NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Pablo Domenech. COMITÉ VAN ADVIES Znid-Afrikaausche RepbMen. BUITENLAND. Wo. 23. Woendag 21 Maart 1900. Negen-en-twintigste jaargang. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Eijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. omtrent emigratie naar de Schier niemand in Nederland tracht niet te doen wat hij kan voor de Boeren. Duizenden bij duizenden guldens zijn reeds bijeengebracht om door allerlei geoorloofde middelen ben te helpen en de diepe wonden te lenigen, die hun voorbeeldelooze strijd tegen onrecht en geweld hun slaat. Niet allen evenwel die zich aan het hoofd stellen om hun bijdragen in te zamelen, beschikken over vol doende kennis van Afrika en genoeg zaam vertrouwen in Nederland waar door aan de allereerste voorwaarden voldaan wordt om met hoop op goeden uitslag te kunnen arbeiden. Het intervieuw van Dr. Leijds, dat dezer dagen in «Het Vaderlandï is medegedeeld, staaft zóo voldoende dit beweren, dat daarover geen woord meer behoeft gezegd te worden. De ondergeteekenden van welken sommigen reeds in kleiner kring werkzaam waren op hetzelfde gebied, werden uitgenoodigd meer publiek op te treden en zich te vereenigen tot het comité aan het hoofd van dit opstel genoemd. Ze zijn de heeren Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland te 's Gravenhage, Mr. J. G. S. Bevers, oud-lid van de 2e Kamer der Staten Generaal te 's GravenhageP. J. A. de Bruine, 2de voorzitter van het Nederlandsche Landbouw-comité en van de Hollandsche Mij. van Land bouw, te ZwijndrechtDr. B. A. P. van Dam, die gedurende 11 jaren als geneesheer te Fauresmith in Oranje Vrijstaat practiseerdeE. J. van Gor- kom, oud-notaris in de Z.-A. R. C. M. E. Löben Seis, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal; N. J. Singels, die ruim 4 jaren te Johannesburg in de Z. A. R. aan het hoofd eener industrieele onderneming stondBas Veth, hoofd van het pers kantoor van het Algemeen Neder landse!) Verbond, te Dordrecht; J. A. Wormser, die in 1896/97 de Re publieken en de Koloniën van Zuid- Afrika doorreisde. Het doel van dit Comité is, in ruimeren zin des woords hen die wenschen te emigreren naar Zuid- Afrika met raad en daad bij te staan geschikte personen te helpen in hun voornemen en zoo noodig van de middelen ter volvoering van die plan nen te voorzien eri hen van wie het beter is dat ze hier blijven, onpar tijdig te dienen van advies, opdat die daar niet in hun ongeluk loopen na hier hun laatste bescheiden mid delen er voor geolTerd te hebben. Het Comité weet zeer goed dat alle vertoon of bewijs van philan- tropie iri den gewonen zin des woords tegenover de Boeren- ten eenenmale misplaatst is en in Afrika slechts wantrouwen wekt zonder nut te doen. Het is echter hoog noodig te helpen op elke wijze, die een bevriend volk tegenover een voor haar vrijheid worstelende natie niet verboden is. Daartoe kan veel geld vereischt worden. Het Comité stelt zich dus even gaarne ter beschikking voor het geven van advies als voor het ontvangen van geldelijke bijdragen. Het vertrouwt dat flit beroep op bet geheele Nederlandsche volk niet vergeefs zal zijn. De zetel van het Comité is in Den Haag. Men richte zich voor het in winnen van advies aan den secretais en zende zijne gaven aan een der bovengenoemde heeren of rechtstreeks aan den penningmeester. s Gravenhage, 15 Maart 1900. J. A. Wormser, Voorzitter. Dr. B. A. P. van Dam, 131 Bezuidenhout, 's Gravenhage, Secretaris. Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland, Koninginnegracht 62, 's Gravenhage, Penningmeester. Naar de Engelsche oorlogscorres pondenten meedeelen, gaat de onder werping van de Vrijstaters en de inlevering van hun wapenen onver poosd voort. De correspondent van de Daily Mail seint, dat langs den geheelen Vrijstaatschen spoorweg van Springfontein tot Bloemfontein de Boeren aan elk station Mausers, Mar- tini-Heniy-geweien en pistolen inle veren Alleen den 16en Maart werden 2500 geweren en andere wapenen ingeleverd. De Times verneemt uit Aliwal Noord, dat commandant Olivier naar Kroonstad is teruggetrokken, na eerst in Rouxville alle voedsel opgecom mandeerd en de bewoners in de groot ste ellende te hebben achtergelaten. Intusschen meldt hetzelfde blad. dat 250 opstandelingen uit Aliwal Noord zich hebben overgegeven en dat er nog 150 buiten de stad staan. Zoo goed als alle rebellen laten den Vrij staat alleen, behalve hun aanvoerders, die zich bij commandant Olivier heb ben aangesloten500 andere Boeren uit Wepener onder de commandanten Fouché en Zastrow zouden verder nog slechts op Roberts' proclamatie wachten om eveneens de wapenen neer te leggen. Te Bloemfontein zelf komen ook nog steeds Boeren hun onderwerping aanbieden, zegt de correspondent van de Daily Mail. In lange rijen voor het politiebureau opgesteld, leveren ze hun wapens in. Zoodra dit geschied is, moet elke Boer den volgenden eed zweren «Ik zweer gedurende den tegenwoordigen oorlog tegen de Brit- sche regeering geen wapenen te zul len opnemen en geen personen tot de republikeinsche strijdmacht be- hoorende, ondersteuning te verleenen of inlichtingen over de Britscbe strijd krachten te geven. Ik zweer verder tot het einde van den oorlog rustig op mijne hoeve te zullen blijven. Ik erken dat ik, als ik dezen eed op een of andere wijze breek, strafbaar ben volgens de krijgswet." In militaire kringen te Londen ver wacht men dat lord Roberts voorloo- pig mot zijn operaties niet voort zal gaan wijl het noodig is om belang rijke voorraden proviand en krijgs- materiaal te Bloemfontein voor den verderen veldtocht op te stapelen Ook acht men de vernieuwing van een groot deel der artillerie-en cava- leriepaarden noodzakelijk, omdat ten gevolge van het enorme werk dat van de dierpn in den laatsten tijd gevorderd werd, vele gestorven of onbruikbaar zijn geworden. Inmiddels trekt nu weer Mafeking aller aandacht tot zich De laatste berichten van die stad zijn. voor zoo ver is na te gaan, van den Hen en aan de Morning Post gericht, welker correspondent meldt dat toen alles wel was en men op spoedig ontzet hoopte. Daartoe schijnen nu ook ernstige pogingen in het werk te worden gesteld. Eergister seinde lord Roberts dat lord Methuen tot War- renton, aan de Vaalrivier, met zijn ontzettingscolonne was gevorderd, dat wil zeggen dat hij ongeveer het 'Is deel van den afstand van Kimberley tot Mafeking heeft afgelegd. De Brusselsche correspondent van de Amsl. Ct. seint echter dat, naar de Ind. beige uit Londen verneemt, niet Methuen maar lord Kitchener de ontzettingscolonne zal aanvoeren. Het plan van lord Roberts zou dan verder zijn, om Kitchener, zoodra Mafeking ontzet is, van daar linea recta naar Pretoria te laten opruk ken, terwijl Roberts zelf van uit den Vrijstaat zou binnenvallen. Generaal Buller zou verder in opdracht hebben, de Boerenstrijdmacht in Natal vast te houden. Wat de plannen van de Boeren aangaat, is de militaire medewerker an de Frankf. Zt. van meening dat zij misschien hun stellingen bij Win- burg-Ventersburg zullen opgeven, als de Engelschen hen niet te na op de hielen zitten en dit' schijnt inder daad niet het geval te zijn. Want hoe minder verzwakt de beide Boeren legers later samen kunnen werken, des te succesvoller zal de weerstand in Transvaal worden. Men late zich niet door berichten van overgave van kleine Boeren-af- deelingen in het Noorden van de Kaapkolonie of in het Zuiden van den Vrijstaat, misleiden om daaruit de conclusie te trekken dat er geen ernstige weerstand meer geboden zal worden. De tijding dat de Vanreenens- en Debeerspassen op de grens van Vrij staat en Natal door de Boeren bezet zijn en ook door zwaar geschut be schermd worden, wijst er op, zegt de sein ijver in de Frankf. Zt., dat de Boeren voor Kroonstad een energichen tegenstand zullen bieden. In elk geval kan Buller deze passen niet forceeren zoolang de vijand in de Biggarsbergen staat. Is daarentegen het Boerenleger eerst van Kroonstad naar of over de Vaal teruggetrokken dan zou de ver dediging van die passen nauwelijks meer doel hebben. Het voorwaarts rukken van Roberts' leger naar Johannesburg blijft echter altijd een gevaarlijke onderneming, zoolang nog de Biggarsbergen in handen van den vijand zijn, want deze bergen bieden van de Buffalori- vier tot aan den Sundaypas een ver dedigingsstelling, waaraan zich in den Vrijstaat een heuvelketen van den Sundaypas tot ongeveer aan Frank fort toe aansluit. De Biggarsbergen kunnen wel oostwaarts omgetrokken worden en de heuvelketen tusschen deze bergen en Frankfort, westwaarts, doch deze omtrekkende bewegingen zouden bet leger van Roberts en dat van Buller zeer ver van elkaar scheiden. Misschien hooren wij daar om wel spoedig eindigt de schrij ver dat Buller in plaats van een omtrekking te beproeven, weer een van zijn geliefde frontaanvallen op de uit het Duitseh van DITO. 4) Pablo zorgde zoo goed mogelijk voor alles, bakte een beefsteak voor zijn meester met aardappelen er bij. Met klokslag zeven stond alles dampend en uitlokkend gereed, en de heerlijke geur der gebakkene aardappelen ver breidde zich aromatisch door het kleine vertrek. Doch wie er kwam opdagen, de dokter niet. Verdrietig dekte Pablo den maaltijd toe, opdat hij ten minste warm bleef en wachtte. Hij dacht er over, alles te verwijderen en verseh te bakken; maar in dien tussehentijd kon juist zijn meester hongerig en ongeduldig binnen treden. Beter, dat hij koud, dan volstrekt geen eten vond, na een langen, vermoeienden werkdag. Ongeduldig liep hij heen en weder, nu naar buiten, dan weder naar binnen; het werd acht uurhet werd half negen. De hemel was met zware onweerswolken bezet en de duisternis viel snel. Daar schit terde de witte knevel in de schemering tegen den zwarten achtergrond, en met den zekeren snellen tred, welken hij in opgewondene stem ming had, trad Don Ramon binnen, wierp zijn pet in den hoek, liet zich op den eenigen matten stoel vallen, schoof de kaarsen op zijde en trok het eten naar zich toe. Pablo zeide, dat het, daar het zoo lang had gestaan, koud zou geworden zijn. Don Ramon hoorde niets, maar goot veel wijn naarbinnen, schold op de ezels van assistenten, op de ellendige trein- soldaten, op het onnoozele Roode Kruis en de slechte verbandmiddelen. Daarop werd hij stil en begon te eten. «Hondenvoer!» Slangeneten I riep hij twee- of driemaal; daarop spuwde hij, wat hij in den mond had, uit, wierp bord en beefsteak op den grond en sprak Pablo met een donderende stem aan. Deze begon zich nogmaals met het lange wachten te veront schuldigen, toen sprong Don Ramon op//Ant woordt je me nog?» schreeuwde hij en sloeg hem in het gezicht. Pablo vloog de kamer uit naar buiten, in nacht en onweder. De dokter stond als iemand, die uit een roes plotseling nuchter wordt. Hij herinnerde zich Pablo's verzoek; beschaamd keek hij naar de scherven op den grond, trad aan het venster, waar de regen in stroomen tegenkletterde, haalde zijn horloge voor den dag, zag dat hij anderhalf uur te laat ge komen was, en een gevoel van folterende Be zorgdheid en onrust overviel hem, alsof zijn maag te groot en zijn hart te vol was. Hij wachtte en luisterde, of Domenech niet terug zou komen!» De kaarsen flikkerden onrustig, ten gevolge van den tocht, welke door de slecht sluitende vensters kwam, en brandden snel af. Don Ramon liep geruimen tijd in de enge ruimte op en neder, hij dacht aan den zwaren dag, welken hij achter zich had en die tot zijne diepe be schaming veel afsloot, dat hem slecht was gelukt. Hij dacht er aan, dat hij tegen Pablo dikwijls driftig en ongeduldig was geweest en dat deze alles vriendelijk had opgenomenelke kleine scene van dien aard kwam hem in grootere afmetingen vóór den geest. Doch hij wilde alles voor hem goed maken, hij zou hem een ring geven voor zijne Rovia en geld voor de jonge huishouding. Maar hoe dikwijls hij ook zijne wandeling staakte en luisterde, er was geen voetstap te vernemen, uitsluitend knetterende regen. Eindelijk blies de dokter de kaarsen uit en wierp zich in bed. Geruimen tijd ontweek hem de slaap. Als hij op het punt was in te dommelen, meende hij Pablo's schreden te hooren en vloog weder overeind, tot de vermoeidheid grooter werd, dan de onrust van zijn eerlijk hart, dan de wensch, zijn fout te herstellen, en hij eindelijk insliep. Pablo liep in de omgeving als een waanzin nige heen en weder. Soms ontdekte hij een in het licht van een bliksemstraal opdoemend kruis, knielde neder en beproefde te bidden, maar er kwam geen gebedin de plaats daar van het woord: wraak!» en gedurig weder «wraak!» en nog: «wraak aan den man, die mij in het gezicht geslagen heeft, den trot- schen Pablo, den vrijen, onschuldigen Pablo Daarop bedacht hij, dat het Christendom geduld eischt, dat hij zich niet wrekeD kon zonder daarvoor zelf den dood te ondergaan. »En ik heb een lieve bruidkermde hij; »zij zullen mij grijpen en doodschieten als een hond, en ik zal geen eerlijk graf hebbeD, in ongewijde aarde, wóór de misdadigers liggen.» Dit alles bedacht hijmaar de slag brandde voortdurend op zijn wang, en regenstroomen konden hem niet afkoelen, niet afwasschen. Pablo wierp zich op de aarde en beet in het gras; hij sloeg zijn hoofd tegen den voet van het kruis; maar het kookte en bruischte in zijn lichaam. Hij had een gevoel alsof zijn borst en hoofd zouden barsten; menigmaal rukte hij zijn mond open, omdat hij dacht te stikken, en sloeg zich met de vuisten op de borst, om adem te kunnen halen. «En ik had hem gewaarschuwdEn nu heeft hij het toch gedaan, onrechtvaardig, enkel omdat er wel licht een van zijne patiënten was gestorven, en wat doet er dat toe Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1