UTIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BON
FEUILLETON.
DE JOBSIADE,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
1EMAHL ME ZIJ» MAAM VERLOOR.
No. 77.
Woensdag 27 September 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uilgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels j 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend*
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
om je gezond te
lachen
Voor de Lezers van dit Blad koch
ten wij aan om voor den spotprijs
van slechts 50 cents als BON te
geven, het meest Humoristische hoogst
geestige werk
met fraaie koddige Hlustratiën van
WILH BUSCH.
~W ie is Job?
Wie kent Job? Leest de Jobsiade!
Hier is nu Job of de Jobsiade en leest
nu even de BON, op de 4e pagina van
dit blad dan is men geheel op de
hoogte.
Slechts 50 cent
voor onze Lezers, af te halen aan ons
Bureau.
De Administratie van dit Blad.
Transvaal.
Engelsche bladen bevatten het be
richt dat de Britscho regeering druk
bezig is met Duitschland en Portugal
te onderhandelen over den status quo
in Zuidoost-Afrika, en dat de uitkom
sten daarvan noodzakelijkerwijze van
grooten invloed moeten zijn op de
gedragslijn van Transvaal en den
Oranje Vrijstaat.
Drie transportschepen zijn Zaterdag
uit Bombay, een vierde is Zondag uit
Calcutta vertrokken met troepen voor
Zuid-Afrika.
De Avoca, die reeds een bataljon
van bet Wesl Kentregiment aan boord
heeft, ligt te Alexandrië, om nog een
bataljon Iersche fuseliers, 830 man
sterk, op te nemen en dan rechtstreeks
naar Durban vertrekken.
De Daily Graphic deelt mee dat
er nog 30 000 man troepen gereed
staan om naar Z.-Afrika te worden
ingescheept en dat er dus geen reden
is om te vreezen dat Engeland niet
gereed zou zijn voor den strijd.
De militaire commandanten van de
Australische koloniën komen Donderdag
te Melbourne bijeen, om een regeling
vast te stellen voor liet afzenden van
de Australische hulptroepen naar de
Kaap.
Mot lid van den Uitvoerenden Raad
van den Vrijstaat, Fischer, heeft in
de archieven een afschrift gevonden
van een telegram, dd. 27 Februari
I88i, door den Iloogen Commissaris
te Kaapstad aan den Britscben agent
te Pretoria gezonden en waarin deze
seint dat de Londensche conventie
geteekend is, bepalend dat Transvaal
een even groote mate van onafhan
kelijkheid zal genieten als de Oranje
Vrijstaat; Transvaal zou een vrij diplo
matiek verkeer met de natiën kunnen
hebben alleen bleef de goedkeuring
der tractaten aan de Koningin voor
behouden.
Van inmenging in de binnenland-
sche aangelegenheden van Transvaal
dus geen sprake, waarop Chamberlain
zich nog altijd krachtens de te niet
gedane conventie van '81 beroept. Dit
telegram is nu te Pretoria van ambts
wege bekend gemaakt.
Een aantal treinen met gewapende
Boeren zijn in den laatsten tijd naar
Komatipoort gezonden. In bet Noor
den wordt een commando van 1000
man saamgetrokken in de buurt van
Zoutpansberg, om de Limpopo-drift
te verdedigen. Commandant Grobler
voert daar het bevel.
Volgens Engeiscbe bladen moet er
een scherpe depêche van sir Milner
aan Chamberlain bestaan, die tegen
dr. Leyds gericht is en waarin Cham
berlain uitgenoodigd wordt Kruger
te verzoeken de Transvaalsclie legatie
te Brussel af te schaffen, omdat de
vrede in Zuid-Afrika en door bena
deeld wordt. Milner zeide dat Leyds
zijn krachtige pogingen in het belang
van den vrede tegenwerkt met zijn
verderfelijken invloed op Kruger en
Reitz.
Dr. Leyds, gezant van Transvaal,
is hedenochtend naar Brussel terug
gekeerd.
Naar de Vossischc Zl. meedeelt zal
er een voorstel worden gedaan om
de Saruoa-eilanden tuaschen Engeland,
Amerika en Duitschland te verdeelen,
welk voorstel hoogstwaarschijnlijk in
goede aarde zon vallen.
De stad Clongapo op de Filippijnen
is door de Amerikanen gebombardeerd
en in brand geschoten. Daarna
werden landingstroepen aan wal gezet,
die een Kruppkanon deropstandelingen
vernagelden.
Naar men wil zullen prinses Xenia
van Montenegro en prins Nicolaas
van Griekenland een paar worden.
Op de bruiloft van prins Danilo vari
Montenegro en prinses Juta van
Mecklenburg te Cettinje, leerden zij
elkaar kennen.
Naar aanleiding van de Mapia-
quaestie (de ten Noorden van Guinea
en Zuidelijk van de Karolinen gelegen
eilandengroep) weet de N. R. Cl.
mee te deelen, dat van Nederlandsche
zijde werkelijk reeds bezwaren zijn
gemaakt en wel reeds eenigen tijd
geleden. Evenzoo moet er een zeer
drastisch bewijs zijn, dat niet eens
alle Duitschc aardrijkskundige wei ken
de genoemde eilanden tot de groep
van de Karolinen rekenen.
Maar het is ongetwijfeld juist dat
van Duitsche zijde de volkomen goede
wil bestaat, om niet met Nedeiland
over de Mapia-eilanden te twisten,
al is de qnaestie op liet oogenblik
nog niet geregeld.
Daar Spanje eigenlijk aan het ver
schil van meening schuld heeft, zul
len er waarschijnlijk nog gedachten-
wisselingen tussciien Madrid en Berlijn
noodig zijn.
Mevrouw Dreylus heeft aan de
weduwe van Schnurer-Kestner het
volgende telegram gezonden: «Diep
geroerd nemen wij deel aan uwe
diepe smart. Wij zullen eeuwig den
grootharligen en tot opolTermg be
reiden man gedenken, aan wien wij,
mijn echtgenoot, mijne kinderen en
ik, de eer en liet leven danken."
Dreyfus zelf heeft aan Scheurer-
Kestner een prachtigen krans gewijd
met liet opschrift«Eindelooze erken
telijkheid. Alfred Dreyfus." De in
structie-commissie van den Senaat
beeft gisteren haar arbeid gestaakt
naar aanleiding van de bijzetting van
den oud-vicepresident.
De familie Dreyfus is nu in Car-
pentras vereenigd. De beide kinderen
zijn met hunne grootmoeder Zondag
daar aangekomen. De bevolking van
Carpentras heeft zich door de aan
wezigheid van Dreyfss nog niet in
haar rust laten storen.
De toestand van Alfred Dreyfus
is gisteravond verergerd, tengevolge
der aankomst van de kinderen, in
den loop van den dag. De aandoe
ning van het wederzien, gevolgd op
de emoties van het proces, heeft
den verzwakte sterk aangegrepen,
zoodat nu een toestand van een licha
melijke vermoeienis en afmatting der
hersenen is ingetreden.
Daarbij is het veel kouder gewor
den, zoodat de mogelijkheid wordt
overwogen den patiënt naar een nóg
zachter klimaat te zenden. Monaco
waar de Vorst hem opnieuw deed
noodigen Malta of Madera.
Naar verscheidene bladen thans
verzekeren zijn de twee tegenstem
mers in den krijgsraad te Rennes
geweest luitenant-kolonel Bréon en
de Voorzitter zelf, kolonel Jouaust.
Deze zou zoo vast op vrijspraak
hebben gerekend, dat hij daarom de
getuigenvei hooren zoo bekortte, dat
men zijn gevoelen deelen zou.
Toen dat nog al vluchtigjes
trouwens opgetrokken denkbeeld
niet juist bleek te wezen, viel het
den kolonel sterk tegen. Aan hem
zouden toen de «verzachtende om
standigheden" te danken zijn geweest.
Björnstjerno Björnson heeft in de
Frankf. Zt. een Open Brief aan
Dreyfus geschreven, waarin Björnson
o.a. het volgende zegt: Gij moet uw
lot niet zoo beschouwen alsof het
slechts ongeluk in zicli verborg. Neen,
vat het zoo op alsof gij de uitver
korene der geheime machten van de
onedele zucht tot zelfbehoud der
der maatschappij waart, uitverkoren
om het booze te dwingen meer aan
zijn eigen ondergang te arbeiden.
Een lichtteekenWij staan thans
sterker en meer zelfbewust tegen
over het gevaar.
Mijn liefde en hoogachting zoeken
u. Maar ik kom niet alleen. Het
geheelo kleine Noorweegsche volk
voelt als ik. Hier is nauwelijks een
huis waarin geen courant komt. Allen
vragen zij naar Dreyfus, allen zijn
uw vrienden. En daarin moet gij
de toekomst zienWant eerst als
liet heden ver is, zal de beslissende
uitspraak der geschiedenis vernomen
worden.
Dc diefstal ten Paleize.
Over den te Paleize plaats gehad
hebbenden diefstal wordt indeHaag-
scho kroniek van de N. Gron. Ct.
o.a. medegedeeld
«Reeds voor een paar jaren werd
in de zilverkamer van het paleis een
niet onbelangrijke diefstal ontdekt.
Een geheel zilveren ontbijt-sorvies van
de Koningin werd vermist en bij
onderzoek teruggevonden in een der
Haagsche buizen voor verkoop met
recht van wederinkoop. Een van dien
diefstal verdacht beambte werd toen
ontslagen Of hij de schuldige was
zal misschien eerst nu blijken, indien,
wat ik zeer twijfelachtig reken, over
den thans gepleegden diefstal ooit het
volle licht opgaat."
Naar het Engelsch van
H. H. BOYESEN.
7)
Je ziet er niet naar uit, dat je een vrien
delijk aanbod zoo maar van de hand moogt
wijzen.»
Zeker Iemand, die op het punt is van
verdrinken, mag niet vragen, of de reddende
hand iemand van gelijken stand of een lager-
staande toebehoortEn Halfdan slikte de ver
nedering in en draafde aan de zijde van zijn
dienstvaardigen vriend door het gewoel van
Broadway.
Zij traden een groot, sierlijk kantoor bin
nen, waarin de klerken met een effen, onge
voelig uiterlijk aan de lessenaars stonden en
schreven.
"Amuseer je, zoo goed als je kunt,» zeide
Olson, »van Kirk zal binnen twintig minuten
hier zijn; ik heb geen tijd om me met je be
zig te honden.»
En verliep een somher halfuur. Toen werd
de deur geopendeen lang opgesehotene,
knappe man met een grijzenden baard en een
indrukwekkend uiterlijk trad binnen en begaf
zich naar zijne plaats in een kleinere ruimte,
welke aan de groote grensde. Haastig opende
hij een hoop brieven, welke op zijn lessenaar
opgestapeld lagen, riep met een scherp klin
kende stem een klerk, die zich terstond hij
hem vervoegde en een half dozijn er van met
de noodige inlichtingen in ontvangst nam.
Daarop greep de Heer naar een schoon vel
papier en begon terstond te schrijven. Hij
had in zijn uiterlijk iets zoo slagvaardigs, zoo
beslist, dat den armen Halfdan de gedachte,
dien man een verzoek te moeten doen, letter
lijk hopeloos toescheen.
En daarop sloop Olson in het particuliere
kantoor, trok de glazen deur achter zich toe,
kwam na een paar minuten er weder uit en
wenkte Halfdan.
»Gij zijt een Noor, hoor ik,» zeide de chef
en keek daarbij met een verstrooid gelaat
over de schouders naar den verzoeker. Gij
zoudt gaarne werkzaam zijn. Wat kunt gij
»Wat kunt gij? Ontzettende vraag! Maar
hier was blijkbaar geen tijd om zich lang te
bedenken. Halfdan raapte dus al zijn moed
bij elkander en antwoordde, inwendig bevende
»Ik heb zoowel het examen artium, als
het philosophicum afgelegd.»
Mr. van Kirk draaide zich op zijn stoel om
en staarde den spreker aan.
«Dat is alles Grieksch voor mij,» zeide hij
op strengen toon; »kunt gij boekhouden?»
»Ik vrees van neen.»
«Maar is er dan niets anders, waarmede gij
meent den kost te kunnen verdienen?»
»Ik kan piano spelen en en viool.»
»Zeer goed. Kom heden namiddag in mijne
woning. Mr. Olson zal u het adres geven.
Yan mij krijgt gij een briefje aan Mrs van
Kirk. Wellicht engageert zij u als muziek
onderwijzer van de kinderen. Goeden morgen
Des namiddags om vier uur stond Halfdan
in een groot, goed verlichtte salon, welks schit
terende gordijnen, portières, kostbare tapijten
en fantastisch gebeeldhouwde meubelen hem
verblindden en in de war brachten. Het was
alles zoo vreemd, o zoo vreemdnergens een
hekend voorwerp, waarop het vermoeide oog
kon rusten. Waarheen hij den blik wendde,
overal zag hij in de hooge kristallen spiegels
zijn konterfeitsel, en ontdekte met schrik, hoe
afgedragen zijn jas, hoe lomp zijne schoenen,
hoe schunnig zijn geheele uiterlijk was. Met
elke seconde klom zijn angst, en juist over
legde hij, of hij zich niet door een overhaaste
vlucht uit de voeten zou kunnen maken, toen
het geritsel van een japon aan het uiterste
einde van het vertrek hem van schrik inéén
deed krimpen. Een kleine dame, met gezet,
maar uiterst schoon voorkomen, trad ruischend
op hem toe, knikte even met het hoofd en
liet zich in een schommelstoel vallen.
«U bent Mrde Noor, die muziekles
geven wil?» zeide zij, terwijl zij een gouden
lorgnet véór de oogen bracht en vervolgens
op een briefje keek, dat zij in de hand hield.
Mrs. van Kirk was oogenschijnlijk minstens
twaalf jaar jonger, dan haar gemaal, en zeker
maar even over de veertig. Haar blond, pas
gefriseerd haar viel in kleine krullen over
haar glad, laag voorhoofdneus, mond en kin
werden door fijne maar toch vaste lijnen be
grensd haar gelaatskleur was, met behulp
der kunst of van nature, behoorlijk; de helder
blauwe oogen waren, ten gevolge van de bij
ziendheid der dame, nu en dan een weinig
gesloten, doch drukten niet de minste hard
heid uit.
«Uw naam, als ik u verzoeken mag,» zeide
Mrs. van Kirk. »Mr. van Kirk heeft vergeten,
mij uw naam te melden.»
«Halfdan Bjerk.»
«Halfdan B hoe spelt gij dat?
nB-j-e-r-k.»
»B-jerk. Mooi, maar heet gij op zijn Engelsch
Halfdan keek overbluft en werd rood tot
achter de ooren.
(Wordt vervolgd.)