NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
Jufrouw Kregel.
BUITENLAND.
No. 63.
Woensdag 8 Augustus 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Voor de Boeren.
De Nederlandsch Zuid-Afrikaansche
Vereeniging en liet Algemeen Neder
landsch Verbond gaan alle Hollanders
er aan herinneren, dat de belangstel
ling in den vrijheidsoorlog van hun
stamverwanten in Zuid-Afrika niet
mag verminderen, omdat de kansen
der Boeren niet meer zoo gunstig
schijnen als voorheen. De beide ver-
eenigingen willen het Nederlandsche
volk opwekken om juist thans de zaak
der Boeren meer dan ooit te steunen.
Tot dit doel zal weldra een circulaire
in grooten getale, verspreid worden.
De inhoud ervan is als volgt:
Aan het Nederlandsche volle.
Toen het altijd maar goed ging,
wilde ieder alles doen wat hem ge
vraagd werd, om de Boerenzaak te
bevoordeelen. Stijgende met elke
nieuwe overwinning, was de offer
vaardigheid en toewijding zóó groot
als zelden in ons land te voren De
tegenslag viel onverwacht en van nu
af gingen de belangstelling en werk
zaamheid dalen. Men was ontstemd
over de ontmoediging der Boeren,
vergetende dat men zelf buiten alle
gevaren en ellende, een oneindig min
der rechtmatige moedeloosheid toonde.
Maar weet men dan niet dat de
oorlog ginds niet uit is? Dat zoo
ooit, thans onvermoeide pogingen in
het belang der Republieken plicht
zijn? Aanhouden, steeds aanhouden
met de verbreiding van het geloof in
hun goed recht, kan juist in deze
dagen, nu ook Engeland de lasten
zwaar gaan drukken, meewerken tot
eindelijke zegepraal. Daarom doen wij
een beroep op alle kringen in ons
land waar men zich vroeger opwond
voor de Boeren, om thans nog een
onderneming mee vruchtdragend te
maken, die in omvang én doortas
tendheid schaars in ons landje is
geevenaard. Dat is het «Special"
Amerikaansch Zuid-Afrika nummer
van «Hollandia" waarvan de uitgevers
reeds 120,000 ex. kosteloos in Amerika
hebben verspreid en waarin door den
heer L. Simons, Hollandia's krachtige
redacteur op pakkende wijze de hoofd
punten zijn weerlegd der valsche be
sehuldigingen en dat bestemd is om
vooral in Amerika tegen den strijd
bij de stembus, de sympathie voor
do Boeren te versterken, zóó dat hun
kansen op onafhankelijkheid daardoor
kunnen worden gebaat.
Wie zelf in Amerika vrienden of
kennissen heeft, koope het nummer
tegen een minimum bijdrage van
vijftig cent en verzende het aan hem
bekende adressen. Maar wie dit niet
heeft, zende alleen of in verbinding
met anderen, geld in bij den secre
taris van een der onderstaande ver-
eenigingen of bij den directeur der
Uitgevers-Maatij. «Nederland", den
heer P. A.. Nierstrasz in Den Haag,
uitgever van «Hollandia", die nog
over een 100,000 ongebruikte adressen
in Amerika beschikt en op zich neemt,
voor elke 50 cent bijdrage een vijftal
exemplaren doelmatig te verspreiden.
Men heeft dan zelf geen moeite en
draagt bij tot de mogelijke redding
der zaak die eens zoo na aan het
hart bleek te gaan. Geen klacht dus
dat men zoo graag iets zou willen,
maar niet kan. Men kan en wie kun
nende nalaat, blijft in gebreke.
Dc Nederl. ZuidafrikaanscheVereeniging,
gevestigd te Amsterdam
G. A. A. Middelberg, voorzitter.
Paul den Tex, secretaris,
Leidschegracht 10, Amsterdam.
Het Algemeen Nederlandsch Verbond,
gevestigd te Dordrecht:
Prof. dr. H. Kern, voorzitter.
Dr. H. J. Kiewiet de Jonge, secretaris,
Dordrecht.
Amsterdam, mAn
rrAugustus 1900.
Dordrecht,
De berichten, die uit China tot ons
kwamen zijn zeer weinig dienstig om
een eind te maken aan de onzeker
heid, waarin wij ons ten opzichte
van den toestand in het Vei re Oosten,
bevinden. Integendeel, weer geven de
verschillende berichten zulke uiteen-
loopende lezingen omtrent het opruk
ken der troepen, het onderlinge ver
band, de aanvankelijke resultaten,
omtrent gevechten en nederlagen, zoo
ook betreffende de houding der regee
ring, dat men niet meer weet, waar
aan men zich te houden heeft.
Zooals te verwachten was, is het
bericht van Li-Hung-Changs zelf
moord onwaar gebleken. De oude
man, die zich in dezen oorlog van
zooveel verschillende kanten liet kij
ken, acht zijn rol dus nog niet uit
gespeeld. Alleen heeft hij zich bij
zijn regeeiing «ziek gemeld,"van
daar waarschijnlijk het gerucht
maar dit zal hem niet baten, als hij
daarmee wil trachten aan zijn benoe
ming tot opperbevelhebber der keizer
lijke troepen te ontkomen.
Dat de opmarseh der troepen be
gonnen is wordt opnieuw bevestigd
van twee zijden. In de eerste plaats
vernam de New-Yorlc Herald, uit
Tchifoe dat de geallieerde troepen
Zondagochtend, dus den 5en naar
Peking waren opgerukt, terwijl de
Engelsche consul te Tientsin seinde,
dat de troepen den 4en waren uit
getrokken. Stemmen de data ook al
niet overeen, het feit, dat de opmarseh
begonnen is, werd toch van beide
zijde bevestigd. En reeds dadelijk
zouden de troepen dan slaags zijn
geraakt, in den omtrek van Tientsin
of bij Pei-Tsang. De berichten hier
omtrent, ontleend aan zeer vage tele
grammen in de Morning Post van
eergisteren geven hieromtrent geen
opheldering. Het laatste telegram
eindigt: «Pei-Tsang is nu gedeeltelijk
omsingeld". Een telegram uit Was
hington. dat dit bericht bevestigt,
luidt: «Kapitein Taussig van het
oorlogsschip Yorklown telographeert
uit Tsjifoe van heden
De Britsche torpedojager Fame
meldt niet-officieel, dat er Zondag
morgen gevochten is bij Pei-Tsang
van drie uur 's morgens tot half elf.
en dat de verbondenen aan dooden
en gewonden 1200 man verloren,
hoofdzakelijk Russen en Japanneezen.
De Chineezen waren op den terug
tocht.
Een telegram van admiraal Remey
uit Tsjifoe van 6 dezer meldt:
«Volgens een niet-officieel bericht,
dat vertrouwbaar wordt geacht, zijn
5 dezer bij het aanbreken van den
dag ongeveer 10,000 man der ver
bonden troepen bij Pei-Tsang hevig
slaags geweest met de Chineezen."
Dit laatste bericht deelt omtrent
den uitslag van het gevecht niets
mede, maar uit de beide vorige
dépêches het gedeeltelijke omsingelen
van Pei-Tsang en de terugtocht der
Chineezen in verband brengende,
mogen wij aannemen, dat de mogend
heden de winnende partij zijn ge
bleven. Hoe nu verder zal gehandeld
worden, daaromtrent is weinig met
zekerheid te zeggen. Of de troepen
na dit eerste gunstige resultaat zullen
halt houden en versterkingen afwach
ten, of wel dat zij thans vechtende
op zullen rukken naar Peking is thans
de vraag.
De omstandigheden waaronder de
tocht is begonnen zouden bijna het
eerste doen veronderstellen.
De Times toch vernam uitTientsin
dat daar de toestand moeilijk te door
gronden was. Het besluit om op 1
Augustus op te rukken naar Peking
moest, zooals we hierboven reeds schrij
ven, ingetrokken worden de Ameri-
kaansche commandant was daarna,
naar men zegt, niet meer geneigd om
op te rukken, tenzij bij versterking
kreeg. Een verkenning, door de Ja
panners gedaan, zou aangetoend heb
ben dat liet noodig was, versterkingen
af te wachtendeFranschen en Russen
zagen dat ook in, en Gaselee moest
zich wel bij die beslissing neerleggen
want deEngelschen hadden te Tientsin
slechts 3000 man.
Hoe weinig de toestanden dienstig
zijn om een eendrachtig samenwerken
der mogendheden te bevorderen, blijkt
ook wel uit hetgeen de correspondenten
te New-York aan de Londensche bladen
melden.
Volgens hen moet de Amerikaan-
sche regeering een lang tolegram ont
vangen hebben van den Amerikaansche
commandant te Tientsin, dat zij niet
in zijn geheel wil openbaar maken
omdat het, gelijk de Amerikaansche
regeering erkent, de houding van
eenige vreemde commandanten te
Tientsin in een onaangenaam licht
stelt. De correspondent van de Express
deelt iets mede over de kuiperijen
van eenige legeroversten te Tientsin,
die het oprukken der expeditie naar
Peking willen vertragen op verzoek
van sommige gezanten te Peking,
welke daartoe onderhandelingen ge
opend zouden hebben met prins Toean.
Deze onderhandelingen moeten ook
geloopen bobben over den wensch
der Chineezen, om sommige aanvoer
ders van de Boxers straffeloos te ver
zekeren.
De correspondent van de Express
zegt dat de censuur belet, over het
bovenstaande in bijzonderheden te
treden, maar den 30en seinden de
buiteniandsclie regeeringen aan hunne
commandanten te Tientsin, dat zij
terstond moesten oprukken, zonder
op de Engelsche troepen te wachten;
de expeditie vertrok toen zonder de
Engelschen, wier vertraging algemeen
een schande wordt genoemd. De Rus
sen vormden de bezetting van Tien
tsin, en spotten met de Engelschen,
zeggende dat het oprukken der geal
lieerden over veertien dagen veel te
laat zal zijn, daar het land overstroomd
is, terwijl het terrein halverwege
Peking een uitgestrekt moeras vormt.
Uit dit laatste zou men opmaken,
Humoristische Novelle,
door Arnold van Raalte Jzn.
10)
Zeg Komers" viel van Rellen hem in de
rede "toevallig staat er vanavond een adver
tentie in de courantik zou er eens op schrij
ven; waar is hij laat eens zien en de
krant nemende, na eenig zoeken vervolgde hij
//o ja luister:
«»Een beschaafde juffrouw van middel-
ii «baren leeftijd, met een zacht, meegaand
a ii en aangenaam humeur, zou zich
ii "door omstandigheden daartoe gedwongen
""gaarne geplaatst zien als huishoudster:
«"liefst bij een heer of weduwnaar van ge-
"poseerden leeftijd.
a "Brieven franco onder letters E. W. aan
ii a't bureau dezer courant.
"Hè ja, Komers" zei mevrouw van Rellen,
«daar zou ik op schrijven; dat is juist een
die je zoekt; die wenscht blijkbaar ook niet
altijd huishoudster te blijven
«Ja!" opperde Komers «dat komt nu heel
leelijk uit; ik moet morgen op reis en denk
wel een dag of viertien uit te blijven
«Welnu, als ik dat zaakje eens voor je zou
opknappen bood van Rellen aan.
«Als je zoudt willen, dan zou je me een
groote dienst ermeê bewijzen
«Wel, waarachtig wil ik datAls ik dat niet
overhad voor een vriend, dan zou 't er kl treurig
met me uitzien!"
«Nu, dan weet ik 'tgoed gemaakt" zei Ko
mers op vroolijken toon «dan verlaat ik me
geheel op jou; jouw keus zal wel goed zijn;
daar staat je eigen leven me borg voor!
»OI jou vleier" lachte mevrouw, die gaarne
dezen schoen, die haar wel paste aantrok!
"Dus" hernam Komers »dan geef ik je plein
pouvoir", en als de gelegenheid zich voor-doet
dan mag je een huisje óók voor me huren,
't Zal misschien wat veel gevergd zijn van je
goedheid maar zou je voor de meubileering
willen zorgen? Kijk, daar heb ik in 't geheel
geen verstand van; en jij en je vrouw je
vrouw vooral, weet daar beter den weg voor te
vinden! wil je?
«Met alle genoegen hoorstelden de echtge-
nooten hem gelijktijdig gerust, en mevrouw
voegde er bij; «en als het een beetje wilmee-
loopen, dan heb je best kans, dat je alsje
van de reis terug bent al in je eigen buis
kunt wonen, en door je huishoudster ontvangen
wördtl"
«Dat zou ik heerlijk vinden; zie je, dan hoef
ik niet meer hij m'n juffrouw in huis; want
nu ze weet, dat ik wegga, zal ze me niet ver
wennen! Zal ik nu even schrijven?... Of neen
"verbeterde hij zich zelf «schrijf jij maar, en
zeg dan dat het voor een vriend van je is enz.
enz. want anders maakt het wel een beetje
vreemde indruk, vindt jullie niet?"
Het echtpaar van Rellen beaamde dit en de
heer des huizes begon ook maar direct te schrij
ven. Na nog eenig heen en weer praten was
spoedig het hescheidingsuurtje genaderd.
«Nou" zei Komers bij liet heengaan «bij
voorbaat vriendelijk bedankt, voor j ullie moeite
»Da's niet noodig hoorwe hebben het graag
voor je over. Goeie reis, en als je terugkomt
is waarschijnlijk alles al in orde."
En na nog eenige plicht-plegingen gemaakt
te hebben, sloeg Komers met een verlicht hart
den weg naar zijn kamer in.
VII.
De advertentie, die van Rellen uit de cou
rant had voorgelezen, was door niemand an
ders geplaatst, dan door juffrouw Kre-
gel.
Toen haar broer, na de hevige woordenwis
seling haar alleen had gelaten, had zij in het
hoogste stadium van woede een advertentie op
gesteld; toen ze eenigen tijd later wat gekal
meerd was, vond ze bij herlezing dat de adver
tentie wat al te veel haar oogenblikkelijke ge
moedstemming verried, en vervaardigde een
nieuwe dezelfde die wij gehoord hebben.
Ze had geen klagen over het voorloopig re
sultaat; zeven brieven waren er op gekomen;
ze bad dus te kiezen.
Met vollen moed toog ze op weg; ze wilde
naar alle reflectanten gaan; doch groot was
hare teleurstelling, toen de eerste de beste haar
vast-zette met de vraag
«Bij wien kan ik informatiën bekomen?"
«Ja ziet U" luidde het antwoord «ik ben
eigenlijk nog nooit in betrekking geweest, ik
heb altijd met m'n broer samengewoond, maar
door bijzonderen omstandigheden, ziet U
»'t Spijt me juffrouw, maar de ervaring heeft
me geleerd, geen huishoudster te nemen zon
der vooraf informatiën omtrent haar ingewon
nen te hebben
Niet alleen, dat juffrouw Kregel met dezen
troost kon heengaan bij den eersten den besten
maar zóó ongeveer was eveneens het ver
loop van de eerste zes.
Wordt vervolgd.J