en dat deze voorstellen wor
den ondersteund door de Afrikaander
partij in de Kaapkolonie en den
Oranje-Vrijstaat.
De »St. D. N." maakt be
rekeningen wat er gebeuren zou als
in Transvaal eens oorlog uitbrak en
ziet voorzeker in dat geval den toe
stand niet zeer rooskleurig in. De
Boeren zouden zich meester maken
van de sporen en het verkeer zou
dus geheel ophouden. In Johannes
burg is de voorraad levensmiddelen
niet groot en daar er geen nieuwe
voorraden zouden aangevoerd worden
zou er weldra gebrek zijn. De kolen
mijnen zouden ophouden te werken,
zoodat er weldra gebrek aan brand
stof zoude zijn. Bij vernieling van
de waterleiding, die van Zuurbekom
naar Johannesburg gaat, zou de stad
ook van water verstoken zijn. De
regeering zou alle paarden en muil
ezels en tevens den aanwezigen voor
raad in beslag nemen. De regeering
zou den goudvoorraad der banken
tegen eene quitantie in bewaring
houden en als de Boeren geslagen
werden, zouden zij, waarschijnlijk de
oorzaak van al de ellende in liet goud
zoekende, zooveel mogelijk de mijnen
vernielen. Heel genoegelijke toekomst
beelden derhalve!
Volgens een telegram uit St.
Petersburg is de keizei in van Rus
land gister bevallen van een dochter.
Dit is de derde dochter die het Rus
sische Keizerpaar geboren wordt. In
zoover is dit een teleurstelling waar de
Tsaar zoozeer gehoopt had een troon
opvolger geboren to zien worden.
Wat sommigen vreesden, is geluk
kig niet geschied. Het nieuwe Fransche
ministerie Waldeck-Rousseau heeft
den eersten aanval doorstaan en hoe
wel de meerdei beid der Kamer die
het kabinet haar vertrouwen schonk,
niet bijzonder groot is een molie-
Périllier, waarbij de verklaringen en
de maatregelen der regeering, werden
goedgekeurd, werd aangenomen met
263 tegen 237 stemmen staat
daar tegenover dat de Senaat met
overgroote meerdei beid 187 tegen 25
stemmen zijn instemming met het
programma van liet ministerie be
tuigde. Overigens mag men aannemen
dat, voorloopig althans, de ergste
storm voor het nieuwe kabinet voorbij
is en dat de Kamer in den eersten
tijd de verdere daden van de regeering
zal afwachten. Niettemin voorspelt
de geringe meerderheid in de Kamer
de regeering geen lang leven.
De zitting was uiterst stormachtig.
De tribunes waren overvol, ook het
corps diplomatique was vertegenwoor
digd, o.a. werden in de diplomatenloge
opgemerkt de Russische en de Engel
sche gezant.
De groote meerderheid, die het
ministerie in den Senaat ten deel
viel, werd in de couloirs uitgelegd
als een aanwijzing dat de president
der republiek Loubet in alle omstan
digheden op den Senaat kan rekenen.
Naar men verneemt bestaat
bij 11. M. de Koningin het voor
nemen om de gedelegeerden ter
vredesconferentie op 6 Juli a. s. aan
een gala-maaltijd te vereenigen in
het Paleis op den Dam te Amsterdam.
Mevrouw Waszklewicz-Van
Schilfgaarde, presidente van het
hoofdcomité voor de vredesmanifes-
tatie, heeft, door bemiddeling van het
ministerie van buitenlandsche zaken
uit naam van den Tsaar een schrijven
ontvangen van graaf Mouravieff,
waarin haar en do mede-onderteeke
naren van het bekende, aan den
Tsaar opgezonden adres, dank wordt
betuigd voor de hulde.
Twee officiëele telegrammen
uit Atjeh ontvangen, luiden aldus:
1. «De vijandelijke stelling Keude
Gedong genomen met verlies van
twee gesneuvelden, één verdronkene
en zeven gewonden. De vijand liet
vijf en dertig dooden achter."
2. «Sterke heuvelstelling in Blang
Mangat genomenonzerzijds één
gesneuvelde en twaalf gewonden. De
vijand had zes en veertig dooden."
Uit Lunteren, gem. Ede, meldt
men, dat bij het bestuur der Lun-
lersche tuinbouw-vereeniging de me-
dedeeling ontvangen is, dat het sana
torium voor onderwijzers daar ter
plaatse zal worden gebouwd. Naar
Naar het Engelsek
VAK
DAYRELL TRELAWNEY.
4)
Onder deze op elkander volgende tooneelen
begon ik zenuwachtig te worden, terwijl de
uitwerking op Lord en Lady Howard en de
bedienden pijnlijk ziebbaar was. Wat was
die vreeselijke angst welke eiken vertrekken-
den gast overviel welke onzichtbaar uit
den nacht oprees, om hun vertrek te ver
hinderen
«Is er iets, Miss Alexander vroeg ik,
daar ik niet wilde dat die pijnlijke onzeker
heid laDger voortduurde.
Zij was reeds weder tot kalmte gekomen,
toen zij hernam
«Ik dacht dat ik zag Maar het is be
paald onmogelijk. Ik moet het me verbeeld
hebben.»
Mag ik u in het rijtuig helpen, anders ko
men wij te laat voor onzen trein Die woor
den schenen haar te doen ontstellen.
«Dat mogen wij niet!» zeide zij gejaagd.
Zonder verder een woord te spreken, stapte
zij flink in het rijtuig, en wij reden samen in
de duisternis weg.
Op onze reis naar de stad viel niet9 bij
zonders voor. Aan het Paddington-Station
bezorgde ik Miss Alexander in een vigilante,
om haar naar Charing Cross te brengen, van
waar zij verder naar de plaats barer be
stemming, een dorpje in Kent, zou reizen,
zooals Lady Howard mij had verteld, waar
hare betrekkingen woonden. Ik keerde afge
mat naar mijne kamers terug, met het voor
uitzicht nog ruim twee uren te moeten wer
ken om mijne aanteekeningen te maken.
Den volgenden dag spoedde ik mij, na in der
haast ontbeten te hebben, naar het Strand
naar het kantoor van de Epoch, toen ik,
op den hoek van Southampton Street, eens
klaps een tengere vrouwengestalte in het
zwart voor mij zag, wier gelaat met een dichte
voile was bedekt. Zij stond een oogenblik
stil en overzag de overvolle straat. Iets be
kends in baar uiterlijk deed mij ook stilstaan.
De drukte verminderde, en zij stak de straat
over, terwijl zij met haar kleine, bloote hand
haar japon opnam.
In een opflikkering van mijn geheugen her
kende ik Miss Alexander
Het is mij Diet mogelijk den indruk te be
schrijven, welken deze ontdekking op mij
maakte. Dat was de vrouw, die ik, nog slechts
weinige uren geleden de behulpzame hand
had geboden op haar reis naar Kent, en die
nu, het gelaat achter een dichte voile ver
borgen, zich langs het Strand voortspoedde.
Zou het kunnen zijn dat zij andere beweegre
denen had voor haar vertrek van Howard
Park, dan die, welke zij had opgegeven?
Het kantoor van de Epoch was slechts
enkele deuren verder, en nog thans, indien
ik Miss Alexander een oogenblik uit het oog
verloor, zou ik liaar onder de menigte nimmer
meer op het spoor komen.
Aan den anderen kant wachtte mijn redacteur
op copie. Nieuwsgierigheid en ontroering
behielden evenwel bij mij de overhand, en ik
begaf mij onder de menigte, om de slanke
figuur in het eenvoudige zwarte kleed te volgen.
Ik volgde baar langs het Strand met klop
pend hart en bonzende bonzende polsen. Ik
zag baar een grooten bank-van-leening binnen
gaan. Op dat oogenblik merkte ik voor bet
eerst op, dat zij een klein zwart zakje in de
hand hield. Ik durfde haar niet in het huis
volgen, uit vrees dat zij mij zou herkennen,
vóór ik mijne plannen rijpelijk had overwogen.
Binnen een ongeloofelijk korten tijd, terwijl
ik nog stond na te denken, kwam zij weder
naar buiten, wenkte een voorbij komenden
hansom, en reed weg eer ik weder tot mij
zelf was gekomen. Ik besefte thans, dat ik
haar moest volgen, wat het mij ook kostte.
Er was geen hansom in de buurt te zien, en
ik liep op liever vloog in de richting, welke
Miss Alexander's rijtuig had genomen, gejaagd
door de overtuiging, dat elke seconde den
afstand tusschen haar en mij grooter maakte.
Ten slotte werd tot mijn groote teleurstelling
het verkeer op straat zoo druk, dat ik den
hansom in het gewoel uit het oog verloor.
Toen het trottoir wat minder bevolkt werd,
spoedde ik mij weder voorwaarts. En thans
was de drukte van dien aard, dat ik geregeld
kon doorloopen, zoodat ik binnen weinige
oogenblikken op zijde van den hansom was,
welke met honderden andere voertuigen moest
wachten, tot een belemmering in het verkeer
wasopgehe ven
Ook daar evenwel was er geen ander be
schikbaar rijtuig te ontdekken, en zonder dat
zou mijne vervolging hopeloos zijn. Er bleef
mij slechts één ding te doen over, en dat
deed ik.
(Wo'dl vervolgd