NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 77.
Woensdag 26 September 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND. 1
BINNENLAND.
Nieuwe Duizenfl-en-één-Naclit-Yerlialen.
DE ZELF-MOORD-CLUB.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
liet bericht van de bezetting van
Ivomatipoort door de Engelschcn wordt
in een gister door lord Roberts ver
zonden telegram bevestigd. Het is
Pole-Carew die daar Maandagmorgen
aankwam en een groote hoeveelheid
rollend spoonvegmaterieel in beslag
nam.
Dit is alles wat lord Roberts seint;
van bet vluchten van de Boerengene
raals Botha en Viljoen op Portugeesch
gebied, en het afgeven van geweren
en kanonnen door de Boeren aan de
Portugeezen, meldt Boberts niets.
Wij kunnen dus met vrij groote
zekerheid aannemen, betgeen men ook
moeilijk anders van deze mannen
verwachten kon, dat Botha en Viljoen
op hun post zijn gebleven Waar
schijnlijk zijn zij met hun getrouwen
over de Lebombobergen langs de Por-
tugeescbe grens noordwaarts getrok
ken om zich met de burgers in het
Lijdenburgsche te vereenigen.
Inmiddels meldt de correspondent
der Daily Telegraph, dat 700 Boeren,
waarbij 14 officieren, onder geleide
van 300 Portugeezen naar Lourenzo
Marques zijn gebracht. Dezen werden
nog door 800 Boeren en «huurlingen"
gevolgd. Deze allen werden te Lou
renzo Marques gevangen gehouden.
Zij hadden bij het betreden van den
Portugeeschen bodem bun wapens
afgelegd en bun kanonnen en munitie
vernield.
Reuier zegt te weten, dat bet aan
tal Boeren dat zich aan de Portu
geezen heeft overgegeven, niet minder
dan 3000 bedraagtzij zagen er allen
haveloos en mager uit en, voegt de
correspondent er bij, zij waren blij
dat de oorlog nu uit is.
Zoo'n vaart zal het dadelijk echter
wel niet loopen, de guerilla zal nog
langen tijd worden volgehouden ten
minste als er voor de nog in 't veld
staande Boeren voldoende voedsel en
munitie is, want zij zijn nu geheel
van de buitenwereld afgesloten.
Met allerlei middelen tracht lord
Roberts de Boeren anders lot overgaaf
te verleiden. Gelijk men weet, zijn
zij en terecht, als de dood voor krijgs
gevangenschap met het vooruitzicht
naar St. Helena of Ceylon gezonden
te worden. Met het oog daarop heeft
Roberts, volgens Laffan, nu een pro
clamatie uitgevaardigd, inhoudend,
dat de burgers, die zich vrijwillig
overgeven, niet meer buitenslands
zullen worden gezonden, maar bij
Bloemfontein en Pretoria in kampen
zullen worden geplaatst. Dat zal,
naar men gelooft, nog zeer velen er
toe brengen de wapens neer te leggen
waardoor aan den oorlog feitelijk den
genadeslag zal worden toegebracht.
Ook lord Salisbury, de premier van
het Engelsche Kabinet, heeft nu een
oproep tot de kiezers gericht, waarin
hij hen aanspoort om zich niet van
stemming te onthouden. Hij zegt dan
verder dat de heerschappij over de
beide republieken, waarvan men vroe
ger onverstandig genoeg, afstand had
gedaan, weder hersteld moet worden
en wel rustend op een duurzamen
grondslag. En dan ontwikkelt hij hét
zelfde program als Chamberlain, dat
de republieken eerst onder militair
beheer moeten komen en later zelf
bestuur zullen krijgen.
Ook Lord Rosebery de premier in
het votige libetale kabinet, maar die
zich onlangs feitelijk van de liberalen
heeft afgescheiden, heeft nu gesproken
of liever zijn verkiezingsprogram bloot
gelegd in een brief aan den kapitein
ter zee Lambson. Deze Lambson heeft
het beleg van Ladysmith aan 't hoofd
van zijn marinebrigade meegemaakt
en in de Times herhaaldelijk de re
geering aangevallen over haar beleid
en de slechte voorbereiding tot den
oorlog. Lambson is nu candidaatvan
de liberalen te New-Castle.
In het schrijven aan Lambson valt
Rosebery de regeering scherp aan en
verklaart, dat zij de zwakste is van
alle regeeringen, voor zoover hij zich
kan herinneren. Hij verwijt haar, dat
zij de buitenlandsche aangelegenheden
op een wijze heeft behandeld, waar
door Engeland van alle andere mo
gendheden is vervreemd en dat zij
door gebrek aan ruimte van blik en
het achterwege laten van alle militaire
voorbereidingen het land aan 't gevaar
van een vernedering zonder weerga
in de geschiedenis sedert den Ameri-
kaanschen vrijheidsoorlog, heeft bloot
gesteld.
Rosebery geeft den raad zulke can-
didaten te stemmen, die wat de bin-
nenlandsche politiek aangaat een op
waar en practisch liberalisme gegronde
houding aannemen. Er zijn drie groote
nationale hervormingen noodig; maat
regelen betreffende drankbestrijding
en de behuizing van de werkende
klassen en administratieve hervorming,
met name van het departement van
oorlog. Te dien aanzien is er niets
te verwachten van deze regeering, en
lord Rosebery zou daarom zijn stem
willen geven aan hen, die voorstanders
zijn van binnenlandsche wetgeving op
gezonden liberalen grondslag, die het
rijk willen handhaven en versterken,
een vastberaden, maar verzoenings
gezind buitenlandsch beleid willen
volgen en die in Zuid-Afrika een re
geling voorstaan welke, zonder afbreuk
te doen aan hetgeen men ten koste
van zooveel offers vei kregen heeft, uit
zijn op het herstel van tevredenheid
en eendracht.
Hoewel lord Roseberv niet uitdruk
kelijk zegt dat hij vóór inlijving der
republieken is, kan men toch tusschen
de regels doo lezen, dat hij zich daar
tegen niet zal verzetten, want aan
het »ten koste van zooveelopofleringen
verkregene", mag geen afbreuk wor
den gedaan. Zoo is er dus feitelijk
geen enkel staatsman van naam,
want ook de liberale leiders Campbell
Bannermann en sir William Harcourt
zijn voor inlijving die opkomt voor
liet onrecht, dat in Z.-Afrika geschiedt.
De Pelit Bleu verneemt uit Berlijn
dat het Boerendriemanschap zich naar
Koponhagen zal begeven ten einde
den Kroonprins van Denemarken te
verzoeken als bemiddelaar op te treden
tusschen Engeland en de Boerenrepu
blieken.
Ofschoon Engeland nog niet ge
antwoord heeft, is het toch zoo goed
als" zeker dat hot met Duitschland
mee zal gaan in deze. De pers althans
heeft dit reeds herhaaldelijk bepleit.
Naar aanleiding van Amerika's ant
woord zegt de StandardHet staat
te vreezen, dat de houding der Ver-
eenigde Staten den zedelijken invloed
der mogendheden op de Chineezen,
zal verzwakken. Elk teeken van mee-
ningsverscliil zal hen ongetwijfeld
weer moed geven daarom is Ame
rika's houding te betreuren. De ver
kiezingsmoeilijkheden, waarmee Mc.
Kinley te kampen heeft, erkennende,
meenen wij toch dat een land 't welk
als rijk een rol wil spelen, als een
der eerste lessen voor oogen moet
houden, dat de inwendige politiek
geen invloed mag hebben op de plich
ten ten opzichte van het buitenland.
Volgens de Pol. Corr. zou ook
Rusland zich ten slotte voor Duitsch-
land's plan laten vinden.
Naar het heet is prins Toean, de
voornaamste schuldige, door de kei
zerin benoemd tot voorzitter van den
Keizerlijken Raad terwijl generaal
Toengfoesian, ook een der grootste
vreemdelingenhaters, tot opperbevel
hebber over het leger in het Noorden
is benoemd.
De onderhandelingen zullen er
daardoor, indien dit -waar is, zeker
niet gemakkelijker op worden.
De Engelsche correspondenten blij
ven voortdurend de Russen in een
kwaad daglicht stellen.
Uit Tientsin wordt nu weer aan de
Standard gemeld dat de Russen den
spoorweg voor eigen gebruik willen
houden en weigeren, Engelscben en
Italianen te vervoerenhet vervoer
voor Duitsche en Oostenrijksche troe
pen maken zij echter gemakkelijk.
De Russen, heet het verder, steunen
openlijk Li-Hung-Tsjang, die in de
Russische wijk te Tientsin woont, en
heimelijk met de keizerin in brief
wisseling staat.
Naar de Köln. Zl. verneemt, zijn
de antwoorden van Rusland en Enge
land op het rondschrijven van de
Duitsche regeering nog niet ontvangen,
wel echter dat van Frankrijk, 't welk
volkomen toestemmend luidt. Even
eens toestemmend zijn de antwoorden
van Italië en Oostenrijk. Amerika
heeft zooals men weet, neiging om
ten opzichte van de bestraffing der
raddraaiers een zachtere behandeling
van de Chineesche regeering te be
pleiten. Men zou zich vergissen, zegt
de Kölnische, als men uit deze groo-
tere toegeeflijkheid de conclusie trok
dat de Amerikaansche belangen een
minder zorgvuldige bescherming ver-
eischten dan die van de andere groote
beschaafde volken. Een voorbeeldige
bestraffing van de schuldige raadslieden
van liet Chineesche hof zou zoowel
in oveenstemming zijn met de Ame
rikaansche handelsbelangen als met
de belangen van de zending, die voor
Amerika van meer beteekenis zijn dan
voor andere mogendheden. Maar Ame
rika is tot toegeeflijkheid genoodzaakt
door de ongunstige verandering in den
toestand, die zich op de Filippijnen
heeft laten gevoelen na de afzending
van troepen naar China. Voor de
onderhandelingen van de mogendheden
met China maakt het geen verschil,
of Amerika verder meewerkt of niet.
In allen gevalle blijven genoeg krachten
beschikbaar, om de boetedoening die
de beschaafde wereld verlangt, te ver
krijgen.
In het U. D heeft prof. De
Louter opnieuw een artikel geschreven
naar aanleiding van den oorlog in
Zuid-Afrika, onder het opschrift De
taak van een kleinen Slaat. Nadat
DOOR
ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geschiedenis van den jongen man niet de
roomtaartjes.
9)
Wensch mij, indien gij iets voelt voor een
diep-gevallen wezen, zooals ik, wensch mij'de
schoppenaas toe heden avond!
Er kwamen nog een paar leden, in den loop
van den avond, doch de Club telde niet meer
dan dertien leden toen de plaatsen aan den
speeltafel weder ingenomen werden.
De prins was zich ook nu weder bewust van
een zeker genot, niettegenstaande al zijne angst
doch het verwonderde hem te zien dat Geral-
dine veel kalmer was dan den vorigen avond.
«Het is toch zonderling,» dacht de Prins,
«dat de zelfbeheersching van een jongmensch
in zoo groote mate kan afhangen van 't al of
niet gemaakt hebben van zijn testament.»
«Attentie heeren!« zeide de President en hij
begon te geven.
Drie maal gingen de kaarten de tafel rond
en nog geen der Dootlottige kaarten was er
uit. De opwinding was verschrikkelijk toen hij
voor de vierde maal begon te geven. Er waren
juist kaarten genoeg om nog éénmaal geheel
rond te gaan.
De Prins die twee plaatsen van den linker
hand van den President af zat, zou, volgens
de methode die in de Club gevolgd werd, nl.
om te deelen in tegenovergestelde richting van
die welke gewoonlijk gevolgd wordt, op twee
na de laatste kaart krijgen. De derde speler
liet een zwarte aas zien het was de kla-
nerenaas. De volgende kreeg een ruiten, de
daaropvolgende een harten-kaart en zoo voort
doch de schoppenaas was er nog in. Eindelijk
keerde Geraldine die aan de linkerhand van
den Prins zat, zijne kaart om; het was een
aas, doch de hartenaas. Toen Prins Plorizel
zijn noodlot voor zich op tafel zag, hield zijn
hart op te kloppen. Hij was een moedig man,
doch het angstzweet brak hem uit. Tien kansen
tegen een dat hij de veroordeelden zou worden.
Hij keerde zijn kaart omhet was da schop
penaas. Een wild gesuis in zijn hoofd en de
tafel draaide voor zijne oogen. Hij hoorde den
speler aan zijne rechterhand lachen op eene
wijze die 't midden hield tusschen vroolijkheid
en teleurstelling; hij zag het gezelschap snel
uiteengaan, doch hij was vervuld met andere
gedachten. Hij zag in, hoe dwaas, hoe mis
dadig zijn gedrag geweest was. Volkomen [ge
zond in de kracht van zijn leven, erfgenaam
van een troon, had hij zijn toekomst en die
van een trouw en dapper volk verdobbeld. «God
vergeve het mijriep hij uit. En daarna ver
dween zijne zinsverbijstering en hij kreeg zijne
zelfbeheersching weer.
Tot zijne verwondering was Geraldine ver
dwenen. Er was niemand anders in de speel
zaal dan zijn aangewezen moordenaar, die met
den President te rade ging en de jonge man
van de roomtaartjes, die naar den Prins toe
sloop en hem in het oor fluisterde«Als ik het
had, zou ik een millioen willen geven, als ik
in uwe plaats was." Zijne Hoogheid kan niet
nalaten te denken dat hij zijne plaats voor een
veel matiger som zon af willen staan.
Het fluisterend gesprek tusschen den Presi
dent en den aanstaanden moordenaar werd
gestaakt. Deze laatste verliet het vertrek met
een blik van verstandhouding naar den Presi
dent. Deze kwam naar den ongelukkigen Prins
en stak hem zijn hand toe.
«Het is mij zeer aangenaam geweest uwe
kennis gemaakt te hebben» zeide hij, «en
tevens doet het mij genoegen in staat te zijn
u deze kleine dienst te bewijzen. U, kunt u ten
minste niet beklagen dat gij te lang hebt moeten
wachten. Den tweeden avond reeds! wat een
gelnk in 'tspel!»
De Prins trachtte tevergeefs iets te ant
woorden doch zijn mond was droog en zijne
tong scheen verlamd.
»U voelt u een beetje onpasselijk?» vroeg
de President, bezorgdheid veinzend. De meeste
heeren onder uwe omstandigheden doen dat.
Mag ik u wat brandy aanbieden?
De Prins knikte bevestigend, en de andere
schonk onmiddelijk een glas vol in.
«Arme oude Malthy!» riep de President uit,
terwijl de Prins zijn glas tot den lilatsten
druppel leegdronk. «Hij dronk bijna een pint
en het scheen hem geen goed te doen!»
«Op mij schijnt het beter te werken,» zeide
de Prins een boel opgeknapt. «Ik ben weer
geheel de oude, zooals gij ziet. En daarom,
mag ik u vragen wat ik verder doen moet.»
«Uw gaat het «Strand» (zeer drukke straat)
af, in de richting der City, en loopt op het
trottoir aan de linkerhand, totdat gij den heer
ziet die juist het vertrek verlaten heeft. Hij
zal u verder zeggen wat ge doen moet en ge
zult wel zoo goed willen zijn hem te gehoor
zamen de autoriteit der Club is in zij n persoon
dezen avond vertegenwoordigd. «En nu voegde
hij er bij, wensch ik u een pleizierige wande
ling.»
(Wordt vervolgd.!