Bi NNKX LAm Wat die grieven wel om het lijf hebben blijkt duidelijk uit het vol gende brokstuk van een dezer ge sprekken: De werkman, antwoordende op een vraag van den reporter »Uie oorlog, dat is afgesproken werk, anders niet." Waarom? »Wel dat is duidelijk. Men laat ons stemrecht vragen dat wij niet noodig hebben. Men laat duizenden arme duivels teekenen, die een geweer vragen en er nooit gebruik van zullen maken, Men heeft vcor ons grieven uitgedacht die wij nooit hebben gehad. Maar de positie der Uitlanders is toch niet benijdbaar? »Och wat. Wij zijn naar Transvaal gegaan om geld te verdienen. De heele wereld verdient er geld. Wij wilden er niet ons heele leven blijven en hebben dus maling aan politieke rechten. Men zal dien oorlog niet om ons voeren, maar om de rijkaards die het heele land willen hebben." En zoo spraken alle werklui er over die geïnterviewd werden. Zij betreuren de vijandelijkheden ten zeerste hun grief is dat Engeland ze niet rustig hun geld heeft laten verdienen, maar ze uit hun brood winning heeft verdreven. Het Transvaalsche Ultimatum. Minister Chamberlain heeft gisteren een telegram van sir Alfred Milnei ontvangen, waarin de ontvangst wordt bericht van een depêche van den Britsehen agent te Pretoria. De heer Conyngham Green deelt in deze depêche mede dat hij van staats secretaris Reitz een nota heeft ont vangen een ultimatum van pre sident Kiüger. Aan de daarin gestelde eischetr gaat vooraf een breedvoerige uiteen zetting, waarin de Z.-A. Republiek opnieuw verwijst naar de conventie van 1884 en vei klaart dat alleen de schending der rechten bij deze con ventie aan de Uitlarrders toegekend aan Engeland het recht zou hebben gegeven diplomatieke vertoogen om trent zijn tusschenkomst ten behoeve van de Uitlanders tot de Transvaal sche Regeering te richten. Verder wordt gewezen op de jongste onderhandelingen en herinnerd dat de Britscbe regeering onlangs een spoedige oplossing aanbeval en op antwoord binnen 48 ui en aandrong, hoewel deze eisch later werd ge wijzigd. Daarop werden de onder handelingen afgebroken en kreeg de Republiek te verstaan dat zij een voor stel zoude ontvangen. Dan wijst de regeering der Repu bliek op de militaire toebereidselen van Engeland en zegt «Ilarer Majesteits Regeering onwet tige inmenging in de binnenlandsche aangelegenheden der Republiek heeft een ondragelijke toestand in het leven geroepen, waaraan de Regeering der Zuid-Afrikaansche Republiek verplicht is zoo spoedig mogelijk een eind te maken." Hierop volgen de eischen der Trans vaalsche Regeering. te weten 1°. dat alle geschilpunten aan de eene en de andere zijde zullen worden opgelost door vriendschappelijke arbi trage of op eenige andere vriendschap pelijke wijze als tusschen Engeland en de Z.-A. Republiek zal worden overeengekomen. 2°. Dat de Britsche troepen aan de grens der Republiek onmiddellijk zullen worden teruggetrokken. 3». dat alle troepenverslerkingen die seder t 1 Juni 1899 in Zuid-Afrika zijn aangekomen vandaar terugge trokken zullen worden binnen een redelijken tijd, vast te stellen door1 Engeland en de Republiek en onder- waarborg van de zijde van de Repu bliek dat op geen enkel deel van de Britsche bezittingen een aanval zal worden ondernomen gedurende deze nieuwe onder handelingen. Indien deze voorwaarde mocht worden aangeno men, is de Regeering der Republiek bereid de gewapende Burgers van de grenzen terug te trekken. 4°. dat de Britsche troepen die op zee onderweg zijn, op geen punt in Zuid-Afrika aan land zullen worden gezet. De regeering der Z.-A. Republiek eischt met nadruk een bevestigend antwoord op deze vier punten en verzoekt der Britsche regeering drin gend haar antwoord niet later- dan vijf uur Woensdagavond a s. te zenden. De regeering der Zuid-Afrikaansche R .publiek wil daaraan nog toevoegen dat het onverhoopt niet ontvangen van een bevredigend antwoord binnen den gestelden termijn haar tot haar groote spijt zou noodzaken om de aclie der Britsche Regeering te be schouwen als een vormelijke oorlogs verklaring, dat zij zich niet aanspra kelijk acht voor de gevolgt n en dat, ingeval nieuwe troepenbewegingen naar de Transvaalsche grenzen plaats hebben binnen den gestelden termijn de Regeer ing der Republiek genood zaakt zal zijn dergelijke bewegingen eveneens te beschouwen als een vormelijke oorlogsverklaring. Te Enghien in de nabijheid van Parijs zou Zondag, niettegenstaande de vele protesten er tegen, een stieren gevecht plaats hebben. In een groot aantal treinen waren de Parijzenaars aangekomen om van het hartverhef fende schouwspel te genieten. Een stier wierp zich echter- tusschen het publiek, zoodat er een geweldige paniek ontstond, waarbij een 10-tal personen ernstig gekwetst werden. De slier moest met revolverschoten worden afgemaakt. Egyptische bladen verzekeren, dat Alfred Dreyfus, vergezeld van vrouw en kinderen, den winter in den om trek van Kaïro zal doorbrengen. Nu er in de laatste gevonden boei van Andrée, welke inderdaad die is, beslemd om door Andrée naar be neden geworpen te worden als bij de Noordpool passeerde, geen schrift gevonden is, maakt men daaruit op dat de ballon is verongelukt en de boei met den stroom is meegedreven. Ook Nansen heelt nu alle hoop op het behoud van Andrée en zijn metgezellen opgegeven. De Koninginnen in Duitschlnnil. Onze Koninginnen zijn met zeer veel sympathie door de Berlijners in het algemeen, en door den Keizer en de Keizerin in het bijzonder begroet. II.H. M.M. kwamen 's avonds aan het station Potsdam aan. Het. plein voor het station was bezet door een esca- dron van de garde du corps, met het zwarte pantser met de stalen helmen en daarboven de zilveren adelaar. Op het perron stonden de schutters van de garde met de muziek aan de eene zijde, terwijl aan de andere het militaire hoofdkwartier van den Keizer was opgesteld. Daar, te even acht uur kwam de trein het station binnen- stoomen, begroet door de tonen van het nieuwe Wilhelmus, en snel liep de Keizer op den waggon toe, waarin de Vorstinnen waren gezeten. Eerst maakte hij een diepe, ceremonieele buiging en gaf daarop den Vorstinnen, vriendelijk glimlachend de hand, haar daarbij een bouquet rozen overhan digend. De Koningin was gekleed in een japon van ivoorkleurige stof, terwijl de Koningin-Moeder in hel donker was. Zooals wij reeds gemeld hebben, waren op het station, behalve hof- dignitarissen en militaire autoriteiten ook aanwezig de prinsen en prinsessen Von Wied, met wie de ontmoeting zeer hartelijk was, en de geheele Nederlandsche legatie. Nadat eeriigen der aanwezigen aan HH. MM. waren voorgesteld, bege leidde de Keizer I1H. MM., na aan de Koningin zijn arm te hebben gebo den, naar het rijtuig, en ging het in vliegende vaart naar het Stadtschloss. Langs den weg stonden duizenden geschaard, die een luid, donderend »Hoch"-geroep aanhieven, als de vor stelijke stoet passeerde. Bij het paleis stond wederom een muziekkorps opgesteld, dat I1H. MM. begroette met het Wilhelmus, nu in oude zetting. Hier begroette de Kei zerin I1H. MM. In de z.g. bronzen zaal werd gedi neerd. Laten wij hier overnemen wat de correspondent van de N. R. Cl aangaande de tafel en de versiering daarvan zegt: De Keizer had aan zyn rechter zijde de jonge Koningin, aan zijn linkerzij de Koningin-Moeder. Aan tafel zaten acht leden van de familie Von Wied. De Keizerin, de Koningin van Wur- temburg en de prinses Von Wied zalen samen tegenover den Keizer. De gezant Van Tets met zijn vrouw en de staatssecretaris Biilow waren eveneens aan tafel met eenige hoog geplaatste hovelingen. Tusschen glanzend zilveren schalen en lijn porselein gerei, w aarop het eten werd opgediend, stonden in fijne, kleine vazen van iriseerend Cyprusglas lichte rozen op lange stelen. Over de heele tafel waren op het ammelaken sier lijke, groene slierten uitgespreid met kleine gele en witte roosjes ertusschen. Hier, waar do jonge Koningin in beminnelijke lieftalligheid troonde, was de geheele tafelschikking in hel dere en lichte kleuien gehouden. Het geheel bood een schitterende aanblik. Werpen wij nog een blik, schrijft dezelfde correspondent, op de bloem- versiering in de kamers van de Ko ninginnen, waarvoor de Keizerin zich zelf zeer geïnteresseerd heeft. Daar is vastgehouden aan het beginsel, dat de kleur van de bloemen zooveel mogelijk in overeenstemming moet wezen met den verderen toon van de kamer. Overigens is alles wat iri de kamers van de jonge Koningin aan bloemen is geplaatst zooveel mogelijk in heldere en rose kleuren gekozen, zooals kostelijke rose anjers in de woonkamer, ook eenige teere orchideeën, fraaie dahlia's, zwaard leliën en lichte rozen. In de Kamer van de Koningin- Moeder ziet men naast de lichte, giootbloeiendeheide-voornamdijkdon- kerroode bloemen, waaronder de prachtige justitia carnea. Een aantal oude Hollandsche afbeeldingen van leden van het huis van Oranje ver siert thans, als een stille attentie, overal de wanden van de woonver trekken. Zoo zijn bv. in het woonvertrek van de jonge Koningin twee schilde rijen Ie ziende stammoeder van het Hoheuzollernsche geslacht, prinses Louise Dennette ari Oranje rnet haren beroemden gemaal, den grooten keurvorst van Brandenburg, Fiederik Willem. Deze beide schilderijen, die aan de oudste betrekkingen tusschen de beide huizen van Hohenzollern en Oranje herinneren, zijn misschien meer dan enkel een symbool van het verleden. Want dit lijdt geen twijfel dat de Duitsche Keizer en Keizerin reeds sedeit jaren voor de jonge Koningin een buitengewoon hartelijke sympathie en vriendschap koesteren en daarvan geen geheim maken. Dat bewees ook vandaag elke bij zonderheid van de ontvangst. Geven wij verder eenige artikelen weer van de voornaamste Duitsche bladen. Daar is eerst de National Zeilungdie zegt«Oprechte sym pathie uit alle klassen van het Duitsche volk begroet de jonge Koningin bij haar verschijnen op DnitsChen bodem. Gemeenschappelijke historische her inneringen, evenzeer als de stamver wantschap van beide volken, verhin den Duitscbland, vooral Pruisen, en Nederland. Het misverstand,.dat een kwart eeuw geleden ten gevolge van ongegronde bezorgdheid van den kant van Nederland voor Duitscbland's plannen gerezen was, is al lang ter zijde gesteld." Verder de Berliner Ncueste Nach- richlen »Op het oogenblik is de innige vriendschapsbetrekking tusschen Ne derlanders en Duitschers nog een teer plantje. Het zal echter onder zorgvuldige hoede eens opgroeien tot een sterken boom, die voor beide vol ken een beschutting en bescherming tegen menig onweer kan worden. In de jonge Koningin begroet het Duitsche volk de bekwame en werk lustige natie, wie tot verdere ont plooiing van hare krachten niets ont breekt dan de steun op een groote mogendheid, in welker gemeenschap zij haar eigenaardig karakter ten ontwikkelen kan". Uit de Vossische Zlg «De ge voelens van bewondering en vereering, die de Keizer getoond heeft voor de roemrijke geschiedenis van een vrij heidlievend volk en zijn vorstenhuis, worden door de Duitsche natie ge deeld. Verre van aan Nederland zijn zelfstandigheid te misgunnen, ver langen de Duitschers slechts dat de stamverwante Nederlanders te allen tijde hun plaats niet enkel in de Germaansche volkenfamilie maar ook in het Europeesche concert met eere behouden." Ik herinner mij niet, zegt de cor respondent van de N. R. Cl., dat ooit zoo eenstemmig en vooral zoo buitengewoon hartelijk hier een vreemde souverein door Duitsche kranten van de meest verschillende gading is begroet. Gister morgen hebben de Koningin nen een bezoek bij den Keizer en de Keizerin afgelegd, waarop zij zich naar de villa van den prins Von Wied hebben begeven. 's Middags had, in tegenwoordig heid van den Keizer, de Keizerin, koningin Wilhelmina, koningin Emma, den koning en de koningin van Wur- temberg, de doop van den eersten zoon van den erfprins en deerfprin- ses Von Wied plaats. De doop werd toegediend door ds. Lohmann van Netiwied, bijgestaan door den hof prediker Kessler. Tijdens den doop hield H. M. Koningin Wilhelmina het kind, dat de namen Herrmann, Wilhelm, Friedrich ontving. Na de plechtigheid had de gelukwensching plaats, waarop het Keizerlijk paar naar het Neue Palais terugkeerde. Gistermorgen stond de personen trein 107 uit Amsterdam, voorbij Breukelen, stil voor een onveilig sein op het splitsingspunt van Breukelen naar Harmelen en Utiecht, toen een kolentrein uit Utrecht schuin van ter zijde in den personentrein liep. Hij wierp den eersten bagagewagen uit de rails en bracht verder nog eenige geringe materieele schade toe. De bagagewagen was gevuld met stuk goed; het treinpeisoneel bevond zich in den derden wagen, door welk toe val geen persoonlijke ongelukken zijn te betreuren. liet mistte zeer zwaar zoodat de machinist van den kolentiein het on veilig sein niet kon waarnemener waren echter knalsignalen op de rails gelegd. De machinist kon echter wegens de gladheid der rails zijn trein niet tijdig genoeg tot staan brengen. AAN DE DOOVEN. Een rijke dame, welke genezen is van hare doofheid en gerommel in de ooren door de Artificieele Oortrommels van het Instituut Nicholson, heeft aan genoemd Instituut de somma van 25,000 franken gegeven, opdat alle doove menschen die geene middelen hebben, zich de Oortrommels kosteloos zouden kunnen verschaffen. Zich te wenden tot het Instituut, «Longcott," Günneks- büey, Londen, W. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Door ongesteldheid van onzen verslaggever kon het verslag der raadszitting van gisterennamiddag niet meer in dit nummer worden opgenomen en moest tot het a.s. Zaterdagnummer blijven liggen. Gisteren wapperde uit enkele woningen alhier de driekleur en zulks wel ter eere van het geëerde hoofd der Transvaalsche regeering Paul Kruger, die zijn 74en jaardag mocht herdenken. Bij den uitgever S. L. van Looy te Amsterdam, is ter perse: «Steno grafie voor iedereen, een alfabetisch kortschrift.Oorspronkelijk Neder- landsch stelsel gevonden door den Heer A. W. Groote, le Luitenant- Adjudant alhier. Het wordt geschreven als gewoon schrift met niet meer teekens dan het gewone alfabet en is bovendien korter dan de bestaande stelsels. Dit werk zal nog deze maand het licht zien. Bij vonnis van den krijgsraad in het 3e Militaire arrondissement te Arnhem, uitgesproken den 6 October 1899, is 11. II Gerth, milicien soldaat, plaatsvervanger der lichting van 1896 bij het 5e Regiment infanterie schul dig verklaard aan wederspannig- heid en het zich in kennelijken staat van dronkenschap bevinden op den openbaren weg, en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 weken, en tot betaling eener geldboete van 3 gulden, bij wanbetaling derzelve binnen twee maanden na dc uitvoer baarheid van het vonnis te vervangen door hechtenis van drie dagen; alsmede in de proceskosten. Bij vonnis van den krijgsraad iri het 3e Militaire arrondissement te Arnhem uitgesproken den 9 October 1899 is A. Oude Eppink, soldaat bij het 5e Regiment infanterie schuldig verklaard aan Tweede desertie in tijd van vrede, door zonder vei lof langer dan twee dagen afwezig te zijn van zijn Korps, na vroegere bestraffing wegens eerste desertie, zonder de reden zijner afwezigheid ten genoege des rechters te bewijzen, rnet vrij willige terugkomst binnen vier weken, en veroordeeld tot eene militaire detentie van vier maanden en in de proceskosten. En is bepaald, dat de veroordeelde na zijn ontslag uit de detentie, zal worden geplaatst in eene klasse van militairen aan eene strengere krijgs tucht onderworpen voor den tijd van zes maanden. Aan den stafmuzikant II. P. Th. Hendriks en den korporaal W. van Gemert van het 5e Regiment infanterie is de bronzen medaille voor 12 jaren trouwen dienst toegekend. Het eere- teeken is aan de belanghebbenden op eene plechtige wijze voor het front van den troep uitgereikt. De tweede-luitenant H. J. Inden van het 5e Regiment infanterie is op zijn verzoek overgeplaatst naar het 7e Regiment infanterie, met bestem ming voor een der bataljons in gar nizoen te Amsterdam. In den Schermwedstrijd om het Kampioenschap van Nederland op de degen en de sabel, uitge schreven door den Nederlandschen Scherm bond welke van 5 Maart 1899 tot 8 October d.a.v. op verschil lende tijdstippen en plaatsen des lands werden gehouden, zijn door de onder officiers scherm vereeniging «Eendracht maakt Macht" te Amersfoort E M.M.A. behaald Ie. In den Kampioen wedstrijd op degen, de 2e prijs, 2e. In den Kampioenwedstrijd op sabel, het Kampioenschap voor de vereeniging hebben gestreden de ser geanten P. de Jong en J. C. Pommer van het 5e Regiment infanterie, en de wachtmeester P. Verheijen van het le Regiment huzaren, gedetacheerd bij de Koninklijke Militaire Academie. Als president en leider dezer ver eeniging staat aan het hoofd de ser geant-majoor Th. van Schouwenburg van het 5e Regiment infanterie. De sergeant II. Benriink van het 5e Regiment infanterie is door den Minister van Financiën benoemd tot commies 4e klasse bij de Rijks Directe belastingen en accijnzen. De korporaal-tamboer K. Otto van het 5e Regiment infanterie is op zijn verzoek in zijnen graad, overge plaatst bij het korps genietroepen te Utrecht. Bij het personeel der Gemeen telijke brandweer, voorzoover dit be zoldiging geniet, bestaat het voor nemen den Gemeenteraad te verzoeken, het uurloon voor vereischten arbeid bij brand, enz., dat sedert 1886 vijf tien cent bedraagt, met het oog op den thans geldenden loonstandaard, in verband met het eigenaardige der gevorderde diensten te verhoogen. Ook bij enkele brandmeesters en commandeurs die geheel belangloos diensten verrichten zou het voor nemen bestaan, op eenige vergoeding, althans voor de kosten der vergade ring van het College van brandmees ters, welke vergaderingen men tal rijker wenscht te houden, aan te dringen. Bij Kon. besluit is, met ingang van 16 October, op zijn verzoek ge- pensionneerd Harer Majesteitsadjudant in buitengewonen dienst, generaal- majoor J. E. N. baron Schimmelpen- ninck van der Oye, van de genie, thans op non-activiteit als lid der Eerste Kamer der Staten-Generaal, terwijl aan dien opperofficier de rang is verleend van luitenant-generaal. Onzen vroegeren stadgenoot, den heer A. A. graaf Van Limburg Stirum, thans luitenant-kolonel bij het 3e regiment huzaren te 's-Gravenhage, is op zijn verzoek wegens gezond heidsredenen non-activiteit verleend. Aanstaanden Zondag zal hier ter stede worden gehouden een ver gadering van het Hoofdbestuur van den «Ned. Bond van Oud onderofficie- ren« o.a. om met het Bestuur der plaatselijke afdeeling van dien Bond de mogelijkheid te bespreken om de Algemeene jaarvergadering, in 1900, alhier te houden. Bij de ten Garnizoens-bureele gehouden aanbesteding voor de leve ring van aardappelen gedurende het tijdvak 1 November tot en met 31 Mei 1900, ten behoeve van de sol- daten-menages alhier, werd ingeschre ven door: Joh. Meijer, te Amersfoort, voor f 1 80 per H L.Jan Meijer, te Amersfoort, voor f 1.74; A.Wagenaar, te Amersfoort, voor f 1.68 per H.L. Behoudens nadere goedkeuring van den Minister van Oorlog is de levering aan den minsten inschrijver gegund. De te Utrecht bedongen prijs liep van f2.44 tot f 1.93 per H.L. Door eenige leden van «Ons Huis" is in beginsel besloten tot het oprichten van een Zangvereeniging,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 2