NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 91.
Woensdag 15 November 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Nog slechts een beperkt getal kaarten ver
krijgbaar.
iYlen haaste zich dus met inzending der
onderstaande Bon aan ons Bureau.
DE UITGEVER.
1 W.
Maatschappij tot Nntvanhet Algemeen.
BUITENLAND.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort,
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
W1LS0N-A VOND.
Ondergeteekende verlangt als ABONNE op de NIEUWE ARIËRS
FOOBTSCHE COURANT te ontvangen:
TOEGANGSBEWIJZEN voor de WILSON-AVON»,
tegen betaling van 50 cent per stuk.
WOONPLAATS -
NAAM
De ondergeteekende neemt de vrij
heid een opwekkend woord te richten
tot hen, die belangstellen in het alge
meen welzijn der ingezetenen van onze
gemeente en in slaat zijn om mede
te werken om dat welzijn te helpen
verhoogen.
Met vriendelijken drang wil ik hen
aansporen de openbare vergadering
te komen bijwonen, die morgen (Don
derdag 16 dezer) des avonds te 8 uur
in Amicitia gehouden zal worden
door het departement Amersfoort der
Maatschappij tot nut van het algemeen,
voor welke vergadering de heer Mr.
H. Smeenge, ons allen welbekend,
eene uiteenzetting zal geven van de
middelen, die plaatselijk aangewend
behooren te worden om het algemeen
belang te bevorderen, en de nieuwe
banen aan te wijzen, waarlangs even-
genoemde Maatschappij zich zal hebben
te bewegen om hare naam en haar
roeping getrouw te blijven in de
veranderde omstandigheden der nieu
were tijden en onder den invloed der
hedendaagsche algemeene sociale be
grippen de stverteedering der harten,
zich uitende door het waarachtig'
mede-voelen en daadwerkelijk lenfgen
der nooden en behoeften van alle
leden, die deel uitmaken van het
maatschappelijk verband, waaronder
wij leven.
De afdeeling Amersfoort van ge
noemde Maatschappij zijn in de laatste
jaren zware stormen over het hoofd
gevaren, waardoor haar ledental aan
zienlijk verminderde. Gedane zaken
nemen echter geen keer; dus haar
streven behoort te zijn de geleden
stormschade zooveel mogelijk te her
stellen, en haar hoofddoel niet uit
het oog .te verliezen.
Ontegenzeggelijk echter hebben de
zoogenaamde »Nutsavonden« tegen
woordig, ook hier, veel van hun be
staansreden verloren.
Aan meer of minder nuttige ont
spanning gedurende de winteravonden
bestaat thans waarlijk geen gebrek
in de stad onzer inwoning, sedert het
gezegde goede stedeke in verschillende
opzichten meer en meer de groote-
stads-manieren schijnt te hebben aan
genomen, althans te willen aannemen
Ziedaar een der oorzaken van het
verminderdo bezoek der bedoelde
Nuts-lezingen alhier in de laatste
jarenniettegenstaande men daarbij,
door vorm en aard der voordrachten,
het aantrekkelijke of «vermakelijke"
somtijds opgevoerd had tot een peil,
waarbij het «nuttige" op den achter
grond dreigde te geraken.
Mocht echter menigeen in de mee
ning verkeeren, dat de Nuts-avonden
het eenige nut van «het Nut" alhier
voorstelden, en daardoor in aarzeling
verkeeren om zijn vijf gulden te
offeren «tot nut van het algemeen,"
dan willen wij die meening bestrijden
door een beknopte opsomming te
geven van wat de afdeeling in onze
gemeente in werkelijkheid bijdraagt
aan het «algemeen nut," al wordt
daarvan den volke niet iederen dag
van de daken kond gegeven.
Behalve het G tal leesavonden,
iederen winter door de afdeeling voor
hare leden ten beste gegeven, en
waarop bekwame sprekers belang
wekkende onderwerpen van letter
kundigen of algemeenen aard behan
delen, bestaan er in onze stad talrijke
instellingen van groot algemeen nut,
vooral voor de minder bevoorrechte
volksklassen, die door haar in het
leven geroepen zijn en zoo noodig
krachtig gesteund worden. Daartoe
behooren het Ziekenfonds en de
Hulpbank tot het verleenen van voor
schotten, zegenrijke inrichtingen voor
de leden der mindergegoede standen,
wanneer zij in moeilijke of zorgvolle
omstandigheden verkeereninrichtin
gen, waarvan hier ter stede het groote
nut door ieder erkend zal moeten
worden.
Voorts de Huisvlijtschool (350), de
Volksbibliotheek (250), de Fröbelschool
(350) en de Toynbeevereeniging Ons
huis" (300), eveneens instellingen van
eikend algemeen nut alhier, die thans
meerendeels in bloeienden toestand
verkeeren, en zonder den steun der
afdeeling niet of kwalijk zouden kun
nen blijven bestaan, getuige de achter
hare uamen tusschen haakjes vermelde
getallen, aangevende het bedrag in
guldens in hel loopende jaar door
ieder barer uit de kas van hetNuts-
departement als subsidie genoten.
Bovendien steunt de afdeeling naar
de mate barer financieele krachten
iedere poging, die in onze stad aan
gewend wordt om het algemeen belang
te bevorderen, o a. blijkende uit het
aanzienlijk bedrag (10000), waarvoor
zij deelgenomen heeft in het aandee
lenkapitaal der» Amersfoortsche Bouw-
vereeniging" en hare renteloozegeld-
leening (4000) aan de Fröbelschool,
tot aankoop van het gebouw.
Ongetwijfeld zal ook de weldra op
te richten Ambachtsschool krachtig
door haar gesteund worden, terwijl
hetzelfde zal geschieden bij de even-
tueele oprichting eener dKooIc- en
Huishoudschool" hier ter stede, eene
inrichting ten bate onzer volksklasse,
die niet langer gemist zal kunnen
worden, en die slechts wacht op
het initiatief van belangstellenden
(WIE?!!) om een nuttigen werkkring
aan te vangen. Zoo zijn er nog meer
zaken, o.a. een Volksbadhuis, een
coöperatieve Verbruiksvereeniging
voor de arbeidersklasse, enz. die in
bepaalde behoeften zouden voorzien.
Genoeg om te doen erkennen, dat
er nog een ruim arbeidsveld open ligt
voor lien, die de belangen der lagere
volksklasse in onze gemeente willen
behartigen, of «ten algemeenen nutte"
werkzaam willen zijn.
Niet ieder echter heeft tijd en
werkkracht beschikbaar om daad
werkelijk of organiseerend op te
treden. Doch velen, ongetwijfeld zeer
velen, zullen er zijn, die jaarlijks hun
vijf gulden voor het goede doel zouden
kunnen opofferen. Zij althans kunnen
hun goeden wil toonen door lid te
worden der Maatschappij tot nut van
het algemeen, eene maatschappij, die
hier ter stede alleen door aanzienlijke
aangroeiing van het ledental in staat
zal kunnen blijven ten volle aan haar
roeping te blijven voldoen.
Moge daarom de vergadering op
morgenavond talrijk bezocht worden,
en moge de Secretaris van het depar
tement Amersfoort (de heer Mr. J. C.
H. Prikken, Muurhuizen alhierJ menig
nieuw lid kunnen inschrijven, dat
is de wensch van den Voorzitter,
G. J. BUYS.
Dr. Leyds heeft zich te Parijs door
een redacteur van het Journal laten
interviewen. Nadat dr. Leyds eerst
op de leugenachtigheid van de be
schuldigingen van Engelsche zijde, dat
Transvaal niet vooruit wilde op den
weg der beschaving, had gewezen,
zei hij o. a Vergelijk eens den toe
stand van Transvaal onder het Engel
sche gezag en onder den repu-
blikeinschen staatsvorm. Onder het
Engelsche gezag is maar één resultaat
bereiktvermeerdering van de staats
schuld. Geen sporen, wegen, bruggen
zijn aangelegd. Na de annexatie van
1877 was het eerste werk der Engel-
schen den spoorweg van Lourenzo-
Marques te verkoopen, welks aanleg
door president Burgers was begonnen.
Wij hebben dat werk later hervat en
voleindigd. Van onze spoorwegen is
geen meter door de Engelschen aan
gelegd. Dezen maakten slechts enkele
telegraaflijnenwij hebben 9000
kilometers draad gelegd, een net van
3500 kilometers lengte. Er zijn nu
147 telegraafkantoren in het land,
toen slechts drie.
Onze mijnwet? Er bestaat geen
liberaler mijnwet in de wereld. Alle
ingenieurs, zelfs de Engelsche, die in
Transvaal gewoond hebben, erkennen
dat. Niettemin blijven de Engelsche
persorganen er tegen te keer gaan.
Het is waar, onze mijnwet geeft den
kapitalisten niet genoeg gelegenheid
naar hun zin om «te monopoliseeren
en te amalgameeren." Dat hebben zij
in Kimberley kunnen doen en Kim-
berley is nu een doode stad. Maar
onze regeering heeft altijd getracht
den particulieren en persoonlijken
ondernemingsgeest te bevorderen.
Langen tijd vervolgde dr. Leyds
hebben goedgezinde Engelsche
bladen getracht het Engelsche publiek
beter voor te lichten. Tevergeefs. De
dwaaste praatjes worden geloofd. Zoo
draagt de meerderheid van het Engel
sche volk, met die van het parlement
de schuld van den oorlog. Voorbeelden
van wal er geloofd wordt? Een zeer
hooge Engelsche persoonlijkheid voer
heftig uit tegen mijn land, omdat
men daar tot den staatsgodsdienst
moest behooren, zeide hij, om kiezer
te zijnZoo zou ik veel meer kunnen
verhalen van de laagheden begaan,
de woordbreuk gepleegd, de leugens
opeengestapeld orn ons tot den oorlog
te drijven.
Over het krijgsplan der Boeren liet
dr. Leyds zich niet uit, noch over
hun verwachtingen. Hij herinnerde
slechts aan Kruger's woordenDe
beide republieken zijn vast besloten,
zoo zij aan Engeland moeten toebe-
hooren, het daarvoor een prijs te laten
betalen, die de wereld zal verbazen.
Dr. Leyds hield verder vol, dat de
Engelschen Kaffers gewapend hebben.
De liberale pers in Engeland
blijft moedig den oorlog in Zuid-Afrika
bestrijden en zij smeedt zich een
krachtig wapen uit de moeilijkheden,
die telkens ontstaan bij de aanwer
ving van nieuwe en steeds nieuwe
troepen. De Morning Leader gaat
zoo ver, reeds de vraag te bespreken,
welke vredesvoorwaarden gesteld moe
ten worden. Het blad wijst op de reus
achtige uitgaven, die de oorlog mee
brengt en rnerkt daarenboven op,
dat aan negen transportschepen van
de uitgezonden vloot ongelukken zijn
overkomen, die extra onkosten zullen
meebrengen. Deze onkosten moeten
noodwendig de berekeningen in de
war sturen en nieuwe kredieten noo
dig maken. Het blad wil dat voor
komen en stelt voor, generaal Bulier
en den hertog van Devonshire op te
dragen de eerste onderhandelingen
aan te knoopen.
Eer het zoo ver is!
Hetgeen in het Noorden van de
Kaapkolonie en aan de zuidwestelijke
grens van Oranje-Vrijstaat gebeurt,
moet bepaald ernstiger zijn dan de te
korte offitieele berichten van het
Engelsche departement van oorlog
zeggen. Achter het lakonieke telegram
van generaal sir Redvers Bulier, dat
bij Belmont ten zuiden van Kimberley
een luit.-kolonel gesneuveld is, moet
heel wat ernstiger gezocht worden.
Een Engelsche afdeeling, aan welker
hoofd een luitenant-kolonel stond, die
werd gedood, en officieren, waarvan
drie gewond werden, moet dat ligt
dunkt ons voor de hand uit een
vrij sterke troepenmacht hebben be
staan. De afdeeling was waarschijnlijk
in opmarsch van De Aar, als voor
hoede van een colonne, die tot be
stemming gehad moet hebben Kim
berley te ontzetten. De voorhoede is,
wijl het officieele telegram daarom
trent zwijgt, blijkbaar teruggeslagen.
Te gelijker tijd vernemen wij, dat
de belegeraars van Kimberley een
Engelschen vooruitgeschoven post, ten
zuiden der stad bij de waterwerken
uitgezet, hebben aangevallen en ge
vangen genomen, terwij! in dien tus-
schentijd het nieuw aangekomen
zware geschut der Boeren begonnen
is, de diamantstad te bombardeeren.
Wanneer men deze drie berichten
tot één maakt, valt er de conclusie
uit te trekken, dat de heer Rhodes
zijn meeste oesterfuifjes wel gegeven
zal hebben, en dat er kwade dagen
voor Kimberley te wachten staan.
Trouwens dit geheele gedeelte van
de Kaapkolonie, niet het minst het
deel, dat de Vrijstaatsche zuidgrens
raakt, schijnt overstroomd door Vrij
staatsche troepen. De Boeren trekken
steeds dichter op De Aar, het hoofd
kwartier der Engelsche Kaap-kolo-
nie'sche troepen, aan en men zou
door het oprukken naar Colesberg
een omtrekkende beweging vermoeden.
De Boeren zijn zelfs reeds dicht bij
de stad gezien. Deze staat van zaken
zal waarschijnlijk veranderen, wanneer
de Engelsche versterkingen uit het
Zuiden afgezonden zijn, doch op het
oogenblik staat vast, dat de Vrijstaters
evengoed de baas in het Noorden van
de Kaapkolonie zijn als de Transvalers
in Natal.
Ook in het Noorden moeten de
Boeren geluk hebben gehad, al zijn
de berichten uit Rhodesia nog schaar-
scher dan van elders. Wij hebben het
telegram van het departement van
oorlog, gedagteekend uit Kaapstad
van 10 November, meegedeeld, dat
den 2den November een kleine afdee
ling Engelschen onder kolonel Spreck-
ley, behoorende tot kolonel Plumer's
troep, door de Boeren werd aange
vallen. Zes mannen werden vermist
en het convooi ging verloren. Ook
dit wapenfeit mag tot behoorlijke
proportie worden uitgebreid. Een
kleine troepenmacht staat gewoonlijk
niet onder dedJ&velen van een kolonel.
Waarschijnlijk heeft men hier te doen