NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. PROCLAMATIE. FEUILLETON. No. 83. Woensdag 17 October 1900. Negen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Aan mijn Volk! WILHELMINA. BUITENLAND. Nieuwe Mzeuü-en-éen-Naclit-Verlialen. DE ZELF-MOORB-CLUB. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonder 1 ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. AD VERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wij, WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassaii, enz., enz., enz. net is Mij ccne behoefte, aan liet Nederlandscbc Volk, van welks levendige belangstelling in het geluk van Mij en Mijn Iluis Ik zoo diep ben overtuigd, persoonlijk inedcdecling te doen van Mijne verloving niet Zijne Hoogheid, Hertog HENDRIK VAN MECKLEMBURG- SCHWERIN. Moge deze gebeurtenis, onder Gods zegen, bevorderlijk zijn aan het welzijn van Ons Land en van zijne Rczittingen en Koloniën in Oost en West. Lastenen hevelen dat deze Proclamatie in de Staatscourant en het Staatsblad opgenomen eu ter plaatse, waar zulks gebruikelijk is, aangeplakt zal worden. Gedaan op het Loo, heden den IGden October 1000. De Minister van Buitenlandsehe Zaken De Minister van Financiën W. II. DE BEAUFORT. De Minister van Justitie CORT VAN DER LINDEN. De Minister van Binnenlandsche Zaken II. GOEMAN BORGESIUS. De Minister van Marine ROËLL. P1ERSON. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid C. LELY. De Minister van Koloniën CREMER. Hertog Hein rich Wladimir Albrecht Ernst van Mecklem- burgSchwerin is de jongste zoon van den groothertog Frederik Frans II, die in 1883 is overleden. Deze vorst is driemalen gehuwd geweest. Uit zijn eerste huwelijk met een prinses van Pieusz zijn vier kinderen geboren, van welke de oudste, zijn opvolger, Frederik Frans III drie jaren geleden is gestorven en opgevolgd werd door zijn minderjarigen zoon, den thans 18-jarigen groothertog Frederik Frans IV. Uit het derde huwelijk van groothertog Frederik Frans II met Maria van SchwarzburgRudolsladt zijn ook vier kinderen geborenéén dochter, hertogin Elisabeth, in 1896 gehuwd met den tegenwoordigen groothertog van Oldenburg, en drie zoons van welke prins Hendrik, de jongste, op 19 April 1876 werd geboren. Een zijner halve broeders, hertog Jan Albrecht, is gehuwd met prinses Elisabeth van Saksen-Weimar-Eisenach, eene volle nicht van Koningin Wilhelmina. Een halve zuster, hertogin Marie, is gehuwd met grootvorst Wladimir van Rusland, oom van den Czaar. Hertog Hendrik van Mecklem- burg-Schwerin is gisteravond per ge wonen trein te 6 u. 19, met een gevolg van twee personen, te Apeldoorn aangekomen. Z. H. werd ontvangen door graaf Dumonceau, adj.-gen. van H. M. de Koningin, en door jhr. Van Tets, kamerheer van H. M. de Koningin- Moeder. De Vorst werd in een rijtuig bespannen a la Daumont met voor rijders naar het paleis geleid. De voorzitter van den Ministerraad, minister Pierson, was gisteren tegen de aankomst van H. M. de Koningin naar Het Loo ontboden en ontving aldaar mededeeling van Mr. Ms. ver loving met opdracht door middel van de Staatscourant den volke mededee ling te doen van eene Koninklijke pro clamatie, zoodra daartoe het oogenblik gekomen zou zijn. De minister-premier stelde zijne ambtgenooten in een bui tengewone vergadering van den mi nisterraad, gehouden voor den aanvang der Kamerzitting, met het gewichtige nieuws in kennis. Aan de buitenlandsehe vorstenhui zen is van de gebeurtenis kennis ge geven door tnsschenkornst van onzen minister van buitenlandsehe zaken. Naar wij vernemen, heeft deminis- ter van oorlog gelast dat lieden in alle garnizoensplaatsen groote parade zal moeten worden gehouden. De proclamatie was gisteravond reeds aangeplakt aan de voorpui van het Raadhuis te 's-Gravenhage. Met een enkel woord hebben wij reeds melding gemaakt van de nieuwe pogingen der Engelsche generaals om generaal de Wet in den val te laten loopen. Deze mislukte poging is niet, gelijk wij eerst veronderstelden voor eenige dagen gebeurd, nadat De Wet's strijdmacht den lOen bij de Vaal was «uiteengeslagen", maar reeds den 26en September en volgende dagen. Met het oog op de verkiezingen hield de censuur het rapport daarover blijkbaar achter. Nu deze zijn afgeloopen kan openbaarmaking natuurlijk geen kwaad meer. Het desbetreffende telegram is geda teerd Pretoria 6 Oct. en luidt aldus «Den 23en September was er te Kroonstad bericht ontvangen dat gene raal De Wet een anderen Boeren aanvoerder te Heilbron wenschte te ontmoeten om met dezen te confe ree ren. Onmiddellijk werd er toen een plan gemaakt om hen te omsingelen en gevangen te nemen. De troepen voor dit zaakje uitgekozen, bestonden uil generaal Knox' infanteriebrigade, kolo nel Porter's cavaleriebrigade, kolonel Dalgety's colonial mounted rifles en kolonel De Lisle's bereden infanterie. Op den eersten en tweeden dag dat deze gecombineerde beweging werd uitgevoerd viel er niets van belang voor. De troepen vormden een cirkel van 60 mijlen in omtrek rondom Heilbron, dat door Roerenpatrouilles was bezet, die als de gelegenheid zich voordeed, lagen te ssnipen". Op den derden dag toen de Britsche cavalerie de stad naderde, vonden zij daar in de nabijheid een groote Boe- renmacht, die positie genomen had op den Vechtkop. De cavalerie veegde den heuvel schoon en zond den terug- trekkendeu vijand shrapnels na. In den namiddag van denzelfden dag terwijl de cavalerie bivakkeerde, deed een groote macht Boeren onder persoonlijke leiding van De Wet een beslisten aanval op haar. Kolonel Porter nam echter zulk een positie in, dat de aanval geen succes had en de vijand gedwongen was te retireeren. Inmiddels waren generaal Knox bij Paardekraal, kolonel Dalgety bij Uit kijk en kolonel Delisle bij Elandspruit gekomen, daardoor den omtrek van den cirkel reduceerend tot 20 mijlen. Den volgenden dag betwistten de Boeren kolonel Porter zijn oprukken van het Zuid-Oosten naar Heilbron, waarbij hevig gevochten werd. De Boeren konden de cavalerie echter niet tegenhouden, die heuvel na heuvel in schitterenden stijl nam, uitstekend ondersteund door de artillerie. Niettemin mislukte het plan der Engelsche generaals volkomen. Na Porter's succesvol avancecren trokken de Boeren, 2000 man sterk, door Heilbron, lieten daar hun transport achter en trokken in Noord-Oostelijke richting terug. Er was nog hoop dat De Wet door de noordelijke colonne zou worden teruggehouden, maar deze nam ongelukkig een verkeerden weg zoodat zij de Boeren niet kon onder scheppen. Zoo ontsnapten zij naar de Kliprivier." Uit dit telegram valt in de eerste plaats te concludeeren, dat De Wet in den Vrijstaat nog over een groot aantal manschappen beschikt, niet tegenstaande reeds zoovele Vrijstaters door de Engelschen zijn gevangen genomen en dat zelfs zijn offensieve kracht nog niet is gebroken. En ten tweede dat hij nog steeds met de En gelsche generaals speelt, die hij leidt, waarheen hij hen hebben wil zonder dat zij ooit in staat zijn hein te vat ten. Voorwaar, zoolang De Wet er is, zal er van het eindigen van den strijd geen sprake zijn. Dat de zaken voor de Engelschen overigens niet zoo bijzonder gunstig staan, blijkt al uit hel feit, dat Roberts' vertrek vooiloopig weer is uitgesteld en ook hieruit, dat de terugkeer van de uitgewekenen naar den Rand mede is verschoven. Alleen generaal Bulier gaat naar Engeland terug. Naar aanleiding van diens vertrek heeft lord Roberts een dagorder uitgevaardigd, medeelende dat Bulier het bevel over het Natal- sche leger heeft neergelegd. Roberts betuigt hem voorts zijn dank voor zijn groote diensten en de bekwaam heid waarmee hij de bewegingen heeft geleid «zoolang hij onmiddelijk onder Roberts' bevel heelt gediend." Over zijn beleid aan de Toegela zal Bulier zich in Engeland nog wel te verantwoorden hebben. Men herin- ROBERT LOUIS STEVENSON. 14) De Geschiedenis van den Dokter en de Saratoga-Kolfcr. "Laat zien," voegde zij er hij"ik ben ouder dan gij, hoe wel ik zooveel zwakker hen; en hoewel ik vertrouw op uwe moed en vastbe radenheid, moet ik mijne eigene kennis van de wereld te hulp roepen tot ons gemeen schappelijk geluk. Waar woont gij?" Hij vertelde haar dat hij op kamers woonde en noemde de straat en het nummer. Zij scheen diep na te denken gedurende eenige minuten. "Juist," zeide zij ten laatste. Ge wilt trouw en gehoorzaam zijn, is 'tniet?« Silas verzekerde haar met warmte van zijne trouw. »Dan moet gij morgen-avond,» ging zij, met een glimlach voort, tehuis blijven en als uwe vrienden u mochten bezoeken, geef hen dan dadelijk hun congé, onder voorwendsel van drukke correspondentie bijvoorbeeld. Uw deur wordt waarschijnlijk om tien uur gesloten?» vroeg zij. »Om elf uur,» antwoordde Silas. »Ga dan om kwartier over elven uit,» ging de dame voort. Roep dat men de deur open moet doen, en praat vooral niet met den por tier, daar dit alles zou kunnen bederven. Ga recht naar de hoek waar de Tuinen van het Luxembourg aan den Boulevard raken; daar zult gij mij wachtend vinden. Ik vertrouw er op dat gij mijne raadgevingen stipt zult na komen en denk er om dat, zoo gij ook slechts in een ding niet handelt zooals ik u gezegd heb, gij eene vrouw, wier eenige fout is, u gezien en liefgehad te hebben, in de grootste moeilijkheden zult brengen." »Ik zie het nut niet van al deze instructies,» zeide Silas. »Ik geloof dat gij u nu reeds heer en meester van mij acht,» riep zij uit, hem met haren waaier op den arm tikkend. "Geduld, geduld en de rest zal wel volgen. »Een vrouw heeft lief om gehoorzaamd te worden in het begin, hoewel zij later er een genot in vindt te ge hoorzamen. Doe in 's Hemels naam wat ik u verzoek, of ik kan voor niets instaan.» »Als ik er goed over nadenk» ging zij voort, op den toon van iemand die er juist iets op gevonden heeft om eene moeilijkheid op te lossen, »dan weet ik nog een beter middel om lastige bezoekers van de deur te houden. Zeg den portier niemand toe te laten, behalve iemand die misschien zal komen om eene oude schuld te vereffenen en spreek met een beetje gevoel alsof gij het interview vreesdet, zoodat hij uwe woorden ernstig opneme.» »Ik geloof dat gij het aan mij kunt over laten op welke wijze indringers van de deur te houden,» zeide Silas een weinig scherp. »Zéó wil ik liet hebben en niet anders,» antwoordde zij koel. »Ik ken de mannen. Zij denken nooit aan de reputatie eener vrouw.» Silas bloosde en liet het hoofd een beetje hangen; want het plan dat hij ten uitvoer moest brengen had hem reeds het uitzicht ge opend op een beetje gepoch tegenover zijne vrienden. »En spreek vooral niet tegen den portier als ge uitgaat.» »En waarom niet?» zeide hij. »Van al uwe instructies schijnt deze mij wel de minst be langrijke toe.» »In het begin twijfeldet gij ook aan het noodzakelijke van de andere maatregelen, die zooals gij nu zelf inziet, onvermijdelijk zijn,» antwoordde zij. "Geloof mij, dit laatste heeft ook zijn nut; later zult gij het zelf inzien; en wat moet ik denken van uwe liefde, als gij mij zulke kleinigheden weigert bij ons eerste rendez vous reeds?» Silas putte zich uit in verontschuldigingen terwijl hij hiermede bezig was, keek zij naar de klok en sloeg hare handen ineen met een gesmoorde kreet. "Groote God!» riep zij uit, »is het reeds zoo laat? Ik heb geen seconde te verliezen. Helaas wat zijn wij arme vrouwen toch slavinnen. Wat heb ik voor u niet reeds gewaagd?» En na hare instructies herhaald te hebben, hetwelk ze listig combineerde met liefkozingen, en doodelijke blikken, nam zij afscheid en ver dween onder de menigte. Den geheelen vol genden dag voelde Silas zich erg gewichtig; hij was er nu zeker van dat zij eene gravin was; en toen de avond viel, gehoorzaamde hij stipt hare bevelen en bevond zich op het vast gestelde uur op de hoek van de Tuinen van het Luxembourg. Er was niemand te zien. Hij wachtte bijne een half uur, iedereen aankijkend die voorbij ging; hij ging zelfs op de naburige hoeken van den Boulevard kijken en liep het hek der Tuinen geheel om; doch er was geen schoone gravin om zich in zijne armen te wer pen. Ten laatste keerde hij met weerzin naar zijn hotel terug. (Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1