GEMENGD NIEUWS.
«Hel is bij nader onderzoek zeer
wel mogelijk dat het de meeste aan
beveling verdient, dat de te ont
werpen stoomvaartverbinding met
Delagoa Baai niet begint in Neder
land maar of te Aden öf te Obok
(Fransche kolonie tegenover Aden),
zoodat men eene verbinding krijgt
Amsterdam—Genua—Aden (Obok)—
Delagoa Baai met de Maatschappij
«Nederland", en eene Rotterdam
MarseilleAden (ObokDelagoa Baai
met de «Rotterdamsche Lloyd".
Natuurlijk moeten dan te Aden of
Obok overlading van passagiers en
post plaats hebben van en naar
Delagoa Baai. Dan zouden vermoede
lijk twee a drie stoomschepen voor
de vaart Aden (Obok)Delagoa Baai
voldoende zijn. Iri dit geval zou dan
eene wekelijksche postverzending ge
schieden: terwijl het voor de passa
giers naar Zuid-Afrika gemakkelijk
is te Amsterdam of Rotterdam aan
boord te kunnen gaan. Bovendien
zouden de Stoomvaart- en de Kolo
nisatie-Maatschappij op die wijze
elkaar de hand kunnen reiken, zoodat
de gecharterde booten onnoodig
waren."
Wat het koloniseeren betreft, acht
de heer Van Urk noodig een vast
fonds voor het oprichten en instand
houden van eene maatschappij, welker
doel moet zijn landbouwende koloniën
in de beide republieken te stichten
ongeveer in den trant van de Duit-
selre kolonie te Luneburg, district
Utrecht aan de Pongolarivier.
«Eene leening moetgesloten worden,
ter verkrijging van eigendommen tot
landbouwende koloniën gemaakt.
Jaarlijks moet een goed aantal land
bouwers b.v. 500 tot 1000, naar die
koloniën worden uitgezonden, aan
dezen natuurlijk vrije overtocht en
een weekloon worden verschaft. Deze
landbouwers zullen moeten zijn krach
tige jonge mannen en gehuwden
met een of meer zoons. Op elke
kolonie moeteen besturend directeur-
administrateur werkzaam zijn, ten
volle vertrouwbaar, die den Zuid-
afrikaanschen landbouw kent, enz."
Wie daartoe wil medewerken, zeilde
zijn naamkaart aan den lieer Kamer-
lingli Onnes of aan den heer D. R
v. Urk, Kalverstraat 61, bij wieneen
beperkt schema eener kolonisatie-
maatschappij verkrijgbaar is.
-Aan de vele klachten over de
bepalingen omtrent hetgeen al of niet
op de voorzijde van briefkaarten mag
worden gedrukt, is thans te gernoet
gekomen.
Het volgende is hieromtrent be
paald
De voorzijde van de briefkaarten
is alleen bestemd voor de frankeer
zegels, voor de aanwijzingen, welke
op den postdienst betrekking hebben
(aangeteekend, bericht van ontvang
en zoo voort), en voor het adres, dat
geschreven of, door middel van eene
strook van ten hoogste twee bij \ij(
centimeters, opgeplakt kan worden.
Bovendien mag de afzender op de
voorzijde, hetzij in schrift, hetzij door
middel van eenen stempel of eenige
andere typografische bewerking, zijnen
naam en zijn adres vermelden.
Plaatjes of bekendmakingen mogen
op de voorzijde van de briefkaarten
worden gedrukt, mits zij in geer. enkel
opzicht de duidelijke aanwijzing van
het adres en de plaatsing van de
stempels en aanteekeningen van den
postdienst belemmeren.
Met uitzondering van de frankeer
zegels en van de hooger bedoelde
strook voor het adres, mag geenerlei
voorwerp bij de briefkaarten gevoegd
of daaraan vastgehecht worden.
Op briefkaarten, gebezigd tot het
aanbieden van een over te seinen
telegram of tot het geven van kwij
ting, mogen de noodige telegramze
gels, respectievelijk plakzegels, aan
de achterzijde worden vastgehecht.
Het is den afzender van een brief
kaart met betaald antwoord geoor
loofd om, hetzij in schrift, hetzij
door opplakking van een strook, zijn
naam en zijn adres op de voorzijde
van het voor antwoord bestemde ge
deelte te vermelden.
Het is voorts geoorloofd briefkaart
formulieren te bezigen, welke niet
van Rijkswege zijn uitgegeven, mits
zij met de van Rijkswege uitgegevene
overeenstemmen, wat betreft de af
metingen en de stevigheid van het
papier, en op duidelijk leesbare wijze,
op de voorzijde bovenaan, in het
midden, het woord «briefkaart dra
gen. Gelijktijdige vermelding van
een daarmede overeenkomende uit
drukking in een anderen taal is toe
gelaten.
Een ellendeling.
Het Haagsche «Dagblad" schrijft:
Wij hebben van een laaghartige
daad bij gelegenheid van het spoor
wegongeluk te Capelle geen melding
gemaakt, wijl het feit ons ongeloo-
felijk voorkomt. Van meerdere zij
den wordt bevestigd, dat mej. Vürt-
heim, die tot de ernstig gekwetsten
behoort, langs den spoordijk liggen
de, de hulp van een manspersoon
inriep, om haar schoenen los te ma
ken, orndat die knelden. Hij ontnam
haar evenwel haar gouden armband
en wilde zich ook meester maken
van haar gouden engagementsring
Door het dichtknijpen van de hand
belette zij zulks met alle krachtsin
spanning, waarop de onverlaat zich
verwijderde, orn wellicht bij ande
ren of op lijken zijn slag te slaan.
Mej. V. heeft in het ziekenhuis ver
klaard, den roover te zullen herken
nen. Hij was als welgesteld land
bouwer gekleed.
De aandacht van belanghebbenden
wordt gevestigd op de gelegenheid
tot verzending van brieven en andere
stukken naar Transvaal en Oranje-
Vrijstraat op 23 November e.k., langs
den weg van Marseille, met den trein
van 6.7 a., van Amsterdam naar
Antwerpen.
In vele dorpen van Maas en
Waal werd in de laatste jaren veel
geld verdiend met mandenmaken
voor kunstboter-fabiieken. Doordien
nu de levering van margarine aan
Engeland zeer verminderd is, ligt
ook het mandenrnaken bijna stil
hetgeen, vooral in dezen tijd van
het jaar, zeer te bejammeren is.
Den 30 dezer keert het Hof
weder naar de Residentie terug.
Uit Atjeh wordt geseind
Majoor P. H. van der Wedden heeft
een heuvelstelling van den pretendent-
sultan, Panglima Polim en het hooid
van Peusangan bezuiden TjotPiaan
gevallen.
De vijand, die vele repeteer- en
andere geweren had, vluchtte na een
hardnekkig gevecht, met achterlating
van 12 dooden.
Aan onze zijde werden 3 minderen
gedood, kapitein H. T. van IJsseldijk
ernstig en 0 minderen licht gewond.
Bij een verkenning, die den vol
genden dag plaats had, werden van
den vijand 4 gedood en 11 gevangen
gemaakt
De hoofden zijn nu naar de Gajoe-
landen.
Cathariiia Beersnians. t
Op ruim 54-jarigen leeftijd is te
Rotterdam na een vreeselijk lijden
gisteravond bezweken,Neerlandseerste
tooneelspeelslermevr. Cathai ina Beers-
mans. Want al was zij te Turnhout
in België geboren en al noemde zij
zich gaarne het «kind uit de Kem
pen", haar jarenlange verbintenis aan
onze eerste tooneelgezelschappen
maakte haar tot een der onzen en
we zijn trotsch op haar geweest, als
was zij in ons midden geboren.
Vandaag volstaan wij met de her
innering, dat Beersnians, in de school
van Victor Driessens opgevoed, dooi
en met hem in Noord-Nederland be
kend werd. Haar eerste rol van
beteekenis, waarmee zij voorgoed
haar naam hier vestigde was Fer-
nande, die zij bij Albregt en Van
Ollefen creeërde in een tent in de
Plantage, ongeveer op de plek, waar
nu de huizen tegenover den Park
schouwburg staan.
Dat was in den zomer van 71.
Daarna trad zij onder Driessens te
Antwerpen op. In Rotterdam viel
de aandacht voor goed op haar, toen
zij met haar vorstelijke gestalte en
koninklijk geluid en breede gebaren
koningin Louise in Vorstenschool
speelde. In '77 kwam zij voor goed
bij Le Gras, Van Zuijlen en Haspels
en zij bleef bij Le Gras en de Has
pels tot het laatst.
Van dit gezelschap was zij jaren
de eerste vrouw en het glanspunt,
allen om haar heen bezielende met
den gloed en den hartstocht, die zij
zelf voor haar kunst gevoelde.
Niet alleen voor het Rotterdamsche
gezelschap, doch voor de geheele
Nederlandsche tooneelspeelkunst is
het heengaan van Trinet, zooals haat-
vrienden haar bij voorkeur noemden,
een smartelijk verlies.
Staatspensioen voor iedereen.
Bij een bespreking van de brochure
der heeren Wieringa en Boswijk,
waarin zij voorstellen aan iedereen
op 60-jarigen leeftijd een toelage van
f I per dag te verstrekken, wordt in
het Nieuws van den Dag o.a. gezegd
De vrijgevigheid der schrijvers is
waarlijk vel wat al te groot. Men
telt thans plm. 300,000 Nederlanders
boven 65 jaren (de grens van 60 jaren
geven de statistische cijfers niet).
Tegen f 1 per dag zal de uitkeering
dus per jaar bijna 110 millioen gul
den kosten, terwijl de Rijksinkomsten
uit directe- eriindirectebel., accijnsen
en in- en uitvoerrechten (aan hoofd
som en opcenten) plm. 107 millioen
gulden bedragen. Een verdubbeling
der belastingen ware dus noodig.
Wel zouden* uitgaven, die thans ge
daan worden, kunnen vervallen, b.v.
de kosten der oude-mannen- en vrou
wenhuizen Deze laatste bereiken
echter, met inbegiip van die der
weeshuizen, nog geen 15 millioen per
jaar.
Men moet toegeven, dat tegen het
door hen verdedigd voorstel in be
ginsel geen bezwaar behoeft te beslaan
de wetgever is, als orgaan der volks
gemeenschap, volkomen bevoegd te
bepalen, dat ieder burger van zekeren
leeftijd een uitkeering zal ontvangen,
die allen te zamen zullen opbrengen.
Ons volk is echter waarlijk niet
rijk genoeg om zich een dergelijke
luxe te verooi loven!
Tevergeefs zal men trachten, gron
den te vinden voor een recht van
den arme om te worden ondersteund,
maar ons aller plicht om de armoede
te bestrijden staat vast.
AAN DE DOOVEN. Een rijke
dame, welke genezen is van hare
doofheid en gerommel in de ooren
door de Artifieieele Oortrommels van
het Instituut Nicholson, heeft aan
genoemd Instituut de somma van 25,000
franken gegeven, opdat alle doove
mensehen die geene middelen hebben,
zich de Oortrommels kosteloos zouden
kunnen verschaffen. Zich te wenden tot
het Instituut, «Longcott," Gunners-
bcet, Londen, W.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Op uitnoodiging van het hoofd
bestuur van den Nederlandschen
Militairen Bond, hebben zich een
40-tal onzer beste schilders, dichters
en schrijvers bereid verklaard, tot het
samenstellen van een album ter her
denking van zijn vijf-en-twintig jarig
bestaan.
Dit album, ten voordeele van dien
bond uitgegeven onder den titel
«Onder Neerlands Vlag", belooft dus
een waar prachtwerk te worden, het
geld overwaard.
Zij die den bond in zijn edel pogen,
het stichten en in stand houden van
militaire Te Huizen, willen steunen,
bestellen dus een exemplaar in pracht
band a f 6.90
Bestellingen worden o.a. aangeno
men in Slothouwer's Boekhandel.
Bij vonnis van den krijgsraad
in het 3e Militaire arrondissement te
Arnhem, van den 17 November 1899,
is L. J. H. van H. gewezen muzikant
bij het 5e Regiment infanterie, schul
dig veiklaard aan: Eerste desertie in
tijd van vrede, door zonder verlof
langer dan twee dagen (bijna 12 ja
ren) afwezig te zijn van zijn korps,
zonder de reden zijner afwezigheid
ten genoegen des rechters te bewijzen,
opgevolgd door arrestatie, en veroor
deeld tot eene militaire detentie van
drie maanden en in de proceskosten.
De eerste luitenant D. Postma,
welke onlangs van de detacheering bij
het Leger in Oost-Indiè hier te lande
is teruggekeerd, is door den Minister
van Oorlog ingedeeld bij het 5e Regi
ment infanterie, alhier in garnizoen.
De sergeant II. J. Verkouw van
het 5e Regiment infanterie wordt ge
detacheerd bij het vaste kader van
het Koloniaal Werfdepot te Harder
wijk.
De dirigeerend officier van ge
zondheid 3e klasse W. H. L Borger-
liolT Mulder, chef van het Militair
hospitaal alhier, is aangewezen om het
volgende jaar te Parijs deel te nemen
aan het Congres tot unificatie van de
militaire geneeskundige statistiek.
Bij de Zaterdag ten overstaan
van architect Kroes gehouden aanbe
steding \an het bouwen eener Pastorie
met kerk-ingang, op den hoek van
Zand en Sint Agatha-straat, werd
ingeschreven door de heeren: A. H.
Noorman, te Zwolle, f9867; J. C.
van Eybergen, alhier, f9835W. van
Achterbergh, alhier, f8988 G. Prins,
hier, f8885; C. J. Kuntz, alhier, f8650;
G. Wassink, alhier, f7890.
Gegund aan den heer Prins.
In de Maandagavond gehouden
algemeene vergadering van Patri
monium kwam ook op de agenda
voor «Bespreking ambachtsschool".
Bedoeld punt lokte een zeer breed
voerige discussie uit. De voor ditmaal
nog al druk bezochte vergadering,
besloot met op twee na algemeene
stemmen toe te treden als lid van de
vereeniging voor ambaehtsonderwijs.
Medegedeeld werd dat aan de beurt
van aftreden waren de 11.H. J. van
Diggelen en J. C. van Es als leden
van het bestuur, J. R. van 't Hof en
K. Kok als leden van de commissie
van adres en F. Boerwinkel als lid
van het ondersteuningsfonds.
Zondag 26 November a.s zal op
het sportterrein te Oud-Leusden een
belangrijke voetbalwedstrijd plaats
hebben tusschen de A. F. C. Quick
en haar zustervereeniging uit Bussum.
De strijd beloofd zeer spannend te
worden, daar beide vereenigingen in
sterkte tegen elkaar opwegen. Aan
vang twee uur.
Bunschoten. De inzameling voor
Transvaal, alhier en te Spakenburg
gehouden, heeft opgebracht f604,81.
Na aftrek van de noodzakelijke onkos
ten, zal een bedrag van f 600 kunnen
worden overgemaakt.
Het Comité brengt een woord van
dank aan allen, die hunne bijdrage,
op de meest welwillende wijze schon
ken en stelt zich gedurende den gan-
schen oorlog beschikbaar tot het in
ontvangst nemen en overmaken der
gelden, die soms, ook na de inzame
ling, nog worden bestemd voor onze
strijdende stamgenooten Men wende
zich dan tot een der Comité-leden.
Zooals bekend is, zijn tot bestuurs
leden gekozen de heeren A. Kuijper
Boone, voorz.R. Los, secretaris; C.
J. Duijst, le penningm.R. Nagel Mz.,
2e penningm.
Moge ook bij den voortduur do
belangstelling in deze zaak blijken
door het schenken van ruime bijdra
gen, die nog zoo noodwendig vereischt
worden.
362e STAATSLOTERIJ.
Eerste klasse.
Trekking van 20 en 21 Nov.
(1000 loten.)
Ten kantore van den collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende
nummers te beurt gevallen:
Prijs van f 100 op No. 2670.
Prijzen van f 20.
2108 2121 2122 2260 2275 2283 2579
2591 2593 2619 2652 2661 6061 6094
6097 6105 11223 11227 11245 11251
11265 13847 13872 13874 14687 14688
14700 14712 14713 16801 16818 16821
en 20093.
Te zamen 34 prijzen.
De Maliebaan te Utrecht onder
vindt vooral in den laatsten tijd op
gevoelige wijze de gebreken var, den
ouderdom. Gebeurde het vroeger
ettelijke malen, dat de eeuwenheu
gende linden door storm of bliksem
stralen werden geveld, toch hielden
zij voor het meerendeel nog stand,
terwijl de boomen welke door inre
genen hier en daar vermolmden, met
blikken platen werd «verbonden".
Sedert eenige jaren echter is men
van stelsel veranderd. Het plantsoen-
toezicht heeft achtereenvolgens de
aan ouderdoms-zwakte lijdende linden
vervangen door jeugdiger exemplaren,
welke, reeds forsch van stam, niet al
le jong stonden tusschen de grijs
aards in hunne nabijheid.
Thans is wederom een groote oprui
ming gehouden. Groote gapingen
zijn ontstaan, en zoo ziet de oude
paradelaan van het wandelgrage pu
bliek dat vooral 's Zondags de
«Baan" op en neer wandelt er
op het oogenblik eigenlijk droevig
uit.
Men hoopt echter door een doel
matig rooien en aanplanten de lom
merrijke zes rijen breede alleen niet
te behouden, maar haar vooral een
blijvend bestaan te verzekeren, het
welk misschien eeist door het nage
slacht naar waarde zal worden ge-
geschat, doch nu reeds iets goeds
belooft.
De kampplaats bevindt zich
achter Buttes-Chaurnont, kleine heu
veltjes in het noordoosten van Parijs.
Engelsche soldaten, duidelijk te her
kennen aan hun roode uniformen,
nemen in stormpas een der heuvels.
Aan hun hoofd rijdt een generaal,
die zijn soldaten door kreten en
drukke gebaren aanvuurt. Op den
top van den heuvel bevindt zich een
Boerenaldeeling om twee kanonnen
geschaard, in woedend gevecht met
de aanvallers. Plotseling verheft de
Engelsche generaal zich in zijn stijg
beugels, hij drukt de hand tegen de
borst, stort achteruit van zijn paard;
de soldaten snellen hem ter hulp,
tillen hem op en dragen hem van
het slagveld weg.... «Wat gebeurt
hier toch?" vragen de verbaasde voor
bijgangers. «Wat hebben die Boeren
en Engelschen hier in Buttes-Chau-
mont te doen?" Intusschen is de
doodelijk-gewonde generaal opgestaan
en wandelt weg, in gezelschap van
nog enkele zwaar gewonden
liet zijn zegt de Matin niet
anders dan een troep kerels, die voor
den photograaf poseeren. Een geïl
lustreerd blad voelde de behoefte
zijn lezers eenige gebeurtenissen van
het krijgstoonee! in Zuid-Afrika onder
de oogen te brengen en een handige
photograaf heeft er dit op bedacht.
Hij huurt een aantal leegloopers,
steekt ze in Engelsche en Boeren-
uniformen, brengt ze naar een ter
rein, dat geschikt is als achtergrond,
stelt de twee vijandelijke legers op
ende strijd kan beginnen. Dan
neemt hij «momentopnamen", die
zijn blad met graagte reproduceert
voorziet van sensationeele bijschriften
als «Dood van generaal Synions, naar
een opname van onzen specialen
correspondent."
Zoo iets noemt men de wonderen
der photographie.
De beul van Weenen.
Oom Karl, de beul van Weenen,
is gestorven. Hoewel deze lugubere
ambtenaar van 1899 drie-en-veertig
misdadigers naar de andere wereld
had geholpen en vroeger toen hij
nog adsistent was, bij honderdveer
tig terechtstellingen tegenwoordig
was geweest, was Karl Selinger zeer
gezien in zijn woonplaats Kaiser-
Ebersdorf, waar hij het beroep van
melkboer uitoefende. De man kon
zich roodboos maken, wanneer men
in de kroeg toespelingen op zijn be
roep maakte. Als hij in functie was
zag hij er zeer stemmig uit, rok,
witte das en zwarte handschoenen.
Lord Ashbourne's portefeuille
verloren.
In het Dublin Castle en Irish Office
te Londen heeft men zich zeer onge
rust gemaakt over het zoekraken
van een brieventasch van lord Ash
bourne, die behalve andere belang
rijke stukken, een verslag moest be
vatten van een der laatste kabinets
bijeenkomsten, waarin de Transvaal-
quaestie besproken was.
Hoe inon ook zocht, men kon geen
spoor van den lasch, öf van zijn
inhoud, óf van den dief, als hij ge
stolen was, terugvinden.
Misschien wachten ons nu eerst
daags de zoo lang verwachte hoogst
belangrijke mededeelingen vanwege
de Engelsche regeering.
RECLAMES.
Van den dood gered.
Zijne reis voortzettende was het volgende
plaatsje dat door onzen verslaggever na Breda be
zocht moest worden, Sliedrechl, in de nabijheid
van Dordrecht, een zeer net dorpje aan de Linge
gelegen.
Heel gemakkelijk was het niet om de familie
W. H. de Waard te vinden, daar hem bij zijn
aankomst werd medegedeeld, dat er wel een
zestigtal personen te Sliedrechl waren die den
zelfden naam droegen. Zulks ontmoedigde hem
niet, want voorzien van eep goede vi-aagbaak in
den mond mocht het hem,gelukken door behulp
van een brievenbesteller'de familie de Waard te
vinden.
Hij bevond zich voor een allerliefste woning
alwaar hem de van puds bekende zindelijkheid
toe blonk, hij hal het genoegen Mej. de
Waard te- ontmoeten en na een paar woorden ge
wisseld tè hebbèn om het doel van zijn bezoek
bekend te maken werd hij met alle mogelijke
beleefdheid verzocht binnen te komen.
Na eenige vragen gedaan te hebben omtrent
hetgeen hij vernomen had, vertelde Mej. de
Waard, omgeven van een talrijk kroost, dat hare
dochter, sedert 2 jaren ljjdende was geweest aan
Volgens ingezonden portret,
bloedarmoede en wel zoodanig dat zij er zoo
wit als een geest van uitzag, hetgeen haarman