NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. No. 86. Zaterdag 27 October 1900. Negen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Nieuwe Dnizenft-en-één-Naclit-VerIialen. DE ZELF-MOORD-CLUB. Amersfoortsche Courant 51 l' ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonder 1 ijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Men herinnert zich misschien nog, dat Reuier een dag of tien geleden een bericht bracht, dat men te Philip- polis in het Zuiden van den Vrijstaat ieder oogenblik een aanval verwachtte van de Boeren, wijl men in den laat- sten tijd daar herhaaldelijk Boeren- patrouilles had gezien. Twee man van de politietroepen waren reeds dood geschoten, een derde gewond en een ander gevangen genomen. De magi straat van het stadje had daarop krachtige maatregelen genomen voor de verdediging der plaats, er waren versterkingen en aarden schansen aangelegd en de inwoners hadden een burgerwacht gevormd, die in den laatsten tijd de hoogten om de*stad bezet hield. Uit een telegram van gister uit Colesberg blijkt nu, dat Philippolis inderdaad door de Boeren is aange vallen en genomen. De stad, zegt het telegram verder, is verscheiden dagen door de Boeren bezet gehouden doch nu eergister, Woensdagavond, door de Yeomanry in samenwerking met twee andere colonnes ontzet. Men vond dat de Boeren zeer sterk waren, maar zij werden verdreven en, kan het anders, zij leden, naar men zegt, zware verliezen. Tot nu toe heeft Roberts omtrent dit krijgsbedrijf nog niets gemeld, wij zullen dus spoedig wel iets naders dienaangaande vernemen. Eén ding blijkt nu alvast uit dit telegram en dat is een veiblijdend teeken, dat gewapende Boeren zich thans in vrij grooten getale in het Zuiden van den Vrijstaat bevinden en dat zij zich niet door de «zware verliezen", te Jagers fontein geleden, hebben laten afschrik ken om opnieuw offensief op te treden. Door deze aanvallen moeten telkens groote Engelsche troepenafdeelingen verplaatst worden, waardoor andere punten ontbloot worden. Een en ander heeft ten gevolge, dat de En- gelschen worden afgemat en de Boeren gelegenheid hebben op andere plaat sen hun slag opnieuw te slaan. Wel mocht de Daily Graphic zeg gen, dat de taak voor het Engelsche leger een moeilijke is en het zal zeer de vraag zijn of het op den duur tegen de guerilla-taktiek is opgewas sen. Wat die taktiek eigenlijk is, zet de correspondent van de Daily Express te Pretoria in een brief aan zijn blad uiteen. Zij komt hier op neer, zegt hij, dat alle.; nu is afgeloopen, be halve het schieten. Generaal De Wet er buiten latende, berekent bij de sterkte van de Boeren op 3000 goed gewapende en goed bereden burgers, ruim voorzien van ammunitie. Iedere hoeve is voor de Boeren een fort, een verschansing, en daarenboven een plaats waar zij hun voorraad aan vullen; iedere Boer is hun bondge noot, spion en verkenner. Om kort te gaan, zij spelen zegt de correspon dent het spel in deze voordeelige positie, dat zij alle troeven in hun hand hebben. Als deze bandietenboel in het land gelaten wordt, en het leger terugtrekt, dan zal de taak die Baden-Powell en zijne politie wacht, wel boven hun krachten gaan, meent hij. De Daily Graphic dreigde gister reeds, dat de Engelschen tot maat regelen zouden overgaan, die elke rechtgeaarde Brit verfoeit, indien er aan den kleinen oorlog niet spoedig een eind kwam. Welke die maatre gelen waren, gaf het blad niet aan, maar nu stelt de correspondent van de Daily Express in allen ernst voor 't geheele land te vuur en te zwaard te verwoesten en de bevolking daar voor schadeloos te stellen. Dat zal meent hij, hoe duur 't schijnt, nog goedkooper zijn dan de oorlog thans, want die kost 300.000 p. st. per dag, dat wil zeggen drie miljoen zesmaal honderdduizend gulden per dag en geen hoeve is 3600 gulden waard. De vrouwen en kinderen zouden dan zoo lang onder dak gebracht en onder houden moeten worden. En inderdaad, het schijnt,, dat aan dit gruwelijke plan reeds een begin van uitvoering is gegeven want in het bovengenoemde telegram uit Colesberg wordt mede gemeld, dat een aantal Boerenvrouwen uit Jagers fontein, die de Boeren bij hun aanval op die stad hebben geholpen, per trein langs Colesberg zijn vervoerd. Vrouwelijke krijgsgevangenen dus. Vrijstaatsche Kenau's! Maar bovendien kornt er bericht, dat generaal Hunter het geheele dorp Bothaville, 45 K.M. van Commando drift in 't Noord-Westen van den Vrijstaat gelegen, heeft verwoest, omdat de Boeren vandaar op de Engelschen hadden geschoten. Dit alles kan op het eind der negen tiende eeuw »in naam der beschaving" gebeuren, zonder dat er van de Euro- peesche regeeringen een protest uit gaat 1 O tempora, o mores Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Moeder zullen zich Donderdag 1 November naar Lensahn in Holstein begeven en aldaar eenige dagen vertoeven bij den Groothertog en de Groothertogin van Oldenburg ten einde aldaar de familie van Hertog Hendrik van Mecklemburg Schwerin te ontmoeten. Den 28 October worden voor eenige uren op het Loo verwacht de Erf vorst en de Erfvorstin von Wied. Uit vertrouwbare bron verneemt de N. R. C. dat de ministerraad be sloten heeft de machtiging van H. M. de Koningin te verzoeken om over een wetsontwerp tot drooglegging der Zuiderzee het advies van den Raad van State in te winnen. Reeds nu ontvangen wij een Hollandsch werkje over Hertog Hen drik van Mecklemburg Schwerin en zijn land. Het is van de hand des heeren J. Hora Adema, oud-kapitein der artillerie, en uitgegeven bij N. Veenstra, 's Gravenhage. De schrijver heeft naar door hem in Mecklemburg verzamelde gegevens dit boekje be werkt, dat tal van bijzonderheden bevat omtrent de familie van den aanstaanden prins-gemaal, over diens eigen leven en over zijn vaderland, terwijl bovendien verscheidene goed geslaagde illustraties den lezer nog nader brengen bij de personen en zaken, die er in behandeld worden. De heer Hora Adema weet o. a een en ander van Hertog Hendrik's bedrevenheid in de jacht te verhalen. Zelden schijnt zijn schot te missen. »Dat vernam ik," aldus de schrijver, «toen ik in Mecklemburg zijnde, van Schwerin uit een uitstapje maakte naar de Pinnowersee, en toevallig kennis maakte met een boer, die al menige drijfjacht met den jongen Hertog had meegemaakt. Een praatje met hem makend, bracht ik het ge sprek ongemerkt op het jachtonder- werp en op den Hertog zelf. Toen was de man vooreerst nog niet uit gepraat. »»Of Hertog Heinrich een goed schutter is?"" riep hij uit, toen ik die vraag tot hem richtte, «het vlugste hert schiet hij in het schouderblad, zoodat het op hetzelfde oogenblik dood ter neer stort. En daarbij is hij goed hartig als geen andere. Met andere jagers is het bij mistig weer nog wel eens gevaarlijk als drijver dienst te doen. Zulke «hohe Herrschaften" stel len dikwijls, met alle eerbied gespro ken, de gezondheid en het welzijn van den armen man uit het volk nu niet zoo bijzonder hoog. Rent dan in den nevel zoo'n hert of ander stuk wild voorbij, dan vergeten ze dikwijls, dat er een arme drommel als drijver in dezelfde richting staat. Het schot gaat af en de drijver krijgt dan ook vaak zijn deel. Nu wordt daar wel altijd een gouden pleister opgelegd, maar je bent er toch liever niet van gediend. Met Hertog Heinrich jaag ik nu al jaren lang, maar zie, nog nooit is het gebeurd, dat hij een drijver aanschoot, zoo onberispelijk zuiver is zijn scbot. En mocht het al eens gebeuren, dat hij hem zou moeten raken, dan laat hij het hert heenloopen waar het wil, maar schie ten doet hij niet. Daarvoor is hij te goed."" Wij stippen verder uit het boekje nog aan dat Hertog Hendrik reeds de volgende orde- eneereteekenen bezit: het grootkruis van de orde van den Nederlandschen Leeuwhet grootkruis van de Huisorde van de Wendische kroon met ordeketting hetgrootkruis van de Schwerinscbe orde van den Gier de orde 1 klasse van de Pruiss. Rooden Adelaar; het eere-grootkruis van de Oldenburgsche Huisorde en orde van Verdienste met ordeketting het grootkruis van de Grooth. Saksi sche Huisorde der Waakzaamheid of van den Witten Valkde Saksische Huisorde van den Lauwerkranshet grootkruis van de Grieksche orde van den Verlosser het idem van de Bul- gaarsche St. Alexander-orde het idem van de Tursche Osmania-ordehet idem van de Siameesche orde van den Witten Olifant. In Het Vaderland deelt de heer J. Hendrik van Balen te Twelloo mede, dat hij van een Hollander in do Kaapkolonie, die binnenkort hoopt te repatrieeren, een schrijven heeft ont vangen, waarin de vraag wordt ge steld of het nu niet het geschikte oogenblik zou zijn om, op de wijze van wijlen prof. Halting en prof. Spruyt, op te richten een «Vereeni- ging tot ontwikkeling van Neder- landsch West-Indië" en daarvoor een voorloopig comité te vormen. Ziedaar een idee! voegt de heer Van Balen hier aan toe. Of het bereikbaar is?, Ik geloof het wel Een dergelijke Vereeniging zou zeer veel goeds kunnen doen. Indien eenige Nederlanders van naam en invloed DOOB ROBERT LOUIS STEVENSON. De Geschiedenis van den Dokter en de Saratoga-Koffer. 17) "Dat zeg ik niet,» antwoordde dokter Noël «want ik Sen een voorzichtig man.» "Maar zie dan eens!» riep Silas, op het lichaam wijzend. »Dat ligt in mijn bedik kan niet verklaren hoe het er gekomen is, en ik kan het niet kwijt raken, en het niet zonder afgrijzen aanzien.» «Afgrijzen?» antwoordde de dokter. »Neen. Als dit soort van klok afgeloopen is, is het voor mij slechts een geniaal stuk mechaniek, waarin men het opereermes moet zetten. Als het bloed eenmaal koud is, en stilstaat, is het niet langer menschelijk bloedals het vleesch eenmaal dood is, is het niet langer het vleesch dat wij begeeren in onze beminden en waar- deeren in onze vrienden. De gratie, de aan trekkelijkheid, de afschuw, dit alles is verdwenen met de levensgeesten. Wen uzelven dergelijke dingen met kalmte te beschouwen; want als mijn plan uitvoerbaar is, zult ge steeds moeten leven in de onmiddellijke nabijheid van wat u nu zulk een afgrijzen inboezemt.» «Uw plan?» riep Silas uit. Wat is het. Vertel het mij gauw, dokter; want ik heb haast den moed niet te blijven leven.» Zonder te antwoorden, keerde dokter Noël zich naar het bed en begon het lijk te onder zoeken. »Hij is dood,» mompelde hij. »Ja, zooals ik verwacht had, zijn de zakken ledig. Ja en de naam is uit het hemd gesneden. Zij hebben hun werk goed gedaan. Gelukkig is hij klein.» Silas hoorde deze alleenspraak met angstige spanning aan. Ten laatste nam de dokter, zijne lijkschouwing geëindigd hebbend, een stoel en sprak den jongen Amerikaan toe. "Sedert ik in uw kamer ben gekomen, »zeide hij, hebben mijne ooren en tong het druk gehad, maar toch heb ik ook mijne oogen goed den kost gegeven. Kort geleden merkte ik op dat ge daar in den hoek, een van die monster achtige inrichtingen hebt staan, die uwe lands lieden den geheelen aardbol over meesleepen om kort te gaan, een Saratoga-koffer. Tot op dit oogenblik heb ik nooit het nut van dergelijke "magazijnen» kunnen inzien; doch nu begin ik het nut ervan te vermoeden. Of het diende voor het gemak bij den slaven handel, of om de gevolgen van een overhaast hanteeren van het bowie-mes, te verbergen, weet ik niet. Doch één ding zie ik duidebjk, het doel van zulk een kist, is, een men- schelijk lichaam te verbergen.» »Het is nu geen tijd om te schertsen!» riep Silas uit. »Ofschoonhet mogelijk is dat ik mij eenigszins schertsend uitdruk,» antwoordde de dokter, »is toch de bedoeling mijner woorden ernstig. En wij moeten beginnen mijn jonge vriend, met deze koffer leeg te maken.» Silas, dokter Noël's antoritair optreden ge hoorzamend, stelde zich ter zijner beschikking. De Saratoga-koffer was spoedig ontdaan van hare inhoud, die den geheelen vloer bedekte en vervolgens Silas de beenen vasthoudend en de dokter aan de schouders werd het lijk van den vermoorden man van het bed gelicht en na eenige inspanning bijna in tweeen gevouwen in den koffer gelegd. Met vereende krachten, werd de deksel gesloten boven deze ongewone bagage, en de koffer werd op slot gedaan en een touw erom gebonden, door des dokter's eigen hand, terwijl Silas den vroegeren inhoud van den koffer deed verdwijnen in een paar kasten. »Nu, zeide de dokter,» is de eerste stap tot uwe bevrijding gedaan. Morgen of nog beter van daag, moet het uwe taak zijn, alle ver moedens bij uwen portier weg te nemen; en hem alles te betalen, wat gij hem schuldig zijt aan mij kunt gij de noodige schikkingen over laten om de zaak tot een veilig uiteinde te brengen. Ga even mee naar mijn kamer waar ik u een onschuldig en krachtig slaapmiddel zal geven; want voor alles behoeft ge rust. Den volgenden dag was de langste dag dien Silas zich herinnerde ooit doorleefd te hebben. Het scheen dat hij nooit ten einde komen zou. Hij gaf zijne vrienden »niet tehuis» en zat in een hoek, de oogen gericht op den Saratoga- koffer in treurig gepeins verzonken. Zijne vroegere indiscreties werden hem nu in gelijke munt uitbetaald; want het kijkgaatje was weder vrij gemaakt en hij was zich bewust van een bijna onafgebroken onderzoek van uit Madame Zephyrine's kamer. Dit werkte zóó ontzenuwend op hem, dat hij genoodzaakt was, ten laatste het kijkgat aan zijne kant dicht te maken; en toen hij dus voor spioneering gevrijwaard was, bracht hij langen tijd door in berouwvolle tranen en gebeden. Laat in den avond trad dokter Noël de kamer binnen, in zijne hand een paar verzegelde enveloppen houdend zon der adres de eene zwaar, en de andere zoo dun dat het leek alsof er niets inzat. (Wordt vervolyd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1