NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 69.
Woensdag 29 Augustus 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
1
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
Nieuwe Dnizend-en-één-Naclit-Verlialen.
DE ZELF-MOORD-CLUB.
Amersfoortsche Courant
fit
SSlïi
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Om Belfast trekt het zich samen
als een dreigende onweersbui. Botha's
macht, vastberaden als altijd, houdt
haar stelling bij Dalmanutha bezet,
die, als wij den correspondent van
de Morning Post te Belfast gelooven
mogen, de sterkste is, die na den
strijd in Natal ooit door de Engel-
schen is aangetroffen. Reeds vóór
Zondag hadden enkele schermutse
lingen plaats, artilleriegevechten
meestal, als het eerste weerlichten
in de verte, waarbij de Boeren blijk
gaven hun stellingen zoo lang moge
lijk te willen verdedigen en zoo duur
mogelijk ook. De stellingen weiden
door lord Roberts na zijn aankomst
te Belfast, verleden Zaterdag, dadelijk
verkend en zeer sterk bevonden. Zij
trekken zich 7 K.M. Oostelijk van
het station over een reeks kopjes uit,
die over een afstand van 40 K.M. in
een halven cirkel gelegen zijnvan
de meeste dier kopjes zijn de hel
lingen alleen langs drassigen grond
te bereiken, hetgeen der verdediging
natuurlijk zeer ten goede komen moet.
In een telegram, dat Roberts Zondag
avond uit Belfast verzond, waarop
wij straks nader terug komen, deelde
hij ook nog mede, dat het terrein vol
moeilijkheden is en voor der Boeren
taktiek zeer dienstigmet name is
het voor de Engelsche cavallerie min
der geschikt, dan tot dusverre onder
vonden werd. Bovendien hebben de
Boeren een groot aantal kanonnen
bijeengebracht.
Nadat Zaterdag het geschut der
Boeren de colonne van Buffer had
beschoten, die 11 K.M. ten Zuiden
van Belfast staat, zoo ook de brigade
van Stephenson op den uitersten lin
kervleugel en tevens het Engelsche
centrum, waarbij het Engelsche ge
schut krachtig antwoordde, begon
Zondag de aanval der Engelschen.
Roberts seinde aan den avorid van
dien dag; «Gedurende het grootste
gedeelte van den dag zijn wij aan het
vechten geweest over een omtrek van
bijna 50 K. M. Lyttelton's divisie met
twee cavallerie-brigades, en het geheel
onder leiding van Buffer, opereerde
ten zuidoosten van Dalmanutha.French
trok met twee cavalerie-brigades in
noordelijke richting, westelijk voorbij
Belfast gaande en den vijand voor
zich uit drijvend naar Lekenvlei, op
den weg van Belfast naar Lijdenburg.
Zoodra French Lekenvlei bereikt had,
rukte Pole-Carew met de gardebrigade
van Belfast hem te hulp. De Boeren
hadden klaarblijkelijk aanzienlijke ver
sterking gekregen op hunne noorde
lijke en oostelijke linies en boden
krachtigen tegenstand tegen het op
rukken zoowel van Buffer als van
Pole-Carew. Zij gebruikten drie Long
Toms en verscheiden andere kanonnen,
Het vuur was heet en aanhoudend,
totdat de duisternis geheel gevallen
was. Bulier hoop dat zijn verliezen
de 40 niet te boven gaan."
Later meldde Roberts, dat de ver
liezen van Zondag 5 dooden en 58
gewonden bedroegen. Buffer's troepen
bivakkeerden met het invallen der
schemering waar zij waren.
De opgave der verliezen zal waar
schijnlijk wel een «eerste" opgave
blijken te zijn, daar het veiliescijfer
wel wat laag is, waar Bulier reeds
«hoopte" dat zijn verliezen «veertig
niet te boven" zouden gaan.
Intusschen hebben de Boeren hard
nekkig stand gehouden en de eerste
aanval der Engelschen heeft alzoo
geen slaande resultaten gehad.
Dat het gevecht spoedig hervat zal
zijn, lijdt geen twijfel en misschien
doen op het oogenblik, dat wij dit
schrijven, Mausers en Maxims hun
treurigen plicht en bereikt ons straks
het bericht van een nieuwen strijd.
(Een intusschen ontvangen telegram
meld, dat de Boerenkrijgsraad tot
terugtrekken op Lijdenburg zou heb
ben besloten, welk bericht ons echter,
gezien de dateering en de bron waar
uit
Mail uit Lourenzo Marques dd. 25
Augustus als weinig betrouwbaar
voorkomt.)
Inmiddels wordt door de krijgsbe
wegingen in liet oosten van Transvaal
de aandacht wat afgeleid van hetgeen
op andere gedeelten van het oorlogs
veld geschiedt. En tocli zijn ook de
gebeurtenissen in 't Z.W. van Trans
vaal en in den Vrijstaat alleszins een
beschouwing waard.
In de eerste plaats vraagt de Wet's
krijgsbedrijf weer de aandacht; nog
niet eens op zijn vroeger operatie
terrein teruggekeerd, schijnt hij dade
lijk weer zijn ouden taktiek te zijn
gevolgd. Laffan meldde gister, dat
De Wet met 250 man van Theron's
verkenners den spoorweg ten zuid
westen van Krugersdorp in den lucht
deed vliegen. «Oom Chrisjan", die in
de laatste telegrammen van Roberts
en verschillende correspondenten on
geveer als onschadelijk gemaakt werd
voorgesteld, gaat dus weer zijn ouden
gang-
Ongelukkig heeft Do Wet in den
Vrijstaat waarschijnlijk zijn strijdmak
ker Olivier verloren wiens steun voor
hem zeker van veel waarde geweest
zou zijn. Generaal Olivier schijnt nl.
plannen gehad te hebben tot het ver
overen van Winburg welk voornemen
echter niet tot uitvoering kwam.
Waarschijnlijk waren het ook Oli-
vier's troepen welken den 25en kolonel
Ridley omsingelden, die zich met 250
bereden manschappen en 25 infante
risten in de nabijheid van Winburg
bevond.
Roberts meldde hieromtrent, dat
1000 Boeren met twee kanonnen de
legermacht van Ridley omsingelden,
die echter ontzet werd waarschijn
lijk door generaal Bruce Hamilton
maar niet voordat zij 30 man verloren
had. De troepen van den stoutmoe-
digen Olivier schijnen zich daarna om
Winburg te hebben samen getrokken,
welke plaats zij Zondag van drie zijden
aanvielen. Zij werden' echter, naar
bet is geweld, aan de Daily Roberts uit Belfast seinde, met zware
verliezen teruggeslagen, terwijl Gene
raal Bruce Hamilton commandant
Olivier met drie zoons gevangen nam.
Ook Zuidelijker in den «gepaciii-
ceerden" Vrijstaatnemen telkens weder
de Boeren hun wapens op en vormen
commando's. Drie dergelijke kleine
commando's verschenen in de buurt
van Bethlehem. Op die wijze kan de
Wet's macht, indien deze kleine
troepjes van hardnekkige strijders zich
bij hem aansluiten, spoedig weer aan
groeien tot een strijdmacht, die Roberts
weer handen vol werk geven zal.
Waar thans Zuid-Afrika de belang
stelling weder geheel in beslag neemt,
verliezen de gebeurtenissen in ChiDa
boe langer hoe moer van haar inté
resse, te meer, nu het uit den war
boel der elkander opvolgende tegen
strijdige berichten bijna niet meer
mogelijk is den draad der waarheid
te voorschijn te brengen. Terwijl
sommige van de mogendheden nu
toch wel weer geneigd schijnen met
Li-Hung-Tsjang te onderhandelen,
zoo bv. Rusland en Frankrijk, willen
anderen weer niets weten van onder
handelen met iemand, die niet tri
omfantelijk zijn volmacht toonen kan.
Japan schijnt geneigd te zijn China
de hand boven het hoofd te houden,
maar wil toch ook gevolmachtigde
onderhandelaars hebben en raadt als
zoodanig, behalve de oude Li, de
onderkoningen van Woe-tsjang en
Nanking aan. En als de Chineesclie
regeering verontschuldigingen en
een schadeloosstellingen wil aanbieden,
zal Japan China zooveel mogelijk bij
slaan. Li heeft uit Peking ook een
telegram ontvangen, meldende dat de
Japanners het keizerlijk paleis bezet
houden en dat de Japansche regee
ring hare belofte herhaald heeft, dat
zij de personen van den Keizer en
de Keizerin zal beschermen.
De bnilenlandsche gezanten hebben
Vrijdag besloten, dat men de regee
ringen zou laten beslissen over bet
al of niet binnenrukken van de vreemde
troepen in de verboden stad.
De correspondent van de Times
vindt bet hoog noodig, dat het paleis
wordt bezet, wijl zonder dat de tocht
naar Peking, die als een tuchtiging
bedoeld was, doel gemist zou hebben.
Want edelmoedigheid bij een over
winnaar is den Chineezen onbegrij
pelijk en wordt zonder omslag voor
lafheid aangezien. Daardoor worden
de leugenberichten, die in het binnen
land van China kwistig worden ver
spreid klakkeloos geloofd. Eenstaaltje
van zulk een bericht is bijv. dat de
verovering van Peking door de mo
gendheden gelogen is, integendeel, dat
de zonen van het Hemelsche Rijkeen
leger van 60000 barbaren verslagen
hebben. Dat met dergelijke berichten
de gezindheid jegens de vreemdelingen
er niet op verbetert spreekt van zelf
en hun toestand in de door hen be
zette steden, met name Peking wordt
daardoor steeds ernstiger.
En toch schijnt het voor de mogend
heden zaak te worden in Peking zoo
veel mogelijk vasten voet te krijgen,
daar het niet onwaarschijnlijk is, dat
straks de aanvallers aangevallen zullen
worden, en Peking thans niet door
de Chineezen tegen de vreemde duivels
maar door deze laatslen tegen de
Chineezen zal moeten worden verde
digd. De Daily Express verneemt
althans uit Peking dat de verbondenen
een onmiddelijken aanval van de
Boxers verwachten. Een groote macht
staat ten Zuiden van de stad en rukt
naar Peking op.
Central News heeft uit Tokio het
zelfde vernomendeze correspondent
voegt er bij dat de keizerlijke troepen
zich bij de Boxers hebben aangesloten;
een groote strijdmacht rukt uit Nan-
toeng naar Peking op om die stad te
heroveren.
Hoog noodig is het dus, dat de
mogendheden ook in dit geval weer
handelend optreden, de verboden stad
binnentiekken en op die wijze toonen
dat zij de overwinnende vijanden zijn,
die niet met zich laten spelen.
ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geschiedenis van den jongen man met de
roomtaartjes.
3)
»Ik mag u gaarne lijden, mijnheer Godall»
antwoordde de jonge man; ik heb niet het
geringste bezwaar tegen uwe vriend den majoor
dien ik houd voor een vermomd edelman.
Tenminste ik houd mij overtuigd dat hij geen
soldaat is. De Colonel glimlachte op 't hooren
van dit compliment over de volmaaktheid zijner
vermomming; en de jonge man ging op geani-
meerden toon voort: "Er is alle reden om u
mijn geschiedenis niet te vertellen. En mis
schien is dit juist de reden waarom ik dit wèl
ga doen. Tenminste, gij schijnt zoo volkomen
bereid een verhaal van dwaasheid te hooren
dat ik u onmogelijk teleur kan stellen. Mijn
naam, niettegenstaande uw voorbeeld, zal ik
verzwijgen. Mijn leeftijd heeft met het verhaal
niets te maken. Ik stam van mijne voorvaderen
af op de gewone wijze waarop de meeste men-
schen dit van de hunne doen en van hen erfde
ik een gevoel voor het humoristische, en hieraan
toe te geven is steeds mijn grootste genot
geweest. Ik ontving eene goede opvoeding. Ik
speel viool op een wijze die mij in staat zou
stellen mijn brood te verdienen in het orkest
van een stuiver's-comedie hoewel dit niet be
paald noodzakelijk is daar ik van bovengenoemde
voorvaderen ongeveer drie duizend gulden per
jaar erfde. Ik leerde voldoende whist om mij
een duizend gulden per jaar te doen verliezen
met dit wetenschappelijk spel. Mijne bekend
heid met 't Fransch was voldoende om me met
evenveel gemak geld in Parijs te doen weg
gooien als in Londen. Om kort te gaan, ik
ben iemand vol mannelijke talenten. Ik heb
allerlei avonturen beleefd, niet te vergeten een
duel om niets. Geen twee maanden geleden
ontmoette ik eene jonge dame, naar mijne smaak
naar lichaam en geest; ik voelde mijn hart
week worden ik zag dat het noodlot ten laatste
over mij was gekomen en was op weg verliefd
te worden. Maar toen ik eens naging wat er
van mijn kapitaal over was, bevond ik dat dit niet
meer dan vier duizend gulden bedroegNu vraag
ik u kan iemand die eenig zelf-respect heeft,
verliefd worden met vier duizend gulden? De
conclusie die ik trok was, dat dit onmogelijk
was; ik verliet de tegenwoordigheid van mijne
bekoorster, en mijne uitgaven lichtelijk ver
meerderend, kwam ik dezen morgen aan het
eind van mijn geld op acht honderd gulden na.
Deze verdeelde ik in twee gelijke deelen; vier
honderd legde ik terzijde voor een zeker doel,
de rest om te verteren vóór den avond. Ik heb
een zeer genoegelijken dag doorgebracht, en
heb heel wat belachelijke dingen uitgehaald
behalve deze geschiedenis van de room-taartjes,
die mij het genot u te leeren kennen verschafte
want ik was besloten, zooals ik u reeds ver
telde, een dwaze loophaan tot een nog dwazer
uit einde te brengen; en toen ge mij mijne
beurs op straat zaagt werpen, waren de vier
honderd gulden op. Nu kent gij mij evengoed
als ik mijzelf ken: een dwaas maar getrouw
aan zijne dwaasheid; en, zooals ik u verzoek
te gelooven, noch een flauwerik, noch een
lafaard. Uit den toon van den jongen man was
op te maken dat hij zeer bittere en verachte
lijke ideeën omtrent zichzelven voedde.
Zijne hoorders meenden reden te hebben te
vermoeden dat zijne liefdesgeschiedenis hem
meer getroffen had dan hij wilde toegeven en
dat hij zichzelven het leven wilde benemen.
De grap met de room-taartjes begon veel te
hebben van eene gemaskeerde tragedie.
"Is het niet vreemd," zeide Geraldine plot
seling, Prins Florizel aanziend, dat wij drieen
door bloot toeval elkaar moesten ontmoeten in
zulk een groote wildernis als Londen, en zoo
bijna geheel in dezelfde toestand moeten zijn?
«Wat!" riep de jonge man uit. "Zijtgij ook
geruineerd Is dit souper een dergelijke dwaas
heid als mijne room-taartjes? Heeft de duivel
drie zijner trawanten saamgebracht tot een
laatst drinkgelach?"
"De duivel kan soms zeer gentleman-achtige
dingen doen, geloof dat," antwoordde Prins
Florizel; en ik hen zoo getroffen door deze
samenloop van omstandigheden, dat hoewel wij
niet precies in de zelfde omstandigheden ver-
keeren, ik een eind zal maken aan 't verschil
in onzen toestand. Laat uw heldhaftig gedrag
wat betreft de laatste gebakjes mijn voorbeeld
zijn.» Zoo zeggend, trok de Prins zijn beurs
en nam er een klein pakje banknoten uit. Ge
ziet, ik ben een week bij u ten achter; maar
ik wil u inhalen» ging hij voort. »Dit,» een
der banknoten op tafel leggend is genoeg om
de rekening te betalen. Wat 't overige aangaat
Hij wierp ze in het vuur, en de vlammen ver
teerden tot den laatste toe. De jonge man
trachtte zijne arm tegen te houden, maar daar
de tafel tusschen hen was kwam zijne inmen
ging te laat.
IWordt vervolgd./