NIEUWE Ni euws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Mo. 52. Zaterdag 30 Juni 1900. Negen-en-twintigste jaargang. BUITENLAND. BINNENLAND. Over Boord. Amersfoortsc oura ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. AU. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. China en de Mogendheden. Volgens berichten uit Tschifoe zijn er 1000 man Japansche troepen te Takoe geland. Nog 2000 Japanners en een bataljon Fransch voetvolk zullen volgen. Volgens den correspondent van de Daily Mail te Shanghai zouden de Chineesche ambtenaren, op last van de onder koningen der Jangtse-provin- ciën den consuls het volgende hebben meegedeeld De vreemde oorlogschepen mogen de Woesocn- en Jangtseforten niet naderen, evenmin de Euiopeesche factorij te Shanghai; in de nabijheid hiervan mogen ook geen politie en matrozen van de mogendheden para deeren teneinde geen volksgisting te verwekken. De vreemde oorlogssche pen in Chineesche haven mogen er blijven, maar geen bemanning landen, en de mogendheden verbinden zich geen oorlogschepen te zenden naar havens, waar er thans geen zijn. Uit verschillende steden komen nog berichten van brandstichting door de Boxers. Zoo zouden zij de krijgs school te Moekden hebben verbrand 3000 Russen rukken nu op de stad aan. In de provincie Shantoeng hebben zij de geheele stad Weisin in de asch gelegd. Naar het heel, zijn de Boxers in Shantoeng van plan de telegraaf tus- schen Tschifoe en Shanghai af te snijden. De bevelhebber van het Engelsche oorlogsschip Aurora maakt bekend, dat het aan de Russen te danken is, dat er te Tientsin nog iemand in leven is. De uit Engelsch-lndië naar China te zenden strijdmacht bestaat uit 223 Britsche officieren, 308 dienst doende officieren (of de oorlog in Zuid-Afrika ook bres in het officieren corps heeft geschoten) en 9540 man van het Britsche leger, benevens 7170 officieren en manschappen der inland- sche troepen. Aan het transport wor den toegevoegd 1280 paarden en ponies, 2060 muilen, 6 veldstukken en 11 maxims. Engeland en de Boerenrepublieken. De Times publiceert een depêche uit Eourenzo Marques van 27 dezer meldend dat volgens Boerenberichten een aanzienlijke macht Transvalers zich op de heuvels aan gene zijde van Middelburg verschanst. Volgens een telegram aan de Stan dard uit Pretoria is de Delagoabaai- lijn op 11 K.M. ten Westen van Komaiipoort vernield door Engelsche ruiterij, die aan de Kosibaai geland en door Tongaland gerukt is. De Boeren meenen, dat de Chi neesche crisis zal maken, dat een groote troepenmacht aan Zuid-Afrika onttrokken zal moeten worden Mid delerwijl hebben de Boeren echter reeds 12.000 geweren ingeleverd. De Boeren in den omtrek van Pretoria zenden groote voorraden naar de markt in de stad. Van de Goudkust komen zeer on gunstige berichten Het ministerie van Koloniën te Londen onving een telegram uit Prahsoe van 25 dezer waarin overste Wilcox, de comman dant van de ontzettingscolonne mee deelt een brief van den gouverneur Hogdson dd. 17 Juni ontvangen te hebben meldend, dat Koemassie nog slechts twee dagen houdbaar was, maar hij ontving den brief pas den 20en. Den volgenden dag hoorde hij in de richting van Koemassi herhaal delijk grof geschut vuren. Ondersteld wordt, dat het Engelsche garnizoen te Koemassi zich een uitweg trachtte te banen door hun twintig duizend belegeraars, en dat zij thans hopeloos ronddolen in het ondoordringbare woud. Maar er is geen zekerheid, want het ontzetkorps kan niet verder door de slagregens die het heele land tot een moeras maken. De Khedive van Egypte heeft gister een bezoek gebracht aan koningin Victoria op het kasteel Windsor. Hij werd met koninklijke eerbewijzen ont vangen. Eergister had er in de Fransche Kamer een interpellatie plaats naar aanleiding van de ontslag aanvraag van den chef van den generalen staf. Delanne, welke echter door den mi nister is geweigerd. In antwoord op de vragen van den interpellant, den anti-semiet Firmin Faure, hield de pas opgetreden minister van oorlog. Audié, een uitvoerige rede, die in hoofdzaak hierop neerkwam, dat de militaire functiën niet ter beschikking zijn van de peisonen die ze bekleeden, maar dat die personen ter beschikking zijn van den minister. Sembat diende daarop een motie in, luidende: »De Karner, vastbeslo ten niet toe te staan, dat de krijgs tucht waaronder de eenvoudige sol daten staan niet toegepast wordt op officieren, gaat over tot de orde van den dag." Dubien diende een motie in, waarin de verklaring van den minister van ooi log werd goedgekeurd. Waldeck- Rousseau vereenigde zich met deze motie, welke met 306 tegen 220 stemmen werd aangenomen. Sembat verlangde daarop, dat zijn motie als aanhangsel aan de motie- Dubien zou toegevoegd worden. Waldeck-Rousseau verklaarde niets tegen dit amendement te hebben het werd toen eveneens aangenomen met 326 tegen 179 stemmen, en de ge heele motie daarna met 301 tegen 226 stemmen. Een Russische gravin, die te Parijs is afgestapt, heeft der politie kennis gegeven, dat zij door haar kamenier voor 200,000 frs. aan diamanten be stolen is To Asmara in Erythrea is een goudexploiiatiemaatschappij tot stand gekomen met een kapitaal van twee millioen lire, die in deze streek goud gaat delven. De aanvankelijke proef nemingen hadden zeer gunstige resul taten. Naar wij vernemen, is heden aan de heereu Calkoen en Korff, onder scheidenlijk burgemeesters van Edam en Wieringen, namens H. M. de Ko ningin opgedragen een vlootrevue van visschersvaartuigen te organiseeren. Deze zal plaats hebben 3 Aug. a s. op Pampus, waar de schepen den 2en Aug. worden opgesteld. Men hoopt 800 900 vaartuigen daaraan te doen deelnemen. De marine zal voor de handhaving der orde zorg dragen. Met is een gelukkig denkbeeld en onze visschers zullen naar wij ver trouwen als één man opkomen om II. M. op hun eigenaardig terrein te ontmoeten. Wenschelijk vooral is het dat de vrouwen van de visschers zich aan boord bevinden en al het visch- tuig dan vooi handen zij. Feesten te Utrecht. Men is te Utrecht druk bezig met de toebereidselen voor de versiering bij het bezoek van HH. MM. de Ko ninginnen op 3 Juli a s. In de Malie baan en een deel van het Hoogelands- park worden de gewone branders en glazen kappen van de lantarens afge nomen en zullen deze, als gewoonlijk bij feestelijke gelegenheden, weer van veelarmige lusters met witte ballons worden voorzien. Voorts worden tus- schen de boomen de ijzerdraden reeds gespannen waarin des avonds de dui zenden lampions worden gehangen, welke een zee van licht verspreiden en een éénig schouwspel opleveren. In de fraaie boomengroep bij den aanvang van het Hoogelandspark zijn de naamcijfers der Vorstinnen met kronen en andere emblemen reeds vastgehecht, die ook door lampions zullen worden verlicht. Het stadhuis het provinciaal gebouw en andere stedelijke gebouwen zullen fraai ver licht worden. Van het bezoek aan's rijks munt is afgezien. Een zeetochtje. Heden vertrekt uit Vlissingen do door den heer W. P. Mulié te Leiden uitgevonden reddingsboot, met be stemming naar Parijs. Het vaartuig is op de waterlijn 7 M. langhet is voorzien van 5 hangmatten en pro viand voor een maand. Het draagt den naam WilhelminaKon. der Nederlanden. De bemanning bestaat uit vijf personen, nl. de beer Mulié uit Leiden, de heer Goelst, hoofd inspecteur van politie te Derdrecht, benevens een loods en 2 matrozen. Bij gunstigen wind denkt men de reis in 6, anders in '12 a 14 dagen te doen. Het scheepje, dat niet alleen red dingsboot, doch ook pleiziervaartuig is, zal te Parijs mededingen in den Anthony Pollokprijs, door een Ame rikaan uitgeschreven voor het beste schip dat niet kan omslaan. liet moet nl. den heer Mulié gelukt zijn aan beide zijden van het scheepje een toestel aan te brengen, waardoor zelfs bij aver ij omslaan onmogelijk is. Men meent te weten dat bii het onderzoek van de nieuwe Ongevallen wet in meer dan ééne afdeehng van de Tweede Kamer in het algemeen is besproken de politieke gedragslijn, die de Tweede Kamer thans te volgen heeft na de verwerping van het eerste voorstel door de Eerste Kamer. Met groote waardeering is gesproken over den spoed waarmede de Regeering zich beijverd heeft een nieuw ontwerp samen te stellen en in te dienen. VAN EWALD AUG. KüNIG. 26) Zoek uit deze schipbreuk voor me te redden, wat er nog gered kan worden. Ik blijf bij mijn bewering, dat mijn compagnon aan verstands verbijstering lijdt; wil hij mij dreigen, maak hem er dan opmerkzaam op, dat een proces ook voor hem onaangename gevolgen zou kun nen hebben." Na deze in de hoogste opgewondenheid ge sprokene woorden, trad hij de restauratie bin nen. Watkin zette zijn weg voort. Rudolf was met zijne vrienden naar Bückers Hotel gegaan; daér ontving hij in zijn kamer den agent, die den kellner, die hem aandiende op den voet volgde. Toornig wilde Rudolf hem de deur wijzen, doch Doctor Hackert legde snel de hand op den arm van zijn vriend en verzocht hem kalm te blijven. "Laten we hooren, wat hij ons te zeggen heeft," hernam hij. "Niet veel, Mijneheeren I" zeide Watkin met gehuichelde onbevangenheid; nik kom in ge volge opdracht van den Heer Schneider, om te vragen, wat er thans gebeuren moet Wat mij persoonlijk betreft, moet ik elk verwijt verre van mij werpen; ik meende dat ik door een zielskranke in een gesticht te brengen een plicht vervulde, welke "Laat ons dat laten rusten!" viel Rudolf hem in de rede. "Gij staat reeds sedert gerui- men tijd met mijn compagnon in betrekking "Reeds sedert verscheidene jaren; ik behan delde voor hem de zaken op de beurs." "Dus daaraan zijn de aanzienlijke sommen verspild geworden, welke mijn compagnon zich buiten mijn weten door onze handelsvrienden liet uitbetalen?" vroeg Rudolf toornig. "Ik veronderstelde het, dat hij op de beurs moest gedobbeld hebbenhij ontkende het wel, doch ik kon geen andere verklaring vinden. Was het u bekend, dat hij dat spel achter mijn rug dreef, dat hij me bedroog "Hoe zou ik dat hebben kunnen weten," ant woordde Watkin snel. "Hij heeft me daar niets van gezegd, en ik moest het er voor houden, dat hij een rijk heer was." "Genoeg daarvan I Hebt gij mij voorstellen te doen?" »De Heer Schneider wenscht, dat hier een filiaal van het huis opgericht wordt, waarvan hij dan aan het hoofd zal staan. Natuurlijk zou het met de noodige fondsen in staat gesteld moeten worden." "Verwacht hij werkelijk, dat die onbeschaamde voorslag aangenomen zal worden vroeg Doctor Hackert verbolgen. "Hij kan het niet verwachten," zeide Rudolf den van toorn gloeienden blik vast op het ge laat van Watkins vestigende; «zeg hem, dat hij zeer goed weet, dat hij van mijn vertrou wen misbruik gemaakt, me bedrogen, en onze schoone, bloeiende zaak aan den rand van den afgrond gebracht heeft; zeg hem verder, dat hij weet, dat het maar één woord van mij be hoeft te kosten, om hem aan de straffende hand der gerechtigheid over te leveren, en dat ik, wanneer ik hem spaar, dat alleen doe, om dat hij mijn broeder is. Een ontbinding moet er plaats hebben, en wel een ontbinding voor immerhij mag niet in zijn vaderland terug- keeren niet eer tenminste, voordat hij de schuld door een zoenoffer heeft uitgewischt. Hij moet aan gindsche zijde van den Oceaan, in Ame rika zijn geluk beproevenik zal hem de mid delen ter bestrijding der reiskosten geven. Dat is alles, wat ik voor hem doen kan. Hij weet wel dat hij geen recht heeft, ook maar een penning van mij te vorderendat de sommen waarvoor hij mij bedroog, zijn aandeel in deze zaak tienmaal te boven gaandus kan er van voorstellen en vorderingen zijner zijds geen sprake zijn. Zeg hem dat alles, hij moet vóór morgen vroeg een besluit nemen, en zich niet vleien met de hoop, dat ik hem vergiffenis schenken en hem verder nog als mijn compagnon erkennen zal." «Zult gij niet meer voor hem doen? vroeg Watkin. "Wat gij hem aanbiedt, isslechtseen aalmoes "En zelfs die aalmoes verdient hij niet," viel de Advocaat hem in de rede. «Mocht hij het wagen, in zijn vaderland terug te keeren, dan zal hij bij zijn familie overal geslotene deuren vinden. Zeg hem dat ook. Wij allen verachten hem; zijne misdadige handelingen vinden bij ons geen verontschuldiging." Watkin kon inzien, dat het vruchteloos was meerdere woorden te verspillen, hij nam zijn hoed en verwijderde zich. Docktor Hackert wilde den volgenden morgen de terugreis ondernemen; zijne ambtsbezighe den drongen hem daar toe. De Baron van Lichtenstein, met wien Rudolf spoedig vriendschap had gesloten, verklaarde zich bereid tot het vertrek van Rudolf in Lon den te blijven en dezen later naar B. te verge zellen intusschen zou de Advocaat Marie en Mevrouw Holdan van het gebeurde voorzichtig op de hoogte brengen en haar op de terug komst voorbereiden. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1