mieuwe Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. Mo. 60. Zaterdag 29 Juli 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VËftSCHIJi\T WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitbreiding der Vlaaiscbe Badsteden. DE VOLLE WAARHEID. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wij hebben reeds vroeger gebruik gemaakt van de gastvrijheid van dit blad om over onze Vlaamsche bad plaatsjes een en ander mede te deelen Wij hebben een algemeene karakteris tiek van deze zomer verblijven gegeven om de reislustige Nederlanders in hun plannen cenigszins tegemoet te komen. Zoo wij dit jaar alweer over hetzelfde onderwerp een beknopte briefwisseling inzenden, dan is het niet om deze plaatsjes te beschrijven iets waarbij we in herhalingen zouden vervallen maar wel om te wjjzen op de ver bazende uitbreiding die deze badsteden in den tijd van een jaar genomen hebben Het feit is belangrijk genoeg om er een oogenblik bij stil te blijven. Ostende staat vooraan in de rij Wat er daar gedurende deze winter maanden al gebouwd en hersteld is, grenst aan het fabelachtige. Degenen, die weten dat er verleden jaar in de Ostendsche gasthoven, pensions en villa's plaats genoeg was om duizen den en nog duizenden badgasten heel fatsoenlijk te herbergen, zullen zich afvragen of men met al dat bouwen ditmaal niet te ver gegaan is. Zonder overdrijving is het reeds zoo aanzien lijke getal vreemdelingenkamers met ruim een derde vermeerderd. Zal liet getal badbezoekers in dezelfde mate toenemen Wat zal het gevolg van dit alles zijn? Hier zou men in de wijdloopige beschouwingen kunnen treden over die onderneming, maar het zekerste zal zijn het seizoen af te wachten om te zien wat er gebeu ren zal. De bewerker van deze uitbreiding van Ostende, de schepper van dit nieuwe Ostende zou men kunnen zeggen, is wijlen kolonel North. 'Met onzen koning Leopold, had hij voor een paar jaren het plan opgevat om Ostende tot de grootste badstad van het heele vasteland om te werken. Dit jaar is deze droom reeds ver wezenlijkt: op onze kust ligt thans eene luststad, die in weelde en rijk dom voor geen hoofdstad moet onder doen. North heeft de bekroning van dat werk niet kunnen zien, daarbij voor een paar jaren, juist op liet oogenblik dat de plannen rijp waren en dat men de hand aan het werk ging slaan, aan een hartaderbreuk bezweek. Kolonel Norlli was in onze Belgische nijverheidscentrums een geliefde figuur geworden. Niet alleen het beleid waarmede hij eene menigte onder nemingen bestuurde, niet alleen zijn vertrouwelijke omgang met onzen koning waren daarvan de oorzaak, maar North's gansclie persoonlijkheid, zijn heele levensgeschiedenis lokte tot hem aan. Hij was het toonbeeld van den modernen nijveiheidsworstelaar, die met niets begon en, door onder nemingsgeest en durvenskracht, aan het hoofd geraakte van een kolossaal vermogen, dat hij dan verder ge bruikte om als met toovermacht overal, heinde en verre, fabrieken, nijver heidsgestichten enz. te doen verrijzen. Het scheppen van een luststad, als het nieuwe Ostende, was de laatste zijner droomen. Aan liet Belgische Staatsbestuur kocht hij, voor acht millioen frank, eene groote uitgestrekt duinen naast Ostende, langs den kant van Middel- kerke op. Daar liet hij eerst een electrische tram aanleggen. Daarna begon men, naar de plannen van den Brusselsehen bouwkundige Maquet, een heele nieuwe stad te bouwen met heerlijke breede wandeldijken, over dekte straten, gaanderijen, winter tuinen, een kurzaal, waarvan de bouw kosten berekend worden op vijf millioen, een reusachtig hötel enz. Kortom een hoofdstad aan de zee Vooral gedurende dezen laatsten winter heeft men met koortsachtige bedrijvigheid aan dat alles gewerkt. Pas was het genietende leger der badgasten door de najaarswinden weggedreven, of een ander leger, werk lieden van allen aard, kwam op den zeedijk een ander, harder leven be ginnen. Dit leger is nu op zijne beurt geweken, en de plaats is weer vrij heerlijker en rijker, voor de badbe zoekers. Onder de nieuwe gebouwen treft ons iri de eerste plaats een verbazend groot gasthof, met overdekte tuinen en gaanderijen langs den zeekant, een groote prachtige gedecoreerde feestzaal honderden kamers badzalen enz. Dit liótel is eene uitstalling van rijkdom! De aanlegging der nieuwe straten trof ons insgelijks in deze pas gebouwde wijk. Tusschen het zooeven bedoelde hotel en den Albertussteen- weg(Mariakei ke), zijn drie groote stra ten aangelegd, die den dijk evenwijdig volgen, negen dwarstraten loopen naar den dijk toe Deze laatste straten verbreeden en klimmen naarvolgcns zij den zeedijk naderen. De voornaamste is de Avenue Norlh, die voortdurend met parken en bloembedden onder- derbroken is. Moesten wij in meer bijzonderheden treden, dan zou onze opsomming nog lang niet ten eindo zijn. Wij willen alleen op dit alles wijzen als vollediging van hetgeen wij een verleden jaar reeds over onze eerste Belgische badstad hier schreven. Degene die zich tot een reisje naar onze kust iaat verleiden, zal niet alleen verwonderd zijn over de bouwzucht, die zich te Ostende uit, maar andere, belangrijkere bouwkundige werken zullen hem nog een vollediger denk beeld geven van den ondernemings geest, die hier op dit oogenblik heerscht Wij noemen hier alleen de havenwer ken van Heijst- Brugge. Van Blanken- berghe, Ostende's jongere en zedigere zuster, uit, kan hij heel gemakkelijk deze nieuwe havenwerken bereiken. Deze werken zijn overigens een be zoek ten volle waard, vermits, de eene voor de andere na, de beroemdste kringen van ingenieurs uit geheel Europa opzettelijk daarvoor hierheen komen en vol bewondering weggaan. Het Europeesche ingenieurs-congres was hier reeds, met den beroemden Franzius, die zijne ingenomenheid met de havenwerken herhaaldelijk uitsprak. Onlangs was de beurt aan de ver- eeniging van de Fransche ingenieurs, en over korten tijd komen de Engel- schen. Deze herhaalde bezoeken be wijzen op een afdoende manier, dat de badgasten hier iets belangrijks zul len te zien vinden. Voor dit laatste uitstapje aan de havenwerken te "Heyst-Brugge, is Blankenberghe als uitgangspunt en verblijf aan te bevelen. Op één dag reisje kan men, van daar uit, alles heel gemakkelijk gaan bezichtigen. Het verblijf te Blankenberghe is boven dien zeer gezellig, liet is er niet zoo rijk en grootsch als te Ostende, maai er is in geheel het stadje een ik- weet-niet-wat, dat tot intimiteit stemt, tot vreedzaam verblijf en kalm strand leven. Deze briefwisseling zal wellicht den een of den anderen uwer lezers hier heen lokken, vooral dit jaar, waar alweer zooveel gelegenheden van ver schillenden aard, de Noordnederlan ders voor eenige dagen naar het Zuiden uitnooJigen. Het 2jstcNeder- landsc.h taal- en letterkundig congres, de onthulling van het standbeeld J. I. Willems, de opening van den nieuwen Nederlandschen schouwburg van Gent, de drukke provinciale ten toonstelling van Gent en de Van Dycksfeesten te Antwerpen, zullen stellig eenige uwer landgenooten naar België lokken. Zoo ze dan een dag of een paar dagen aan onze Vlaamsche zeelust besteden, zal hun reis er des te gevulder, des te leerzamer om zijn, want, onder de liedendaagsche veran deringen en vervormingen in België, zijn de reusachtige bouw- en haven werken aan de kust wel de belang rijkste. j.l Donderdag heeft een zeer in vloedrijk man, de Engelsche minister van buitenlandsclie zaken Balfour, op een lunch, hem door zijn politieke vrienden te Westminster aangeboden, over de Transvaalsche aangelegen heden gesproken. Na eerst in 't licht te hebben gesteld, hoe de afgeloopen parleinentszitting grootendeels voor spoedig was geweest, begon spr. aan de Transvaalsche quaestie, die al zoo lang een blok aan het been is geweest, zoo van conservatieve als liberale regeeringen. En nu was, vond spr. de toestand ernstig. De verwarde omstandigheden spruiten meerendeels voort uit liet misverstand, dat velen de Zuid-Afiikaanscho republiek be schouwen als een geheel vrijen en zelfstandigen staat, wat volgens spr. geenszins zoo is. Transvaal licht tusschen Engelsche koloniën inge sloten en daarom is liet de plicht der Engelsche regeering, niet alleen de grieven van de z.g. Uitlanders na te gaan, maar ook den invloed van die grieven op de naburige kolonisten, tegenover wie Engeland grootcr ver antwoordelijkheid heeft dan tegen over de Uitlanders. Spr. betoogde voorts, dat de tegen woordige toestand onmiddellijk het gevolg is van Gladstone's politiek in 1881, maar zeide spr., als Gladstone en zijn medehelpers geweten hadden, dat de rrgeering der Republiek de op haar genomen verplichtingen niet zou nakomen, zeer zeker zou de con ventie van 1881 niet geteekend zijn. Balfour hoopte vurig, dat hij niet gedwongen zal zijn, evenals Glad stone een oorlog te beginnen, maar het is tastbaar dat de bestaande toe standen niet kunnen bestendigd blij ven. Persoonlijk evenwel hoopt Bal four nog steeds op een vredelievende oplossing der quaestie, maar alles hangt af van de regeering der Re publiek zelve. Is die regeering, gelijk verzekerd wordt, genegen, den Uitlanders eenige, hoewel onvoldoende, toch werkelijke politieke rechten te gunnen, met eenige vertegenwoordigers in de Volks- (Verhaal van een Procureur) Naar het Engelsch HUGH CONWAY. 4) Buiten en behalve alles, wat op Roland North wiek betrekking had, rustte er meer werk op mijne schouders, dan ik in staat was af te doen, en Wilson was overal en bij alle stuk ken niet alleen mijn rechter maar ook mijn linkerhand, ja dikwijls zelf mijn hoofd. Hij werkte voor meerderen, en zijn bleek gelaat sprak weldra van de nachten, welke, hij in mijn dienst wakende doorbracht, maar toen de vrees mij bekroop, dat de inspanning voor den man, die er zwak uitzag, te groot zou zijn, en ik deze vrees uitsprak, ontkende hij dat ten sterkste en verzekerde beslist, dat zijn gezond heid, in weerwil van zijn slecht uitzicht, uit stekend was. Dus berustte ik er in en was in mijn schik, iemand te hebben, aan wien ik mijne zaken met allen gerustheid kon toevertrouwen, om eenige dagen alleen aan Roland Northwick, te denken en gedurig op nieuw de vraag, wie de, moordenaar zou kunnen zijn, welke de ge heele wereld in opschudding bracht, te over wegen. Roof gepaard met moord was het algemeene oordeel, roof gepaard met moord gepleegd door een heel gewoon misdadiger. Roof ge paard met moord zeide de politie, een misdaad, welke gemakkelijk is te ontdekken, daar het gestolen horloge met ketting een zekere aan wijzing zijn. Roof gepaard met moord was ook Wilson' meening, toen ik de zaak met hem besprakroof gepaard met moord her haalden alle vrienden van den armen Roland allen, behalve één en die ééne was ik. Ik alleen wist, dat roof niet de aanleiding tot de daad was geweest; dat horloge en ket ting alleen meêgenomen waren, om de ver volgers op een dwaalspoor te leiden. De man, die den doodelijken stoot had toegebracht, had dit uit wraak en alleen uit wraak gedaan. Niet dat ik iemand zou hebben weten aan te wijzen, die een vijand van Roland Northwick was, van den vroolijken, heminnelijken Roland, die voor ieder een glimlach, een goed woord en, als het zijn moest, een opene beurs had. Maar toen ik het papier, dat ik destijds op zijn toilettafel vond en bij mij stak, had glad gestreken, las ik daarop de woorden:» Mijn man weet alles. Ik kon niet anders. Neem u in acht!» Het handschrift was natuurlijk dat van een vrouw, en dit ontwijfelbaar feit had mij waar schijnlijk, in weerwil van mijn ontsteltenis en verwarring aan leiding gegeven, de regels, welker beteekenis ik toen ter tijd niet wist te verklaren, bij mij te steken. Het eerste, wat mij opviel, toen ik later het papier aan dachtig beschouwde, was het eigenaardig ka rakter van het handschrift. Het was zonder twijfel niet veranderd, maar het zag er uit, alsof de schrijfster zich moeite had gegeven, om aan hare letters een bijzonder karakter te schenken. De halen en staarten waren ongewoon lang getrokken, en dit gaf aan het schrift iets elegants, iets origineels. Maar hoe schoon het ook wezen mocht, zoo ver raadde het toch op eenige plaatsen een on zekere hand. De letters zagen er dddr uit als waren zij of van eene oude dame, of in groote haast met van ontroering sidderende vingers geschreven. Het papier was een half vel fijn, melkwit postpapier, waarvan men de andere helft, wel licht opzettelijk, had afgescheurd, om een monogram of een adres te verwijderen. Het blad was in een knoop toegevouwen geweest, welke ook het adres droeg. Er was geen enveloppe om geweest, en naar het zich liet aanzien, was het briefje eigenhandig of door een particulieren bode bezorgd geworden. Terwijl ik zqo véér het beschreven blad zat, werd ik gaandeweg meer in mijn overtuiging versterkt, dat de man, die Roland Northwick in den slaap had vermoord, de echtgenoot was van de vrouw, die die waarschuwende woorden had geschreven. Roland had geleefd zooals de meeste andere jonge mannen; hij had elk genoegen gesmaakt, dat zich opdeed, zonder naar den prijs te vragen, welke er voor betaald werd, en was, zooals ik vreesde, als het slachtoffer van de wraak van een beleedigd echtgenoot gevallen. Hij was geen losbol, maar hij was j ong geweest en hoe weinige jonge mannen hebben de kracht de verzoe kingen te weerstaan, welke hen in de gestalte eener schoone vrouw genaken Wellicht beging ik een onrecht, en in elk geval was de weg, welken ik insloegonwettig, maar ik was vast besloten dezen brief, waar van ik alleen kennis droeg, niet aan de open baarheid prijs -te geven. Hij moest aan de couranten niet de gelegenheid schenken, de zaak verder in het breede te behandelen, en over het thema. «Want elke schuld wreekt zich op aarde" met zalvende woorden uit te wijden. De moord van den armen Roland was van het eene einde van Engeland tot het andere bekend geworden, en had groote opschudding te weeg gebracht. {Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1